KERKELIJKE RONDBLIK IN SCHOTLAND
wie veel reist, komt vanzelf tot de ontdekking van de betrekkelijkheid van allerlei gewoonten en opvattingen. Maar van de andere kant kun je dan steeds meer de stralende kern zien van onze „enige troost in leven en sterven", datgene wat ons, als gelovige christenen, met elkaar verbindt over allerlei kerkmuren en landsgrenzen heen.
Overal ontmoet je dan zondaars, met wie je gemeenschap kunt hebben in de belijdenis van dezelfde diepe schuld, maar ook gemeenschap in dezelfde „onuitsprekelijke en heerlijke vreugde" (I Petrus 1 vers 8), waarmee zij zich verheugen die wedergeboren werden tot de onvergankelijke hoop op het eeuwige leven.
NIET CONSEQUENT
Wat ons opviel bij de Free Presbyterian Churches en de Free Churches of Scotland was hun onverbiddelijke afwijzing van elke instrumentale begeleiding van de kerkzang.
De redenen die daarvoor werden opgegeven, bevreemdden ons soms. Zo zei iemand: Alles wat NIET in het Nieuwe Testament aan de gemeente wordt toegestaan, is zonde. Welnu, nergens lezen we dat instrumentale begeleiding van de gemeentezang wordt toegestaan, dus is het zonde.
Maar met zulk een redenering zou je allerlei andere zaken ook moeten verbieden. Er staat bijv. ook niet in het Nieuwe Testament dat je elektrisch licht mag gebruiken in de kerk. Sommige mennonieten in Canada en USA zijn dan ook uitermate consequent. Ze hebben geen elektrisch licht, niet alleen niet in de kerkgebouwen, maar ook niet in hun huizen. Ze gebruiken ook geen auto's, ze zijn tegen het gebruik van machines, ze vinden dat alles een gevolg van het wereldse denken en zij menen te moeten leven dichtbij de natuur, zoals die door God werd geschapen.
Wij hebben hen meermalen gezien, als ze over de asfaltwegen trokken met kar en paard, geheel in het donker gekleed. Dan kwam bij ons wel even de ascetische neiging naar boven, de hang naar het klooster, waar je volkomen jezelf zou kunnen wegbergen van de wereld om er alleen God te zoeken. Maar wij weten dat je ook in het klooster de wereld meeneemt in je hart en wij zijn overtuigd dat ook in die strenge mennonieten-gemeenschappen de wereld zich uitwerkt in de zondige onderlinge verhoudingen, in afgunst, achterdocht, verbittering, vijandschap enzovoort. Waarom? Omdat ook zij dezelfde mensen zijn als wij, levend onder de doem van de zonde als een macht in de han^ van de Boze die de overste van deze wereld is.
GEDREVEN DOOR DE GEEST
Een tweede argument sprak meer aan. Ze zeiden: Een lied is als een gebed. Beide zijn waardeloos als ze niet gedreven worden door de Heilige Geest. Wij zoeken in het gebed toch ook geen steun van buiten, waarom dan wél bij het zingen van onze psalmen?
Daar zit beslist iets in. Wij zien steeds meer hoe predikanten bij de kerkdiensten gebruik maken van formulegebeden. Wij hebben daar een innerlijke weerzin tegen. Wanneer wij staan in de levende huiver voor de heilige God, hoe kunnen we dan naar een papiertje grijpen om onze aanbidding en verootmoediging voor Hem uit te spreken? En wanneer wij onze God in Jezus Christus hebben leren kennen als onze Vader, wanneer wij „ontvangen hebben de Geest der aanneming tot kinderen, door Welke wij roepen: Abba, Vader!" (Rom. 8 : 15), hoe kunnen wij ons dan tot Hem richten met een gebed dat door anderen is opgesteld. (Natuurlijk is er een groot verschil met de gebeden en formulieren die door de gezamenlijke gemeenten zijn opgesteld voor de bediening van het H.-Avondmaal en de H.-Doop).
