Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat zijn eigenlijk Waldenzen?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat zijn eigenlijk Waldenzen?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Weet u als lezer van „Protestants Nederland" wel wie de oudste protestanten van Europa z i j n ? . . . . Niet? Dan wordt het tijd, dat u de kaart van Italië uit de kast haalt en uw vinger legt op het Alpenland tussen Turijn en de Franse grens. Daar staat Torre Pellice te lezen, dat is de hoofdstad der Waldenzen. Het „Italiaanse Genève", zoals de schrijver Edmondo de Amicis het noemde.
Zo te zien is het een industrieplaatsje en toeristencentrum; waar u echter tot uw verbazing plotseling langs de hoofdstraat een ruime protestantse kerk, synodegebouw, museum, verenigingsgebouwen, een gymnasium en leraarswoningen vindt! Wat meer achteraf bovendien nog een zieken- en een diakonessenbuis. W a n t . . . . van oudsher woont in deze streek het „volk v ie Bijbel"
In de vierde en achtste eeuw bestonden in dit bergland al christelijke gemeenten 'Heeft de apostel Paulus, die op zijn doorreis naar Spanje gesticht, zoals Léger, de Waldenzische predikant-geschiedschrijver, veronderstelde? Dit valt niet met zekerheid te zeggen. Wèl is het merkwaardig, dat het zuivere Evangelie in deze uithoek van Europa altijd bewaard is gebleven. Al wie in de loop der eeuwen daar in bet zuiden, om zijn evangelisch geloof van elders werd verdreven, vond in de grotten van dit prachtige Alpenland een natuurlijk onderdak.
De dichtbeboste valleien („valle densis" in het Latijn, klanken waaruit de naam Waldens zou zijn ontstaan) trokken in later eeuwen, onder meer, ook de uit Frankrijk gevluchte Petrus Waldus met ©en aantal van zijn volgelingen aan. In de 13e eeuw werd in het diepe dal van Angrogna, te Pra del Tomo, een evangelistenschool gesticht, vanwaar de Waldenzen niet alleen Italië, maar bijna geheel Europa doortrokken. Overal vormden zij kleine kolonies en hun prediking verbreidel1 )h „van Brittannië tot Byzantium t o e " . . .. Vooral in het land waar de pauselijke macht heerste, verwekte dit grote ergernis. Drie eeuwen lang meenden de r.k. kerkvorsten de Waldenzen daarom bij tussenpozen te moeten vervolgen. (Globaal genomen van 1200—1500 ongeveer). Maar inplaats van hen te overtuigen maakten deze dwangmaatregelen dit volk nog trouwer aan Jezus Christus alleen.
In 1532 sloten deze gelovigen zioh bij de Hervorming aan. Eigenlijk hebben de Waldenzen nooit een hervorming doorgemaakt, zij waren al „hervormd" voordat de Hervorming er was, omdat zij van oudsher het Evangelie al predikten — voor zover zij dit kenden — en er naar leefden. Feitelijk waren zij in alle stilte de voorbereiders van deze grote geestelijke ommekeer geweest. Kort nadat de hervormer Farel met hun leiders overleg had gepleegd en tot overeenstemming was gekomen, bekostigden zij een eigen Bijbelvertaling, die door een neef van Calvijn (Olivetan) gemaakt werd. De zware boekdelen bracht Farel toen zelf op tien paarden van Genève over de Alpen naar de weide van Chanforan, waar het Boek der boeken aan het Waldenzische volk werd overhandigd. Op de plek waar dit gebeurde richtte de jougd van tegenwoordig een bijzonder sprekend monument op, in de vorm van een uit rotsen gehouwen vlam, waaronder een opengeslagen, wit marineren Bijbel ligt, waarin de woorden „Wees getrouw" te lezen zijn.
In 1555 kwam het zover, dat deze arme bergbewoners, die altijd iu dichte wouden cn spelonken vergaderd hadden, openlijke kerkjes begonnen te bouwen. Wat dit betekende begrijpt men pas als men dc geheime onderaardse holkerk of „Chieisa d'la Tana" heeft bezocht, die nog altijd honderden protestanten uit de hele wereld lokt. Het was als een overgang van de duisternis naar het licht. En het is niet te verwonderen als wij op de muur van bet eerste en aloude kerlqe van Chabas de Waldenzische wapenspreuk „Lux lucet in tenebris" lezen. (Het licht schijnt in. de duisternis). Maar zodra de eerste simpele godshuizen boven de grond waren verschenen, braken er opnieuw vervolgingen uit. De gruwelijkste mensenslachting was wel die op het „Piemoiutese Pasen" in 1655. Bij1 de daaropvolgende bannelingen-oorlog in 1663 werd weliswaar gewetensvrijheid bedongen, maar de bloeiende Waldenzenkolonies in Calabrië gingen er door te gronde. En nog was het leed niet geleden.... Een jaar na de herroeping van het Edikt van Nantes (1685), toen de Waïdenzen nogmaals weigerden om tot de r.k. kerk over te gaan, keerden zowel Victor Amedeus II, Hertog van Savoië, ate Lodewijk de XlVe van Frankrijk zich tegen hen en zonden zij de wrede veldheer Catinat op hen af met het bevel „wat wreedheid te gebruiken". Binnen een half jaar had deze de Waldenzisehe Valleien „gezuiverd" en zaten er 12000 Waldenzen in de gevangenis te Turijn, waarvan er 9000 van ellende stierven.
Het is aan een kleine bende van 200 onbuigzamen, die, levende van bessen en gras, in de bergen standhielden, te danken, dat de 3000 overlevenden met hen naar Zwitserland mochten uitwijken. Dit land moest beloven nooit een Waklens meer naar Italic te laten ontsnappen. Deze belofte bleek moeilijk te houden. Het kleine Zwitserland, dat maar gedeeltelijk protestant was, kon de vele vluchtelingen haast niet bergen. Temeer, daar er het vorige jaar al zoveel Hugenoten heen waren gevlucht. Ten einde raad zagen veel Waldenzen zich genoodzaakt naar Duitsland, Nederland en zelfs naar Amerika te trekken . . . . waar hun nakomelingen nog altijd leven. Maar een kern van getrouwen vormde tenslotte in diep geheim en onder leiding van de veldheer-predikant Henri Amaud een legertje, dat de terugtocht wilde aanvaarden. In de vaste overtuiging, dat juist zij, de WaMerazen, op de aloude erfgrond in Italië het Evangelie moesten brengen, bereidden zij zich v o o r . . ..
Hierbij werden zij gesteund door Prins Willem III van Oranje, stadhouder van de Verenigde Provinciën en Nicolaas Clignet, postmeester te Leiden, die hen met raad en daad bijstonden. De eerste, doordat hij met verziende blik een terugkeer alleszins gewettigd achtte, de tweede, omdat hij als vertrouwd en gelovig man zijn aardse rijkdom in de uitrusting van het legertje wilde steken.

