Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ds. D. Rietdijk: „Het is niet een kweestie
van plus- en minpunten noteren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ds. D. Rietdijk: „Het is niet een kweestie van plus- en minpunten noteren

De Dominee heeft een beroep(2)

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Is in hervormd gereformeerde kring sprake vaneen kandidatenoverschot, binnen de GereformeerdeGemeenten is de vraag aanmerkeUjkgroter dan het aanbod. Dat geeft aan het beroepingswerkin dit kerkverband een bijzonderelading. Het is niet ongebruikelijk dat een beroepbaargestelde student dertig beroepen ontvangt.Wat betekent het voor een dienaar vanhet Woord om de belangstelling van tienduizendenop zich gericht te voelen? In gesprek met ds.D. Rietdijk, predikant van de Gereformeerdegemeente in Moerkapelle.

In 1967 beëindigde registeraccountant D. Rietdijk een loopbaan bij een bekend accountantskantoor en begon de opleiding aan de theologische school van de Gereformeerde Gemeenten in Rotterdam. Vier jaar later nam hij het beroep aan naar zijn eerste gemeente: Veenendaal. Daarna volgden Vlaardingen en Middelburg. Acht jaar geleden kwam hij over naar Moerkapelle.

In zijn optreden verraadt de predikant nog iets van zijn oude beroep. Gemoedelijkheid is hem vreemd. Zijn spreken wordt gekenmerkt door een zakelijke nuchterheid. „Wat ik heb te brengen is het Woord en niets anders dan het Woord." Door het grote predikantentekort was het voor Rietdijk en zijn vier medestudenten duidelijk, dat ze een golf van beroepen konden verwachten. Die kwam dan ook. Op Rietdijk werden er zo'n twintig uitgebracht. Het exacte aantal weet hij niet meer.

Golf van beroepen
Wordt de emotionele betrokkenheid bij een beroep geringer ah er zo 'n vloed van beroepen over je heen spoelt? „Ik heb dat niet zo ervaren. Het feit dat je voor de eerste keer beroepen wordt, grijpt emotioneel diep in.Het is een bevestiging dat de Heere je in Zijn wijngaard wil gebruiken. Zo wordt dat ook door Brakel verwoord in zijn Redelijke Godsdienst. Dat maakt het eerste beroep tot een groot moment. Het maakt dan niet zo veel verschil of je door drie of door twintig gemeenten wordt beroepen. Al krijg je vijftig beroepen, het gaat uiteindelijk om dat ene beroep en de noodzaak daar licht in te krijgen. De grote vraag is: waar wilt U Heere, dat ik heen ga? Dat is een zaak van gebed, van acht geven op het Woord van God. Een zaak ook van liefde, want het is de liefde die verbindt. Voor mij was dat het geval met de gemeente van Veenendaal. Dan is het niet zo belangrijk wat er verder nog komt. De beslissing is innerlijk al gevallen."

Gemiddelde ligging
Theologische studenten van de Gereformeerde Gemeenten trekken in hun studietijd zeer intensief met elkaar op. Maakt dat het niet wat pijnlijk als de een drie beroepen krijgt en de ander dertig? „Ik heb dat niet zo ervaren. Je was blij als de ander ook zijn plek wist en daar terecht kwam. Nu lagen de beroepen bij ons evenredig over de vijf studenten verspreid, maar dat was ook vroeger niet altijd het geval. Er zijn uit de jaren '30 en '40 voorbeelden bekend van kandidaten die veel en van andere die weinig beroepen ontvingen. Het kan met welsprekendheid te maken hebben. Het is begrijpelijk dat een gemeente de voorkeur geeft aan een man naar wie je gemakkelijk luistert. Ook de ligging van een predikant speelt een rol. Komt die overeen met de gemiddelde ligging van het kerkverband, dan maakt dat de kans op een beroep groter."

Topper
Ak studenten van de Gereformeerde Gemeenten heroepbaar worden gesteld, treedt als ik me niet vergis bij veel gemeenteleden een soort wedstrijdgevoel op: Hoe hoog scoort een bepaalde kandidaat. „Ik herken dat wel ja. Je moet eerlijk zeggen dat dat een wereldse houding is, die zelfs naar afgoderij kan neigen. Wie wordt de topper? We moeten altijd maar denken aan het woord van Paulus. Paulus plant, Apollos maakt nat, maar het is God die de wasdom geeft. Of Paulus of Apollos komt, doet niet terzake. Daar mochten we wel eens wat meer erg in hebben." De betrokkenheid bij het heroepingswerk is in een kleiner kerkverband met veel vacante gemeenten in het algemeen groter. Dat waardeert u positief? „Zeker. Meeleven met een beroepen predikant is een goede zaak. Mits dat meeleven maar niet uitmondt in een soort applaus als hij een gewenste beslissing neemt. Dan zijn we puur menselijk bezig."

