Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Robert Traill

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Robert Traill

Schots theoloog in Londen

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij was een van de lievelingsschrijvers van bisschop Ryle. Ebenezer Erskine en Thomas Boston vonden in hem een inspirerend voorbeeld. Ook een hedendaagse kenner van de puriteinse geschriften als J.I. Packer spreekt over hem in lovende bewoordingen. Toch is Robert Traill voor velen tamelijk of zelfs geheel onbekend gebleven. Wie was deze uit Schotland afkomstige Londense dominee?

Robert Traill zag in 1642 het levenslicht in de pastorie van het Schotse Elie, als zoon van een van de Schotse convenanters. Hij werd naar zijn vader vernoemd. Toen duidelijk was dat Robert in de voetsporen van zijn vader zou treden, werd hij ingeschreven aan de universiteit van Edinburgh, waar hij een begin maakte met de theologische studie.
Die studie zou hij overigens niet in Schotland afmaken, maar in Nederland. U weet waarschijnlijk dat met het herstel van de Engelse monarchie, in 1660, voor veel puriteinen een moeilijke tijd aanbrak. Dat gold ook in Schotland. Robert Traill sr. werd in het begin van de jaren zestig verbannen naar ons land en in 1667 volgde ook zijn gezin. Zoon Robert was dezelfde overtuiging toegedaan als zijn vader. Dat bleek onder andere toen James Guthry, een neef van de bekende William Guthry, om zijn geloofsovertuiging werd terechtgesteld. Het was de toen negentienjarige Robert Traill, persoonlijke vriend van de beide Guthrys, die James op het schavot geestelijk bijstond in zijn laatste ogenblikken.
Nadat hij met zijn moeder en overige familieleden noodgedwongen naar ons land was gekomen, zette Robert zijn studie voort aan de universiteit van Utrecht. Daar werd hij tijdens zijn studie assistent van prof. Nethenus. In die hoedanigheid werkte hij mee aan de Latijnse uitgave van een werk van Rutherford tegen het arminianisme.

Schot
Terwijl Traill in ons land verbleef, is hij verschillende keren voorgegaan in de Schotse vluchtelingengemeente te Rotterdam. Omdat het niet mogelijk bleek terug te keren naar Schotland, is hij in 1669 naar Engeland vertrokken, om daar predikant te worden in een presbyteriaanse gemeente. Eerst in Cranbrook, een kleine stad ergens in Kent. Later kwam er een beroep uit Londen, waar hij de collega van Nathaniel Mather werd.
Traill is in 1677 een keer terug geweest in Schotland, maar dat bezoek kreeg bijna desastreuze gevolgen. Omdat hij voorging in een huisgemeente, werd hij gearresteerd, veroordeeld en opgesloten. Drie maanden bracht hij door in een van de kerkers van de beruchte Bass Rock. Wanneer hij niet door bemiddeling van vrienden zou zijn vrijgelaten, was dat binnen de kortste keren zijn dood geworden. Hij keerde terug naar Engeland en heeft zijn vaderland nooit meer gezien.
De rest van zijn leven werkte Traill in Londen, waar hij in mei 1716 op 74-jarige leeftijd is overleden. Een Londense predikant, die echter in theologisch opzicht altijd een Schot is gebleven. In de wijze waarop hij is opgekomen voor een ruim en onvoorwaardelijk Evangelie heeft Robert Traill zijn wortels nooit verloochend.

Theologische twisten
Robert Traill heeft in zijn tijd het meest van zich laten spreken door zijn stellingname in een theologische strijd die Engeland in de loop van de zeventiende eeuw meerdere malen beroerde: the antinomian controversy oftewel de antinomiaanse twist.
Dit conflict vond zijn oorsprong in een verschillende visie op de verhouding tussen Wet en Evangelie. Bepaalde predikanten, zoals John Eaton, Robert Towne en Tobias Crisp, werden ervan beschuldigd antinomiaanse denkbeelden te huldigen. Zij zouden geen goed zicht hebben gehad op de juiste verhouding tussen Wet en Evangelie.
Het is zeer de vraag of deze mannen recht is gedaan door hen antinomianen te noemen. Een feit is dat vele puriteinse predikanten een groot gevaar zagen in de werken van bijvoorbeeld Tobias Crisp. Mannen als Rutherford en Flavel klommen daarom in de pen om Crisp en de zijnen te bestrijden. Dat was, gezien de eenzijdigheden waarin de zogenaamde antinomianen vervielen, geen moeilijke taak. In feite miskende men echter de diepste motieven van het antinomianisme. Het punt is dat mensen als Crisp hun geschriften uitgaven in reactie op een andere theologische stroming die in dezelfde tijd tot ontwikkeling kwam: het zogenaamde neonomianisme.