Wij kunnen dus gerust zeggen, dat de „Glorieuse Rentree", of „Roemrijke Terugkeer" der Waldenzen naar hun land, door Hollanders mogelijk is gemaakt. Dit zijn wij wel glad vergeten, maar in het buitenland wordt dit feit nog elk jaar herdaoht. Ir» het bijzonder te Prangins aan het meer van Genève, vanwaar de terugtocht begon, op 16 Augustus 1689. Toen Amaud met zijn mannen na een uiterst gevaarlijke en avontuurlijke tocht het Waldenzenland weer bereikte en er weer vaste voet kreeg, was zijn eerste daad om het aloude kerkbestuur de „Tavola Valdese" weer in ere te herstellen. Dit heeft nog altijd de leiding van het gehele werk der Waldenzen in Italië. En dat wil heel wat zeggen. Want wat er door deze geloofsgenoten van ons in dit grote land1 werd en wordt verricht, grenst aan het ongelofelijke.

Zij stichten cn onderhouden er niet alleen kerken, maar ook ziekenhuizen, scholen, tehuizen voor ouden van dagen, weeshuizen, vakantiekolonies, vluchtelingencentra, een toevluchtsoord voor ongeneselijk-zieke armen en het wereldbekende konferentiecentrum „Agapè". En dat alles terwijl hun aantal op ongeveer 30.000 zielen geschat moet worden. Velen van hen toch zijn èn door vroegere vervolgingen èn door latere emigratie gedwongen geweest Italië te verlaten. Toch zou ik ieder, die een vakantie in het zonnige zuiden gaat doorbrengen willen aanraden om kontakt met de Waldenzen te zoeken. Dat kost wel tijd, moeite en geld, maar wie er dit alles voor over heeft 'komt op een terrein dat steeds boeiender wordt. Zowel op geschiedkundig als maatschappelijk en geloofsgebied. Want het oudste protestantisme van Europa bilijkt van een onuitroeibare vitaliteit te zijn en van een geestkracht, die ons verzakelijkte en gemakzuchtige Hollanders verrast en beschaamd doet staan. Als eerste kennismaking zoudt u mijn boekje „Henri Amaud, Leraar en Veldheer der Waldenzen" kunnen bestellen bij de firma Voorhoeve te Den Haag. Prijs ƒ 0.75. Voor toeristieke inlichtingen wende u zich tot de „Societa del Turismo", voor boeken tot de „Libreria Glaudiana", voor een historische gids tot de heer Attilio JaJla, voor geestelijke zaken tot Ds. Ayassot, allen te Torre Pellice (Prov. di Torino) Italia. Wie van de jongeren naar „Agapè" wil, schrijve aan Tullio Vinay, „Agapè", Prali, (T.O.). Ik wens u een gezegende en goede reis!

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1959

Protestants Nederland | 8 Pagina's

Wat zijn eigenlijk Waldenzen?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1959

Protestants Nederland | 8 Pagina's