Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DS. KERSTEN EN HET NATIONAAL-SOCIALISME

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DS. KERSTEN EN HET NATIONAAL-SOCIALISME

17 minuten leestijd

Inleiding

De SGP zou onder leiding van ds. Kersten de ernst van het gevaar van het nationaal-socialisme onvoldoende hebben onderkend. Er is wel opgemerkt: "In de eerste jaren van de opkomst van de NSB is er van SGP-zijde weinig belangstelling voor het nieuwe politieke fenomeen. Voor Kersten heeft de bestrijding van de NSB geen prioriteit en eenzijdige maatregelen tegen de NSB keurt hij af." 0 Pas na de statenverkiezingen in 1935 zou ds. Kersten ten aanzien van de NSB "veel scherper" positie hebben gekozen. 2 ' Daarnaast bestaat de theorie dat er niet gesproken kan worden van een diepe doordenking van de nationaal-socialistische ideologie bij ds. Kersten. 3 ' Ook bestaat er nog een fixatietheorie. 4 ' Weer anderen hebben het over ds. Kersten als "pro- Duits" 5 ' en over een in Zeeland overlopen van SGPstemmers naar de NSB. 6 ' Het kan daarom geen kwaad aandacht te schenken aan de houding van ds. Kersten ten aanzien van het nationaal-socialisme.

Het gevaar van het nationaal-socialisme onderkend

"Ver voor de eerste deelname door de NSB aan de verkiezingen onderkent ds. Kersten het gevaar van deze beweging voor het kerkelijke en staatkundige leven", zo schrijft ds. Golverdingen op grond van een uitgebreid bronnenonderzoek. 7 ' Ernstige bezwaren had ds. Kersten inderdaad van meet af aan tegen het nationaalsocialisme/fascisme en hij stak die bezwaren niet onder stoelen of banken. Reeds in 1933 betoogde hij in de Tweede Kamer:

"Mijn bezwaar tegen het fascisme zou ik met twee woorden kunnen weergeven: het stelt zich niet op de bodem van Gods Woord. Voor een beginselpolitiek, die Gods Woord tot uitgangspunt heeft, is dan ook bij het fascisme geen plaats. Dientengevolge kunnen wij het om des beginsels wille onmogelijk aanvaarden. Wij moeten noch een volksregering, noch een fascistischen Staat. Ons land behoeft een Overheid, die Gods Woord in eere houdt en in een krachtig

beleid overleg pleegt met het volk." 8)

"Om des beginsels wil onmogelijk aanvaarden". Dat laat toch niets aan duidelijkheid te wensen over. Hij gaf toen ook aan geen "Hitleriaan" te zijn. 9) Bovendien getuigen onder andere zijn partijdagredes Hoort de Roede, Zijn hout en Zijn stok en Hunne handelingen van indringende waarschuwingen tegen het nationaalsocialisme. Slechts één passage zal hier worden weergegeven:

"Waakt, o ik bid u, waakt tegen het gevaar dat van de N.S.B. dreigt. Houdt u er verre van; u zelf en uw kinderen. Want het Nationaal Socialisme heeft een groote zuigkracht, die vooral vele jongeren dreigt mee te voeren."

De herbewapening van Duitsland en internationale spanningen waren dan ook reeds in de eerste helft van de jaren '30 een reden een versterking van de Nederlandse defensie te bepleiten. H)

In zijn diepte gepeild

Tijdens de partijdag in 1934 stond ds. Kersten uitgebreid stil bij het nationaal-socialisme.

"Gods Woord wordt er door miskend. Slechts op een zedelijk en lichamelijk welzijn van het volk is cle N.S.B. bedacht. Van het geestelijk belang geen sprake. En dit belang is toch het allergrootst. Gevolg i.s dan ook dat de mensch op den troon verheven wordt. Van het 'zelfsrespect der natie' gewaagt het genoemde 'Leidend Beginsel' (het beginsel van de NSB; MvM). Dit is wel zeer bedenkelijk. De vreeze Gods moest op den voorgrond staan. Die vernedert den mensch en doet God boven alles respecteeren. Zij doet clen mensch diens algeheele afhankelijkheid van God erkennen " n)

Dit hield ds. Kersten zijn hoorders voor. Hij besefte dus welke grote gevaren er aan die ideologie verbonden waren en waarschuwde terdege.

