Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Getroost onder het kruis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Getroost onder het kruis

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een dubbele vorm van kanker knakte de gezondheid van ds. H. Harkema. Toen een arts bij zijn vrouw acute leukemie constateerde, werden de omstandigheden nog donkerder. Toch hield hij goede moed. „We zijn ervan overtuigd dat de Heere het beter weet dan wij.

Voor hervormd gereformeerden is de naam van dominee Harke Harkema (70) onlosmakelijk verbonden aan Onstwedde. Gedurende 22 jaar was hij daar predikant. Begin 2013 keerde hij terug naar het Groningse dorp, naar hij dacht voor enkele maanden. Na een succesvolle behandeling van prostaatkanker bleek hij ook de ziekte van Kahler te hebben. Door zijn lichamelijke conditie was hij niet in staat een afscheidspreek te houden in Middelharnis, zijn laatste gemeente. Dat deed prof. A. de Reuver in zijn plaats.
Met een uitermate broos lichaam verhuisde hij met echtgenote Ina van Middelharnis naar Onstwedde, in de verwachting dat zijn laatste reis nabij was. God beschikte anders. Er kwam een keer ten goede in het ziekteproces. De blijdschap die dat gaf, werd overschaduwd door nieuwe zorgen. Bij Ina, die al een beenmergafwijking had, werd acute leukemie geconstateerd. Ter bestrijding van de ziekte onderging ze een stamceltransplantatie. „We zijn hier door een diep dal gegaan en tegelijk op wonderlijke wijze geholpen”, constateert de predikant. Bij hemzelf liep een beoogde stamceltransplantatie met eigen stamcellen op niets uit. „Ik heb wel het hele voortraject gehad, met zware chemokuren, maar het oogsten van de stamcellen lukte niet.”

Preekstoel
„We hadden ons de emeritaatsperiode anders voorgesteld”, bekent zijn echtgenote. „Mijn man heeft altijd een heel druk leven gehad. Ik dacht dat hij het na zijn 65e verjaardag wat rustiger zou krijgen. In plaats daarvan kregen we het druk met doktersbezoeken, onderzoeken en behandelingen.”
De hervormde emerituspredikant telt vooral zijn zegeningen. Zijn lichaam is zwak. Dagelijks komt een wijkverpleegster hem wassen. In de loop der jaren werd hij ruim 20 centimeter korter, door inzakkende ruggenwervels. De pijn die dat meebrengt, wordt onderdrukt door morfinepleisters.
„Maar daar staat heel veel tegenover. We mogen nog samen zijn, hebben een fijn huis en genieten van de kinderen en kleinkinderen. Dat hadden we misschien anders beleefd als ik mijn gezondheid had behouden. Dan was ik waarschijnlijk hulp in een gemeente geworden, net als mijn vader. Die heeft na zijn emeritaat nog jaren in Bilthoven gewerkt. Een ander pluspunt is, dat hier in de jaren van mijn predikantschap veel goede contacten zijn ontstaan. Die liepen na onze terugkeer gewoon door.”
Het zwaarst was de wetenschap dat het preken definitief tot het verleden behoorde. „Kijk, daar ligt de pastorie. Ik vond het écht moeilijk als ik zondagmorgen vanuit ons appartement het bureaulampje in de studeerkamer zag branden. Dan dacht ik: dat is míjn plekje. De verkondiging van het Evangelie en de voorbereiding daarvan is het heerlijkste werk. Zelfs nu droom ik soms nog dat ik ergens op de preekstoel sta.”

Afleiding
En dan is er de continue lichamelijke pijn. Die wordt maar gedeeltelijk onderdrukt door de morfinepleisters. „Ik zoek bewust afleiding. Dan heb je er minder last van. In Middelharnis heb ik een tijdje zittend gepreekt, vanwege ernstige rugpijn door de prostaatkanker. Zodra ik begon te preken, had ik er geen last meer van. Ook bezoek van familie en vrienden is een goede remedie.”
Nadat in Middelharnis bekend was geworden dat hij een ernstige vorm van kanker had, vroegen enkele gemeenteleden aan de kerkenraad een speciale gebedsdienst te beleggen. „Dat wilde ik niet. De dominee moet niet een aparte status krijgen. Ik heb voorgesteld in een dienst bijzondere aandacht te besteden aan álle zieken van de gemeente. Ook de mensen die chronisch ziek zijn. Die worden heel gemakkelijk vergeten.”
Met zelfmedelijden had hij nooit te kampen. Met opstandigheid evenmin. „Bij mijn vrouw is het net zo. Dat is geen verdienste van ons, maar een grote zegen van God. We zijn ervan overtuigd dat de Heere het beter weet dan wij. In al mijn gemeenten heb ik een serie preken over Job gehouden. Ik heb altijd beseft dat niet wij God ter verantwoording moeten roepen, maar dat God ons ter verantwoording roept. Daarin speelt ook mijn karakter mee, maar het geloof staat toch voorop. Als de kern daarvan vertrouwen is, kan het weleens wankelen maar het valt niet om. We weten dat de dingen niet bij geval gebeuren, maar ons uit Gods Vaderhand toekomen. Ik leef bij de dag, steunend op het Woord. Wat dat betreft ben ik een echte calvinist. De Geest gebruikt de Schrift om ons te bemoedigen of te vermanen, net wat we op dat moment nodig hebben.”

