Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De eigen kinderen niet verloochenen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De eigen kinderen niet verloochenen

6 minuten leestijd

"Een generatie theologen over God, werk en leven", zo luidt de ondertitel van een boek dat onlangs verscheen bij Meinema, Zoetermeer. Ik besprak het in onze krant van 28 oktober.

Niet minder dan vijftien theologen komen erin aan het woord. Drie van hen zijn rooms-katholiek, de overigen zijn protestants (hervormd, luthers, remonstrants en gereformeerd).

De ondervraagden vertellen vrijmoedig over God, hun werk en hun leven. Over de ontwikkelingen en veranderingen in hun geloof, over hun werken in kerk, universiteit en samenleving, en ook (soms) over hun kinderen.

In het verhaal van Kuitert trof mij een zin die de titel van dit artikel vormt. Hij vertelt dat hij nog wel eens naar de kerk gaat, maar niet naar de gereformeerde. Wel naar de lutherse of naar de katholieke. Hij voegt eraan toe dat hij het liefst in zijn eentje naar een katholieke kerk gaat, die gewoon open is en waar je tenminste kunt knielen zonder dat iemand je vermanend toespreekt. Dan volgt deze zin: "Daar komt bij dat mijn kinderen weinig met de kerk hebben en ik mijn kinderen niet wil verloochenen" (blz. 135 in de bundel "De grote woorden voorbij", verschenen onder redactie van Marijke Verduyn).

Wat precies de strekking is van de zojuist geciteerde zin, wordt niet toegelicht. We lezen wel "Er is buiten de kerk evenveel creativiteit en goedheid als binnen de kerk. Mijn kinderen hebben mijn zegen".

Ik leid eruit af dat het ook zonder kerkgang in het leven kan. Kuitert wil zijn kinderen, die daarmee maar weinig hebben, niet verloochenen. Met andere woorden, dat hij zelf nog maar soms in de kerk komt bewijst zijn solidariteit met zijn kinderen.

Ik haak op deze uitspraken in, omdat heel wat ouders met hetzelfde probleem zitten. Ook zij willen hun kinderen niet verloochenen. In de kring van de lezers van deze krant zal men dat wat anders uitdrukken. Zij willen hun kinderen niet verliezen. Zij willen het contact met hun kinderen niet kwijtraken. Dat komt er dan vaak op neer dat ze kritiek op hun kinderen niet willen uitspreken. Dikwijls kunnen ze kritiek van anderen niet verdragen.

Nu zeg ik niet dat ouders in allerlei gesprekken maar moeten zeggen dat ze het met hun kinderen niet eens zijn. Deze dingen liggen heel teer. Heel wat ouders tobben ermee dat hun kinderen ontrouw worden aan de kerk en aan de opvoeding die ze thuis hebben gekregen.

Er zijn ouders die uit reactie de band met hun kinderen verbreken. Door harde veroordelingen maken ze het contact bijzonder moeilijk, zo niet onmogelijk.

Andere ouders veranderen zelf van opvatting. Ik ken mensen die vroeger allerlei zonden scherp veroordeelden. Toen deze zonden door hun kinderen in praktijk werden gebracht, veranderden hun inzicht en hun instelling. Toen spraken ze niet meer zo hard als ze vroeger deden. Integendeel, ze vergoelijkten eerder de levenswandel van hun kinderen.

Prof. Kuitert is vrij radicaal. Nu zijn kinderen weinig meer met de kerk hebben, zal hij hen niet lastigvallen. Hij staat naast hen of achter hen in hun onkerkelijk leven.

Hoe is dat onder de lezers van onze krant? Soms wordt het zo gesteld: als ik me tegen de levenswijze van mijn kinderen keer, raak ik ze kwijt. Dan verlies ik alle contact, zelfs ook met de kleinkinderen. Dat wil ik niet. Daarom is het minste wat ik doen kan, zwijgen. Iets meer is dat ik hun levenswijze niet meer afkeur of, liever nog, goedkeur. Ik ken mensen die deze innerlijke verandering hebben meegemaakt. Ze zijn opgeschoven, al is er soms in hun hart nog wel de twijfel of ze daar goed aan hebben gedaan.

