Verslag van de bevestigingsdienst van kandidaat A. Geuze tot predikant

door ds. J. Roos, gehouden op donderdag 11 oktober 2007 in het kerkgebouw van de Ger. Gem. in Ned. te Gouda.

De dienst in het geheel bezette kerkgebouw ving aan met het zingen van Psalm 3:2. Na het lezen van 2 Timótheüs 2 : 1 – 13 en het grote gebed, werd gezongen Ps 118:3 en 4. Ds. Roos stond er in zijn voorwoord bij stil dat kandidaat Geuze nu aan het begin stond om de strijd te gaan strijden. Er zijn verschillende soorten strijd op aarde. De kerkendienst is ook een strijd. Dit kunnen we lezen in Numeri 4:23, alwaar van de Levieten gezegd wordt dat zij in de tent der samenkomst inkwamen om den strijd te strijden. Dit geldt ook voor de broeder kandidaat die nu in het ambt van herder en leraar staat bevestigd te worden.

Ds. Roos nam als tekstwoord voor deze bijzondere dienst 2 Timótheüs 2:3: ij dan, lijd verdrukkingen als een goed krijgsknecht van Jezus Christus.

Hij zette boven zijn overdenking: ”Een herderlijk advies aan een beginnend krijgsknecht van Jezus Christus”.

1. Een aansporing hoe u in de heilige strijd moet zijn.

2. Een voorzegging wat u in de heilige strijd moet verwachten.

Paulus onderwijst zijn geestelijke zoon Timótheüs om het Woord des Heeren uit te dragen zonder aanzien des persoons. Ook wordt hij aangespoord om te strijden tegen de valse leraars en hun dwalingen, en om niet te luisteren naar kritische hoorders. Tegelijkertijd wordt hem aangezegd wat hem te wachten staat, namelijk: lijd verdrukkingen, en hoe hij zich in deze heilige strijd heeft te gedragen: als een goed krijgsknecht.

Ds. Roos wees erop dat hij zich genoodzaakt voelde ditzelfde ten opzichte van zijn geliefde vriend en broeder, kandidaat Geuze, te benadrukken. Broeder Geuze hoopt nu de gemeente van Gouda te gaan dienen. In het verleden hebben verschillende leraars deze gemeente gediend, niet alleen onze geliefde leermeester ds. F. Mallan, maar ook dr. C. Steenblok. Hoe gold ook van laatstgenoemde dat hij als een goed krijgsknecht veel verdrukkingen geleden heeft. Daarom deed het ons bijzonder goed dat we hebben kunnen lezen dat van de zijde der Gereformeerde Gemeenten officieel is toegegeven dat er niet goed gehandeld is met betrekking tot dr. Steenblok in 1953. We hopen van harte dat hij een volkomen eerherstel mag krijgen met betrekking tot de zuivere prediking, waarvan gezegd werd dat deze te eenzijdig was. Nu mag u het werk voortzetten van hem die als voorganger hier gearbeid heeft.

De apostel Paulus spoort Timótheüs aan hóe deze heilige strijd behoort te zijn, namelijk als een goed krijgsknecht van Jezus Christus. Er kan alleen sprake zijn van een goed krijgsknecht als deze door de Heere Zelf tot dat werk geroepen is. De inwendige roeping mag niet ontbreken, maar ook de uitwendige roeping is noodzakelijk. We mogen zeggen dat u in een rechte kerkelijke weg tot het dienstwerk wordt ingeleid. De Heere heeft daar getuigenis aan willen geven, zowel in Nederland als ook in het buitenland.

Ook is het noodzakelijk dat u onderwijs van Christus Zelf hebt ontvangen. Timótheüs had al een oefenschool achter zich liggen. Dit kunnen we ook van u zeggen, broeder Geuze. We kennen elkaar al zoveel jaren. Niet alleen toen u verbonden was aan de basisschool te Uddel, maar ook in Chilliwack hebben we een nauwe omgang met elkaar gehad. We zijn getuige geweest van uw zielenstrijd en andere omstandigheden waarin u hebt verkeerd.

