Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Prof. Bob Goudzwaard: Marktdenken kan afgodische trekken krijgen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Prof. Bob Goudzwaard: Marktdenken kan afgodische trekken krijgen

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

dr. K. van der Zwaag REDACTIELID VAN ZICHT

Prof. dr. Bob Goudswaard is een befaamd criticus van de ongeremde economische groei en het absolute geloof in de markt. De voormalige 'CDAdissident' keert zich de laatste tijd tegen de negatieve effecten van globalisering op de Derde Wereldlanden. De redactie van Zicht sprak met hem over deze aangelegen thema’s.

In zijn publicaties heeft prof. Goudzwaard, emeritus hoogleraar economie aan de Vrije Universiteit, regelmatig kritiek geuit op het vooruitgangsgeloof van het kapitalisme, de ongelimiteerde economische groei, de toenemende kloof tussen arm en rijk en de negatieve gevolgen van de globalisering voor de Derde Wereld. De laatste jaren was hij in actief gesprek met vertegenwoordigers van de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF). "Vooral bij de Wereldbank komt er een andere mentaliteit. Bij het IMF heerst soms nog het oude geloof in de markt.”

Desgevraagd zegt hij zelf liever bekend te staan om de meer positief gestelde zaken, zoals de economie van het genoeg, het concept van een bloeiende economie (in plaats van alleen een expansieve economie), en het onderscheid tussen voorzorg en nazorg in een economie.

Hebt u in uw leven bepaalde zaken moeten bijstellen of bent u meer in uw overtuiging bevestigd dat het accent op ongeremde, uitwendige economische groei kwalijke kanten heeft?

"Meestal bevestigd. De basisinsteek is wel dezelfde gebleven. Omdat de werkelijkheid zo snel verandert, heb ik nu meer aandacht gekregen voor de samenhang tussen diverse wereldproblemen, zoals verdiepende armoede, milieuschade en gewapende conflicten, alsmede voor de 'actoren' die daarbij een rol spelen. Het ter discussie stellen van ongeremde economische groei is geen populaire economische gedachte anno 2006, maar er lijkt hiervoor wat meer ruimte te komen. Tal van grenzen komen nu echt in zicht. Ook is er meer kritiek op de groei van het Bruto Nationaal Product (BNP) als beslissende maatstaf voor alle economische ontwikkeling. Maar populariteit kan en mag niet onze, mijn gids zijn.”

Wereldbank

Vier jaar geleden deden de Wereldbank en het IMF het verzoek aan de Wereldraad van Kerken om het gesprek aan te gaan over de gevolgen van het economisch handelen van die beide instellingen en van de kritiek die daarop alom, ook bij kerken, bestaat. Een opmerkelijke move, zegt prof. Goudzwaard, die van 1981 tot 1991 voorzitter was van de ontwikkelingsorganisatie Icco en nu actief is in de Raad van Kerken.

De financiële topwereld zag de Wereldraad van Kerken tot voor kort immers veelal alleen als een organisatie van 'linkse' mensen die weinig weten van economie en die met hun kritiek op het kapitalisme en onrechtvaardige verhoudingen in de wereld het bedrijfsleven alleen maar in de wielen rijden.

“De reden voor het aangevraagde gesprek was dat volgens deze financiële instellingen juist kerken een bijzondere bijdrage konden leveren. Het zijn namelijk allereerst 'grassroots-organisations'; veel armere mensen maken er deel van uit. Daarnaast hebben ze geen directe commerciële belangen, en bovendien hangen ze ook een samenhangende (holistische) visie op mens en wereld aan. De combinatie van die drie dingen maakt jullie kerken uniek, zo maakten IMF en Wereldbank aan ons duidelijk.”

Prof. Goudzwaard was ten behoeve van deze gesprekken regelmatig te vinden in Geneve en Washington. Zijn bibliotheek ademt inmiddels een internationale sfeer. "De helft van mijn emails die ik ontvang, komt uit het buitenland. De planken liggen vol met literatuur over globalisering. Het is ontzettend boeiend", aldus de nog steeds gedreven hoogleraar.

War is het resultaat van drie jaar gesprekken geweest?

“Je ziet vooral bij de Wereldbank een omslag. In de jaren tachtig en negentig was de Wereldbank gericht op het sturen van de econo­mische ontwikkeling van onder andere Afrika in de trant van een exportscenario. De landen in Afrika moesten voldoende leren te exporteren om zo de valuta te produceren, dat wil zeggen de dollars te verdienen, om hun eigen groei te financieren. Maar het gevolg was dat de overheid ter wille van dit doel de lonen laag hield en grootscheepse bezuinigingen toepaste op het gebied van onderwijs, milieu en zorg. Men beschouwde deze sectoren als vormen van overheidsconsumptie die minder nodig zijn als de investeringen die je voor meer export nodig hebt. Maar het gevolg was wel dat je in Afrika de scholen zag leeglopen en de ziekenhuizen gesloten werden vanwege bezuinigingsoperaties van de overheid. Toen dat duidelijk werd, heeft de Wereldbank haar manier van rekenen en daarmee ook haar Afrikabeleid veranderd. Het belang van de armen zelf staat nu meer centraal. Uitgaven voor scholen en ziekenhuizen mogen nu weer waardevolle 'investeringen' heten.­

‘Het ter discussie stellen van ongeremde economische groei is geen populaire economische gedachte anno 2006, maar er lijkt hiervoor wat meer ruimte te komen’.