Is het probleem goed geformuleerd als men zegt: ik wil mijn kinderen niet verloochenen? Je kunt die uitdrukking op verschillende manieren opvatten. Het meest radicaal is de gedachte: ik keur hun levenswandel en hun onkerkelijk leven goed. Het minst radicaal is: ik ben het er niet mee eens, maar zeg er niets meer van. Deze laatste houding betekent vanbinnen kritiek maar daaraan geen stem meer geven.

Is het terecht bij dit probleem het woord verloochenen te gebruiken? Verloochent iemand zijn kinderen als hij de omslag die de kinderen hebben meegemaakt, niet kan volgen? Daarop zeg ik met overtuiging: neen. Dat is geen verloochening van je kinderen. Verloochenen wil zeggen dat je alle contacten doorsnijdt of onmogelijk maakt. Het betekent dat je ze afschrijft en geen plaats meer geeft in je belangstelling en je meeleven. Dat je alle zorg die je vroeger had, dood maakt en vanbinnen geen enkel gevoel meer voor hen hebt. Men vraagt zich onwillekeurig af hoe ouders zo ver kunnen komen. Het komt voor.

Ik wil erop wijzen dat ouders verdriet kunnen hebben over de levensgang van hun kinderen. Daarom behoeven ze de contacten niet te verbreken. De kinderen zullen heus wel weten dat hun ouders er anders over denken. Dat komt stellig ook wel eens ter sprake zonder dat het steeds weer een twistpunt is.

Als ouders het met hun kinderen niet eens zijn, betekent dat niet dat ze hen verloochenen. Want, zoals hierboven gezegd, verloochenen is hen innerlijk loslaten en hen afschrijven. Dat mogen ouders niet doen; ook niet, ja zeker niet ten opzichte van die kinderen die anders zijn gaan denken en leven. Zij blijven hun kinderen.

In mijn onlangs verschenen boekje "Verdiept Pastoraat" (Groen, Heerenveen) heb ik een hoofdstuk gewijd aan "Problemen in de relatie tussen ouders en kinderen". Daarin heb ik gewezen op Spreuken 19:18 "Tuchtig uw zoon, als er nog hoop is; maar verhef uw ziel niet, om hem te doden".

De boodschap van deze tekst heb ik daar als volgt omschreven: Laat uw kinderen weten dat u bepaalde opvattingen en handelwijzen niet deelt. Dat moet u er niet toe brengen het contact te verbreken. Kinderen moeten niet kunnen zeggen: mijn vader en moeder waren christenen, maar van mij wilden ze niet weten.

Wie de opvatting van zijn kinderen niet deelt en in hun veranderde levenswijze niet meegaat, verloochent daarmee zijn kinderen niet. Trouw aan de God van het verbond betekent dat we trouw zijn in het contact met onze kinderen, voorzover zij dat mogelijk maken.

Als er ten principale gekozen moet worden, geldt het woord van onze Heere Jezus: Die zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig (Matthéüs 10:37). Jezus liefhebben boven de eigen kinderen betekent niet dat men ze moet verloochenen. Het betekent wel dat wat Jezus zegt en vraagt boven de kinderen gaat, ook al hebben die daarom kritiek op hun ouders. Dezen zullen blijven bidden dat ook de kinderen Jezus' discipelen mogen worden. Alles wat daarvoor nodig en mogelijk is, zullen de ouders doen. Maar Jezus staat bovenaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 november 1998

Reformatorisch Dagblad | 48 Pagina's

De eigen kinderen niet verloochenen

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 november 1998

Reformatorisch Dagblad | 48 Pagina's