Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dr. ir. Harry Paul "je moet voor je werk kunnen bidden, promotie is voor mij ondergeschikt"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dr. ir. Harry Paul "je moet voor je werk kunnen bidden, promotie is voor mij ondergeschikt"

Waar kwamen ze terecht?

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

In 1993 zag ir. Harry Paul zijn promotieonderzoek bekroond met de doctorstitel. De jaren erna maakte hij snel carrière op het Ministerie van landbouw, natuurbeheer en visserij. Sinds 1 augustus geeft hij leiding aan de afdeling Milieu bij de Directie veterinaire voedings- en milieuaangelegenheden. De betrekkelijkheid van dit alles ontdekte hij, toen een tumor bij hem werd geconstateerd. „Ik heb geleerd hoe de dingen van de ene op de andere dag kunnen veranderen.

„Het is voor mij nooit een vraag geweest óf ik ging studeren, meer wát. Ik kom uit een gezin waarvan de vader al gestudeerd had. Voor hem is de emancipatieslag groter geweest dan voor ons. Zes van de zeven kinderen uit ons gezin hebben gestudeerd, zonder dat dit bewust gestimuleerd werd. Het was min of meer vanzelfsprekend, het gebruiken van de gaven die je hebt ontvangen.
Mijn voorkeur ging uit naar biologie en landbouw, dus de keuze voor Wageningen lag voor de hand. Daar kwam bij dat ik lange tijd met de gedachte heb gelopen om als landbouwkundige voor de zending te gaan werken. Om die reden heb ik een halfjaar stage gelopen in Maleisië. Dat is een bijzonder goede leerschool geweest. Bij al het andere wat ik er opstak, heb ik ontdekt dat je heel goed moet weten wat je doet, als je naar het buitenland gaat.
Omdat mn bestemming me niet duidelijk voor ogen stond, had ik voor plantenziektenkunde gekozen. Dat is een studie waarmee je zowel in het westen als in de tropen terecht kunt. Daarnaast heb ik onderwijskunde gedaan, om alle mogelijkheden open te houden. Aan onderzoek dacht ik niet. Het bedrijfsleven trok me niet. Tegen het eind van de studie gingen mn gedachten steeds meer richting het onderwijs.

Leiding of verleiding
De liefde voor de zending is ontstaan op de lagere school. Daar had ik een meester die vrijdagsmiddags voorlas uit De kerk op mars, van P.A. de Rover. Dat was voor mij het mooiste uur van de week. Tijdens de studie van mn vader aan de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten was ds. C.G. Vreugdenhil zijn jaargenoot. Die kwam als goede vriend regelmatig bij ons thuis. In 1974 is hij naar Irian Jaya uitgezonden. Daardoor kwam het zendingswerk ineens heel dichtbij.
Kort voor mn afstuderen kreeg ik een vaste baan aangeboden bij DLO, de Dienst Landbouwkundig Onderzoek van het Ministerie van landbouw. Ik heb me op dat moment afgevraagd: Is dit leiding of verleiding? Achteraf heb ik er vrede mee dat ik die baan aanvaard heb. Een enkele keer komt de twijfel nog boven, maar aan de andere kant ervaar ik zo vaak concrete zegeningen binnen mn werk, dat ik mag geloven dat ik hier op mn plaats ben.

