Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rino Visser: „Het is een wonder dat ik mijn werk nog mag doen"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rino Visser: „Het is een wonder dat ik mijn werk nog mag doen"

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zijn leven is gestempeld door verdriet en materiële zorgen. Een zusje overleed op jonge leeftijd, een broer verdronk voor zijn ogen, het reclamebureau waar hij werkte schreef hem af, nadat hij psychisch was ingestort. Het verbitterde Rino Visser niet. „Ik ervaar steeds meer hoezeer ik van de Heere afhankelijk ben. Alleen in de geloofsgemeenschap met Christus bedoelen we werkelijk Zijn eer. Of dat in mijn tekeningen tot uitdrukking komt weet ik niet, ik hoop van wel. Portret van een illustrator bij de gratie Gods.

Boven de bank hangt een tekening van indrukwekkend formaat: een verbeelding van de koninklijke bruiloft, met gasten die uit heggen en steggen zijn gehaald. Allen gehuld in een wit bruiloftskleed, behalve de ene, naar wie meteen de aandacht wordt getrokken.
Een kleine twee jaar was Rino Visser (44) er in de avonduren aan bezig. „We komen allemaal openbaar als een man zonder bruiloftskleed, zegt de tekenaar uit Goes zacht. „De grote vraag is wanneer, voor of na ons sterven. Die man ontdekte het te laat. Al de andere gasten beseften dat ze geen bruiloftskleed hadden en hebben daarom met vreugde het kleed van Christus gerechtigheid ontvangen. Ik heb die tekening vooral voor mezelf opgehangen. Om er steeds weer aan herinnerd te worden.

Kunstacademie
Zijn vader was zelfstandig etaleur en decorateur. Het maken van decoraties had zijn voorkeur. „Geen uitgewerkte dingen, maar blikvangers, als achtergrond voor etalages en stands op beurzen. Ik ben tussen verf en papier opgegroeid. Volgens mn moeder zat ik in de kinderstoel al te tekenen.
De beslissing om er zijn vak van te maken, viel op de hbs in Gorinchem. „Mn tekenleraar was nogal enthousiast over wat ik maakte en adviseerde me erin door te gaan. Dat advies heb ik opgevolgd, zonder er uitgebreid met mn ouders over te spreken. Thuis maakten we een heel moeilijke tijd door. Mn vader was altijd op pad voor zijn werk of de kerk, tot mn zusje ziek werd. Toen knapte de boog. Na haar overlijden is hij psychisch ingestort en naar het Refajaziekenhuis gebracht, een dag voor haar begrafenis. Dat is geen situatie waarin je breedvoerig over je studiekeuze praat. Wel waren mn ouders het ermee eens dat ik naar de kunstacademie in Tilburg ging. Die was nog op de oude leest geschoeid en leidde bovendien op tot leraar.

Vrij werk
Met het vorderen van de opleiding groeiden de bezwaren. „Als christen ging ik me in de klas steeds meer een eenling voelen. Sommige studenten gebruikten drugs, andere liepen met hun tekendoos op het hoofd door de gangen. Er hing een onwerkelijke sfeer. Daar kwam nog bij dat we figuren naar naaktmodel moesten gaan tekenen. Dat raakte me diep, door het voor mij mensonterende karakter ervan. Toen ik na drie jaar mn tweedegraadsbevoegdheid had, ben ik met de opleiding gestopt.
Op een zolderkamer in de ouderlijke woning begon de Sliedrechtenaar voor zichzelf. „Ik heb in opdracht landschappen gemaakt, interieurs, stadsgezichten, monumentale panden, een hond, van alles en nog wat. In die tijd schilderde ik met olieverf, en veel impressionistischer dan nu. De omgeving keek wat vreemd tegen mn werk aan. Moet je geen baan gaan zoeken? Dat legde toch wel een mentale druk op me. Naar mn ouders toe voelde ik me mislukt, omdat ik niet voor de klas stond. De enige die me stimuleerde, was een gepensioneerde timmerman uit onze gemeente, die lijsten maakte voor een kunsthandel in Dordrecht. Zijn overlijden betekende voor mij een grote slag. Het was een heel moeilijke periode. Maar als het om het werk gaat, denk ik wel eens: Was ik het maar blijven doen.

