Dividendbelasting via Engeland te omzeilen
5taat moet Brit ruim drie ton terugbetalen
DEN HAAG (ANP) - Eigenaren van aandelen kunnen by itbetaling van dividend de banlikosten die zij in Nederland loeten maken, omzeilen door de dividendbevi'ijzen via een Iritse tussenpersoon bij een Belgische bank aan te bieden.
De Belastingkamer van de Hoge aad heeft in een gisteren vrijgegeven rrest bepaald dat in dit geval de Neerlandse voorheffing van 25 procent ividendbelasting volledig moet woren teruggegeven, als het dividend in et buitenland (Groot-Brittannië) 'ordt belast. In het onderhavige geval ging het m stukken Koninklijke Olie, waarop 1 1985 ruim drie miljoen gulden aan ividend betaalbaar was gesteld. De lederlandse bank die het dividend uiteerde, berekende toen 1 procent kosin. De eigenaar van de dividendbewijzen schakelde met die \%tenschap e „market-maker" op de Londense fectenbeurs in Koninklijke Olie in, ie mag handelen in coupons van ;eds gedeclareerd dividend -de uitbetaling vindt derhalve binnen enkele dagen plaats- en als de omvang van het dividend vaststaat.
Dubbele heffing
De market-maker bood de bewijzen ter verzilvering aan bij de Belgische Kredietbank, die in België kosteloos de dividendbetaling in Koninklijke Olie verzorgde. De Britse market-maker verklaarde tegenover de Nederlandse belastinginspecteur niet te weten wie de houder van de onderliggende aandelen was. De inspecteur weigerde vervolgens om de market-maker te erkennen als de „uiteindelijke gerechtigde" tot het dividend. Dat hield in dat het dividend in Groot-Brittannië volledig werd belast, terwijl de voorheffing van 25 procent die de Belgische Bank namens de Nederlandse belastingontvanger oplegt, slechts voor 15 procent werd geretourneerd. Er vond dus voor een deel een dubbele belastingheffing plaats. De vraag was of het belastingverdrag tussen Nederland en Groot-Brittannië (ter voorkoming van dubbele belastingheffing) dit toestond.
Het gerechtshof stelde de Nederlandse belastinginspecteur in het gelijk. De Hoge Raad komt tot het oordeel dat de market-maker in zijn recht staat. Wie de uiteindelijke eigenaar van de dividendbewijzen is, moet worden afgemeten aan het tijdstip waarop werkelijk wordt betaald, meent de Hoge Raad. Op dat moment was dat zonder twijfel de market-maker.
Uiteindelijk moet de Staat dus de 10 procent dividendbelasting (totaal 371.000 gulden), die was achtergehouden, alsnog teruggeven aan de Britse market-maker.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 april 1994
Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 april 1994
Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's