Uitgebreide en fleurige oase in het universiteitscentrum "De Uithof"
Oud verdedigingsfort van de Hollandse Waterlinie werd fraaie botanische tuin
De botanische tuinen van de Rijksuniversiteit te Utrecht bestaan 350 jaar. Reeds in 1639 werd op het bolwerk "Zonnenburg" in de Domstad een hortus ingericht. Die verhuisde in 1727 naar de Nieuwe Gracht. Dit oudste gedeelte van de universiteitstuinen is niet voor het publiek toegankelijk. Ook het Von Gimborn Arboretum te Doorn en Fort Hoofddijk in De Uithof zijn van de Universiteit Utrecht.
Bij het fort is een tuin die veel schoons biedt, mede door de nieuwste uitbreidingen. De botanische tuin ligt als een fleurige oase temidden van het universiteitscentrum "De Uithof". Wie bij de Budapestlaan de tuin in wandelt, ziet recht voor zich het grote oude fortgebouw. Dat werd gebouwd in 1879 en behoorde tot de verdedigingswerken van de stad Utrecht. Het was een deel van de beroemde Hollandse Waterlinie in de Johannapolder. Toen die polder bestemd werd voor de bouw van het universiteitscentrum, lag dit oude fort in het hart van het bouwterrein.
Het fort werd aangekocht en bestemd voor de aanleg van een deel van de hortus. De hoge bunkers leenden zich goed om daaromheen en erop een rotstuin aan te leggen. De gebouwen zelf konden ook worden gebruikt voor allerlei doeleinden. De rotstuin is geen driehonderd jaar, maar ongeveer 25 jaar oud. De vrij jonge hortus in Fort Hoofddijk is een bezoek waard. Liefhebbers van planten en bloemen kunnen er uren doorbrengen.
Systeemtuin
Tussen de Budapestlaan en het massieve fortgebouw is de systeemtuin aangelegd. Die is strak ingedeeld in vakken die gescheiden zijn door keurige gazons. De tuin is versierd met een groot aantal pergola's. Die zijn bestemd voor de klimmende planten en maken de strakke systeemtuin wat vriendelijker en speelser. Er staan ongeveer 140 plantenfamilies in dit gedeelte. Die zijn gerangschikt naar onderlinge verwantschap. Er groeien en bloeien veel vaste planten en minder bekende eenjarige gewassen.
Dit gedeelte van Fort Hoofddijk is bestemd voor het onderwijs in de plantensystematiek. Het geheel doet zich voor als een goed onderhouden plantsoen. Er is een grote verscheidenheid aan planten, waardoor er van de vroege lente tot laat in de herfst van bloemen kan worden genoten. Men kan daar bij voorbeeld zien en leren dat in de heidefamilie, de Ericaceae, ook allerlei grote heesters thuishoren, zoals onder andere rododendron, pieris, kalma, zenobia en vaccium.
Dit deel van de hortus is van groot belang voor de studie botanie. De studenten kunnen er het onderscheid leren tussen de verschillende geslachten. Hier kunnen ze hun theoretische kennis aan de praktijk toetsen. De kenmerken per soort kunnen zij zien aan de planten zelf, in plaats van op illustraties. Er komen hier ook studenten diergeneeskunde, om de giftige soorten planten te leren kennen. Apothekersassistenten leren in de systeemtuin de herkomst van de farmaceutische stoffen kennen.
Het buitenfort
Een gedeelte van de brede fortgracht, bij de spuitende fontein, is door een steiger afgezet en tot een water- en moerasplantenhoek gemaakt. De vele soorten saxifraga eromheen stonden in juni volop in bloei en vormden een kleurige haag om de hoek met waterlelies en gele plompen. In een pol kleine lisdodden ontdekte ik het nest van een waterhoen. Het lag zo goed verscholen, dat vrijwel niemand er erg in had. Vijf eitjes telde ik, toen het hoentje even van het nest was om iets te eten. Wat later zag ik haar, gitzwart met een vuurrode bles, tussen de groene stengels ineengedoken op haar nest zitten. Op anderhalve meter afstand. Nauwelijks zichtbaar. Wandelaars liepen argeloos over de steiger dicht langs het rustig broedende waterkipje heen. De systeemtuin is mooi voor een wandeling of om rustig op een bank van de gecultiveerde flora te genieten. Men kan in Fort Hoofddijk echter ook terecht voor de wilde flora. Achterin de tuin, bij de grote velden hosta's, begint het natuurpad over het buitenfort. Het eindigt tij de parkeerplaats bij de ingang van de hortus. Men kan daar ook de route beginnen.
Langs het natuurpad groeien wilde planten die zich daar spontaan hebben gevestigd. De flora langs dat pad is karakteristiek voor het gebied van de Kromme Rijn. Door een goed beheer wordt getracht die flora in stand te houden. Het buitenfort is een rijk stukje wilde natuur, dat als een halve maan om het grote fortgebouw heen ligt. Het is een terrein met oude kazematten en sloten die deel uitmaakten van het verdedigingswerk. Enkele jaren geleden bestond het buitenfort uit dicht hakhout en stukjes weiland. In 1980 is men begonnen om dit gedeelte van Fort Hoofddijk voor wandelaars toegankelijk te maken. Nu is het een klein maar gevarieerd natuurterrein.
