Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dr. F. C. Dominicus nog steeds actief met Nederlands en Zuid-Afrika

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dr. F. C. Dominicus nog steeds actief met Nederlands en Zuid-Afrika

8 minuten leestijd

„Er zijn in Nederland weinig mensen die de waarheid over Zuid-Afrika willen weten. In de Bijbel staat: Gij zult geen valse getuigenis spreken, maar als het over Zuid-Afrika gaat, laat men het woordje „geen" meestal weg!" Aan het woord is dr. F. C. Dominicus, de bekende Neerlandicus en vriend van Zuid-Afrika. Vorige weck mocht hij de gezegende leeftijd van negentig jaar bereiken en nog altijd is hij actief op het gebied van zijn twee grote voorliefdes: de Nederlandse taal en het land van Zuid-Afrika.

Acht jaar heeft hij in dat land gewoond en in die tijd heeft hij er veel rond gereisd. „lk kan wel zeggen dat ik de Vrijstaat beter ken dan Nederland," zegt hij niet zonder trots.

Dr. Dominicus is geboren te Wemeldinge op Zuid-Beveland. Toen hij de lagere school doorlopen had, ging hij naar de normaalschool te Goes, tien kilometer van zijn woonplaats, ledere dag liep hij 's morgens heen en 's avonds terug, die afstand en vijf jaar lang hield hij het vol, In weer en wind. Hij gelooft nu dat hij mede dank zij deze dagelijkse wandeltochten van 20 kto nog steeds In zo'n goede conditie verkeert. Toen hij kort vóór zijn negentigste verjaardag een bezoek bracht aan zijn arts, zei deze  hem: „Wat doet u hier? Kom over zes maanden nog maar eens terug!" Lopen kan hij nu niet meer zo lang achter elkaar volhouden, maar fietsen wel. Elke dag stapt hij nog op zijn rijwiel om een tochtje te maken. Toen de heer Dominicus in 1903 slaagde voor zijn onderwijzersexamen, werd hij benoemd aan een school te Millingen tegen een salaris van vijfhonderd gulden per jaar. Daarvan moest hij dan nog 7 procent pensioenpremie betalen en 25 gulden kostgeld per maand. Toen een collega eens de stoute schoenen aantrok en bij de burgemeester vroeg om een opslag van vijftig gulden per jaar, was het antwoord: „Dat kunnen we niet doen, want dan zou hij nog meer verdienen dat een melkknecht!"

Studie
Enkele jaren bleef hij in Millingen en toen volgde een benoeming te Maarssen. Daar begon hij ook met zijn studie, 's Morgens om vier uur stond hij op en studeerde tot 8 uur. Verder de gehele dag lesgeven op school en 's avonds om negen uur naar bed. Zijn doorzettingsverEjiogen werd beloond, want na een jaar deed. hij binnen drie dagen examen voor de hoofdacte en de lagere acte Frans. Met deze diploma's kon hij in Den Haag terecht, waar hij zevenhonderd gulden per jaar ging verdienen. \

En toen (hij was inmiddels dertig jaar) kwam het grote avontuur in zijn leven. De rector van het Sint Andrews College te Grahamstad in Zuid-Afrika was in Nederland aangekomen om een leraar Nederlands te zoeken. De onderwijzer Dominicus was een van de velen die solliciteerden en hij werd benoemd omdat hij van alle sollicitanten het beste Engels sprak. Dat dankt hij aan het feit dat hij in de kost was geweest bij een Engelse familie. Zo kreeg hij de kans van zijn leven om iets van de wereld te zien. Dat was immers altijd zijn grote wens geweest. Bovendien verdiende hij er meer dan in Nederland: 180Ö gulden per jaar boven kost en inwoning.

Maar zie: kort voor zijn vertrekleerde hij een meisje kennen. Hoewel ze beiden wisten dat ze met elkaar zouden trouwen, was de tijd van kennismaking nog wel wat kort geweest. Dus ging hij alleen naar Zuid-Afrika maar kwam een goed jaar later in de Kerstvakantie even terug in Holland om in het huwelijk te treden. Dat had plaats op 26 januari 1915, zodat de heer en mevrouw Dominicus eind van deze maand Deo Volente hun zestigjarige huwelijksfeest vieren!

Acht jaar
Acht jaar is de heer Dominicus in Zuid-Afrika leraar geweest en over die periode van zijn leven weet hij menig avontuur te vertellen. Hij heeft er eens enkele diamantjes gevonden die hij later In Nederland heeft laten slijpen en die zijn getrouwde dochters nu in een ring hebben zitten. Tijdens zijn verblijf in Zuid-Afrika heeft hij eens meegedaan aan een prijsvraag die was uitgeschreven door de Zuidafrlkaanse Academie. Met een studie over „Het huiselijk en maatschappelijk leven van de Zuidafrikaner" won hij de eerste prijs. In 1921 keerde hij met zijn gezin terug naar Nederland, omdat hij zijn kandidaats Nederlands wilde doen. Tijdens deze studie haalde hij ook nog zijn middelbare acte Engels. Hij kreeg een betrekking aangeboden aan een pas opgerichte HBS te Den Haag; toen besloot hij maar voorgoed in Nederland te blijven met zijn gezin. Behalve lesgeven, bleef de heer Dominicus ook studeren en in 1928 promoveerde hij in Leiden tot doctor in de letteren en wijsbegeerte op een proefschrift over „Het ontslag van Wilhelm Adriaen van der Stel". Van der Stel was in het begin van de achttiende eeuw gouverneur van de Kaapkolonie. De stad Stellenbosch is gesticht door zijn vader, die vóór hem gouverneur was.

