Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

,,Voor hen was geen plaats in de herberg..."

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

,,Voor hen was geen plaats in de herberg..."

Enkele gedachten naar aanleiding van Lukas 2 :1-7

7 minuten leestijd

In allerlei verhalen rondom het Kerstfeest komen wij de gedachte tegen, dat Jozef en Maria op het allerlaatste moment in Bethlehem zijn aangekomen en toen tot hun schrik moesten ontdekken, dat er voor hen nergens meer een plaats te vinden was, waar zij konden overnachten. En gezien de omstandigheden, waarin Maria verkeerde, was het toch wel de hoogste tijd, dat er onderdak gevonden werd, want... in die nacht werd Jezus geboren.

Deze gedachte klinkt ons ontroerend in de oren. Een waas van medelijden en romantiek komt er zo over het geboorteverhaal van Jezus te liggen, die ons brengt in een sfeer van zachtheid en tederheid, die ons weldadig aandoet. De Goede Vrijdag is nog ver weg, en Golgotha schijnt weinig met Bethlehem van doen te hebben. Het Kind in de kribbe ligt ons na aan het hart, en de Man van smarten komt ons met Kerstfeest nog niet in het vizier.

Hoe komt het toch, dat wij deze voorstelling eeuwenlang hebben gehoord en geloofd? Zou het niet zijn, omdat wij de harde realiteit van het Kerstfeest willen elimineren? Door het kerstgebeuren te romantiseren en het Kind te wikkelen in de doeken van ons medelijden en erbarmen kunnen wij iets bijdragen aan het „Nu sijt wellecome, Jesu, lieve Heer", en daar gaat een grote bekoring van uit.

Rust van het geloof
Het geboortebericht van Lukas geeft ons tot deze opvatting echter geen enkele aanleiding, integendeel. Evenmin vinden wij in de Schrift grond voor de veronderstelling dat het keizerlijk bevel tot inschrijving, waardoor Jozef en Maria op reis moesten naar Bethlehem, hen overvallen zou hebben en hen in grote verlegenheid gebracht zou hebben. Lezen wij na die aankondiging van Christus' geboorte, dat Maria met haast reisde naar Elisabeth, nu lezen wij eenvoudig, dat Jozef met Maria op weg ging naar de stad Davids. Daar spreekt rust uit, de rust van het geloof. Maria heeft immers geweten, dat haar Kind in Bethlehem geboren moest worden. Zou zij, die zozeer uit de Schrift geleefd heeft en de weg des geloofs bewandelde in de onbegrijpelijkheid van Gods weg, de profetie van Micha niet gekend hebben? Wij behoeven haar lofzang maar te lezen om te ontdekken dat Maria de levensweg van haar en haar Kind getekend gevonden heeft in het Woord Gods. En evenals het voor haar een verruiming geweest is, dat God Zelf het wonder van haar schoot aan Jozef verklaard heeft, zo is het niet minder een verademing voor Maria, dat God de weg baant naar Bethlehem om haar daar te brengen, waar in de geboorte van haar Kind de Schrift vervuld moet worden. Met de blijdschap van haar lofzang in haar ziel is Maria op weg gegaan, toen zij in het bevel van Augustus het teken uit de hemel ontving.

Vingerwijzing
Het lijkt aannemelijk, dat volgens de verordening uit Rome ook Maria zich moest laten inschrijven in Bethlehem. Ook zij was uit het koninklijke geslacht en had aandeel in het erfbezit van David. Berichten over andere inschrijvingen in het Romeinse rijk wijzen ook in die richting. Hoe dat echter ook zij, Maria ontvangt in het keizerlijk decreet een vingerwijzing Gods om Jozef te vergezellen. Zal dat haar niet geloofskracht gegeven hebben om de lange en zware reis te volbrengen? Niet alleen zwaar in lichamelijk opzicht, gezien de gezegende omstandigheid van Maria, maar ook zwaar vanwege de situatie, waarin het volk verkeerde. Het was een bewogen periode in Israels geschiedenis, vol onrust en gevaar, toen Quirinius in de Romeinse provincie Syria, waartoe Palestina behoorde, het bewind voerde, en hij het bevel tot inschrijving moest uitvoeren. Het was een tijd, waarin allerwegen het verzet tegeh de Romeinse adelaar broeide en een bloedige opstand elk moment kon uitbreken. En dat is ook gebeurd onder leiding van Judas, de Galileër, die in verzet tegen de Romeinse overheersing juist in die tijd de partij der zeloten stichtte, de dolkvechters, die te vuur en te zwaard de Romeinen bestreden. In die beangstigende wereld vol onrust en verschrikking gaan Jozef en Maria in Gods weg naar Bethlehem. Is dat geen zware gang?