Bij het IMF ligt dat wat anders. Het IMF zit nog vaak op het oude spoor, het oude marktdenken, vooral bij een aantal regionale directeuren. Al met al hebben de gesprekken wel opgeleverd dat vooral de Wereldbank en de Wereldraad van Kerken meer begrip voor elkaar hebben gekregen, en naast verschillen nu ook punten van overeenstemming zien.”

Waarom ziet u zoveel gevaren in de globalisering? Maakt zij inderdaad de rijken rijker en de armen armer? Waarom kunnen de armen niet profiteren van de 'zegeningen' van de markt?

“Globalisering als proces mag zeker niet over de hele linie worden afgekraakt. Ik maak onderscheid tussen globalisering als proces en project. Het proces van globalisering doet zich gewoon feitelijk voor. Je ziet dat economieën van de landen steeds meer op elkaar betrokken worden in een wereldmarkt. Dat zijn processen waarvan je kunt zeggen dat ze in de schepping in potentie aanwezig zijn. Het is niet verkeerd dat economieën en culturen meer op elkaar betrokken worden.

Maar het doelbewust neerhalen van alle tariefmuren en van alle vormen van bescherming tegen vreemde grondaankopen door arme landen, alleen maar om de vrije doortocht van westers kapitaal in die economieën mogelijk te maken, is wel degelijk een bedreiging voor die landen. Zo zijn wereldwijde financiële markten ontstaan die het mogelijk maken dat het zogenaamde wereldkapitaal in ontzaglijk grote bedragen rond de aarde vliegt. Het kan je economie ook razendsnel verlaten wanneer elders maar een iets hoger rendement kan worden gehaald.

Dan spreek ik over globalisering als project. Dat is het streven om landen het recht te ontnemen hun nationale economieën te beschermen tegen bijvoorbeeld transnationale ondernemingen die overal een vrije doortocht claimen. Landen worden gedwongen hun nationale wetgeving, zoals ten aanzien van patenten en eigendomsrechten, aan te passen aan de bovennationale wetgeving. Eigendomsrechten moeten er voor iedereen zijn, het patent is voor iedereen die het eerste er bij is. Dat project wordt wel eens aangeduid als het neo-liberalisme. En inderdaad, dit streven is mijns in­ ziens gestoeld op een verkeerd en eenzijdig vrijheidsprincipe. De culturele verscheidenheid moet het afleggen tegen de ene economische orde op wereldschaal. Ik beschouw deze vorm van globalisering als een riskant project omdat de arme landen, ook die eigenlijk niet mee kunnen, toch worden gedwongen aan dit grote avontuur van onze zogenaamde economische vooruitgang mee te doen.”

‘Het doelbewust neerhalen van tarief muren (...), alleen maar om de vrije doortocht van westers kapitaal in die economieën mogelijk te maken, is een bedreiging voor die landen’.

Is de moderne westerse economie werkelijk in de ban van het neoliberalisme, wat de Accra-verklaring van de Wereldbond van Gereformeerde Kerken (WARC) in 2002 beweerde?

“Liever zeg ik dat zij in de ban is van het geld en het verwerven van macht, wat dan vervolgens veelal intellectueel en politiek wordt toegedekt door het neo-liberale denken. Ik vind het wel een grote zorg dat veel overheden nu bang zijn geworden voor wat de kapitaalmarkten met hen kunnen doen. Zo verlagen nu tal van overheden de belasting op kapitaal om er maar voor te zorgen dat het kapitaal in hun landen blijft. Tegelijkertijd schroeven ze de belasting op arbeid omhoog en die op het milieu omlaag om de concurrentie niet te benadelen. In de Europese Unie noemen ze dat tegenwoordig 'beleidsconcurrentie': lidstaten die nota bene met elkaar concurreren binnen de Unie om de sterkste economie te hebben en te houden! De financiële markten krijgen zo een autonomie tegenover alle nationale en regionale economieën. Maar als geld zo sterk een autonoom domein wordt, waardoor alle staten en economieën zich moeten laten gezeggen, is er iets grondig scheef. Je kunt stellen dat geld zodoende een afgodisch karakter krijgt in de moderne samenleving.”

Je zou ook kunnen redeneren: de arme landen kunnen profiteren van de groeiende wereldmarkt.

“Landen die de kennis en ontwikkeling hebben, bezitten de mogelijkheid om op te klimmen en mee te tellen, maar voor grote delen in Afrika geldt dat niet. Als dergelijke landen niet worden ingesloten, betekent dat zij worden buitengesloten en dus achterblijven in de wereldeconomie.”