Keurslijf
"Wat betekent het om ah theologisch student zo massaal de aandacht van een heel kerkverband op je gericht te voelen, zeker ak je beroepen wordt? „Persoonlijk heb ik dat niet als belastend ervaren. Het toegroeien naar een beslissing is een proces dat zo diep in je leven ingrijpt, dat het totaal aan je voorbij gaat dat er veel mensen zijn die elke dag nieuwsgierig de krant opslaan om te zien waar je naartoe gaat. Dat heeft denk ik ook met je karakter te maken. En hoe sterk zijn je benen, om al die aandacht te kunnen dragen." Ik kan me voorstellen dat je je in zo 'n situatie snel in een keurslijf laat dringen, om voor alle gemeenten maar een zo gunstig mogelijke figuur te slaan. „Ik denk dat er niet één student is die daar helemaal aan ontkomt. Meestal zie je dat die gevoeligheid voor reacties van buitenaf afneemt als een predikant wat meer ambtelijke ervaring krijgt en daardoor ook meer mensenkennis. Je raakt dan minder gericht op mensen en meer op de taak die op je rust: het verkondigen van het Woord van God." Blijft toch staan dat sommigen een blijvende gedragsverandering ondergaan en het verdere van hun leven zorgelijker kijken en gebukt gaan onder 's mensen overlast. „Dat psalmvers bevat inderdaad een treffend gebed voor deze situatie. "Verlos mij Heer' van 's mensen overlast." Dan weet je je vrij, niet in een soort losbandigheid, maar vrij in de gebondenheid aan de Heere en Zijn Woord alleen. Meestal duurt het een poosje eer het zover is." Zitje eenmaal in het keurslijf, dan lijkt het me niet zo eenvoudig om. het weer af te leggen. „Er is maar één ding dat je dan kan redden en dat meen ik wezenlijk. Als de Heere je door Zijn Geest ontdekt aan onoprechtheid en geveinsdheid. Dan ga je toch walgen van jezelf, als je ziet dat je dingen puur doet om door de mensen gezien te worden."

Praktijk
naire aanwijzing voor het aannemen van een beroep. Leidt dat er niet snel toe dat de beroepen predikant in zijn spreken over het beroep aan die verwachting tegemoet komt? „Er is altijd het gevaar dat wij met teksten gaan spelen. Daar moeten we mee oppassen. Maar dat het Woord van God ons leiding geeft, is natuurlijk duidelijk. De Heere kan mij vanuit Zijn Woord, en zo gebeurt dat ook doorgaans, licht geven over de weg die ik moet gaan. Daar hebben we het Woord van God voor. Het is een lamp voor je voet, zeker in dit werk. Als de Heere je de weg wijst, dan gebeurt dat met zoveel kracht en majesteit, dat je het onmogelijk kunt ontkennen. Daar wil ik graag wel iets aan toe voegen. Wij kunnen veel zeggen over het overwegen van een beroep en het aannemen ervan, maar hoe schoon we dat ook kunnen verwoorden, de praktijk die volgt zal bewijzen of het waar is."

Manslidmaten
Binnen de Gereformeerde Gemeenten zijn de gemeenteleden veel actiever betrokken bij het beroepingswerk dan in de Hervormde Kerk. Hoe waardeert u dat? „Positief Daarin gaan wij dacht ik in het spoor van de Dordtse kerkorde. De gebondenheid daaraan komt niet voort uit het feit dat we dat nu eenmaal met elkaar afgesproken hebben, maar omdat die Dordtse kerkorde naar onze overtuiging op het Woord van God rust. Aan de ene kant is het de kerkeraad die het voorrecht heeft om een tweetal te stellen. De manslidmaten kiezen wel, maar dan toch maar uit die twee. Ik denk dat het goed is dat de kerkeraad, die de gemeente kent, een tweetal stelt dat in die gemeente past. Daar zit een stuk wijsheid van de ouden in. Maar vervolgens moet de kerkeraad de zaak uit handen geven en de Heere laten spreken, door middel van de keuze van de manslidmaten."

