Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een 98-jarige over zijn levenswerk: het Instituut voor de autohandel in Driebergen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een 98-jarige over zijn levenswerk: het Instituut voor de autohandel in Driebergen

"Als je zuinig bent, heb je geld; veel mensen zijn onnodig royaal'

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />Tegenover het" Instituut voor de autohandel b.v." in Driebergen staat het smaakvolle optrekje van de heer G, Riemer. Daar verlustigt de oude heer zich nog dagelijks in zijn levenswerk aan de overkant van de straat. In 1930 begon hij het particuliere opleidingsinstituut als een eenmanszaak. Nu geven 36 leerkrachten er les aan ruim 700 leerlingen. „Met hard werken ben ik erbovenop gekomen'', concludeert Riemer. „En nou ben ik een rijkaard." In gesprek met een autocraat.

Met het advies " Make it yourself comfortable", laat Riemer me plaats nemen in zijn met antiek volgestouwde kamer. Het is de rasechte liberaal niet aan te zien dat hij reeds 98 jaren telt. Zowel lichamelijk als geestelijk is hij opmerkelijk vitaal. Uitnodigend opent hij een grote doos vol rookwaren. Het zint hem maar matig dat ik een sigaret kies. „Moetje geen sigaar. Een Ritmeester is veel beter dan diestinkdingen." De bijna honderjarige werd geboren in een gegoede Arnhemse familie. „Vader was een van de bekendste maandpaardenverhuurders van Nederland, Voor alle equipages, je kunt wel zeggen 98 procent, werden maandpaarden gebruikt. Je betaalde maandelijks de huur en dan was je overal van af. Als 'tpeerd een bee^e oud werd of kreupel of ziek, dan zei je: Riemer, ik mot een andere vos hebben. Leasen is helemaal niet nieuw. Een dier dat te oud werd of te lui, ging naar de stalhouderij. Dat was een soort afvalbedrijf, al heette het natuurlijk niet zo. Als ze daarvoor ook niet meer deugden, kwamen de kleine boertjes bij Riemer een knappe merrie kopen om ermee te fokken, hahaha. Dat waren dieren die in de stalhouwerij al afgeleefd waren."

Rijtuigmaatschappij
Riemer junior volgde het voetspoor van zijn vader. Opzijn achttiende jaar werd hij directeur van de Nieuwe Rijtuigmaatschappij in Den Haag, een baan die hij via zijn vader bemachtigde. ,,Vaderzatmet vier jongere broers in de zaken. Dat ging helemaal niet. Hij had allang in de gaten: Dat nee^e hebben ze niet nodig.,, Wat mot die zoon van Willem er nou bij. We zijn al met z'n vijven." Ik was het enige zoontje van die vijf kerels. Het eerste jaar heeft m'n vader dat rijtuigmaatschappijtje gerund, want ik was pas zeventien. Na eenjaar zei hij tegen de commissarissen: ,,Jullie zijn klunzen. Ik zie totaal geen duiten. Ik smeer'm." ,,Ja meneer Riemer, wat moeten wij dan?" ,,Je kunt het met m' n zoon proberen'', zei vader. Nou, ze waren wat blij, hè. Ik was beleefd en vriendelijk en handzaam."

Automobielen
Het gammele bedrijfje bloeide onder de nieuwe directeur snel op. Door het handelsbloed dat hij van zijn vader had geërfd, had hij feilloos in de gaten waar en waaraan geld te verdienen was. Op veilingen in Engeland kocht hij voor sloopprijzen rijtuigen op, die door de opkomst van de automobiel in waarde waren gekelderd. ,,Een coupeetje dat nieuw 1800 gulden had gekost, met echt paardehaar onder de bekleding, echt leer, echt mahoniehout, rubber banden, kocht ik voor zestig gulden." Van paarden stapte de veelbelovende zakenman over op automobielen. ,,Als kind was ik daar al gek van. Ik zie nog onze buurman voor me, bankier Engelberts. Dat was de eerste in Arnhem die een autootje had. En ik was de eerste die met m'n petje " Dag meneer Engelberts" stond te doen. Dat hielp onmiddellijk, want de derde dag zei hij al: ,.Riemertje, wouje's meerijden''. Als ik eeriijk was geweest had ik motte zeggen: ,,Man, daar was't allemaal om begonnen''. Als dan ook nog net de school begint, zodat iedere jongen die naar school gaat, ziet dat jij in de tuf-tuf zit, dan is dat een aparte gewaarwording meneer. Dat was héérlijk hè. Want die valse bluf neemt zo' n grote rol in het leven in. Ik heb tijdig het belang van de automobiel voor de hele samenleving ingezien. Er zijn in Holland te weinig mensen met nieuwe ideeën. Die heb ik gelukkig wel. Dat zit in de familie. Mijn grootvader was de eerste die in Holland met een vigilante reed."