Om nu echter een goed krijgsknecht te zijn en te blijven, is blijvend onderwijs nodig op Jezus' oefenschool. Dat zal betekenen dat de Heere u laag aan de grond zal houden en dat u, evenals Paulus, een doorn in uw vlees zult krijgen, om bij de gedurigheid aan de voeten van de Heere te mogen zijn om onderwijs van Hem te ontvangen. Dan zult u uzelf steeds meer gaan inleven als een dwaas, want dan alleen krijgt het onderwijs van Christus waarde voor uw ziel. Een goed krijgsknecht moet getrouw zijn in het werk waartoe hij geroepen is. Dat houdt in dat u altijd voor de naam en zaak des Heeren behoort uit te komen. Dat kost vlees en bloed. U zult dan ook uw ontrouw wel gewaar worden. Maar we hebben het horen voorlezen: Indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw. Een goed krijgsknecht heeft het woord Gods zuiver te snijden; hij dient de volle raad Gods te verkondigen en het zuivere evenwicht te bewaren tussen Wet en Evangelie. In de uitwendige roeping komt het Woord tot ons allen en wordt ons voorgehouden dat geen zondaar teveel gezondigd heeft en dat het bloed van Christus, Gods Zoon, reinigt van alle zonden. Om dan als een gezant van Christuswege te mogen zeggen: wij bidden van Chistuswege: Laat u met God verzoenen.

Maar ook te wijzen op de noodzakelijkheid van de inwendige roeping, de noodzakelijkheid van de waarachtige bekering. Daartoe gebruikt de Heere altijd de zaligmakende overtuiging van de wet, waardoor de mens een verdoemelijk zondaar voor God gaat worden. Dat kost nu een hele mens. We zullen toch op de plaatsje moeten komen dat het Goddelijke recht ons afsnijdt want Sion zal door recht verlost worden. Alleen in die weg zal Christus waarde krijgen, als we als een afgesnedene aan de zijde van de Heere mogen vallen. Christus zal daartoe de Hoofdinhoud van de prediking moeten zijn. Daarom is een Schriftuurlijk-bevindelijke prediking noodzakelijk, waarin er ook op gewezen wordt hoe de Heere het Zijn volk leert.

2. Een goede dienstknecht zal echter ook verdrukkingen moeten ondergaan. Dat behoeven niet alleen verdrukkingen van buiten te zijn. Hoeveel aanvechtingen kunnen er niet zijn als we op de preekstoel staan om het Woord uit te dragen. Welke stille verzuchtingen kunnen er dan opgaan. Hoe groot is het echter als de Heere betoont de medelijdende Hogepriester te zijn. Daarom geeft de apostel als pastor een herderlijk advies, maar ook een voorzegging: lijd verdrukkingen. Dat betekent niet alleen om de verdrukkingen te ondergaan, maar ook om ze te verdragen. Het behoort immers tot het erfdeel van de goede krijgsknechten om verdrukkingen te lijden. Maar dan voegt Paulus er ook aan toe: doch de Heere geve u verstand in alle dingen (vs 7). Daarin zien we dat Paulus van zichzelf afwijst en heen-wijst naar Zijn Zender. Dus al is het dat u als een goed krijgsknecht verdrukkingen moet lijden, Christus is de beste Leidsman in al uw verdrukkingen en Hij geeft u verstand hoe u uw geestelijke wapenrusting moet hanteren.

We kunnen wijzen op de vereisten van een goed krijgsknecht, maar als we niet meer zouden zeggen, dan zouden we de Heere tekort doen. We kunnen immers alleen een goed krijgsknecht zijn als we aangezien mogen worden in Christus, Die alleen goed is. En omdat Hij in alles verzocht is geworden, doch zonder zonde, en Hij verdrukt is geweest, daarom zal de verdrukking voor u nooit te zwaar zijn omdat Hij het zwaarste deel gedragen heeft. Zo moeten Gods knechten om Jezus' wil verdrukkingen lijden.