Evangeliewet
Belangrijkste vertegenwoordiger van deze richting was Richard Baxter. Een man die ook in ons land bekendheid en waardering heeft gekregen door zijn grote betekenis voor de praktische theologie en het pastoraat. Wie echter kennis neemt van zijn meer theoretische geschriften, ontdekt dat Baxters theologie in feite geschoeid is op een arminiaanse leest.
Baxter was de overtuiging toegedaan dat Christus in principe voor heel de mensheid gestorven is, maar dat de mens nog wel moet geloven om werkelijk deel te krijgen aan het heil. Christus heeft aan de eisen van de wet van het werkverbond voldaan. In het Evangelie komt Hij nu tot zondaren met een nieuwe eis: de eis van geloof en bekering. Vandaar de naam neo-nomianen: het Evangelie is een nieuwe wet geworden. Het geloof is in die gedachte niet alleen maar middel om gerechtvaardigd te worden, maar is als een verdienstelijk werk grond voor de rechtvaardiging. De mens moet berouw hebben en geloven, en hoewel dat natuurlijk onvolkomen is, wil Christus dit aanzien voor een vervulling van Zijn nieuwe Evangeliewet. Zo maakten de neonomianen het Evangelie voorwaardelijk.
Het is tegen die leer, dat mannen als Tobias Crisp protesteerden. Zoals gezegd waren de meeste antinomianen niet vrij van dwalingen, maar de naam van wetsbestrijders verdienden ze niet. Integendeel, ze namen het met de Wet veel ernstiger dan de neonomianen, die zij bestreden. De neonomianen spraken wel veel over de Wet, maar miskenden ten diepste het dodelijke karakter ervan.

Reformatorisch geluid
Het begin van de antinomiaanse controverse viel ongeveer samen met het samenroepen van de Synode van Westminster. Vijftig jaar later laaide het conflict voor de tweede maal in alle hevigheid op. Aanleiding was de heruitgave van de werken van Crisp, in 1690.
In de jaren daarop volgend verschenen maar liefst veertig boeken en boekjes van anti- en neonomianen. Onder die veertig bevond zich ook een heruitgave van het al vijftig jaar oude boekje van Edward Fisher: The Marrow of Modern Divinity.

In 1692 werd een geschrift uitgegeven van de hand van ds. Robert Traill te Londen. Het is geschreven in de vorm van een brief, gericht aan een denkbeeldige collega op het platteland, onder de titel: A Vindication of the Protestant Doctrine concerning Iustification and of its Preachers and Professors, from the unjust charge of Antinomianism, in a letter from the author to a minister in the country.
Uit deze brief leert men Traill bij uitstek kennen als verdediger van de zuivere leer van de rechtvaardiging door het geloof. Hij grijpt in zijn betoog rechtstreeks terug op de Schrift, maar plaatst zich ook in de lijn van de reformatoren. Luther en Calvijn haalt hij aan, evenals Zanchius, Amesius, Perkins, en hij citeert breed uit The Westminster Standards.

Wet en Evangelie
Fundamentele vooronderstelling van Iustification Vindicated is het nadrukkelijke onderscheid dat Traill ziet tussen de Wet en het Evangelie. Hij weerspreekt heel stellig de gedachte dat de Wet ooit iets van zijn eisen zal afdoen. „Denk niet dat de Wet u ooit vriendelijk zal toespreken. Ontferming en genade behoren bij een ander gerechtshof dan dat van de Wet. Want de Wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid is door Jezus Christus geworden.
Voor het krijgen van gerechtigheid moeten we niet bij de Wet zijn, maar bij het Evangelie. „De Wet en het Evangelie stemmen in alle dingen volmaakt overeen, behalve als het gaat om onze gerechtigheid voor God. Op dit punt staan Wet en Evangelie lijnrecht tegenover elkaar. Laat de Wet van Mozes zijn eigen plaats behouden, en de regel van onze dankbaarheid zijn. Maar in onze rechtvaardigmaking mag hij helemaal geen plaats hebben. God heeft hem daar nooit enige plaats in toegekend en wie dat toch doen, is een dwaas. Het heeft nog nooit iemand verder geholpen.
Hoe wordt een zondaar gerechtvaardigd? Door gelovig de toevlucht te nemen tot Christus gerechtigheid. Het geloof is daarbij geen grond, maar slechts instrument waardoor de gerechtigheid ontvangen wordt