Onderwijs
Het lot leek hem in de schoot geworpen toen hij het agentschap kreeg van het populaire Engelse automerk Austin. Het pakte anders uit dan hij verwacht had. De befaamde Engelse stakingen deden hem de das om. Riemer junior was failliet.,,Ik dacht; Het enige wat ik nu nog heb zijn hersens. Ik werd redacteur voor de RAI en de Bovag en ging daarnaast een schriftelijke cursus geven. De artikelen die ik schreef, gebruikte ik als lesmateriaal. Het begon direct te lopen en leverde veel geld op. Ik behandelde de hele branche, behalve de techniek. Handel, bedrijfsleiding. .. Ik corrigeerde alles zelf. 't Was een echte eenmanszaak." Ruim 57 jaar geleden stichtte de pionier in Driebergen het "Instituut voor den Autohandel". De eerste jaren was het een solistisch gebeuren. De directeurwas tevens docent, dekaan, conciërge en administrateur. In zijn vrije uren schreef hij de kopij voor het maandblaadje van de school. Geamuseerd toont hij de ingebonden jaargangen. ,,Datdeedik tussen het lesgeven door. En dan had je natuurlijkje ouders. Die kwamen nogal eens informeren.'' Met geaffecteerde stem; ,.Meneer, we komen eens vragen hoe het met Johan gaat. Thuis was hij altijd zo lui." Heel tijdrovend. Ze kwamen vaak op de gekste momenten, onaangekondigd. Maar met hard werken ben ik erbovenop gekomen en nou ben ik een rijkaard."

Behoorlijk mens
Met een zelfverzekerd gebaar wijst hij naar zijn levenswerk. ,,A1 die gebouwen zijn particulier eigendom. Zonder een cent hypotheek of bankschuld. We hebben hier een 700 leerlingen. Ja, 't is een heel gedoe hoor. Ze gaan met de auto op en neer of wonen hier. We hebben twee internaten, goed voor 74 man. Het is een hele toer om dat netjes te doen. Ze zitten in de lastige leeftijd. Maar ik heb nooit gezeur gehad.'' Veelbetekenend klopt de 98-jarige tegen de vensterbank. ,,Geen homoseksualiteit, geen drugs en zoiets, niks. Goed voorgaan doet goed volgen, hahaha. Nee, dat is een beetje bluf. De reden is, dat we ze altijd voorhouden datje alleen iets kunt worden, als je een behooriijk mens bent. Nou hebben wij het voordeel dat we jongens krijgen met liefhebberij. Geen jongens van "Jij mot naar de mulo", wat wij vroeger hadden." De Belgische leerlingen hebben een speciaal plaatsje in het hart van de gepensioneerde docent. ,,Zozou ik zonder meer al rh' n leerlingen graag zien. Ze hebben even meer in het gelid leren lopen. Een Hollander is van huis uit een beetje een revolutionaire bonk. Daarom is een goede leerkracht ook zo veel waard. Terwijl ik wiskundeaanleg heb, liep het met de wiskundeleraar onmiddellij k spaak. Die was jaloers. Elke middag werd ik door m' n vader opgehaald met een rijtuig. Halfweg Velp kwa- [> men we dan die man tegen. Die liep in het zweet zijns aanschijns naar huis, maar ik dacht er niet aan om tegen vader te zeggen: Zullen we doctor Spekman meenemen. Dan had vader bovendien gezegd; „Ik ben geen taxi".

Niet kerkelijk
Dat de term "In het zweet zijn aanschijns" afkomstig is uit de Bijbel, is Riemer bekend, maar daarmee is ook alles gezegd. ,,Ikben niet bijbels. Ook helemaal niet kerkelijk grootgebracht. Ik geloof niet dat ik ooit een kerk van binnen heb gezien. Ik vind het wel interessant en kan iemand die helemaal kerks is zelfs benijden. Die is tevreden over alles. Misschien tevredenerdanik." Het is bijna overbodig om op te merken dat de miljonair overtuigd liberaal is. Al schrikt hij niet van de opmerking dat hij uiterlijk wel wat aan de oude Drees doet denken. ,,Hé, dat heb ik nog nooit gehoord. Nou, 'ikvind'teen nobel man hoor. Ik zou best met' m op kunnen schieten." Het gesprek wordt onderbroken door de binnenkomst van een bescheiden dame. ,,'k Heb de koffie klaar meneer'', laat ze beleefd weten. ,,NouJellie, dan zorg je maar netjes voor meneer'', zegt Riemer. ,,Voor mij weetje' tzo langzamerhand wel hè." ,,Ja hoor", glimlacht Jellie gedienstig. ,,'k Heb haar al meer dan veertig jaar", vertrouwt Riemer me toe als ze de deur achter zich heeft dichtgetrokken. ,,Datisveel waard voor een weduwnaar, een trouwe kracht. Ik heb een prima verzorging, 't Is meneer voor en meneer na."

Kleinzoon
De leiding van de school heeft de oud-directeur in handen van zijn kleinzoon, gegeven. ,,Hij heeft mijn volste vertrouwen. Hij doet het magnifiek. Als-ie morgen komt en hij zegt: ,,Opa, ik wou er zes lokalen bij zetten voor zes ton", dan zeg ik:,, Je doet maar.'' Zijn concurrent, de Apeldoornse autoschool, schuift hij met een schamper gebaar terzijde. ,,Dienoemik nooit. Die wordt vergeten. Het is een staatsgedoetje. Wij hebben de naam. En de daad. Wij rusten niet voor alle leerlingen onder dak zijn. Dat is een klein kunstje. Hele bergen bedrijven bellen ons op voordat de jongens van school zijn. leder jaar hebben we er te kort. Je ziet ze beginnen als vertegenwoordiger in de handel. Later zie je dat ze eigen bedrijven beginnen, soms in een heel andere branche. Het is een groot woord, maar ze komen er allemaal." Het laatste ziet Riemer als de reden waarom zijn tweejarige opleiding zo populair is, ondanks de hoge kosten die eraan verbonden zijn: 8000 gulden schoolgeld per jaar. Aan overheidssubsidie heeft hij geen behoefte. ,,Als de minister van onderwijs morgen komt en zegt: U komt ervoor in aanmerking, dan zeg ik: Meneer, ik voel me heel erg lekker. Ik kan beslissen wat ik wil en doen wat ik wil en hoef niemand naar de ogen te kijken. Dag meneer!"

Museum
Behalve het opleidingsinstituut stichtte de autoliefhebber in Driebergen een automobielmuseum. ,,Ikhad een hele mooie verzameling hoor. Ik was nog net op tijd om te ontdekken dat die dingen interessant werden. Ik kocht toch in Parijs een verrukkelijke -je zal zeggen, ik weet wel wat verrukkelijkers—, maareen verrukkelijke Panhard Levassor. Dat is een van de beroemdste merken uit de hele historie van de automobielen. Een wagen om werkelijk te zoenen. Ik kocht dat ding voor drie mille. Dat was te geef. Ik geloof dat ik' m voor dertig mille aan Louwman overgedaan heb. Dat zijn leuke dingen. Nu heeft Louwman alles. Hij had ook een automobielmuseum. Ik heb gezegd: Dat is niks, twee in zo'n klein land. Daarom heb ik mijn museum aan hem overgedaan."

Voorrecht
De Driebergenaar vindt het een voorrecht dat hij de hele technische revolutie heeft meegemaakt.,,Ik herinner me nog dat ik voor het eerst een vliegtuigje zag gaan. Dat was van Maasland. Het was van linnen, dat met veiligheidsspelden op bamboe was gespannen. Ik vind het geweldig dat ik dat allemaal heb mogen zien." De schaduwzijden van de techniek, die ook zijn geliefde automobielen aankleven, wuift hij onbekommerd weg. ,,Die verontreiniging wordt weleens een beetje overdreven. De automobiel blijft er wel." En over het fileprobleem: ,,Ja, dat is een vervelende zaak, maar je neemt 't op de koop toe, want je wilt niet met de trein." Met afkeer in zijn stem:,, Verbeeld je dat ik hiervandaan naar de trein moet. Eerst een end lopen naar de halte. Dan mot ik wachten tot er zo'n kreng van een bus komt. Dan naar het station toe. O mens nog aan toe. Nee, dat zie ik niet gebeuren.''

Minima
 Met liefdadigheid heeft de miljonair zich nooit beziggehouden. ,,De minima zouden het altijd beter willen hebben'', stelt hij vast. ,, En ik zou het ze ook graag een stuk beter gunnen. Aan de andere kant is het zo, datje van alles kunt bereiken. De wereld opent per slot van rekening mogelijkheden voor mensen die meer presteren dan een ander. Dat vind ik toch wel prettig. Zelf heb ik ook tot de minima behoord. Nu zit ik bij de maxima." Naast inventiviteit ziet Riemer een sobere levenswijze als de belangrijkste reden van zijn succes. ,,Ikben zeer zuinig. Altijd geweest. Ik zal onmiddellijk een sigaar opsteken. U ook. Ze staan ervoor hoor. Zuinigheid vind ik heel belangrijk. Dan zegje: Waar heb je Riemer temidden van 'zijn' leerlingen. „Ze zitten in de lastige leeftijd, maar ik heb nooit gezeurgehad." dan al dat geld voor. Dat is het nou juist. Als je zuinig bent, heb je geld. Veel mensen zijn onnodig royaal. Dom royaal." De grijsaard is voldoende realist om te beseffen dat zijn levenseind nabij is en hij dan zijn bezit niet mee kan nemen. Hij zegt er niet om te treuren. „Nee hoor. Ik heb een leuk stel kleinkinderen. De een gun je het meer dan de ander, maar je geeft het ze met plezier."

Antiek
De zakenman was niet alleen in het grote, maar ook in het kleine handelaar. Veel van het antiek dat zijn woning siert, kocht hij voor luttele bedragen op. De kunstig bewerkte, massieve kast tegen de wand van zijn kamer kwam via een leerling in zijn bezit. ., Dat is een van de zij voordelen van een school. Een Belgische leerling, rijk, enig kind, wiens ouders hier twee jaar op gemeubileerde kamers hadden gewoond, omdat't zoontje hier moest studeren, kwam op een dag naar me toe. ,, Meneer, vader vraagt of u soms nog meubelen kunt gebruiken voor het internaat. " ,, Laat' m maar eens komen'', zei ik. Een oude les die ik van mijn vader had geleerd was: 't Is altijd goed zakendoen met rijke mensen. Ik zeg: Laat-ie alles wat-ie heeft maar op een lijstje zetten met de prijzen. Ik denk: Dan koop ik het goedkope, want ze hebben er nooit verstand van, en het dure mag-ie houden. Dan zakt de prijs vanzelf. Op den duur heb je bijna alles. Die kast zat er ook bij. Kostte me nog geen duizend gulden."

Schuifdeur
Als hij m'n belangstelling voor antiek bespeurt, stelt Riemer royaal voor:,, Als' t u interesseert gaan we even in de achterkamer kijken. Daar staat het mooiste spul.'' Ietwat stram rijst hij uit zijn stoel en pakt zijn wandelstok. Over de rode loper op de marmeren gangvloer gaat hij me voor naar het monumentale vertrek, dat oorspronkelijk uit twee kamers bestond. ,, Hier zat een muur met een klein schuifdeurtje". wijst de eigenaar. ,,En nou is er niks onsympathieker dan een schuifdeur. Die hoor je door het hele huis. Monsterachtig! Dus die is eruit gehaald. Bekijkt u dat dressoir 's even en die schouw. Heb ik er allemaal zelf in laten brengen. Alles wat u hier ziet heb ik gekocht uit een huis in Utrecht en met paard en wagen hierheen laten slepen. Ja, 'k heb hier altijd mooi gewoond. En na m'n dood wordt het de ambtswoning van m'n kleinzoon." De indrukwekkende verzameling menukaarten die de Driebergenaar door de jaren heeft opgebouwd, zal waarschijnlijk een plaats krijgen in het gastronomisch museum dat in Amersfoort moet verrijzen. De concrete aanleiding tot deze hobby kan hij zich niet meer herinneren. ,,Opeen keer dacht ik: Dat zijn eigenlijk interessante documenten. Zo'n patroon heeft daar met z' n vrouw heel wat over af gediscussieerd. Moeten we er nou ook nog rolpens op zetten, of past dat niet bij de rest'', En dan de illustraties en de bewoordingen. Met elkaar is dat dermate interesssant, datje een mooie verzameling op kunt bouwen. In totaal heb ik er een 30.000. Er zitten prachtige dingen bij."

Misselijke ziekte
Een andere passie van Riemer is varen. Een paar maal ging hij met de Holland-Amerikalijn naar Amerika, waarbij de boottocht hem nog meer genoegen verschafte dan het bezoek aan de nieuwe wereld. Van zeeziekte had hij nimmer last. ,, Als het slecht weer was, waren er 's morgens aan de ronde tafel in plaats van zeven nog maar vijf. Met de lunch waren er nog maar drie en met het diner zat ik alleen. Dan kreegje bewonderende blikken van het personeel, dat zelf ook niet kiplekker was. Want zeeziekte is een misselijke ziekte hoor." De laatste jaren komt hij niet veel meer buiten de deur. De dag brengt hij door met het spellen van zijn lijfblad, De Telegraaf, en een serie vakbladen. Zo nu en dan steekt hij de straat over, om een kijkje te nemen in de school. Voor functies binnen verenigingen of instellingen heeft hij zich nooit laten strikken. ,,Ik voel niet voor al die erebaantjes en rommel, 't Is me te lastig. Dan moetje hier wezen, dan daar. En zeker op ouwere leeftijd word je een beetje een huismus, hoor. Die stoel kan ik maar slecht verlaten."

Spijt
Hoewel hij van mening is dat hij zich fraai door het leven heeft geslagen, zijn er toch zaken waarvan de miljonair spijt heeft als hij terugblikt. ,,Natuurlijk. Die zijn er altijd. Maar die ga je nu niet allemaal belichten." Op de vraag waar hij dan aan denkt, volgt een korte stilte. Dan volgt met een bulderende lach:,,Nergens aan, listeling. Je wilt het lospeuteren hè. Dat zal je niet lukken. Maar ik heb een belangwekkend leven gehad. Dat is zeker. En doordat ik alles doorgeef, onder andere aan mijn kleinzoon, gaat het niet verloren.'' ,, Blij f t u maar rustig zitten'', raad ik hem voor m'n vertrek aan, gedachtig aan de woorden dat hij zijn stoel maar slecht kan verlaten. Maar dat is tegen de regels van de oude heer. Met een resoluut gebaar grijpt hij zijn stok en komt voor de tweede keer omhoog. ,,Nee hoor, zo ben ik niet opgevoed. Ik gooi je er zelf uit."l< />

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 december 1987

Terdege | 64 Pagina's

Een 98-jarige over zijn levenswerk: het Instituut voor de autohandel in Driebergen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 december 1987

Terdege | 64 Pagina's