Ds. Niemöller

Van belang is ook een artikel van ds. Kersten over de Duitse predikant ds. Niemöller. Ds. Niemöller die aanvankelijk niet negatief stond ten aanzien van het nationaal-socialisme, verzette zich sterk tegen het "judenfrei" maken van de kerk. Uiteindelijk werd deze predikant met pensioen gestuurd. Zijn gemeente bleef hem echter trouw en hij bleef gewoon doorgaan met preken en zijn pastorale arbeid. Hij werd één van de belangrijkste leiders van de kerkelijke oppositie tegen het Hitlerbeleid. 13)

In De Saambinder behandelt ds. Kersten de volgende vraag: "J. te IJ wil gaarne weten, of Ds. Niemöller een rechtzinnig predikant is.'" 4)

In wezen gaat ds. Kersten bij de beantwoording van deze vraag aan de inhoud daarvan voorbij. In een korte zin geeft hij aan dat ds. Niemöller geen Gereformeerd predikant is.

Inhoudelijk gaat hij daarna niet meer op die vraag in - en het is toch wel uitzonderlijk dat ds. Kersten in zijn kerkelijk blad niet ingaat op de afwijkingen van de Gereformeerde leer, te meer nu hiernaar werd gevraagd - , maar hij grijpt deze vraag aan om de moed van ds. Niemöller te prijzen in zijn verzet tegen het Hitlerbeleid. Hij voorspelt ook de ondergang van het Duitse rijk als Hitier op het door hem ingeslagen pad voort zal gaan.

"Tot het welzijn van ons volk acht ik in de allereerste plaats noodzakelijk, dat Gods rechten en geboden worden, en waar die vertreden worden, moeten wij met groote vreeze beklemd worden. geëerbiedigd

De historie van ons land is daar om te bewijzen, dat het ons volk wel gaat, als het wandelt in de wegen des Heeren. (...) In den strijd tegen de revolutie zal alles bezwijken, wat op Gods Woord niet is gegrond. Bij- en gewaand geloof, hoe 'gezond'men dat ook roemen moge, zullen bezwijken. Ook in den zwaren strijd om ons volksbestaan zal de kracht om te dragen geput kunnen worden uit het wandelen naar Gods geboden. (...)

Ik moge op den voorgrond stellen, dat ik geenszins het pleit voor de N.S.B. opneem. Krachtens beleden beginsel sta ik er lijnrecht tegenover. Dit uit te spreken, acht ik plicht, te meer waar ik vernam, dat sommigen in den waan verkeeren, dat het oude artikel onzer geloofsbelijdenis, hier meermalen besproken, in de hand der N.S.B. veilig zijn zou. Het is er niet alleen verre van, maar druischt er lijnrecht tegen in."

-Ds. G.H. Kersten, Handelingen Tweede Kamer, 1934-1935, 13 november 1934, p. 243, 244-

"Zoo het nu in Duitschland toegaat moet terugkeer tot het heidendom het gevolg zijn. En gelijk de Romeinsche staat zichzelf den ondergang bereidde, zoo ook nu de Duitsche."

De fixatietheorie

Volgens de fixatietheorie was ds. Kersten van mening dat niet het fascisme, nationaal-socialisme en socialisme het grote gevaar vormden waartegen men zich binnen de Gereformeerde Gezindte moest wapenen, maar rome. In ongeveer de periode '37-'39 legde ds. Kersten een dusdanig zwaar accent op het roomse gevaar dat er gesproken wordt van een "merkwaardige fixatie".

"De gedachtenwereld van ds. Kersten is hier, naar het ons wil voorkomen, vastgelopen in een merkwaardige fixatie. Zijn visie is losgeraakt van de politieke werkelijkheid van die jaren. Weliswaar is het roomse machtsbewustzijn eind dertig niet uitgedoofd, maar de groei van de RKSP is tot staan gekomen en de rechtse coalitie heeft onder Colijn plaats moeten maken voor een brede-basis-politiek, die minder mogelijkheden biedt voor het uitleven van machtsaspiraties. Bovendien worden de internationale verhoudingen van deze tijd volledig door het nationaal-socialistische Duitsland beheerst." l5)

Dit is geen malse kritiek. Ds. Kersten actief in het parlementair stelsel, maar losgeraakt van de politieke werkelijkheid!