Dat argument spreekt ons dus wel aan, al overtuigt het niet. En zo zit er een vermaning in aan ons adres, dat wij steeds onze volstrekte afhankelijkheid van de soevereine werking van Gods Geest niet alleen met onze mond, maar ook met ons hart moeten belijden.
OP ÉÉN HOGERE TOON
De eerste samenkomst hadden wij in Ullapool. Wat ons direct opviel, was het bidden van ds. Malcolm Macinnes aan tafel. Hij deed dat op een eendere hoge toon, zonder daling of stijging. Later bemerkte ik dat deze gewoonte onderhouden wordt door de kerken in de Schotse hooglanden en niet slechts in de kerkdiensten, maar ook in huis, niet slechts door de predikanten, maar ook door de huisvaders. Aldus drukken zij hun diep ontzag uit voor de grote God.
Wij kunnen daar inkomen. In het stijgen en dalen van de stem drukken de menselijke gevoelens zichzelf uit. Maar hoe kun je ooit in gevoelens je aanbidding uitdrukken jegens Hem die woont in een ontoegankelijk licht, jegens Hem die „een verterend vuur" is? Wij menen dat ook het spreken in tongen, waarover we in de brieven van Paulus lezen, voortkomt uit eenzelfde gevoel van onmacht om in gewone menselijke taal de gloed van Gods Geest te laten branden.
Een bijzonder mooie gewoonte vonden wij hun avondsluiting in het gezin. Dan zingt men eerst enkele psalmverzen en leest een gedeelte uit de Bijbel. Daarna knielen allen neer en spreekt één van hen een gebed uit.
FREE PRESBYTERIAN CHURCH
Onderweg naar Loch Carron hadden wij een zeer boeiend gesprek met ds. Ross over de situatie in de Free Presbyterian Church of Scotland, die 6000 leden telt, waarvan er ongeveer 700 aan het H. Avondmaal deelnemen. Zij kennen niet het systeem van het doen van belijdenis. De deelneming aan het Avondmaal betekent tevens voor hen de openbare belijdenis van hun geloof. Deze kerken hebben 34 predikanten en onderhouden ook nog drie zendelingen in Rodesië.
Op onze vraag waarom zij geen instrumentale muziek in de kerk willen, gaf zij ook nog als reden op: Door de orgelbegeleiding worden de mensen gemakzuchtig en lui. Ze zijn dan niet voldoende bereid om de soms moeilijke melodieën van de psalmen aan te leren.
OBJECTIEVE BEOORDELING
Een belangrijke vraag was: Hoe beoordeelt een kerkeraad of iemand aan het H. Avondmaal mag aanzitten. Ds. Ross antwoordde:
We gaan niet zo "maar op ,ons gevoel af. Wanneer je te veel op je intuïtie steunt, dan is er het gevaar, dat je iemand afwijst, alleen omdat je hem onsympathiek vindt. Natuurlijk zal een gelovige kerkeraad dat niet bewust doen, maar bij onze beoordeling kunnen allerlei vage en onbewuste motieven een rol spelen.
Wanneer iemand de toegang tot het Avondmaal vraagt, dan heeft er een gesprek met de kerkeraad plaats. Er worden dan vragen gesteld, niet volgens een vast patroon, maar ongeveer in deze geest: Weet u dat u een zondaar bent? Erkent u dat u niets kunt doen voor uw eigen zaligheid? Vertrouwt u op Jezus Christus? Wie is Jezus Christus voor u? Hoe bent u tot de overtuiging gekomen dat u wedergeboren bent?