Daarom wensen we u toe om voortdurend Zijn leiding en onderwijs nodig te hebben en te mogen weten dat de leiding van Christus de beste leiding is, ook al zijn verdrukkingen, moeite, verdriet, aanvechtingen en verlatingen uw deel. Geef het aan de Heere over. Juist ook door deze verdrukkingen zult u de zielenroerselen van Gods volk kunnen verstaan en uitdragen, zoals er staat in Jesaja 40: Spreekt naar het hart van Jeruzalem. En omdat God goed is, daarom alleen kan men een goed dienstknecht van Jezus Christus zijn. Wat zal dan het wonder zijn als strak gezegd zal worden: 'Komt in, gij gezegenden Mijns Vaders'. Dan zal dit niet zijn omdat u zo'n goede dominee of goede dienstknecht was, maar dan zal de enige grond zijn: Door U, door U alleen, om dat eeuwige welbehagen! Zouden we dan hier dat welbehagen verzwijgen, en de verkiezing Gods, wat toch de grondslag van de Kerk is? Kunt u nu begrijpen waarom we hebben laten zingen bij de aanvang van de dienst:

Maar, trouwe God, Gij zijt Het schild dat mij bevrijdt, Mijn eer, mijn vast betrouwen.

Na het zingen van Ps. 89:8 werd het eerste gedeelte van het formulier tot bevestiging in het ambt van herder en leraar, door ds. A. Schultink voorgelezen. De vragen stelde ds. Roos zelf aan kandidaat Geuze, waarop deze met een krachtig 'Ja ik, van ganser harte' antwoordde.

Tijdens het zingen van Ps. 134:2 knielde kandidaat Geuze neer, en namen naast de bevestiger ds. Roos, de leraars ds. Schultink, ds. Treur en ds. Van Voorden, alsook de ouderlingen Bakker en Visser, deel aan de handoplegging en hielden het geopende Woord Gods boven het hoofd van de geknielde. Na het verder lezen van het formulier zong de gemeente de nieuwe herder en leraar staande toe Ps. 134:3.

Daarna richtte ds. Roos zich in hartelijke bewoordingen tot de zojuist bevestigde dienaar des Woords.

Vervolgens hield ds. F. Mallan een toespraak als docent van de Theologische School, mede namens de andere docent, de heer L.M.P. Scholten. Ds. Mallan haakte in op de bevestigingstekst en zei dat er gesproken is om een goed krijgsknecht van Jezus Christus te zijn. De mens is eenmaal goed geschapen, maar door zonde geheel en al verdorven. Het heeft echter de Heere behaagd om een weg te openen - waarop we gewezen zijn - , waardoor een slecht mens weer goed kan worden en zelfs een goed krijgsknecht kan worden van de Heere Jezus Christus. De

Heere mocht het geven om dat te prediken want daartoe zijt ge geroepen. En we hebben gehoord dat er aan die prediking strijd verbonden is. Er komen bij een gelegenheid als deze vele herinneringen bij ons boven. We zijn oud geworden en we hebben ook strijd meegemaakt, voornamelijk in onze jonge jaren. Daarbij is de plaats van Gouda ons niet onbekend gebleven. Daarom deed het ons ook goed om nu, na zoveel jaren, te vernemen dat er in 1953 met dr. Steenblok niet juist gehandeld is. Dr. Steenblok heeft niet anders voor ogen gehad dan om de zuiverheid van de leer te bewaren in ons kerkelijk leven.

Ds. Mallan merkte op dat hij vanwege ouderdom niet in staat was om deze bevestigingsdienst te leiden, maar dat hij toch verblijd was vanmiddag aanwezig te kunnen zijn. We hebben het bevestigingsformulier horen voorlezen en het trof me zo dat er aan het begin gezegd wordt 'dat God, onze hemelse Vader, willende uit het verdorven menselijk geslacht een gemeente roepen en vergaderen ten eeuwigen leven, door een bijzondere genade daartoe gebruikt de dienst van mensen'. Dat hebt u te prediken, dat het God behaagd heeft gevallen mensen met Zich te verzoenen door een rechte weg, waartoe Hij zijn eigen Zoon niet heeft gespaard. Dan blijft er in de prediking niets anders over dan om die Persoon des Middelaars te verhogen en te verheerlijken. Door zo'n weg heeft het God behaagd Zichzelf te verheerlijken in Zijn luisterrijke deugden tot zaligheid van gevallen zondaren. De Heere moge het u geven om maar goed van God en van die Middelaar te spreken, tot Zijn eer en tot heil van kostelijke, onsterfelijke zielen op reis naar de eeuwigheid.

Vervolgens las ds. Roos het laatste gedeelte van het bevestigingsformulier en het dankgebed. De slotzang was Ps. 131:1.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen