Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het zuivere evenwicht tussen Wet en Evangelie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het zuivere evenwicht tussen Wet en Evangelie

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In vorige eeuwen heeft de Heere leraars aan Zijn kerk geschonken die de noodzaak gevoelden om het zuivere Bijbelse evenwicht tussen Wet en Evangelie te benadrukken. Zij waren getuigen van verwarring en dwaling in de kerk, omdat men Wet en Evangelie met elkaar vermengde of beide te ver van elkaar scheidde. Dit was oorzaak dat zij in hun geschriften op deze grote gevaren wezen en hun lezers aanspoorden om de zuivere orde tussen Wet en Evangelie te bewaren. Het ging hen niet om hun eigen opvatting, maar omdat Gods Woord dit zuivere evenwicht beschrijft en Gods Geest deze orde hanteert in de bekering van verdoemelijke zondaren.

Gebroeders Erskine en Th. van der Groe
Mannen zoals de gebroeders Ebenezer (1680-1754) en Ralph (1685-1752) Erskine en Theodorus van der Groe (1705-1784) hebben hierover veel geschreven. Ook al woonden de Erskines in Schotland en Van der Groe in Nederland en spraken zij een andere taal, toch verstonden zij allen de taal van Gods Woord in hun hart. We zouden wensen dat onze mensen en in het bijzonder onze jeugd hun nagelaten geschriften grondig zouden onderzoeken. Er is zoveel misvatting omtrent de zuivere leer van Gods Woord, met het gevolg dat men de noodzakelijke kennis van de vloekende wet vóór de verkondiging van de blijde boodschap van het Evangelie min of meer verzwijgt. Over het algemeen heeft men een ruime voorstelling van het Evangelie en een dringende oproep om op de beloften te pleiten. Veelal wordt de prediking van de gebroeders Erskine als voorbeeld aangehaald hoe het aanbod van genade verkondigd moet worden zodat het zicht op de beloften niet beperkt wordt. Het zou echter te wensen zijn dat hun geschriften goed gelezen zouden worden, want we vrezen dat zij over het algemeen niet recht gebruikt worden.

We nemen aan dat een ieder hoogachting heeft voor ds. Van der Groe. Hij was een leraar die de geschriften van de Erskines goed en grondig heeft gelezen. Hij kon niet anders constateren dan dat zij Schriftuurlijkbevindelijk gepreekt hebben. In de vertaalde geschriften van de Erskines heeft Van der Groe verschillende inleidingen geschreven, waaruit blijkt dat hij de leer van de Erskines beter heeft begrepen dan degenen die zich op deze Schotse broeders beroepen om hun afwijkende visie op verbond en beloften bevestigd te zien.
We willen iets meedelen wat Van der Groe in een van zijn inleidingen schrijft: ’Indien wij letten op de ligging en de wijze van prediken van de twee Schotse leraars Ralph en Ebenezer Erskine, dan zullen wij bevinden, dat zij de gehele inhoud van hun leer en onderwijs, alsook van al hun vermaningen, opwekkingen, overtuigingen, besturingen, vertroostingen enzovoort doorgaans geheel en al schoeien op de leest van Wet en Evangelie. Met grote ernst en even grote kunst, bekwaamheid, aangenaamheid en met een overvloedige verscheidenheid en kracht van zaken en redenen, maken zij er hun werk van om de mens eerst te brengen tot een grondige kennis en een gevoelen van zijn geestelijke ellende; en vervolgens van de rijke genade van onze Heere Jezus Christus, door het Evangelie geopenbaard.’

Ruim Evangelie
Inderdaad, de Erskines waren ruim in de aanbieding van genade en wij hebben er op toe te zien dit niet minder te doen. We moeten helaas schrijven dat er veelal een karikatuur over de prediking onder ons wordt gegeven. Wij zouden dan alleen het Evangelie verkondigen aan arme zondaren en de Wet prediken aan de overige hoorders. Of nog triester als men beweert dat wij voorstaan dat de mensen met hun armen over elkaar moeten wachten tot God overkomt. Laat het toch duidelijk zijn dat het Evangelie aan allen verkondigd wordt, en dat niemand wordt uitgesloten. Christus roept iedere zondaar op om zich tot Hem te wenden om behouden te worden (Jes. 45: 22). Er is genade voor de grootste der zondaren, zodat geen zondaar te veel heeft gezondigd of een te groot zondaar is, daar het bloed van Christus reinigt van alle zonden. Doch het volgende mag ook niet verzwegen worden.