Maar wordt met deze theorie wel recht gedaan aan het politieke optreden van ds. Kersten?

De volgende uitspraken gedaan door ds. Kersten in de Tweede Kamer van 9 november 1937, bevestigen de fixatietheorie in ieder geval niet:

"De Regeering betuigde haar instemming met de opmerkingen, in het Voorloopig Verslag gemaakt, voor zoover daarin gesproken wordt van een afkeeren der kiezers van commun isme en fascisme. Indien waarlijk deze afkeer bij ons volk bestaat, kan dit ons slechts verheugen. De aloude grondslagen voor de regeering van ons volk verdragen zich noch met het communisme, noch met het fascisme.' n6)

En even verder:

"Het nationaal-socialisme wil zelfs den godsdienst dienstbaar maken aan den Staat. Dit is in flagrante strijd met het Christendom; in grond en wezen heidensch. Wat de nationaal-socialisten willen, is nooit door ons bepleit, maar wel bestreden.' ni)

Ds. Kersten had dus wel degelijk ook oog voor het gevaar van het nationaal-socialisme.

Ook kan het wel zo zijn dat een brede-basispolitiek op zichzelf genomen minder mogelijkheden biedt voor het uitleven van machtsaspiraties. Dit neemt niet weg dat in de naoorlogse jaren de emancipatie en invloed van de roomskatholieken onder leiding van Beel in het kader van ook een brede-basispolitiek een tot dusver ongekende hoogte bereikte. 18 ' Ds. Kersten heeft zich derhalve terecht niet blindgestaard op die "mindere mogelijkheden".

Maar er is meer. De heer W. van der Zwaag heeft er in ons blad van 3 augustus 1991 al eens op gewezen dat ds. Kerstens waarschuwingen voor de invloed van rome terecht waren.

"Pseudo-religie, namaakgodsdienst was in de visie van Kersten veel gevaarlijker dan atheïsme, bijgeloof bedriegelijker dan ongeloof."

Als namaakgodsdienst inderdaad gevaarlijker is dan atheïsme en bijgeloof bedriegelijker dan ongeloof - dit wordt toch onder Gereformeerden niet ontkend - , staat dan een politicus niet met twee benen stevig op de grond als hij - juist als de aandacht daarvan wordt afgeleid naar tweede oorzaken als nationaal-socialisme en socialisme - hierop wijst? Het nationaal-socialisme heeft onder het Hitlerregiem talloze mensen het leven gekost, maar was Hitier niet een "geessel Gods" die over ons kwam om onze zonden? Dit klemt te meer, nu het Nederlandse volk veeleer gebeten heeft in de stok die sloeg en zich niet heeft bekeerd tot de Heere. Beginsel vervaging en beginselloosheid zijn hand over hand toegenomen. Dat openbaarde zich onder andere reeds spoedig na de oorlog in droevige verwikkelingen in het kerkgenootschap en de partij waartoe ds. Kersten behoorde.

Bovendien gaat de fixatietheorie er aan voorbij dat ds. Kersten wel degelijk ook wees op het gevaar van het Hitlerregiem in de periode 1937-1939 en aandrong op verbetering van de defensie en bezuinigingen hierop hekelde. Men leze bijvoorbeeld zijn uitgebreide betoog op 7 december 1937 waarin hij aandrong op een verbetering van de defensie en de plicht van iedere rechtge-

aarde Christen om hieraan mee te werken. I9) In zijn besluit wijst hij op de ernst van die tijd en op het naderend oorlogsgevaar.

