Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Beknopte overzichten van de menselijke kennis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beknopte overzichten van de menselijke kennis

DE ONTWIKKELING VAN DE ENCYCLOPEDIE

7 minuten leestijd

Men zegt weleens dat de eerste encyclopedie in de moderne zin van het woord verschenen is in 1728 in Engeland; het was de Cyclopaedia. De schrijver ervan, Efraim Chambers, had er een meesterwerk van gemaakt in slechts twee delen; de geringe omvang was mogelijk doordat de historische namen erin ontbraken; in de tegenwoordige encyclopedieën nemen die juist zo heel veel plaats in beslag.

De Cyclopaedia was alfabetisch en bevatte veel verwijzingen tussen de artikelen onderling. Chambers' navolgers doen dat vandaag nog: door een sterretje of een pijltje bij een naam die vaak met uitkomende letter gedrukt is, verwijzen zij naar een ander artikel met een verwante betekenis.

In (en)cyclopaedia zit het woord cyclus: het boek bevat een beknopte cyclus van alle menselijke wetenschap. In principe is een encyclopedie dus alomvattend, universeel. Men past het woord encyclopedie ook wel toe op een bepaalde wetenschap, vooral wijsbegeerte en theologie, dus daarom is een term als Bijbelse Encyclopedie misschien nog te verdedigen. Maar dat men in onze tijd zelfs al is gaan spreken van sport- en speelgoedencyclopedieën is een zeer duidelijke devaluatie, om niet te zeggen misbruik van het woord.

Al lang voor Chambers zijn er beknopte overzichten geweest van de menselijke kennis; de Romeinen zijn er al mee begonnen en in de Middeleeuwen en de Nieuwere Tijd is dat voortgezet. Ook buiten het Europees- Amerikaanse cultuurgebied zijn encyclopedieën vervaardigd, o.a. door Chinezen. De allergrootste van 11995 delen, geschreven ± 200 na Chr., is nooit gedrukt. Een andere, uit de achttiende eeuw,>van 5044 delen, is wel gedrukt; het British Museum bezit er een exemplaar van.

Traditie

De encyclopedieën waren meestal systematisch geordend (per'wetenschap dus), maar ook een alfabetische rang.schikking kwam voor. En in 1559 had er al zo'n werk de naam Encyclopaedia gedragen. Toch leken die maar weinig op de encyclopedieën van onze tijd. Chambers is in 1728 de grondlegger geweest van een traditie die tot in onze tijd voortleeft, men kan wel zeggen die de laatste tientallen jaren, speciaal in Nederland tot een bloei en een veelheid gekomen is als nooit tevoren. (Volgens de Oosthoek-Encyclopedie is die veelheid in het Nederlandse taalgebied o.a. toe te schrijven aan een „agressief verkoopbeleid". In de toekomst zal de maatschappij Oosthoek misschien een even agressieve propaganda gaan voeren als andere uitgevers; wij vernamen dat ze „wat meer aan de weg wil gaan timmeren" voor haar encyclopedieën.)

De eerste navolgers van Chambers waren J. H. Zedler, auteur van het Duitse Universal-Lexicon (68 delen) en de Franse Encyclopedisten. Onder redactie van Diderot en d'Alembert schreven de laatsten de „Encyclopédie ou Dictionnaire raisonné des sciences, des arts et des métiers" (35 delen). Daarmee had de naam encyclopedie voorgoed burgerrecht verkregen, ook al is men vooral in Duitsland nog heel lang de naam lexicon blijven gebruiken. Diderot en d'Alembert ontleenden zeer veel gegevens aan Chambers, maar ze gingen lang niet zo nauwkeurig te werk als hij; er werd bijvoorbeeld vrij dikwijls verwezen naar artikelen die niet bestonden! Het best en het mooist waren nog de delen over de ambachten, verlucht met prachtige gravures. Maar het was de auteurs ook helemaal niet begonnen om wetenschappelijke nauwkeurigheid; het waren „verlichte" revolutionairen, die geen God en geen meester erkenden. Alle moderne denkbeelden die in Chambers' Cyclopaedia nog enigszins verhuld waren geformuleerd, dreven zij, als echte radicalen, op de spits. Zo werd dus het eerste trio van Europese encyclopedieën voltooid: de Cyclopaedia, het Universal-Lexicon en de Encyclopédie van Diderot en d'Alembert.

Tweede generatie

Aan het eind van de achttiende eeuw kwam de „tweede generatie" encyclopedieën, een generatie die nog steeds herdrukt wordt. Dat waren de Encyclopaedia Britannica (1760-1771) in drie delen, thans uitgebreid tot 24 delen; en de Grosse Brockhaus (1796-1808) in zes delen, thans 24 delen. De Grosse Brockhaus heette in de eerste druk Konversations-Lexicon.