Het natuurpad
In het laatst van juni wandelde ik over een parallelpad van het natuurpad, aan de buitenkant van het terrein. Daar is het modderig en moerassig, maar het pad is met houtsnippers goed begaanbaar gemaakt. Elzen, wilgen, berken en eiken, bramen en hop, vormen een dichte en ruige begroeiing aan beide kanten. Daartussen groeien distels, bitterzoet, valeriaan, heggewinde en nog meer wilde kruiden. Een konijntje sprong voor mijn voeten weg en verdween in de ruigte. Bij de volkstuintjes voert het parallelpad langs een sloot. Daar groeien de paarse kattenstaarten langs de waterkant. Er is een moerassig stuk vol valeriaan, groot springzaad en nagelkruid. Het parallelpad is ook een goede route voor vogelliefhebbers. Tijdens mijn wandeling zongen de zanglijster en de zwartkop, de fitis en de tjiftjaf volop. Langs het natuurpad groeien veel wilde planten. Bij een groot aantal staat een naambordje met een afbeelding en bijzonderheden. Een wandeling is dus niet alleen boeiend, maar ook leerzaam. Heel gemakkelijk leert men een aantal planten van het gebied bij Utrecht kennen. Wie reeds enigszins thuis is in de wilde flora, zal van die bordjes niet veel opsteken. Wel kan ieder genieten van de rijkdom aan soorten wilde planten.
Om in dit stukje wilde natuur de variatie in de flora zo rijk mogelijk te houden, zijn er passende beheersmaatregelen nodig. De weilanden worden gemaaid, het maalsel plaatselijk wel of niet afgevoerd en het hakhout wordt in gedeelten gekapt. Er zijn daardoor elk jaar stukken met een mooie kapflora. Er zijn speciaal voor dit buitenfort foldertjes verkrijgbaar.
De rotstuin
Het derde hoofdelement van de hortus wordt gevormd door de rotstuin. Die heeft voor de meeste bezoekers de grootste aantrekkingskracht. De tuin is aangelegd op en bij de oude bunkers. Die zorgden reeds voor grote hoogteverschillen. De fortgracht eromheen is een fraaie omlijsting van een stukje natuurgetrouw rotsgebergte. Men moet op enkele plaatsen echt klimmen. Van het hoogste punt heeft men een mooi overzicht over de rotshellingen, de waterpartijen en de systeemtuin.
Er zijn voor de alpiene tuin rotsstenen uit België gehaald. In 1963 werd met de aanleg begonnen. Nu is het een rotstuin die voor ons land uniek wordt genoemd. Men heeft geprobeerd het geheel zoveel mogelijk een natuurlijke indruk te laten maken. Dat is goed gelukt. Zelfs de grote waterval en de bergbeekjes laten weinig van het kunstmatige merken.
De collectie rotsplanten bestaat nu uit ruim 1600 verschillende gewassen. Binnen de drie universitaire botanische tuinen vormt die een verzameling van nationaal belang. Reeds vroeg in het voorjaar verschijnen er de bloemen. De hoofdbloei is in de maanden mei en juni. Ook daarna kan men nog van veel bloeiende soorten genieten, tot diep in de herfst toe. Aan de achterzijde van de rotstuin is een heidetuin aangelegd en een echt Drents vennetje met de daarbij behorende flora. Deze rotstuin, in het hart van het fortterrein, wordt terecht de grote blikvanger genoemd.
Tropische kassen
De nieuwste aanwinst in het universiteitscentrum "De Uithof" zijn de tropische kassen. Daarin zijn de modernste technische voorzieningen aangebracht. Een automatische nevelinstallatie zorgt voor de juiste luchtvochtigheid. De temperatuur wordt eveneens automatisch op de juiste hoogte gehouden. De atmosfeer is dus optimaal voor de groei van tropische planten. De grote kas heeft een oppervlakte van duizend vierkante meter.
Naast bekende tropische gewassen die een grote educatieve waarde hebben, staan er ook verschillende onderzoekcollecties. Opvallend door hun afmeting en de enorme bladeren, zijn de cecropia's. Deze tropische bomen werden al enige tijd in de botanische tuinen te Utrecht gekweekt. Nadat ze in de nieuwe kas werden geplant, zijn ze zeer snel gaan groeien. Ze vormden zelfs knoppen en bloemen, wat nog niet eerder was voorgekomen.
De tropische planten zijn er in de eerste plaats voor de onderzoekers en studenten. De bezoeker kan er voor het eerst of opnieuw kennis maken met de pracht van tropische planten, waaraan wij veel exotische vruchten en mooie kamerplanten te danken hebben.
Juist door de grote verscheidenheid is Fort Hoofddijk een bezoek waard. De hortus is open van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 16.30 uur. Bij de ingang kan men voor twee gulden een toegangsbewijs uit de kaartautomaat verkrijgen. In De Uithof verwijzen borden naar de botanische tuinen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1989
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1989
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's