Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenplaatsen en hun bewoners

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenplaatsen en hun bewoners

Wanneer je dit goed wilt onderhouden moet je miljonair zijn"

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Stoere kastelen, statige buitenplaatsen, door geboomte omgeven states. Ze herinneren aan de tijd waarin de gegoede stand zich kon permitteren een sprookjesachtig bestaan te leiden op een beschermd landgoed. Voor de meeste hedendaagse bezitters is de romantiek eraf. Tal van buitenplaatsen zijn noodgedwongen verkocht aan bedrijven, instituten en scholen of ondergebracht in een stichting. Een klein deel is nog steeds particulier bezit. Een blik achter de coulissen van Dekema State en huize Suideras.

De twee meter hoge slotmuur van Dekema State is gekroond met rode dakpannen. Oud geboomte weert het zonlicht van het smalle voetpad dat erlangs loopt. De brug over de met lelies begroeide slotgracht is voorzien van een sierlijke poort, getooid met leeuwen en wapens. Boven de poortdeur is een bijbeltekst aangebracht, in het Fries: "Tankje God yn alles". Vanuit een met druif begroeid prieeltje roept Gerard van Wageningen dat we verder kunnen komen. Als telg van het aanzienlijk geslacht Van Wageningen weet hij zich geroepen het familiebezit voor het nageslacht te bewaren. > Geen eenvoudige taak. De eeuwen rusten zwaar op Dekema State. De Monumentenwacht weet met bescheiden middelen het dak lekvrij te houden, maar voor een grondige renovatie ontbreken de financiële middelen.

Zonderling
In de antieke eetkamer verhaalt de oud-journalist de bewogen historie van zijn onderkomen, die rond 1400 aanvangt. Nimmer werd het bezit verkocht. Hij is de negentiende generatie op de state. Door het huwelijk van jonkvrouw Juliana Lucia Elisabeth Maria Houth en Gerardus van Wageningen in 1791 kwam de eerste Van Wageningen op Dekema State. Voor de dorpelingen behoort diens verre nazaat nog steeds bij de import. „We wonen hier tenslotte nog maar 202 jaar." Oom Jan, die aan zijn naam "thoe Dekema" toevoegde, leidde nog een onbekommerd bestaan op zijn bezit bij Jelsum. Hij leefde van de inkomsten van de landerijen en liep verder de hele dag Fries te wezen. Onder invloed van zijn jeugdvriend Troelstra, de Friese dichter die later bekendheid zou verwerven als socialistisch voorman, wilde hij de Friezen overtuigen van de volwaardigheid van hun taal, ook voor kerkelijk gebruik. Om die reden liet hij de poort van de slotbrug voorzien van de Friese bijbeltekst. Hij het zich zelfs een Fries kostuum aanmeten. Het hielp allemaal niet veel. De dorpehngen beschouwden hem als een zonderling.

Salon-socialist
Na oom Jan ("schrijf alsjeblieft geen ome Jan, want dan loopt me een luis over de lever") kwam diens broer Hein, de vader van de huidige eigenaar, op de state. Ook een vriend van Troelstra, die de dichter in tegenstelling tot oom Jan volgde in diens socialistisch streven. Vele jaren hield hij zich bezig met het corrigeren van de werken van Vondel voor de Wereldbibliotheek, uitgever van deze geschriften. „Dat was een soort levensvulling voor hem." Onder Hein werd de keuken, met daarin de bedstee voor de meid, verbouwd tot eetkamer. De socialist was van mening dat het kind boven een eigen kamertje behoorde te hebben. Ze at ook aan tafel mee, tot verbijstering van het dorp. „Vader was een socialist van de daad. Wel een echte salon-socialist. Ik weet nog dat hier ene Pietersma kwam, die vader aansprak met Van Wageningen. Waarop vader zei: ik mag jou wel Pietersma noemen, maar jij zegt tegen mij menéér. Het was in die tijd chic om socialist te zijn. Mensen als Willem Kloos en Jan Toorop waren het ook. In dat milieu vertoefde vader."