Vastheid
De Ruiter in Gorinchem was de eerste uitgever die Rino Visser als illustrator aantrok, voor een serie geschiedenisplaatjes, bedoeld voor scholen. „Het was een enorme overgang. Ik was niet gewend om illustraties te maken, had daar ook geen opleiding voor gehad. Toch heb ik het gedaan en ik vond het steeds leuker worden, al waren de plaatjes in mijn ogen niet zoals ze moesten zijn.
Via de educatieve uitgeverij kwam de tekenaar in contact met grafisch bedrijf Pitman in Goes, die het materiaal van De Ruiter drukte. Het verzoek om daar als illustrator in dienst te treden, nam hij aan. „Ik had inmiddels verkering en wilde wat meer vastheid. Twee jaar heb ik een dag per week lesgegeven aan de Gomarusschool in Gorinchem, maar dat bleek niets voor mij te zijn. Het aanbod van Pitman heb ik dankbaar aangepakt, hoewel ik niet wist wat het zou worden.
In 1985 trof hem opnieuw een zware slag. Tijdens een zeiltocht op het Hollands Diep sloeg een broer overboord. „Voor mn ogen heb ik hem zien verdrinken. Ook dat heeft heel diep in mijn leven ingegrepen. De dag ervoor was een andere broer getrouwd, een week later stonden we met zn allen aan het graf.

Verhuizing
Twaalf en een half jaar bleef hij bij Pitman. Het aantal opdrachtgevers groeide gestaag, vooral nadat het bedrijf de activiteiten had uitgebreid met een reclamebureau. De wandplaten voor scholen maakten plaats voor opdrachten van onder meer de VVV en een Zeeuwse uitgeverij, waarvoor Rino Visser de illustraties in het Zeeuws platenboek maakte. Vanwege het succes diende het als voorbeeld voor platenboeken van andere provincies.
Ook de industrie klopte aan. In toenemende mate moest de illustrator technische tekeningen maken: instrumenten, machines, artist-impressions van toekomstige industriegebieden, in aquarel of airbrush. „Werk waar ik totaal niet voor opgeleid was. Ze vroegen me complete industrieterreinen vorm te geven, aan de hand van een pakket technische tekeningen. „Hier heb je de spullen, zoek het maar uit. En altijd zat er een enorme tijdsdruk op. Omdat ik het steeds mooier wilde doen, ging mn werk voor mijn gevoel soms onaf de deur uit. Het werd een nachtmerrie voor me. Veel collegas waren al vertrokken. Ook in ons gezin was de situatie vol problemen. Nadat mn vrouw wat gezegd had van het gevloek van buurtkinderen, werden we zo getreiterd dat we maar hebben besloten om te verhuizen.

Christinnereis
Eind 92 stortte de tekenaar in. Via de ziektewet kwam hij in de wao terecht. „Ik kon niks meer. Als ik nog eens wat maakte, was het in sepia, omdat ik kleuren niet kon verdragen. Het was de onderwijzer René Ruissen die hem weer aan het illustreren kreeg. „Die vertelde voor zijn leerlingen boeken van Bunyan na. Op advies van anderen is hij die bewerkingen op papier gaan zetten. Hij vroeg mij de tekeningen erbij te maken. Ik heb beloofd het te proberen. Als ik vijf minuten getekend had, moest ik een halfuur rusten. Zo ben ik weer begonnen.
In menselijk opzicht zijn al die moeilijkheden heel zwaar geweest, maar ze hebben me uitgedreven tot de Heere, om het alleen van Hem te verwachten. Een reclamebureau is een wereld apart. Ik moest bij Pitman soms dingen maken die me in gewetensconflict brachten. Als je s morgens vraagt of de Heere je die dag wil helpen en bijstaan, en je maakt vervolgens tekeningen die daarmee niet in overeenstemming zijn, krijg je een dubbel leven. Het was voor mij een bevrijding dat er een streep door werd gezet. Toen ik met de tekeningen voor De Christinnereis begon, kon ik eindelijk weer vrijmoedig om kracht en wijsheid bidden.