Sommigen zullen dan misschien een tekst noemen. Anderen zullen zeggen: Ik weet het niet en ook dat wordt geaccepteerd.Zondebesef wordt als noodzakelijk gezien, maar niet élk zondebesef. Tijdens een van de voorbereidingen op het Avondmaal vertelden drie broeders over hun zondebesef, waarin ze geleefd hadden, de een gedurende 4, de andere gedurende 6 en de derde gedurende 12 jaar. De dominee zei echter later: Gemeente, ik kan dit zondebesef niet aanvaarden. Het leek erop alsof deze broeders aan het pochen waren over de lange tijd, waarin ze in zondebesef geleefd hebben. Weet u wel, dat Jezus over het zondebesef gezegd heeft dat de Heilige Geest de wereld overtuigen zal „van zonde, omdat ze in mij niet geloven" (Joh. 16 : 9). Overtuiging van zonde heeft dus altijd met ongeloof te maken. Deze broeders hebben dus, zonder er zich van bewust te zijn, erover gepocht dat ze gedurende zoveel jaren Christus hebben afgewezen. Het zondebesef dat de Heilige Geest bij Gods kinderen verwekt, is heel anders dan de overtuiging van zonde die diezelfde Geest ...de wereld bijbrengt. Wanneer een kind Gods tot verbrokenheid en tot wedergeboorte komt, dan klaagt hij zichzelf juist aan vanwege zijn ongeloof. Dan is dat zijn grootste verdriet dat hij zolang geweigerd heeft zich in volstrekt vertrouwen aan Christus en aan Zijn belofte over te geven.
Vijf dagen feest
Twee keer per jaar is er viering van het Heilig Avondmaal, maar dan is het ook een lang durend feest. Ds. J. D. MacMillan van de Free Church of Scotland in Aberdeen vertelde, hoe zulk een Avondmaalsviering zich voltrekt in de Schotse hooglanden en op de eilanden.
Op woensdagavond begint de voorbereiding met een bidstonde. Donderdagmorgen om elf uur en op donderdagavond zijn er twee diensten, elk van ongeveer twee uur, waarbij het onderwerp is de noodzaak van de zaligmaking door Jezus Christus. Op vrijdag eveneens twee diensten, waarbij dieper wordt ingegaan op Gods eeuwig heilsplan in het sterven en in de opstanding van Jezus Christus. Ook op zaterdag twee diensten, waarbij de christelijke levenswandel wordt getekend.
Op zondagmorgen heeft dan de grote Avondmaalsviering plaats. De laatste keer dat ds. MacMillan die viering leidde — twee weken geleden —, duurde dat van half twaalf tot kwart over drie. Op maandagavond is er de dienst van de dankzegging
AVONDMAALSDIENST
Ds. Ross vertelde nog wat meer over het verloop van de Avondmaalsviering op zondag. Eerst wordt een preek gehouden over het lijden van Christus. Daarna een uiteenzetting van ongeveer twintig minuten over de toegang tot het Avondmaal, waarin wordt aangegeven wie aan het Avondmaal welkom zijn en wie niet. Als dat afgelopen is, halen de ouderlingen brood en wijn uit de consistorie en nemen de communicanten plaats aan de tafel. De predikant houdt een toespraak van ongeveer tien minuten tot hen die aanzitten. Meestal neemt hij dan een duidelijke Avondmaalstekst zoals: „Dit is Mijn lichaam dat voor u gegeven is". Hij probeert de onmetelijke liefde van Christus voor de Zijnen te ontvouwen en op de eenheid tussen het Hoofd en het lichaam, de gemeente.
Als allen het brood en de wijn genuttigd hebben, spreekt de voorganger de communicanten opnieuw toe en wijst hen op hun roeping in deze wereld, de roeping van de naastenliefde, de roeping om zich als waarachtige christenen te gedragen en om van het Evangelie te getuigen. Die toespraak duurt ongeveer tien minuten, zodat iedere tafel ongeveer een half uur in beslag neemt.
Als iedereen het brood gegeten en van de wijn gedronken heeft, spreekt de predikant weer de gehele gemeente toe en verkondigt dat er een plechtige en ernstige scheiding in de gemeente openbaar geworden is namelijk tussen hen die in de deelneming aan het Avondmaal hebben beleden dat zij in zichzelf verloren zondaars zijn, die echter zich verlost weten door het bloed van Christus — en hen die in hun banken zijn blijven zitten en daarmee hebben uitgesproken dat zij ofwel hun schuld nog niet voor God konden of wilden erkennen ofwel nog geen volle vertrouwen in Christus durfden of wilden stellen.