Staat u positief tegenover de Accraverklaring of moet u zeggen dat u ook oog gekregen hebt voor de eenzijdigheid ervan?

“Ik sta positief ten aanzien van het belijdend karakter ervan en de kritiek op het neoliberalisme als ideologie. Maar de verklaring is te eenzijdig een kritiek op bestaande structuren geworden. Dat werkt namelijk als een vreemd soort alibi naar mensen zoals wij.

ook de rijke consumenten in het Noorden. Als de armoede zich in de wereld verdiept en het milieu elders schade lijdt door onze eigen overconsumptie kunnen we namelijk zeggen: sorry, ik kan het niet helpen, dat ligt aan de foute economische structuren in de wereld. Je moet het dus niet alleen over scheve structuren hebben, maar ook en soms zelfs allereerst over foute menselijke handelingen op zowel economisch als politiek terrein.

Ik heb dat in feite steeds gevonden. Het deskundigenrapport was daarover minder eenzijdig dan de Accra-verklaring zelf. Je mag en moet als kerken kritiek hebben op de globalisering als project, maar dat kun je pas doen als je de zaken goed geanalyseerd hebt en daarin ook je eigen, soms kwalijke rol in onderkent. Accra laat te veel de indruk na dat alleen de structuren fout zijn, terwijl het misbruik van de structuren evenzeer aanwezig, zowel hier als door machthebbers in de Derde Wereld. Ook daar is een elite ontstaan die zich verrijkt ten koste van de armen. Je kunt dus niet eenzijdig het Noorden kritiseren en het Zuiden als slachtoffer zien.”

U bent op de laatste Wereldraadassemblee in Porto Alegre, februari dit jaar, geweest. Vindt u het jammer dat er weinig gedaan is met de Accra-verklaring? Wat is de belangrijkste bijdrage geweest van deze vergadering voor de bezinning op de economie?

“Porto Alegre was meer een toe­ wending naar wat het westen mis doet in de wereld, en dat terecht. Dat sprak me ook aan in de tekst van de Agape-oproep van Porto Alegre. Agape is zowel het Griekse woord voor liefde, als een afkorting die gelezen kan worden als een pleidooi voor een "Alternative Globalisation Adressing People and Earth": een andere manier van globaliseren die mens en aarde spaart. "Wij worden verleid", zo lezen we in die oproep, "toe te geven aan de lege beloften van meer luxe, terwijl we behoorden te kiezen voor de moeiten van het discipelschap". Daarom stond de assemblee van Porto Alegre ook meer in het teken van het gebed: God, in Uw genade, transformeer deze wereld en onszelf. Juist vanuit het groeiend besef dat kerken en christenen ook fundamenteel kunnen tekortschieten.”

Wat zijn voor u de belangrijkste christelijke normen voor de economie en het bedrijfsleven?

“Dat is oikonomia als leidende norm met de nadruk op zorgvuldig en dienstbaar beheer. Het Oude Testament legt de nadruk op respect voor de arme en het land, op het welzijn van de stad en gerechtigheid. Ik verwijs naar het bijbelse motief van Jeshina, de intocht van God in menselijke economieën. Ik bedoel hiermee het gegeven dat God de samenleving bezoekt. Het jubeljaar is daarvan een goed voorbeeld: je mag de arme niet blijvend met schulden opzadelen. Elke menselijke economie behoeft momenten van fundamentele rechtzetting. als dingen ook fundamenteel zijn scheefgegroeid.

De norm van oikonomia wijst vooruit naar bredere opvattingen van economiciteit als die gebruikelijk zijn. Het gaat in het bijbels economiebegrip niet alleen om geld en goederen, maar vooral om mensen die op tijd hun voedsel moeten krijgen en om het zorgvuldig beheer van de aarde als het ons door God toevertrouwde. In dit perspectief sprak ook Calvijn over de markt als een instelling om "elkaar van dienst te zijn”.

Mensen zijn op elkaar aangewezen en kunnen elkaar aanvullen met hun talenten. Dat is een andere visie dan het moderne marktmechanisme, dat hard en anoniem is en waar de survival of the fittest geldt in plaats van de zorg voor de zwakke. Er is in dat marktdenken een stijl gegroeid die afgodisch is en waar de markt een heilsfactor is geworden. Dan begint ook het geld tot Mammon uit te groeien. Maar de Bijbel laat ons weten dat je niet God en de Mammon kunt dienen. In reformatorische kringen is vaak zorg geuit over een wereldregering - vaak met een beroep op het laatste bijbelboek-maar mij valt het op dat deze regering altijd in de politiek wordt gezocht en niet in de economie.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 2006

Zicht | 48 Pagina's

Prof. Bob Goudzwaard: Marktdenken kan afgodische trekken krijgen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 2006

Zicht | 48 Pagina's