"Zien wij op de toenemende Gods-verlating, geven wij voorts acht op den gespannen internationalen toestand, dan moeten wij met vreeze zijn vervuld, dat het oordeel losbreken zal, ons in de Schrift aangekondigd. Niet alleen Zacharia zag roode paarden van clen oorlog, maar ook bij de opening van het tweede zegel wordt ons in de Openbaring van Johannes het roode paard aangekondigd en die daarop zat werd macht gegeven den vrede te nemen van de aarde en dat zij elkander zouden dooden. Mijnheer de Voorzitter! Ik besluit met heiligen ernst allen op te roepen, om met dit woord rekening te houden. Dat zal ons voor alle dingen nopen de zonden te verzaken. Dat zal de Regeering nopen de toenemende ongerechtigheid tegen te gaan en te regeeren naar Gods Wet. Willen wij den vrede en het welzijn voor ons volk zoeken, dan toch sta ons betrouwen niet op de sterkte van onze weermacht, bij een vroolijk voortleven in de zonde, maar betaamt ons voor den God onzer vaderen te buigen eer, gelijk Jesaja de profeet zegt, de steden verwoest worden, dat er geen inwoner zij en de huizen, dat er geen mensch zij en dat het land met verwoesting verstoord worde."

Waren er maai' meer politici geweest die deze politieke werkelijkheid toen zo duidelijk voor ogen zagen!

Zie ook zijn betoog op 8 november 1938 waar hij de bezuinigingen op het leger hekelde onder verwijzing naar onder andere dreiging van Duitse zijde. 20 ' Hetzelfde deed hij bijvoorbeeld op 16 juni 1939 21 ' en 27 juli 1939. Hij sprak onder andere: "De uitgaven, waartoe ons land voor de zorg van leger en vloot gedrongen wordt, zijn overweldigend groot en toch de verdedigbaarstelling van Nederland en Indien mag niet langer verwaarloosd." 22 ' Volgens ds. Kersten waren het juist de roomsen die zich onverantwoord opstelden met betrekking tot de defensie! Hij vreesde dat Nederland met het toenmalige financiële beleid nog eens Oostenrijk achteraan zou gaan. 23 '

Ik wijs nog slechts op de indringende woorden van ds. Kersten gesproken op 8 december 1939:

"Gekomen tot het einde van mijn rede, moge ik de Regeering wijsheid en voorzichtigheid toebidden van Hem, Die souverein beschikt over vrede en oorlog. God wake over ons volk en Vorstenhuis. Hij doe ons in de belijdenis en met het verlaten van de zonde buigen onder Zijn recht. Ook al zou ons land met het oordeel van den oorlog worden bezocht, doet God geen onrecht. Dat wij deze werkelijkheid aanvaarden. De kracht van ons volk ligt niet daarin, dat het zijn oogen voor de gevaren sluit en zich wijsmaakt, dat er toch geen oorlog komt. Op clie wijze bouwt de dwaze bouwmeester. Bij den zwaksten stormstoot valt dit huis ineen. De dagen van spanning, die achter ons liggen, hebben dit wel klaar bewezen; de vrees, die velen bezette, zoowel in als buiten het leger, de angst, die officieren zoowel als manschappen aangreep, leverden het duidelijkst bewijs er voor, hoezeer een volk te beklagen is, dat zich op een ijclele hoop verlaat, en bij het ineenstorten er van slechts zijn toevlucht zoekt in het sluiten van zijn oogen voor de naderende ellende. In den drank hebben helaas velen een toevlucht gezocht, toen de moed hen ontviel. Daarentegen is de rechtvaardige moedig als een jonge leeuw. Moge met den moed van de ware vreeze Gods Overheid en volk, in het bijzonder nu de oordeelen Gods op aarde zijn, rijkelijk bedeeld worden." 24 '

Met de defensiepolitiek die ds. Kersten voorstond, is overigens reeds het verwijt van "pro-Duits" ontzenuwd. Men gaat immers geen kanonnen in stelling brengen indien er vrienden aankomen.