Wij vroegen ds. Ross over de televisie. Is het hebben van een televisietoestel een reden dat zo iemand de toegang tot het Avondmaal ontzegd wordt?
Hij antwoordde: Als iemand tegen de kerkeraad zegt: „Ik heb een televisietoestel en ik kijk naar alle programma's, ook naar de volstrekt wereldse", dan wordt met hem gepraat en dan probeert men hem duidelijk te maken dat deze instelling niet verenigbaar is met de roeping van Gods volk om zich af te scheiden van de wereld. Maar als hij het toestel alleen maar gebruikt voor nuttigheidsdoeleinden zoals de nieuwsberichten, informatie over belangrijke onderwerpen, het volgen van wetenschappelijke cursussen die worden uitgezonden, het aanleren van een vreemde taal enz., dan is dat geen belemmering voor deelneming aan het Avondmaal.
Wat het aangaan van verzekeringen betreft, daarin zag ds. Ross — en met hem de Free Presbyterian Church of Scotland — geen bezwaar. Merkwaardig! Hier zien we dan weer een vrij ingrijpend verschil van mening over de praktijk van het christelijk leven tussen deze toch wel zeer strenge calvinistische kerken van Schotland en vele gereformeerde gemeenten en oud-gereformeerden in Nederland.' Jaren geleden is er een gesprek geweest tussen predikanten van de gereformeerde gemeenten van Nederland en de Free Presbyterian Church of Scotland om de mogelijkheid te onderzoeken van correspondentie in nauwere zin. In Schotland voelde men er echter niet voor, omdat in de Gereformeerde gemeenten van Nederland de psalmzang in de dienst met orgel of harmonium begeleid wordt en in Nederland stond men er afwijzend tegenover, omdat de Free Presbyterian Church of Scotland geen bezwaar had tegen het aangaan van verzekeringen.
NODELOZE VERDEELDHEID
Nog even iets over de Free Church of Scotland. Deze kerk heeft zich afgescheiden van de Church of Scotland, de officiële staatskerk, te vergelijken met de Anglikaanse Church of England. Dat gebeurde in 1843, voornamelijk om twee redenen: de binnendringende vrijzinnigheid en het feit dat de dominees vanuit een centrum benoemd werden en dus niet door de plaatselijke gemeenten. Ze telt thans ongeveer 25.000 leden.
Later heeft zich de Free Presbyterian Church weer afgescheiden van de Free Church of Scotland. Ik kan echter beslist niet zien dat het bijbels verantwoord is dat deze twee kerken gescheiden blijven. Beiden zijn orthodox en handhaven de tucht, al is de Free Presbyterian Church Beide zijn orthodox en handhaven de tucht, al is de Free Presbyterian Church wel iets strenger bv. in de onderhouding van de zondagsrust. Beide zingen alleen psalmen en geen gezangen. Beide zijn gekant tegen instrumentale begeleiding in de kerk. Beide hebben eenzelfde intense en De universiteitskerk te Aberdeen. lang durende Avondmaalsviering.
Maar we kennen dat verschijnsel helaas ook in Nederland. Ook hier hebben we kerken die weinig van elkaar verschillen en toch gescheiden naast elkaar, soms zelfs tegenover elkaar, optrekken.
Laten we hopen en bidden dat al deze nodeloze versplintering weldra, misschien als gevolg van nood en vervolging, zal verdwijnen en dat wij ons mogen vinden in de belijdenis van de éne Heere en Zaligmaker, „de grote Herder der schapen" (Hebr. 13 : 20) en in de belijdenis van de volkomenheid van de Heilige Schrift: „Men mag ook gener mensen schriften, hoe heilig zij geweest zijn, gelijk stellen met de Goddelijke schriften, noch de gewoonte met de waarheid Gods, noch de grote menigte, noch de oudheid, noch de successie van tijden of personen, noch de conciliën, decreten of besluiten; want alla mensen zijn uit zichzelf leugenaars en ijdeler dan de ijdelheid zelf" (Ned. Geloofsbelijdenis art..7).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 juni 1971
Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 juni 1971
Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's