Voor wie zijn de beloften?
Al hebben we het Evangelie te verkondigen met bevel van bekering en geloof (Dordtse Leerregels Hoofdstuk 2, par. 5,) zodat iedere hoorder verantwoordelijk en verplicht is om deze eis in te willigen, en al worden alle beloften van het Evangelie aan iedereen gepredikt, dan wil dit nog niet zeggen dat de beloften voor iedere hoorder zijn! Wanneer de Heere het belooft, dan doet Hij het ook, en het kan toch niet zo zijn dat de Heere afhankelijk is van de mens. Het is opmerkelijk dat Van der Groe en de Erskines geen onderscheid maakten tussen de beloften van het Evangelie en de beloften van het Verbond zoals men tegenwoordig wel doet, wat voor de hoorders ontzettend verwarrend en voor de prediker zeer moeilijk is om dit in de prediking te scheiden.
Ds. Van der Groe zegt eenvoudig het volgende: ’De beloften van het Evangelie zijn eigenlijk niet voor alle mensen, maar alleen voor de arme, verslagen zondaren, zoals ook de medicijnen eigenlijk alleen maar zijn voor zieken en gewonden. Indien een gezond mens die wilde gebruiken, dan zou hij ze toch maar misbruiken, al was het alleen maar omdat hij ze niet nodig heeft (…). Maar als een onboetvaardig mens de beloften van het Evangelie wil gaan gebruiken, zonder een waar geloof, dan doet ook hij niet anders dan die misbruiken tot zijn verderf.’
Op een andere plaats zegt Van der Groe: ’Eigenlijk geeft God Zijn beloften uit de hemel alleen maar aan de ware boetvaardige en verslagen zondaren, gelijk reeds meermalen is gezegd. Deze noodzakelijke conditie of vereiste wordt bij elke belofte in het Evangelie, óf duidelijk aangewezen en uitgedrukt, óf daar tenminste altijd ingewikkeld onder begrepen en verstaan.’

De Wet vóór het Evangelie
Laat het duidelijk zijn dat Van der Groe dit schrijft als inleiding op het boek van R. Erskine, waarin hij aangeeft hoe deze Schotse leraar gepreekt heeft. Van der Groe wist zeer scherp het onderscheid aan te wijzen tussen een algemene en een zaligmakende overtuiging, en benadrukte de noodzakelijkheid om het zuivere evenwicht tussen Wet en Evangelie te bewaren.
Niemand kan beweren dat R. Erskine anders preekte dan ds. Van der Groe. We willen dit bewijzen naar aanleiding van wat Erskine schrijft om éérst door de Wet overtuigd te worden van onze verlorenheid vóórdat de weg voor Christus gebaand wordt: ’Hebt u zicht gekregen op uw verloren staat en toestand van nature, en dan ook daarop dat u Christus, vanwege de droevige toestand waarin u verkeert, volstrekt nodig hebt? Hebt u gezien dat het een behoeftige staat was, zonder God, zonder Christus, zonder hoop, zonder gerechtigheid, zonder vergeving, vrede en leven? Een schuldige staat, waarin u openlag voor Gods eeuwige toorn; een verachtelijke, verdorven staat, waarin u hebt ontdekt dat uw hart een zinkput was van zonde en goddeloosheid? Een ellende staat waarin u volstrekt onbekwaam was om uzelf te helpen en waarin u niet tot Christus kon gaan om hulp? Hebt u een bijzonder, bedroevend gezicht van dat alles gekregen? Als dat niet zo is, dan hebt u nog niet met toepassing het Evangelie geloofd dat Christus u heeft liefgehad en Zichzelf voor u heeft overgegeven.
Maar als dat wel zo is, dan is de weg zover geplaveid.’
We kunnen niet anders schrijven dan dat we hiermee van harte instemmen! In onze gemeenten wordt geleerd dat de prediking van de beloften voor alle hoorders is, maar de toezegging van de beloften voor degenen die door Gods Geest reeds bearbeid zijn, zoals de hongerigen en dorstigen, doodschuldigen en veroordeelden in zichzelf. We maken dus onderscheid tussen de algemene prediking, voorstelling of bekendmaking van Christus en de beloften, en tussen de bijzondere toezegging van de geestelijke inhoud van de beloften aan de armen van geest.
Van der Groe heeft in zijn inleiding aangetoond dat de Erskines niet te ruim waren omdat zij de Wet niet verzwegen. Zo lezen we bij Ralph Erskine in de vierde preek over Galaten 2:20 het volgende: ’U moet zich beproeven of u al dan niet tot deze persoonlijke toepassing van het geloof bent gebracht, tot een tweevoudige ’mij’ waarover hier gesproken wordt: Hij heeft mij liefgehad en Zichzelf voor mij overgegeven. Als dat zo is, dan was er een tijd dat Gods toorn in de wet werd geopenbaard en persoonlijk aan u en door u werd toegepast. Hebt u ooit de vloek en de bedreiging van de wet gehoord, die zegt: Vervloekt is een iegelijk die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet, om dat te doen? Hebt u dat met een tweevoudig ’mij’ geloofd? Hebt u gezegd: Ik ben die man, ik ben die mens, die zondige, ellendige, schuldige mens die door de zonde blootgesteld is aan Gods toorn? En ook: Wat moet ik doen om zalig te worden? Dan is er ook een tijd waarin de liefde en de genade van God, geopenbaard in het Evangelie, persoonlijk aan u en door u werd toegepast, in die mate dat het u hoop heeft gegeven om van het doemvonnis bevrijd te worden en om uw hart ertoe te trekken Christus persoonlijk aan te nemen, zoals Hij in het Evangelie wordt aangeboden, om van de zonde en de toekomende toorn verlost te worden.’