Onthutsend
Die zwaarte blijkt niet opgeheven te zijn, als zij eenmaal hun reisdoel bereikt hebben, want in hun eigen stad is voor hen geen plaats in de herberg. Geen kamer en geen bed wordt Maria in haar omstandigheid ter beschikking gesteld. Dat is onthutsend en beschamend, en wij vragen ons verbijsterd af, wat daarvan de oorzaak is geweest. Lukas zegt ons: en het geschiedde, als zij daar waren, dat de dagen vervuld werden, dat zij baren zou. Dat kan moeilijk iets anders betekenen, dan dat Jozef en Maria enige tijd in Bethlehem vertoefd hebben voordat het uur der geboorte sloeg. Hebbén zij deze dagen doorgebracht in de herberg, in een van de primitieve logeerkamers daarvan, en is hun op het kritieke moment de gelegenheid ontnomen om het Kind daar op menselijke wijze ter wereld te brengen?

Het is niet gemakkelijk precies vast te stellen wat wij onder die herberg moeten verstaan. Bedoelt Lukas met dit Griekse woord een karavanserai, een verblijf- en overnachtingsplaats voor reizigers en hun dieren, óf heeft hij het oog laten vallen op een al of niet besproken vertrek, een kamer in een huis, wellicht bij een familielid in Bethlehem?

Spanningen
Hoe dat moge zijn, als de geboortestonde van Jezus gekomen is, is er voor Jozef en Maria geen plaats. Wij moeten immers goed lezen, wat de evangelist ons meedeelt. Hij zegt niet, dat er geen plaats was, met andere woorden, dat alles zo vol en overbezet was, dat er ook niemand meer bij kon, maar Lukas zegt: voor hen (en dat staat met nadruk voorop!) was er geen plaats in de herberg.

De wet van de oosterse gastvrijheid, die hoog genoteerd stond, werd met voeten getreden.

Wij kunnen slechts bevroeden, wat daarvan de oorzaak geweest is, maar het feit, dat juist hun een plaats ontzegd werd, tekent ons de kritieke situatie, de spanningen en de grievende vernedering, waaronder de geboorte van Christus heeft plaatsgevonden. Was het de „oorlogs"-toestand, die geen pardon kende voor een hoogzwangere vrouw? Was het, omdat alle gastverblijven gerequireerd waren door de Romeinse ambtenaren, waardoor Jozef en Maria moesten uitwijken? Of hield het verband met het voornoemde oproer van Judas, de Galileer, waaraan Jozef, de Zone Davids, zich onttrokken heeft? Was het daarom, dat hij zich niet aansloot bij het verzet, dat hem de deur gewezen werd? Hij had zich in de ogen van zijn familie toch al ergerlijk gedragen vanwege het feit, dat Maria in verwachting was. Droeg hij niet de koninklijke titel? Was hij niet de rechtmatige troonopvolger uit Davids huis? Men zou toch veronderstellen, dat er voor hém in Bethlehem, waar hij vele familieleden ontmoet zal hebben, een plaats was ingeruimd.

Contouren Golgotha
Als wij dit overwegen, gevoelen wij het schokkende van wat Lukas zegt: voor hén was géén plaats! Jezus werd bij Zijn intocht in het leven niet verwelkomd. Men had voor dit Kind geen ruimte beschikbaar. Het wordt weggeschoven naar de plaats van de slaven en de dieren, en voordat het Kind geboren is, zet de verwijdering zich in.

De mensen in Bethlehem zullen hun argumenten wel gehad hebben om zo te handelen, inderdaad, maar daarin voltrekt zich nu juist de scheiding. Jezus is gekomen tot het Zijne, maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. De wegen gaan uiteen, en de scheiding zet zich voort tot aan het einde van Jezus' levensweg. In Bethlehem zijn de contouren van Golgotha al te ontwaren, en de schaduw van het kruis valt reeds over de kribbe. Judas, de Galileër, grijpt naar het zwaard. Straks doet zijn geestelijke nazaat Bar-Abbas, de zeloot, hetzelfde. Dan wordt duidelijk, wat in Bethlehem nog verscholen is.

Zijn Koninkrijk is niet van deze wereld, en voor dat Koninkrijk is in deze wereld geen plaats. Voor de Koning niet, die incognito in deze wereld komt, en ook voor Zijn onderdanen niet, die het geheim van Zijn verlossing leerden verstaan.

Dat is de zwaarte van Bethlehem. Dat is de zwaarte van het kruis. Daardoor wordt alle vleselijke vrijheidsdrang gekruisigd. „Voor hen geen plaats", dat is de profetie van de kribbe voor allen, wier menselijke vrijheidsdrang gebroken en overwonnen is door de drang van Zijn liefde, waarbij Hij verlossing heeft teweeggebracht en hun een plaats bereidt in het Koninkrijk Zijns Vaders.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 december 1983

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

,,Voor hen was geen plaats in de herberg..."

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 december 1983

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's