Een halve eeuw later kwam er een nieuw Duits Konversations-Lexicon dat ook nog steeds herdrukt wordt, dat van J. Meyer, zes delen, thans 25 delen. Om zijn grote betrouwbaarheid is Meyer zeer beroemd geworden. Hij is dikwijls als bron gebruikt (en wordt misschien nog wel gebruikt) door de encyclopedieschrijvers die na hem gekomen zijn. Enige tijd later (1866-1882) kregen ook Frankrijk en Nederland een encyclopedie die nog steeds gangbaar is, de Larousse en de Winkler Prins. De Winkler Prins, 16 delen (1870-1882), waarvan de achtste druk in 25 delen thans wordt uitgegeven, is geschreven door Antony Winkler Prins, die predikant is geweest o.a. te Veendam, bij de Doopsgezinde Broederschap, waar hij veel gedaan heeft voor de ontwikkeling van de veenkoloniën. Ook met het schrijven van zijn encyclopedie wilde hij het volk verheffen. In dezelfde geest werkte in Frankrijk Pierre Larousse die van 1866 tot 1876 zijn Dictionnaire universel du XlXe siècle had gepubliceerd.

Winkler Prins, Meyer en Larousse worden ook thans nog herdrukt. Wanneer we daar nog bijvoegen de boven reeds genoemde Brockhaus en de Encyclopaedia Britannica, hebben we al een groot aantal belangrijke encyclopedieën die nu nog verkrijgbaar zijn. In de Verenigde Staten verschijnt jaarlijks een nieuwe druk van de Encyclopedia Americana (30 delen) en de Colliers Encyclopedia (21 delen). Tenslotte is ook de aloude Chambers, uit 1728, uitgebreid tot 15 delen, weer op de markt gekomen.

Ondanks dit indrukwekkende aantal delen zijn dit toch niet de omvangrijkste die de laatste 100 jaar verschenen zijn. Encyclopedieën met 40 delen of meer zijn verschenen in Lissabon (40 delen, 1935-1960), Milaan (73 delen, 1930-1962), Madrid (72 delen, vanaf 1910) en Moskou (86 delen, vanaf 1891). De namen ervan zijn: Grande enciclopédia portuguesa brasileira, Enciclopedia universale illustrata, Enciclopedia universal ilustrada europeo-americana en Entsiklopeditsjekii Slovar.

Systematisch

Na de Tweede Wereldoorlog is er in Nederland een experiment geweest met een systematische encyclopedie. Toen is de E.N.S.I.E. uitgegeven, de Eerste Nederlandse Systematisch Ingerichte Encyclopaedie. Tegen deze rangschikking op zichzelf is niets in te brengen; Diderot en d'Alembert deden het trouwens ook zo. Maar de mens van tegenwoordig leeft nu eenmaal te snel om lange verhalen te gaan zitten lezen. De artikelen moeten liever niet langer zijn dan een kolom. Naar we van de redactie van Oosthoek vernamen, werkt men er bij het maken van encyclopedieën dan ook op aan om de artikelen zo kort mogelijk te maken. In dezelfde Oosthoek bij het artikel Encyclopedie kunnen we vinden dat encyclopedieën tegenwoordig vooral ook geschreven worden voor televisiekijkers en puzzelaars, die gauw willen weten wat een bepaald woord betekent.

Of dit een gunstige ontwikkeling is, is een tweede. Maar er is iets anders dat we duidelijk negatief moeten beoordelen. Toen de E.N.S.I.E. verscheen, vlak na de oorlog, stelde de redactie het geestelijke voorop; de wijsbegeerte en de theologie. Tien jaar later, in de A.N.S.I.E. stonden wijsbegeerte en theologie helemaal achteraan. Toen was men het materiële, wis- en natuurkunde, belangrijker gaan vinden.

Ideëel doel

De ontwikkeling van encyclopedieën in het algemeen heeft haar geschiedenis. Want nog veel belangrijker dan de boven gegeven opsomming van al die namen, delen en jaartallen is het, eens na te gaan welk idee doel de verschillende schrijvers in de verschillende tijden hebben nagestreefd. DIDEROT was een „verlichte" revolutionair die de wereld wilde vernieuwen door het oude, de kerkelijke en politieke instellingen, af te breken.

ANTONY WINKLER PRINS, PIERRE LAROUSSE en hun tijdgenoten waren intellectualisten. Zij geloofden in de leuze: „Kennis is macht". Die kennis wilden ze netjes rangschikken en binnen het bereik brengen van iedereen.

DE REDACTIE VAN DE E.N.S.I.E. is tot het plan voor haar encyclopedie gekomen tijdens de rasverheerlijking van de Tweede Wereldoorlog. Deze „biologische" cultuur van Adolf Hitler wilde zij vervangen door geestelijke, religieuze waarden, vandaar dat de geesteswetenschappen voorop staan.

DE REDACTIE VAN HET SPECTRUM is progressief en gelooft niet meer in de almacht van de wetenschap. Zij wil daarom de lezer geen massa feiten in handen geven maar wel uitgangspunten en richtlijnen. Dan kan de moderne, de „mondige" mens daaruit zelf zijn conclusies trekken. En zij is bezield door een revolutionaire geest, evenals Diderot, waarmee ze zichzelf vergelijkt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 1980

Reformatorisch Dagblad | 64 Pagina's

Beknopte overzichten van de menselijke kennis

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 1980

Reformatorisch Dagblad | 64 Pagina's