Bestraffing
De blijmoedige predikant heeft niet de indruk dat de ziekte hem wezenlijk heeft veranderd. Wel maakt de pijn hem volgens zijn vrouw wat minder ad rem. „Hij had altijd heel veel humor. Door de morfine gaan zijn gedachten wat trager dan vroeger.”
Zijn concentratievermogen nam geleidelijk weer toe. „Dat is een geweldig voorrecht, zeker bij het lezen. Ik heb met mezelf de afspraak gemaakt dat ik afwisselend een theologisch boek, een kerkhistorisch werk en een goede roman lees. Daar beleef ik veel vreugde aan. Een roman las ik vroeger vrijwel nooit. Daar had ik geen tijd voor, afgezien van vakanties. Net als bezoek biedt lezen afleiding. En het geeft verwondering. Over wie God is en wat Hij doet in deze wereld en in de geschiedenis. In het begin vond ik het jammer dat ik datgene wat ik las niet meer kon doorgeven in mijn preken. Dat is helemaal verdwenen.”
Elke morgen blijft er bij het wakker worden het besef ongeneeslijk ziek te zijn. „Ik heb een vaste catheter. Dat is een hinderlijk ding. Bovendien kan ik alleen op mijn rug liggen. Dat geeft na het ontwaken zó’n machteloos gevoel. Als ik niet oppas, komt er spierkramp bij. Heel voorzichtig werk ik mezelf uit bed, loop met mijn catheterzak naar de woonkamer en ga in deze stoel zitten. Mijn bestraffing is er alle morgen. Niet in de zin dat ik mijn ziekte als een straf voor specifieke zonden ervaar, maar de kwaal is wel in algemene zin een gevolg van de zonde. Het liefst zou ik uit bed springen of soepel in de auto stappen. Dat is er voor mij niet meer bij.”
Toen ook zijn vrouw ernstig ziek werd, vroeg hij zich af hoe het verder moest. „Ik leunde heel sterk op haar. Op een gegeven moment was ze net zo machteloos als ik. Toch zijn we er doorheen gekomen. Als de een het niet meer zag zitten, had de ander net weer wat moed. En we hebben heel veel steun gehad van de kinderen, de kleinkinderen, vrienden en bekenden. Dat meeleven, in allerlei vorm, is goud waard. We hebben ook ongelooflijk veel post gehad, die ons vaak heeft bemoedigd.”

Kruis
Door zijn werk voor de gehandicaptenvereniging ”Op weg met de ander”, waaraan hij drie decennia als voorzitter leiding gaf, maakte ds. Harkema jaren geleden al intensief studie van het spreken van de Schrift over ziekte en zorg. Op instructiedagen gaf hij adviezen aan zieken, gehandicapten en hun omgeving. „Het is de roeping van de gemeente om werkelijk mee te lijden. En voor de zieke zelf om het kruis achter Jezus Christus aan te dragen.”
In vakantieweken voor gehandicapten zag hij daar indrukwekkende voorbeelden van. „Ik was diep onder de indruk van de wijze waarop sommige deelnemers met hun handicap omgingen. Dan dacht ik: hoe zou ik zijn als mij iets dergelijks overkwam? Nu me een aantal dingen ís overkomen, ben ik blij dat ik door de contacten met deze mensen een beetje de weg weet, om het maar zo te zeggen. En dat ik persoonlijk de waarde ervaar van de adviezen die ik destijds gaf. Het waren blijkbaar geen goedkope woorden. Bovendien weet ik dat er mensen zijn die een nog veel zwaarder kruis dan het mijne te dragen hebben, en toch blijmoedig door het leven gaan.”
Sommige Bijbelgedeelten kregen voor de Groningse predikant een lading die ze vroeger niet hadden. „Vooral de teksten over het komende Koninkrijk. Straks is niet alleen de zonde voorgoed weg, maar ook alles wat erdoor teweeg is gebracht. Dan kan ik weer springen. Dat moet héérlijk zijn. Soms vragen mijn vrouw en ik ons af wat ons hier beneden nog te wachten staat. Dan bidden we of we het vertrouwen in Gods Vaderlijke zorg mogen behouden. Dat geeft weer nieuwe moed. God vergist Zich niet.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 september 2017

Terdege | 108 Pagina's

Getroost onder het kruis

Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 september 2017

Terdege | 108 Pagina's