Tenslotte moet worden opgemerkt dat de fixatietheorie voorbijgaat aan de verbanden die er waren tussen het Hitlerregiem en de trouwe navolgers van de paus. Dit is jammer, daar ds. Kersten er op wees dat rome bezuinigingen op het leger bevorderde en juist de NSB herstel van het gezandschap bij de paus bepleitte. 25 '

Verroomsing van gebieden was meer dan eens verbonden aan Duitse veroveringen. Denk aan het zogenaamde "Derde geheim van Fatima": de bekering van Rusland tot het rooms-katholicisme. Om deze doelstelling te realiseren, leverde de Spaanse president Franco een leger van 17.000 man ter versterking van Hitiers troepen aan het oostfront: de zogenoemde Blauwe Divisie, een leger dat aan Maria gewijd was. 26 ' Ook in Joegoslavië was rome zeer actief in de Tweede Wereldoorlog. De Heilige Stoel was zeer verheugd over de resultaten van de daar toegepaste gewelddadige bekeringsmethoden met behulp van nazi's. Priesters en monniken namen het voortouw bij moord, plundering en dwangdoop. 27 ' De toenmalige paus Pius XII stelde zich zeer loyaal op ten aanzien van het Derde Rijk. En hoeveel nazi-oorlogsmisdadigers zijn er niet met hulp van het Vaticaan "gered"? Het is derhalve onaannemelijk dat rome een consolidatie van het Hitlerregiem ook in Nederland niet zou hebben uitgebuit. 28 '

Het komt mij derhalve voor dat de fixatietheorie ds. Kerstens politieke totaalvisie en het geheel van de politieke werkelijkheid al te zeer buiten beschouwing laat.

Overloop van SGP-stemmers naar de NSB

Tegen de achtergrond van de ernstige waarschuwingen van ds. Kersten tegen het nationaal-socialisme is het te begrijpen dat de SGP-stemmers in Zeeland, ook in het dorpje Waarde, geen behoefte gevoelden op de NSB te stemmen.

Het was de heer L.W. de Bree die de onjuistheid van de

stelling dat er een overloop zou zijn van SGP-stemmers naar de NSB aan de hand van cijfermateriaal overtuigend aantoonde.

In de Provinciale Zeeuwsche Courant van 2 november 1979 stond daarover:

"Er was, concludeert De Bree, geen sprake van overlopen van SGP-stemmers naar de NSB: 'In niet één Zeeuwse gemeente heeft zich dit verschijnsel voorgedaan. Het tegendeel: winst voor de SGP, waar de NSB krachtig naar voren trad, toonde ik verschillende keren aan.'" 29)

Passief

De houding van ds. Kersten ten aanzien van de Duitse bezetter wordt wel als "passief' bestempeld. 30 * Bij een dergelijke kwalificatie wordt echter onvoldoende recht gedaan aan de verzetsactiviteiten die ds. Kersten in de oorlog ontplooide.

Zeker is een dergelijke diskwalificatie misplaatst wanneer wordt meegewogen dat het overgrote deel van de Nederlandse bevolking geen hand heeft uitgestoken om Joden te helpen of anderszins verzetsactiviteiten te steunen. Ds. Kersten zocht in ieder geval nog mogelijkheden om hulp te bieden. En in het licht van zijn principiële afwijzing van het nationaal-socialisme is het bieden van hulp aan vervolgden door het nationaalsocialistisch regiem te verstaan.

Hij steunde het verzet moreel en financieel, hij zorgde voor onderduikadressen en nam zelf onderduikers in huis. 31) In een rapport van het Militair Gezag Politieke Opsporingsdienst Rotterdam vermeldde de rapporteur dan ook:

"Een verootmoedigen onder Gods slaande hand hield niet in een afstaan van verzet. In dezen heeft Ds. Kersten ook het onderduiken in zijn gemeente gestimuleerd." 32)

Nog actueel

Aan veroordelingen van ds. Kersten heeft het niet ontbroken. Reeds ds. Zandt schreef dat er "verdachtmakingen en uiterst grievende voorstellingen bij monde en bij geschrifte over Ds. Kerstens hoofd" zijn gegaan. 33) Ook na het sterven van ds. Kersten hebben verscheidene personen in de Gereformeerde Gezindte zich beziggehouden met het construeren van verdachtmakingen en grievende voorstellingen.

Wie echter de geschriften van ds. Kersten kent, weet dat hij ook als het ging om het waarschuwen tegen het nationaal-socialisme in gebondenheid aan de Schrift bezig was met - om de woorden van ds. Zandt te gebruiken - het behartigen van "de belangen van dat volksdeel, dat op staatkundig terrein de beginselen der vaderen deelde en dat deswege ons land overeenkomstig het onverminkte artikel 36 der aloude Nederlandse Geloofsbelijdenis bestuurd wilde zien." En ook nu nog zijn ds. Kerstens waarschuwingen tegen het nationaalsocialisme of hedendaagse varianten daarop zoals het neo-fascisme hoogst actueel.