Oud en schor
Vader Hein noemde Dekema State al een blok aan zijn been. Onder Gerard is dat er niet beter op geworden. „Als je dit goed wilt onderhouden moet je minstens miljonair zijn. De brug en een deel van de kademuur zijn gerestaureerd. De rest van de kademuur heb ik laten zitten, omdat ik er domweg geen geld voor heb. Dat is sneu, maar het is niet anders." Een Schwarzwaldklokje laat z'n schorre slag horen. „Die lijkt op mij", stelt de 73-jarige bezitter met een trieste glimlach vast. „Oud en schor." De omvang van de landerijen is door de laatste vererving sterk verminderd. Daar komt bij dat de inkomsten uit pacht minimaal zijn, terwijl bosbouw zelfs geld kost. De aow-uitkering die de voormalige journalist beurt, zet ook geen zoden aan de dijk. Na ampel overleg met zijn Deense echtgenote Mona Bay Andersen besloot hij in 1990 om de state drie middagen per week open te stellen. In hetzelfde jaar werd de Vereniging van Vrienden en Vriendinnen van Dekema State opgericht. Het loopt niet storm, maar alle beetjes helpen.

Tragedie
De rondleidingen verzorgt Van Wageningen zelf, samen met zijn vrouw. Ondanks zijn door longemfyseem verzwakte longen doet hij met grote emotionele betrokkenheid verslag van het wel en wee van de state en haar bewoners. Daarbij gesteund door een overvloed van schilderijen en portretten in de grote zaal, die destijds in Lodewijk XVI-stijl werd ingericht. Vanachter de lezenaar wijst hij met een ouderwets doceerstokje verre voorouders aan en vertelt hun historie, die ook zijn historie is. De namen buitelen over elkaar. Soms lijkt hij meer voor zichzelf dan voor ons te spreken. Zijn met armstukken gerestaureerde manchester jasje staat in schril contrast met de kostbare kostuums en zijden japonnen van de afgebeelde dames en heren. Het verval woekert voort. De gordijnen zijn aan vernieuwing toe, de vloerbedekking is versleten, het geteisterde behang heeft op sommige plaatsen niet meer de kracht om de muur vast te houden. Tragedie in Jelsum. Met als hoofdrolspeler een bejaarde journalist, die het zonder het vermogen van het voorgeslacht moet doen, maar iets van hun gratie heeft behouden.

Havank
Van de grote zaal trekken we naar de noordgang en doen onderweg de 13e-eeuwse wijnkelder aan. In de noordgang geven gravures een beeld van de state in vroeger tijden. Een vitrine bevat onder meer de zegelring van de schrijver Havank, die hier een deel van zijn misdaadromans schreef Een inspirerende omgeving voor het vervaardigen van dergelijk werk, want ook Gerard schreef twee detectives: "De glimlach van Eleonora" en "Het teken van de overkant". Achter in de gang, voor een serie foto's waaronder een plaatje van vader Van Wageningen met zijn vriend Troelstra, staat de eerste fiets van Hein. Rond 1880 gefabriceerd door een smid uit Deventer. De blauwe gang voert langs de boekerij, eens het studeervertrek van oom Jan. Een deel van zijn Fries kostuum is bewaard gebleven. Boven de schoorsteenmantel hangt een gravure van Balthasar Bekker, de verlichte predikant die in zijn "Betoverde wereld" niet alleen afrekende met allerlei vormen van bijgeloof, maar ook engelen naar het rijk der fabelen verwees. Hij vond zijn graf injelsum. Van elk voorwerp, elke foto, elk schilderij kent Van Wageningen de geschiedenis. „Ik heb er veel voor over om dit bezit in de familie te houden. Mijn zoons vormen de twintigste generatie op Dekema State. Maar of de lijn voorgezet kan worden..." Weifelend haalt hij de schouders op.

