Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Moord op diplomaat Sykes is nooit opgelost

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Moord op diplomaat Sykes is nooit opgelost

Kogels waren van kaliber dat bij IRA in gebruik was, maar Britse geheime dienst zwijgt

6 minuten leestijd

DEN HAAG - De foto's waren een montage van verklaringen van getuigen. Veel hoop dat ze tof de identiteit en aanhouding van de moordenaars zouden leiden was er niet. De politietekenaars hadden de algemene beschrijvingen bestudeerd en vorm gegeven aan een grootste gemene deler.

In de jaren na de aanslag gingen twee rechercheurs nog wel eens op pad met hun belangrijkste getuige. Zij doorkruisten het land op weg naar ijverige collega's die meenden dat een verdachte aan het oude signalement voldeed. Aan de achterkant van een confrontatiespiegel schudde de getuige steeds ontkennend het hoofd. Aan het oude, maar nooit gesloten moorddossier voegden de rechercheurs plichtsgetrouw een aantekening toe.
Met acht schoten maakten twee mannen donderdagmorgen 22 maart 1979 in Den Haag een einde aan de levens van de Engelse ambassadeur Sir Richard Adam Sykes en diens 19-jarige huisknecht Karel Straub. De vertegenwoordiger van de Britse kroon kwam gewelddadig om het leven toen hij van zijn ambtswoning naar de ambassade zou vertrekken. Vier kogels van een zwaar kaliber troffen hem op de achterbank van de zilvergrijze Rolls Royce.
De 58-jarige diplomaat was gehuwd, vader van twee zoons en een dochter. Na de Tweede Wereldoorlog trad hij, onderscheiden met het Franse oorlogskruis, in buitenlandse dienst. Hij vertegenwoordigde het Verenigd Koninkrijk in China, België, Chili en Griekenland, Cuba en de Verenigde Staten. Vlak voor zijn komst naar Nederland in de zomer van 1977 werd hij door zijn vorstin geridderd.

Beveiligingsexpert

Sir Sykes gold als een deskundige op het gebied van de beveiliging van diplomaten in het buitenland. Een jaar voor zijn komst naar ons land werd hij door zijn regering naar Dublin gezonden om het onderzoek te leiden naar de moordaanslag op zijn ambtgenoot in de Ierse republiek. De ambassadeur werd in zijn auto opgeblazen door het IRA, het verboden Ierse republikeinse leger.

In de hofstad was geen enkele regeling getroffen om de Brit.se ambassadeur te beschermen. De officiële Rolls Royce reed elke dag omstreeks negen uur voor op een pleintje bij de ambassadeurswoning. De wagen was niet uitgerust met radioapparatuur en was ook niet gepantserd. Er was geen lijfwacht en zowel de chauffeur als de ambassadeur was ongewapend. Drie strengen prikkeldraad over een muur moesten indringers de toegang tot de tuin van de ambtswoning beletten. Sir Sykes had geen kans bij een onverwachte aanval of aanslag.
Met afschuw reageerden politici in binnen- en buitenland op het werk van de moordcommando's. De Amerikaanse minister van buitenlandse zaken veroordeelde de aanslag als „een ' brute en zinloze daad". Volgens de Britse regering was er maar eéri manier om een einde te maken aan deze aanslagen: het met wortel en tak uitroeien van het terrorisme. Op het Binnenhof nam de Tweede Kamer twee minuten stilte m acht nadat de voorzitter de vermoorde ambassadeur had herdacht als een bekwaam en hoffelijk diplomaat, die zich een goede vriend van ons land had getoond. Het koninklijk huis stuurde telegrammen van deelneming aan de echtgenote van de ambassadeur en aan koningin Elisabeth.