Verantwoordelijk
Er zijn kerkelijke gemeenten in de gereformeerde gezindte waar ook de vrouwen mogen stemmen. Hoe staat u daar tegenover? „Dat wijs ik af Ik denk dat de vrouwen in de openbare vergaderingen hebben te zwijgen. Dat stemmen is een stuk meeregeren. De plaats van de vrouw, ook in het Nieuwe Testament, is een stillere en bescheidenere. Dat zij de man thuis vrage. Wel zou ik het een goede zaak vinden, als alleenstaande vrouwen beter geïnformeerd werden over dat wat op ledenvergaderingen wordt behandeld." Mag de vrouw wel invloed op haar echtgenoot uitoefenen en hoort die haar voorkeur mee te laten wegen in de stemming? „In het huwelijksformulier wordt verwezen naar Sara, die Abraham haar heer noemde. Ik denk niet dat van de vrouw stuurkracht mag uitgaan. Aan de andere kant is het gezin als het goed is een eenheid en zullen zelfs kinderen, zeker als ze wat ouder zijn, meespreken. Dat zal de mening van de man zeker beïnvloeden. Maar uiteindelijk blijft hij verantwoordelijk voor de keuze die hij maakt."

Opdringerig
Wat ziet u als een correcte procedure bij het uitbrengen van een beroep? „Ik denk dat het goed is dat een predikant direct na de ledenvergadering telefonisch in kennis wordt gesteld van het beroep dat op hem is uitgebracht. Op dat moment treedt het proces van overwegen al in werking. Hoor je verder nooit meer wat van zo'n gemeente, wat een enkele keer voorkomt, dan vraag je je af of het beroep wel echt leeft." U vindt het een goede zaak als de kerkeraad die het beroep heeft uitgebracht een bezoek brengt? „Niet per definitie. Het komt al snel wat opdringerig over. Je wordt voor je gevoel onder druk gezet als de nood van een gemeente breed wordt uitgemeten. Iets anders is het als je eens wordt opgebeld door een ouderling of een gemeentelid, die hun betrokkenheid bij het beroep tonen zonder iets te forceren, omdat ze beseffen dat de beslissing uiteindelijk een zaak is tussen de Heere en een predikant." Is het niet zinvol dut een kerkeraad in een persoonlijk gesprek iets meedeelt over de geestelijke situatie in een gemeente? „Bij ons ligt de situatie denk ik toch wat anders dan in de Hervormde Kerk. In je studententijd preek je in alle gemeenten. Je bent er dan een hele zondag. Ook wel eens voor een derde beurt op zondag, of in weekdiensten. En in gesprekken met je medestudenten breng je de verschillende gemeenten wat in kaart, om het zo eens te zeggen. Globaal weet je aardig hoe een bepaalde gemeente ligt in het totaal van het kerkverband."

Beroepsbrief
Wat moet de inhoud van een beroepsbrief zijn? „Zo'n brief mag van mij zakelijk van karakter zijn. Er is een vergadering geweest die onder aanroeping van de naam des Heeren een beroep heeft uitgebracht. Dat beroep wordt ter kennis gebracht aan de betreffende predikant, met de voorwaarden en eisen van het beroep. Meer verwacht ik niet. Zakelijk en geestelijk zijn voor mij geen tegenpolen." Is het niet wat mager als geen enkele informatie over de geestelijke situatie van de gemeente wordt verstrekt? „Nee, het profetische ambt ontbreekt en dat is reden om te beroepen. De enige reden."

Rollende steen
Is het juist om alle materiële vergoedingen in een beroepsbrief op te sommen, waardoor een predikant in de verleiding kan worden gebracht om het financieel aantrekkelijkste beroep eruit te pakken? „Het is denk ik een nuchtere zaak dat wordt aangegeven welke beloning de predikant krijgt. Wordt daarover niets in zo'n brief gezegd, welke verplichting heeft die kerkeraad dan? In de praktijk zijn de verschillen ook niet zo groot." Voor kleine gemeenten kan de overkomst van een predikant een grote financiële belasting zijn. Kan in zo 'n geval van de predikant worden gevraagd dat hij minstens een vastgestelde termijn blijft? „Dan ga je volgens mij het ambt toch wel al te zeer binden. Wel is er binnen onze gemeenten de bepaling dat als een predikant weggaat binnen drie jaar, de kosten van overkomst naar zijn huidige gemeente voor de helft in rekening worden gebracht aan de nieuwe gemeente. Persoonlijk ben ik van mening dat het goed is als een predikant ergens wat langer staat. De oude ds. Rijksen zei wel eens: een rollende steen most niet. Op een liggende steen gaat mos groeien. Dat vind ik een mooi beeld. Aan de andere kant kunnen er aanwijzingen zijn voor een predikant dat zijn taak in een gemeente is afgelopen. De Heere neemt als het ware de last weg. Dan moet hij niet aan een bepaling gebonden zijn dat hij een Xaantal jaren blijft. Komt de gemeente door zijn vertrek in financiële problemen, dan is er altijd nog de classis, die in een noodsituatie uitkomst kan bieden."