Eén van de stellingen die de promovendus destijds bij zijn proefschrift voegde had betrekking op zijn Zeeuwse afkomst: „Het is wenschelijk een woordenboek van het Zuidbevelandsch op te stellen, daar dit de betekenis van vele mlddelnederlandsche en zeventiende-eeuwsche woorden scherper zou doen uitkomen". De Zeeuwse afkomst verloochent zich ook nu nog niet: aan zijn spraak is duidelijk te horen dat hij uit Zeeland komt. Als we, daar een opmerking over maken is dr. Dominicus duidelijk verrast. „De Zeeuwse tongval is klaarblijkelijk onbekend, want men heeft mij vaak gevraagd of ik soms uit Groningen afkomstig ben", zo legt hij uit.

Drie zaken
Lezen, schrijven en studeren, die drie zaken zijn uit het leven van dr. Dominicus niet weg te denken. Toen hij de zestig al gepasseerd was, dacht hij: „Nu heb ik de middelbare acten Frans en Engels, maar Duits niet. Toen heb ik die ook maar gehaald". Een echte talenknobbel zouden we kunnen zeggen, wat ook blijkt uit het feit dat toen hij kort na de oorlog voor zes weken naar Denemarken om daar aan te sterken na alle geleden ontberingen in de hongerwinter, hij in die tijd door veel té lezen „even" Deens leerde. Toen hij onlangs enkele Denen op bezoek kreeg kon hij met ze In hun eigen tafel spreken. Ongeveer dertig boeken heeft hij geschreven, meest studieboeken. Enkele bloemlezingen van Franse en Engelse schrijvers en voorts boeken over de spelling. Maar zijn belangrijkste boekje vindt hij wel „Schrijft u ook zulk Nederlands?" waarin hij veel voorkomende fouten in het' taalgebruik behandelt. „Alle journalisten zouden dat boek moeten lezen," zegt hij. „Als je ziet hoeveel fouten er tegenwoordig in de kranten voorkomen!" We zouden dr. Dominicus een purist (d.i. een taalzuiveraar) kunnen noemen, al lacht hij een beetje als we dit Woord laten vallen. Hij zegt ervan: „Eigenlijk ben ik het wel, maar dat woord heeft tegenwoordig een onaangename klank, zodat ik het zelf maar liever niet gebruik".

Zuid-Afrika
En dan natuurlijk zijn boeken over Zuid-Afrika. Twee zijn er al verschenen bij uitgeverij De Banier te Utrecht: „Apartheid een wijze voorzorg" en „Zwarten en zwartgemaakten". Zijn derde boek verschijnt in de loop van dit jaar en zal als titel krijgen „Het belasterde Zuid-Afrika". Het is een vervolg op de beide eerder verschenen boeken en is vooral gericht tegen het voortdurende liegen zoals dat in Nederland geschiedt en dat, terwijl er in Nederland toch ook heel wat vervelende gebeurtenissen plaatshebben. Voor zijn boek heeft dr. Dominicus zonder veel moeite een vijftigtal kranteberichten kunnen vinden over de toenemende misdadigheid in ons land. „In Nederland zijn de mensen erg eigenwijs. Ze weten precies hoe elk land geregeerd moet worden, behalve 't eigen land." Als voorbeeld van de leugenachtige propaganda noemt dr. Dominicus een uitzending van het IKOR enkele weken geleden waarin werd beweerd dat er in Zuid-Afrika duizenden kinderen zouden sterven van de honger. „Ik kan bewijzen dat dat leugens zijn," aldus dr. Dominicus. „Toen er enkele jaren geleden in een naburig land grote schaarste aan voedsel was, heeft de Zuidafrlkaanse regering 100.000 zakken cadeau gegeven. Als ze daartoe in staat zijn, zullen ze toch zeker hun eigen kinderen niet laten verhongeren," zo Is zijn stellige overtuiging.

Sfeer
Hij vindt nog altijd Zuid-Afrika een heerlijk land en dat is het niet alleen voor de blanken maar ook voor de zwarten. „Geen land in Zuidelijk Afrika waar de zwarten het zo goed hebben. De mensen in Nederland denken dat een Bantoe een Europeaan is met een zwarte huid, maar dat is niet waar. De Bantoes leven veelal nog in de sfeer van toverdokters en medicijnmannen, die ze vaak meer vertrouwen dan een arts en dat alles ondanks de vele pogingen van de boeren om ze tot het Christendom te brengen". Dr. Dominicus besluit met de opmerking dat de Bantoes helemaal geen kwaad volk zijn. Het zijn de oproerstokers die uit het noorden komen. De laatste vijf jaar is er enorm veel verbeterd. De lonen zijn zeker 50 tot 60 procent gestegen en nog steeds zijn er grote veranderingen ten goede aan de gang, niet alleen voor de Bantoes maar ook voor de kleurlingen. Er is echter nog veel onenigheid tussen de Bantoestammen onderling. De regering moet dan ook uiterst zorgvuldig te werk gaan om te voorkomen dat de stammen met elkaar In conflict komen'. „Dat is te begrijpen", vindt dr. Dominicus. „Je kunt hier toch ook geen Fransen en Grieken bij elkaar zetten!

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 14 januari 1975

Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's

Dr. F. C. Dominicus nog steeds actief met Nederlands en Zuid-Afrika

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 14 januari 1975

Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's