Piek

Voor het bureau zware criminaliteit van de Haagse politie betekende de moord op de diplomaat een nieuwe piek in een gewelddadig decennium. Nadat Japanse terroristen een gijzelingsactie uitvoerden in de Fran.se ambassade, brak in de Scheveningse strafgevangenis een opstand uit en eindigde een schietpartij in het centrum van de stad in een Chinees bloedbad. De reeks van gewelddadigheden zou tot het einde van de jaren zeventig voortduren. Na de aanslag op de Britse diplomaat brachten Armeense terroristen de zoon van de Turkse ambassadeur om het leven.
Dè tegenwoordige korpschef van Wassenaar, commissaris J. C. van der Wolk, leidde tien jaar geleden als hoofdinspecteur de afdeling zware criminaliteit in Den Haag. Het onderzoek naar het "hit-team" begon in volgepakte bureaus, waar hoge ambtenaren van Justitie en Binnenlandse Zaken de druk op het rechercheteam verhoogden. Ook de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) en terreurbestrijders van de Centrale Recherche Informatiedienst (CRI) meldden zich bij de Haagse rechercheurs.
Op de belangrijkste vraag van het opsporingsteam bleven alle belangstellende buitenstaanders het antwoord schuldig. Recherchechef Van der Wolk wilde geïnformeerd worden over het IRA, want het stond voor hem vast dat de moord een politieke inspiratie had. „Het was politiek terrorisme. Punt", aldus Van der Wolk, nadat hij tien jaar later het moederverbaal van het team nog eens heeft gelezen.

In weerwil van deze vaste overtuiging heeft het IRA nooit de verantwoordelijkheid voor de moord opgeëist. Hoewel hij zichzelf niet als filosofisch kent, dagdroomt de huidige commissaris over een verklaring voor het uitblijven van een claim. Tussen de moord op de Britse ambassadeur en een aanslag in Brussel zou verband hebben bestaan.

Donderdagnacht na de aanslag in Den Haag werd in een buitenwijk van Brussel bankier André Michaux op een zelfde wijze om het leven gebracht. Volgens de Belgische politie was de man per vergissing vermoord. Zijn huis lag tegenover de woning van de diplomaat Paul Holmer, assistent van de permanente Britse afgezant bij de NAVO. Van der Wolk: „Misschien heeft het IRA de aanslag in Den Haag nooit geclaimd omdat in Brussel de verkeerde man is geliquideerd."

Deze gedachte bracht de rechercheurs destijds geen stap dichterbij de moordenaars. Zij bleven spoorloos. Nooit kwam zelfs maar de naam van een verdachte op tafel. Een buurtonderzoek leverde niet meer op dan de politie al wist, en dat was niet veel. De verklaringen van een handvol getuigen gaven weliswaar aanwijzingen voor signalementen, maar ook die zouden niet tot identificatie en aanhouding van de daders leiden. Ook het vooruitzicht van een beloning van 25.000 gulden leverde geen waardevolle tips op.

Moordcommando

Het moordcommando zou uit twee schutters en een chauffeur hebben bestaan. Een getuige zag na de aanslag een groene auto met een witte kentekenplaat en rode letters en cijfers met hoge snelheid wegrijden. Het voertuig zou uit België afkomstig kunnen zijn. Een ovale sticker met de letters „YU" op de achterruit zou wijzen op een vroegere Joegoslavische eigenaar. De dodelijke kogels bleken van een afwijkend kaliber, dat in die dagen bij het IRA in gebruik was. Eén arrestatie werd op verzoek van het Haagse rechercheteam gedaan. In Amsterdam lichtte de politie een Ier van zijn bed, wiens signalement aan dat van een van de daders voldeed, maar de man had niets met de moord te maken.

„Het team heeft er alles aan gedaan om de daders op te sporen, maar meer dan het onmogelijke had geen zin. Na twee, drie maanden bleef er niets meer over om te onderzoeken. Of de identiteit van de daders ooit bekend wordt, hangt wellicht af van de Britse inlichtingendienst, die ook niet alles vertelt wat ze weet".

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 augustus 1989

Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's

Moord op diplomaat Sykes is nooit opgelost

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 augustus 1989

Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's