Gods leiding
Opvallend is dat binnen de Gereformeerde Gemeenten sommige plaatsen altijd een predikant hebben, terwijl andere gemeenten soms deccennia lang vacant zijn. Hoe is dat te verklaren? „Dat is voor mij een raadsel, dat moet ik eerlijk zeggen. Er zijn inderdaad gemeenten die jaar en dag vacant zijn. Vriendelijke gemeenten, waarvan je echt niet kunt zeggen dat het zo voor de hand ligt dat ze geen predikant hebben. DE DOMINEE HEEFT EEN BEROEP (2) Ik heb er veel over nagedacht en kom toch uit bij de leiding van de Heere." Mag het langdurig vacant zijn van een gemeente meewegen in de beslissing vooreen beroep? „Toen ik naar Veenendaal ging, was ik de eerste predikant van die gemeente sinds de instituering. Maar dat was voor mij niet de reden om het beroep aan te nemen. Ik nam het aan omdat mijn hart naar die gemeente overgebogen was. Het langdurig vacant zijn op zichzelf lijkt mij een zwakke grond om een beroep aan te nemen. Het is niet een kwestie van plus- en minpunten noteren. Dan was het nogal makkelijk. Je neemt een blocnote, je noteert hoe lang een gemeente vacant is, hoeveel leden de gemeenten telt en na invulling van alle informatie kun je op je grafiek aflezen welke gemeente bovenaan staat. Maar zo gaat het niet."

AUegorese
de plaats niet terecht. In de derde plaats moet ik erop wijzen dat er altijd verschillen zijn geweest. Ds. Kersten, ds. Fraanje en ds. Van Reenen lagen ook niet in alle opzichten op één lijn. Ik heb wel de indruk dat men daar vroeger beter mee om wist te gaan. Zo heb ik een "Saambinder" uit de jaren twintig, waarin op een linker pagina ds. Van Reenen schrijft over het Hooglied. Op de pagina ernaast beantwoordt ds. Kersten een vraag over allegorese. In zijn antwoord geeft hij aan dat Origenes de vader van de allegorese was, hij wijst een dergelijk bijbelgebruik af en besluit met de opmerking dat hij van dat geallegoriseer van Van Reenen ook niets moet hebben. Dat kon toen blijkbaar. In onze dagen is zoiets ondenkbaar."

Polarisatie
„Ja. Ik vind het zeer verfrissend als verschillen van inzicht bespreekbaar zijn. Kan dat niet meer, dan krijg je een onderhuidse polarisatie en die is nooit uit God. Dat proces is overigens niet alleen in de Gereformeerde Gemeenten te vinden, maar in alle kerken. Zelfs in heel onze maatschappij." hebben grote waardering voor de schrijvers van de Nadere Reformatie. Nu kun je met die schrijvers een paar kanten uit. Smijtegelt kun je niet helemaal vergelijken met Carolus Tuinman, om er maar twee te noemen. Wel kun je zeggen dat we ons allemaal verbonden voelen met het algemene erfgoed van de Nadere Reformatie." Dat betekent dat het u niet uitmaakt wie uw opvolger wordt, als u weg mocht gaan uitMoerkapeïle? „Dan hoopt elke predikant dat er een opvolger komt in zijn lijn. Ik heb gepoogd om het Woord te prediken en niets dan het Woord. Ik heb al gewezen op detailverschillen tussen de oudvaders. Zelf heb ik er nooit een geheim van gemaakt, dat ik me zeer verbonden DE DOMINEE HEEFT EEN BEROEP (2) voel met de Engelse schrijvers. Mijn wens zou zijn dat een opvolger in die lijn voortvaart. Maar legt hij de accenten wat anders, dan is dat voor mij geen onoverkomelijke zaak. Mits hij maar staat in de lijn van de Nadere Reformatie." Volgende keer ds. H.C. van der Ent: „Vaak heb je de indruk dat men al tevreden is als er weer een koning op de troon zit."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 september 1992

Terdege | 80 Pagina's

Ds. D. Rietdijk: „Het is niet een kweestie
van plus- en minpunten noteren

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 september 1992

Terdege | 80 Pagina's