Huize Suideras
Het is een probleem waar alle particuliere bezitters van landgoederen mee worstelen. Al weet de een beter het hoofd boven water te houden dan de ander. Jonkvrouwe Maria van Nispen tot Sevenaer-Ruijs de Beerenbrouck maakt een montere indruk. Haar onderkomen is met z'n honderd jaren aanmerkelijk jonger dan Dekema State en daardoor minder aangetast door de tijd. Daar staat tegenover dat de omvang onvergelijkbaar is. De dorpelingen van Vierakker spreken niet ten onrechte over "het kasteel". Met de bouw van het huidige Suideras werd in 1890 begonnen, omdat het oude huis niet meer te restaureren viel. Opdrachtgever was baronesse Johanna van der Heijden van Doornenburg, grootmoeder van de huidige eigenares. De eetkamer heeft de afmetingen en de staatsie van een ridderzaal. De pracht van meubilair en aankleding wordt vandaag helaas verhuld door de groene rolluiken aan de buitenzijde van de vensters, waardoor geen sprankje zonlicht binnen kan komen. Ook de meeste vensters in de woonkamer zijn afgeschermd. De 90-jarige jonkvrouw zetelt voor een van de niet-verduisterde ramen, met daarin de gebrandschilderde wapens van de families Van der Heijden van Doornenburg en Van Voorst tot Voorst. Op het tafeltje voor haar zetel staat een zilveren theestel. Met aangeboren adeldom schenkt ze ons een kopje thee in. Haar 98-jarige echtgenoot, jonkheer mr. Carel van Nispen tot Sevenaer, verricht in een van de vertrekken op de bovenverdieping zijn wetenschappelijke arbeid.

Bestuurlijke activiteiten
In 1942 kwam de jonkvrouwe, de oudste dochter van de voormalige minister-president jonkheer mr. Charles Ruijs de Beerenbrouck, met echtgenoot en twee kinderen bij haar moeder en zuster op Suideras inwonen. Hun woning in Scheveningen hadden ze noodgedwongen moeten verlaten vanwege de verplichte evacuatie in verband met de aanleg van de zogenaamde "Westwall". Voor Maria was de verhuizing geen straf. Vanaf haar vroege jeugd had ze de vakanties doorgebracht op het landhuis van haar moeder, met z'n tientallen kamers. Een deel van de vertrekken was toen nog voor het personeel. „Mijn moeder had vier meisjes voor dag en nacht." Met de huishouding hoefde Maria zich dan ook niet te bemoeien. Al haar tijd kon ze besteden aan bestuurlijke activiteiten. Haar begaafdheid op dit terrein bleef niet onopgemerkt. Vanaf 1943 hield ze zich bezig met het opzetten van rooms-katholieke vrouwenorganisaties. Ze was voorzitster van "Het Dorp" in Arnhem. Bestuurslid van de KRO. Lid van de Gezinsraad en het Centrum voor Staatkundige Vorming, de denktank van de KVP. Bestuurslid van de > vroedvrouwenschool te Heerlen en van Nederlands Cultureel Contact. En, om niet meer te noemen, het eerste vrouwelijke lid van een ruilverkavelingscommissie. Ze vertegenwoordigde in dit orgaan de landgoedbezitters.

Emotionele band
In 1948 werd Suideras het persoonlijk bezit van de bijdehante jonkvrouw en haar zuster barones Van Voorst tot Voorst, die vorig jaar overleed. Nu runt ze het hele landgoed. Haar man wil ze er niet mee vermoeien. Die heeft al genoeg aan zijn hoofd. De hoogbejaarde publicist van wetenschappelijke werken over onder meer het marxisme, het Duitse recht in bezet gebied en de crisis in kerk en maatschappij, mag nog graag studeren. Bovendien beheerde hij al een landgoed van de Van Nispens in Wehl. Het vraagt veel inventiviteit van de adellijke dame om het bezit rendabel te houden en Suideras te bewaren. „Het is een kolossale kast. Je zou het nooit meer zetten en er ook nooit intrekken als je er niet zo'n sterke emotionele band mee had. Ik ben hier getrouwd, onze dochter is hier getrouwd, onze kleindochter is hier getrouwd... Die komt nu in de andere helft van het huis wonen, met haar man en twee kindertjes. Dat vind ik ontzettend leuk. Dan gaat het huis weer leven."