Noten:

1) G. Roos, Ds. G.H. Kersten en het Nationaal-Socialisme, 1976, p. 21 (scriptie) 2) Roos, d.w., p. 22 3) W. Fieret, De Staatkundig Gereformeerde Partij 1918-1948. Een bibliocratisch ideaal, 1990, p. 201 4) M. Golverdingen, Ds. G.H. Kersten. Facetten van zijn leven en werk, 1993, p. 160 5) T.W. van Bennekom, De wachters op de muren, 1990, p. 114, 131 6) L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, dl. 1, Voorspel, 1969, p. 275 7) Golverdingen, a.w., p. 167 8) Handelingen Tweede Kamer, 1933-1934, 9 november 1933, p. 261 9) Handelingen Tweede Kamer, 1933-1934, 14 november 1933, p. 301 10) G.H. Kersten, Hunne Handelingen, 1936, p. 9 11) Handelingen Tweede Kamer, 1934-1935, 9 november 1934, p. 220 12) G.H. Kersten, Hoort de Roede, 1934, p. 12 13) Zie over ds. Niemöller: G. van Roon, Het Duitse verzet tegen Hitier, 1989, p. 68 e.v. 14) G.H. Kersten, "Ds. Niemöller", in: De Saambinder, 26 mei 1938 15) Golverdingen, a.w., p. 160 16) Handelingen Tweede Kamer, 1937-1938, 9 november 1937, p. 98 17) Handelingen Tweede kamer, 1937-1938, 9 november 1937, p. 99, zie ook 21 december 1937, p. 1028 18) L.J. Giebels, Beel. Van vazal tot onderkoning, 1996, p. 372 e.v. 19) Handelingen Tweede Kamer, 1938-1939, 8 november 1938, p. 169 20) Handelingen Tweede Kamer, 1937-1938, 7 december 1997, p. 667-671 21) Handelingen Tweede Kamer, 1938-1939, 16 juni 1939, p. 1997 22) Handelingen Tweede Kamer, 1938-1939, 27 juli 1939, p. 2218 23) Handelingen Tweede Kamer, 1938-1939, 8 november 1938, p. 168 24) Handelingen Tweede Kamer, 1939-1940, 8 december 1939, p. 763-764 25) G.H. Kersten, Vier Hoornen, in: Hoort de Roede, dl. 2, 1981, p. 11. Een studie over de relaties van het Derde Rijk en het Vaticaan is bijvoorbeeld: S. Friedländer, Pius XII en het Ille Rijk, 1964 26) W.Ch. Taverne, "Actualiteitenrubriek", in: Uitzicht, maart 1997, p. 4, A. Rivera, De Heilige Vaders. 1982, p. 22 e.v. 27) "De Joegoslavische kwestie nader bezien", in: In het Spoor, april 1995, p. 48 e.v. en de daar genoemde literatuur 28) Rivera, a.w., het hele werkje gaat hier in wezen over 29) Geciteerd uit: De Jong, a.w., dl. 14, Reacties, eerste helft, 1991, p. 62 30) C.S.L. Janse, Bewaar het pand. De spanning tussen assimilatie en persistentie bij de emancipatie van de bevindelijk gereformeerden, 1985, p. 89 31) J. Mulder, "Het bestaan en voortbestaan van de SGP", in: Van Goedertierenheid en Trouw, 1993, p. 45 32) Zie hierover meer uitgebreid: "Het einde van ds. Kerstens parlementaire loopbaan", in: In het Spoor, oktober 1990, p. 61 e.v. 33) R Zandt, "In memoriam Ds. G.H. Kersten", in: Beproefden om der Bijeenkomst wil, 1985, p. 387

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juni 1997

In het spoor | 40 Pagina's

DS. KERSTEN EN HET NATIONAAL-SOCIALISME

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juni 1997

In het spoor | 40 Pagina's