Ruim
Niet alleen in Iustification Vindicated, maar ook in Traills preken valt op hoe ruim deze puritein spreekt over de aanbieding en de toeëigening van de genade. Een impressie aan de hand van enkele citaten. „Kan men verlangen dat we ophouden om een vrij aanbod van Gods genade in Christus aan de grootste der zondaren te doen? Dat kunnen we niet toestaan. Want dit is een getrouw woord en aller aanneming waardig, dat Jezus Christus in de wereld gekomen is om zondaars zalig te maken, van welke ik de voornaamste ben.
„Als iemand ontwaakt is en gebracht wordt tot de vraag: Wat moet ik doen om zalig te worden?, mogen we hem het apostolische antwoord geven: Geloof in de Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden, gij en uw huis. Dit antwoord is zo oud, dat het voor velen achterhaald schijnt te zijn. Volgens hun uitgangspunten zouden ze moeten zeggen: U moet berouw tonen, over uw zonden wenen en ze nalaten. Helaas, zegt de arme man, mijn hart is hard en ik kan niet goed berouw hebben. O, mijn hart is nog harder en gemener dan toen ik nog rustig in de zonde leefde.
Als u tegen zoiemand zou gaan spreken over geschiktheid voor Christus, weet hij er niets van en als u over oprechte gehoorzaamheid begint, zal hij direct zeggen: Gehoorzaamheid is het werk van iemand die leeft en oprechtheid wordt alleen in een vernieuwd hart gevonden. Oprechte gehoorzaamheid is daarom even onmogelijk voor een dode, onvernieuwde zondaar, als volmaakte gehoorzaamheid. Waarom zouden we niet het juiste antwoord geven: Geloof in de Heere Jezus Christus, en gij zult behouden worden?

Grootste belediging
Treffend is ook het volgende citaat. „Wat voor toestemming heeft de zondaar om te geloven in Jezus Christus? Vertel hem dat hij er een enorme behoefte aan heeft, omdat hij zonder het geloof in Christus voor eeuwig verloren moet gaan. Vertel hem dat God hem uit genade Christus en heel Zijn verlossingswerk aanbiedt, met de belofte dat wie dat aanbod aanneemt door het geloof, Christus en de zaligheid zal ontvangen.
Vertel hem dat God hem het uitdrukkelijke bevel geeft om te geloven in de Naam van Christus (1 Joh. 3:23) en dat hij dat moet gehoorzamen, net als alle andere geboden van God. Vertel hem van Christus bekwaamheid en genegenheid om te verlossen. Vertel hem dat nooit iemand die zich op Hem geworpen had, door Hem afgewezen werd. Vertel hem dat hopeloze gevallen de heerlijke overwinningen van Zijn manier van verlossen zijn.
Vertel hem dat er geen tussenweg is tussen geloof en ongeloof en dat er geen excuus te bedenken is waarom mensen het ene zouden nalaten en in het andere zouden volharden. Vertel hem dat het geloven in de Heere Jezus om zalig te worden, God meer behaagt dan alle gehoorzaamheid aan Zijn wet. Vertel hem ook dat het ongeloof voor God de grootste belediging is en voor de mens zelf de meest verdervende zonde.

Geestverwant
In het kader van dit artikel kan geen uitgebreide weergave van Traills theologie gegeven worden. Wie het Engels machtig is, kan daarvoor in zijn Works terecht, waarin overigens maar ongeveer driekwart van zijn preken is opgenomen. Andere geschriften van Traill zijn overigens op verschillende Schotse websites gemakkelijk op te zoeken.
Er zijn plannen om een aantal geschriften van Robert Traill in het Nederlands te vertalen en dat is een goede zaak. Zoals gezegd is deze puritein weliswaar in ons land nooit echt bekend geworden, maar hij heeft wel degelijk sporen nagelaten in de Angelsaksische traditie.
De Schotse Marrowmen, onder wie Ebenezer Erskine en Thomas Boston, streden in de decennia na zijn overlijden aan hetzelfde front en vonden in hem een geestverwant. In de discussie over het aanbod van genade en de verhouding tussen Wet en Evangelie, die ook onder ons steeds weer gevoerd wordt, mag de stem van Robert Traill eigenlijk niet gemist worden.


Tijdgenoten
Matthew Henry (1662-1714)
Wilhelmus à Brakel (1635-1711)
Stadhouder-koning Willem III (1650-1702)
August Herman Francke (1663-1727)
Jacobus Koelman (1633-1695)


Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 januari 2005

Terdege | 109 Pagina's

Robert Traill

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 januari 2005

Terdege | 109 Pagina's