Lezingen
De kleinere boerderijen op het tweehonderd hectare tellende landgoed heeft de bejaarde eigenares laten verbouwen tot landhuizen. „Die verhuur ik, meest aan mensen die uit het westen komen en het hier heel erg prettig hebben. Daar drijf ik op. Ik maak er zo veel meer van dan wanneer ik die boerderijtjes had verpacht. Je moet zorgen dat je financieel uitkomt. Op bos en landbouw moet je tegenwoordig toeleggen. Ik houd ook de hele administratie van het landgoed in eigen hand en voer zelf het overleg met de belastingdienst. Een probleem is wel dat ik alles in m'n hoofd heb en maar weinig op papier. Dat maakt het moeilijk om m'n taak over te dragen." De voortvarende jonkvrouw is daarnaast al twintig jaar de motor achter de jaarlijkse winterlezingen in Vierakker. Aanvankelijk werden die op Suideras gehouden, maar de belangstelling is dusdaning gegroeid dat men is uitgeweken naar het parochiehuis. Een voor de hand liggende locatie, want de parochiekerk en het parochiehuis werden aan Vierakker geschonken door grootvader baron Van der Heyden van Doornenburg. Mensen als schrijfster Hella Haasse, cultuurfilosoof prof Schuurman, staatssecreatris Yvonne van Rooy en Dickenskenner prof Lokin houden hier hun referaten over maatschappelijke, pohtieke, sociale en geestelijke onderwerpen.

Koken
Tóeii het oude personeel, onder wie de dienstmaagd die de maaltijden bereidde, van Suideras naar het bejaardenhuis ging, besloot het adellijke echtpaar bij "de zusters" in Baak te gaan eten. Tot Van Nispen een lelijke val maakte en geruime tijd niet kon lopen. „We waren inmiddels vijftig jaar getrouwd, maar ik had nog nooit een aardappel gekookt. Dan begin je met Iglo en erwtensoep. Dat heb ik geleidelijk uitgebreid en al vlug vond ik het koken zo leuk dat ik het ben blijven doen. Ik heb nog een heel lieve hulp die een deel van het koetshuis bewoont. Een andere lieve hulp komt een halve dag in de week. En dan is er nog een die inspringt als het nodig is. Zo'n leger personeel als vroeger is vandaag niet meer te betalen."

Triest
Om de bezitters van buitenplaatsen te ondersteunen in hun zware taak werd twintig jaar geleden de Stichting tot behoud van Particuliere Historische Buitenplaatsen opgericht, waarvan Van Nispen tot Sevenaer de eerste voorzitter was. De stichting behartigt de belangen van de aangesloten landgoedbezitters en stelt hoveniers beschikbaar tegen gereduceerd tarief Ook Gerard van Wageningen is erbij aangesloten. Zijn bezit staat er aanmerkelijk minder rooskleurig voor dan huize Suideras. De state is enkele keren belegerd en zelfs gedeeltelijk verwoest geweest. De muren zijn vele malen opgekalefaterd, met materiaal dat voorhanden was: kloostermoppen, rooswinkels en Friese geeltjes. Met een grondige restauratie van interieur en exterieur zijn miljoenen gemoeid, weet de eigenaar. En die heeft hij niet. De hoop van de eigenaar is nu gevestigd op zijn twee zoons, Severin en Jan, die het pad van de kunst zijn opgegaan. Wellicht gaat het hun maatschappelijk voor de wind. Van goedgeefse derden moeten ze het niet verwachten, heeft hun vader geleerd. „Iedereen zegt: wat fijn dat die mensen zich zo inspannen om een stuk cultuur voor het nageslacht te bewaren. Maar zodra er centen gevraagd worden, trekt iedereen zich terug. Het is triest, maar zo is het wel. Toch blijf ik optimistisch, want ik ben hier een gelukkig mens."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 augustus 1993

Terdege | 68 Pagina's

Buitenplaatsen en hun bewoners

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 augustus 1993

Terdege | 68 Pagina's