Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hitler had volste vertrouwen in kundige lijfarts Morell

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hitler had volste vertrouwen in kundige lijfarts Morell

Bloedzuigers hielpen tegen gefluit in oren

4 minuten leestijd

LONDEN — Adolf Hitler was een fanatiek vegetariër en zwaar depressief. Zijn lichaam begon hem in de steek te laten in 1941 en hij gebruikte veel cocaïne. Ook liet hij zich ooit met bloedzuigers afhelpen van gefluit in zijn oren.

Dit zijn enkele van de onthullingen uit de recentelijk gepubliceerde dagboeken van dr. Theodor Morell, de lijfarts van de nazi-dictator, die Hitler van nabij meemaakte van 1937 tot de laatste weken van zijn leven, in 1945.

De dagboeken werden aan de vergetelheid ontrukt door de Britse geschiedkundige David Irving, die de geschriften opdook in Amerikaanse archieven in Washington. Zij werden donderdag in Londen gepubliceerd onder de titel „Adolf Hitler: De medische dagboeken" (Sidgwick en Jackson).

Het door Irving bewerkte boek werpt tevens licht op argumenten over de authenticiteit van de vermeende Hitlerdagboeken die met veel fanfare door het Westduitse tijdschrift Stern werden gepubliceerd.

Aanvankelijk dacht Irving, de schrijver van acht boeken over de Tweede Wereldoorlog, dat de dagboeken van Hitler vervalsingen waren. Nadat hij enkele documenten onder ogen had gekregen, veranderde hij evenwel van mening omdat uit het handschrift valt te concluderen dat de schrijver leed aan de ziekte van Parkinson. Zoals Irving in de medische dagboeken aantoont, is het waarschijnlijk dat de Führer aan de ziekte leed.

Kartonnen doos
Hitlers artsen waren er niet zeker van dat de dictator aan de ziekte leed. Ook Morell twijfelde, zo schrijft Irving, maar hiij accepteerde uiteindelijk dat het de ziekte van Parkinson zou kunnen zijn en gaf Hitler de laatste twee weken van zijn leven de juiste medicijnen."

Irving verklaart ten aanzien van de medische dagboeken dat er geen twijfel over bestaat dat deze authentiek zijn. De dagboeken geven een gedetailleerde omchrijving van Hitlers lichamelijk functioneren, zijn pijnen en kwalen, medicijnen en gesprekken. Toen het Reich in 1945 ineenstortte, werden de dagboeken en de medische gegevens van Morell Berlijn uitgesmokkeld in een koffer van een officier. Zij werden overgebracht naar Bad Reichenhall, een stadje in Zuid-Duitsland, waar zij werden begraven. Niet lang daarna werden zij door het Amerikaanse leger gevonden en verzonden naar Washington. In 1981 vond Irving de dagboeken in de medische bibliotheek van het leger in AVashington. In een kartonnen doos trof hij bovendien documenten aan die nog niet eerder in kaart waren gebracht. Hij kreeg van Morells weduwe, Johanna, toestemming om het manuscript te publiceren.

Beschuldiging

Theodor Gilbert Morell, die bijna drie jaar ouder was dan de in 1889 geboren Hitler, had een florerende medische praktijk in Berlijn. Hij behandelde de nazi-elite en beroemdheden als de tenor Richard Tauber. Hij was veel te zwaar — 105 kilogram — en had bovendien nier- en hartklachten. Zijn dagboeken meldden dat op 21 april 1945, negen dagen voor Hitler zelfmoord pleegde, de Führer hem in een woede-uitbarsting ontsloeg. Morell had hem een injectie willen geven, maar Hitler weigerde. „Het is waarschijnlijk", zo schrijft Irving, „dat Hitler vreesde dat zijn arts hem „plat" wilde spuiten, zodat de generaals hem tegen zijn wil uit Berlijn naar het zuiden zouden kunnen smokkelen." Morell werd ondervraagd door officieren van het derde leger van generaal George Patton. Zat een tijdje vast, maar werd nimmer in staat van beschuldiging gesteld of berecht. Hij overleed op 26 mei 1948 in een kliniek nabij München.

Bloedzuigers

Veel medewerkers van Hitler hadden hun twijfels over de capaciteiten van de „dikke arts", zo schrijft Irving. De dictator had evenwel het volste vertrouwen in hem. Om gefluit in Hitlers oren te elimineren, schreef Morell bloedzuigers voor, een toneeltje dat werd omschreven door Hitlers kamerbediende: „Hitler zat gefascineerd voor een spiegel en keek toe terwijl de bloedzuigers zich aan hem te goed deden. Vervolgens merkte hij op: „Ah, oké. Mijn hoofd is nu weer helder." Toen Morell Hitler in 1936 ontmoette, was de Führer „reeds een extreme en fanatieke vegetariër. Hij at noch vis, noch gevogelte, noch vlees, noch eieren."

De dagboeken laten zien dat Morell van 1941 tot 1945 73 soorten medicijnen aan Hitler voorschreef, van bevergeilolie (krampstillend middel) tot dr. Kosters pillen tegen winderigheid. In zijn laatste jaren gaf Morell Hitler dagelijks een cocktail van glucose, vitamine en leverextract, aldus Irving.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 mei 1983

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Hitler had volste vertrouwen in kundige lijfarts Morell

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 mei 1983

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's