Handicap
Langzaam klom Visser uit het dal omhoog. In 93 ging hij illustreren voor Den Hertog, waar hij al eerder werk aan had geleverd. Groen, Hardeman, Koster en De Ramshoorn volgden. Voor Terdege illustreert de tekenaar uit Goes de feuilleton en korte verhalen. Verder maakte hij materiaal voor de Jeugdbond van de Gereformeerde Gemeenten. Inmiddels verdient hij zijn inkomen weer grotendeels met eigen hand.
Zijn werkplek heeft hij op de zolder van de ruime woning die hem als een geschenk uit de hemel werd toegewezen. Onder het zolderraam. „Het is weer net als in het begin. Zijn vrouw kijkt vanaf een onvoltooid schilderij over zijn schouder mee. Op het werkblad ligt de net afgeronde omslag voor de roman Wat Loes verzwijgen moest. Een week was de illustrator eraan bezig. Voor het meisje dat met opgetrokken benen op een bank zit, poseerden zijn echtgenote en dochtertje. Om te zien hoe in die houding een rok valt. „Ik wil zo natuurgetrouw mogelijk illustreren. Dat is ontstaan tijdens het maken van die platenboeken. Nu is het een deel van mezelf. Zo gaat het, of ik wil of niet.
Onder tijdsdruk werken kan hij niet meer. „Dat is een handicap waarmee ik moet leren leven. Mn opdrachtgevers houden er gelukkig rekening mee. Zodra een manuscript binnen is, sturen ze het toe, zodat ik maanden de tijd heb om de illustraties te maken.

Isings
Bij alle verandering ziet Visser ook constante factoren in zijn werk. „Aan de tekeningen voor Terdege kun je zien dat ik op de academie in Tilburg heb gezeten. De wijze van arceren heb ik daar geleerd. Ik vind het een uitdaging om in zon tekening de essentie van het verhaal weer te geven, de emotie die het oproept. Je legt in die illustratie wat je er zelf bij ervaart, in de hoop dat de lezer dezelfde ervaring heeft.
Anton Pieck, Isings en Jetses zijn voor de Zeeuwse illustrator de grote voorbeelden. Vooral met Isings voelt hij zich verbonden, zowel in werkwijze als in denken. „Mensen noemen het een gave als je zo kunt tekenen. Dat is het ook, in een dubbele betekenis. Iets wat je van God ontvangt om door te geven, tot Zijn eer. Isings heeft dat volgens mij het best verwoord. „Het leven van een christen is Christus. Alle opwelling van bewustzijn in gedachten of uiting, in verzinning of verbeelding, die een bron kent buiten Hem door Wien en tot Wien alle dingen geschapen zijn, alle levenswerk dat het oog bekoort en het gevoel streelt zonder dat er levend getuigenis van Hem spreekt in het zoeken van de eer die van God alleen is, bezoedelt en misleidt zichzelf en anderen. Alle halfheid is breuk in de liefde. De goede strijd des geloofs laat geen aarzeling, geen afleiding toe. Eén ding doe ik... Fil. 3:14. Dit Woord getuigt in of tegen ons levenswerk.

Genade
Het is voor Rino Visser meer dan een fraai stukje proza, het vertolkt zijn eigen beleving. „Er is een nauwe band tussen mijn geestelijke ontwikkeling en mijn ontwikkeling als illustrator. Op de kleuterschool heb ik al iets van de liefde van God de Vader in Christus voor zondaren mogen ervaren. Het was onder het zingen van Hoger dan de blauwe luchten. Die eenmalige, overweldigende ervaring is me altijd bijgebleven.
Door alles heen heeft de Heere het besef van Zijn opzoekende zondaarsliefde willen versterken en verdiepen. Bij Pitman ging ik zien dat ik uit mezelf Hem nooit zal bedoelen. Het is een wonder dat ik mijn werk nog mag doen, dat de aarde me nog wil dragen. Ik ervaar steeds meer hoezeer ik van de Heere afhankelijk ben. Alleen in de geloofsgemeenschap met Christus bedoelen we werkelijk Zijn eer. Of dat in mijn tekeningen tot uitdrukking komt weet ik niet, ik hoop van wel.
In de bewerkte boeken van Bunyan, de serie Het Woord van de koning en de kinderbijbel van Vreugdenhil kon de illustrator zijn innerlijke motivatie het beste kwijt. Op de vraag met welke persoon in de werken van Bunyan hij zich het meest verbonden voelt, valt een stilte. „Ja, met wie... Ik voel me verbonden met Christen, maar als ik de beschrijvingen van de nabijkomenden lees, denk ik vaak: Dat ben ik ook. Twee psalmen hebben in mijn leven veel betekend. De ene is gezongen bij de begrafenis van mijn broer: Weerhoudt o Heer uw knecht, dat hij zijn hart niet hecht aan dwaze hovaardij... De andere bij de begrafenis van mn zusje, op verzoek van mijn moeder: Zijn naam moet eeuwig eer ontvangen. Als we eens mogen aanzitten in de bruiloftszaal, zal het enkel genade zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 april 2000

Terdege | 96 Pagina's

Rino Visser: „Het is een wonder dat ik mijn werk nog mag doen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 april 2000

Terdege | 96 Pagina's