De Erskines en Van der Groe schreven hoe het Evangelie met bevel van bekering en geloof aan alle hoorders gepredikt moet worden, zij lichtten toe voor wie de beloften zijn, en benadrukten de noodzakelijkheid om het zuivere evenwicht tussen Wet en Evangelie te bewaren. We spreken de wens uit dat de Heere ons bij deze leer wil houden, en dat we mogen optrekken en samenwerken met hen die buiten ons zijn en deze leer van harte voorstaan.
We willen besluiten met het woord van Paulus: Voorts, broeders, ik maak u bekend het Evangelie, dat ik verkondigd heb, hetwelk gij ook aangenomen hebt, in hetwelk gij ook staat, Door hetwelk gij ook zalig wordt, indien gij het behoudt op zodanige wijze als ik het u verkondigd heb, tenzij dan dat gij tevergeefs geloofd hebt
(1 Kor. 15:1, 2).
Naar aanleiding van: Ralph Erskine, Leven uit Christus, 92 blz.; € 9,90; Th. van der Groe, Het oprechte gelovig aannemen van de beloften van het heilig Evangelie, 77 blz.; € 11,50. Beide boeken zijn uitgegeven bij Uitgeverij Den Hertog – Houten.

Naschrift:
Over karikatuurvorming gesproken
!
Toen bovenstaande boekbespreking gereed was, werden we geattendeerd op een artikel in het Nederlands Dagblad van 10 februari, waarin de heer Gillissen, kerknieuwsredacteur van het ND, schrijft over een vraagbeantwoording op Refoweb onder de kop ’Satanskinderen’.
Een jongeman uit de PKN (Ger. Bond) heeft al enige tijd verkering met een meisje uit een van onze gemeenten. De vader van deze jongeman is predikant binnen de PKN. Volgens de vraagsteller laten de ouders van zijn meisje zich dusdanig negatief uit over de PKN dat zij dit een satanskerk noemen. We hebben geen behoefte om verder te citeren wat deze ouders gezegd zouden hebben. Toen we het lazen, waren we geschokt.
Dr. C.A. van der Sluijs, emerituspredikant binnen de PKN (Ger. Bond) te Veenendaal heeft de vraag van deze jongeman beantwoord.
Ook van dat antwoord zijn we geschrokken.
Als het waar is wat de vraagsteller beweert, dan is de opstelling van deze ouders inderdaad ontzettend. In plaats van in liefde met hun kinderen te spreken over kerkelijke verschillen, wordt er een karikatuur van de ander gemaakt. Laten we er toch voor waken om hieraan mee te doen.
Helaas doet dr. Van der Sluijs hetzelfde als deze ouders, door de tegenpartij te verwijten dat het een ’duivelsnest’ is. Feitelijk worden deze ouders met de naam van ons kerkverband op één hoop gegooid. Van een predikant zou anders verwacht mogen worden.
We nodigen deze jongeman met zijn meisje graag uit voor een gesprek bij ons in de pastorie om over een en ander rustig van gedachten te wisselen. Aan karikaturen heeft niemand behoefte.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 februari 2012

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Het zuivere evenwicht tussen Wet en Evangelie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 februari 2012

De Wachter Sions | 8 Pagina's