Dissertatie
De afronding van mn proefschrift over virusresistentie in suikerbieten viel samen met de overstap van Wageningen naar Den Haag. Ik ontdekte bij mezelf een toenemende belangstelling voor leidinggeven. Daar kwam bij dat het onderzoek steeds meer de kant van de biotechnologie en genetische manipulatie op ging. Ik kreeg er moeite mee om in die wetenschap voorop te lopen.
Toen op een dag een brief van secretaris-generaal Joustra in de bus lag, met daarin de mededeling dat het management-ontwikkelingsprogramma was opengesteld voor mensen van DLO, heb ik me aangemeld. Eerst werd er wat raar tegenaan gekeken. Een onderzoeker die het beleid in wil, kan dat wel? Uiteindelijk ben ik toch aangenomen. December 93 ben ik gepromoveerd, vijf dagen later begon ik in Den Haag.
Natuurlijk slaak je een zucht van verlichting als je de bul krijgt uitgereikt, maar ik ervoer het niet als iets heel bijzonders. Op een onderzoeksinstituut zit je te midden van collegas die gepromoveerd zijn. In ons gezin en mn vriendenkring was ik ook de eerste niet. Je merkt dat mensen die niet gestudeerd hebben tegen zon titel opkijken. Zelf zie je meer de betrekkelijkheid ervan. Als ik onder stukken dr. ir. H. Paul zie staan, denk ik soms: Ben ik dat?

Visserij
Je hebt als ambtenaar te maken met ministers van verschillende politieke kleur, die verschillend denken. Hoe stel je je daarin op? Je visie op de overheid wordt in belangrijke mate bepaald door je levensbeschouwing. Vanuit de SGP-traditie staan we in het algemeen wat huiverig tegenover overheidsingrijpen. Velen in de gereformeerde gezindte denken vrij liberaal, en beschouwen de overheid als een noodzakelijk kwaad. Hoe kleiner, hoe beter. Binnen de top van de SGP zie je op dit punt een duidelijke verschuiving, maar die heeft nog niet direct effect in de achterban.
De eerste jaren in Den Haag heb ik als beleidsmedewerker bij de Directie Visserij gewerkt. Een ontzettend leuke tijd. Regelmatig zat ik in Brussel, onder meer voor quotum-onderhandelingen. Qua cultuur was het een enorme overgang. Binnen het onderzoek staat de persoon centraal. Je publiceert op naam, je gaat op naam naar congressen, vaak weet je directeur nauwelijks waar je inhoudelijk mee bezig bent. Jij draagt persoonlijk verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderzoek.
Dat is hier totaal anders. In het begin mocht ik nog geen brief ondertekenen. Je bent alleen maar voorbereidend bezig, de eindverantwoordelijkheid ligt hoger: uiteindelijk bij de minister. Tegelijk draag je als individu soms enorm veel verantwoordelijkheid. Wanneer je in Brussel onderhandelt over quota in de visserij, vertegenwoordig je je land en bepaal je in belangrijke mate de toekomst van een complete sector.

Dienende functie
Je moet in dit werk oppassen dat je de band met de werkelijkheid niet verliest. Welke consequenties heeft de halvering van een visquotum voor die individuele visser: zijn inkomen, de afbetaling van zn schip? Bij de invulling van een nationaal milieubeleidsplan, met een budget van een paar miljard gulden, ben je bezig om gelden interdepartementaal te verdelen. Je zoekt projecten, er wordt geschoven met bedragen. Wat de betekenis daarvan op microniveau is, besef je vaak nauwelijks.
Als ik in een nieuwe sector begin, ga ik bewust een kijkje nemen op het grondvlak. Zo ben ik een week met een visser op zee geweest. In de periode dat ik betrokken was bij de herstructurering van de varkenshouderij heb ik veel varkensbedrijven bezocht. De binding moet niet van dien aard worden dat je erdoor belemmerd wordt, maar je moet wel weten waar je mee bezig bent.
Als ambtenaar heb je een dienende functie. Niet alleen richting je baas, je draagt ook maatschappelijke verantwoordelijkheid. De werkwijze en instelling die ik binnen het onderzoek had, probeer ik hier vast te houden. Je bewust zijn waar je mee bezig bent, zeggen wat je ervan vindt, beslissingen durven nemen. Het is binnen de ambtenarij vrij eenvoudig om een onderwerp op procedurele gronden weg te werken. Dat wil ik vermijden.

Groener
Aan een bewuste carrièreplanning heb ik nooit gedaan. Wel heb ik gesprekken met mensen van de Directie Personeel en Organisatie, in het kader van loopbaanbeleid. Als ik het gevoel heb dat ik meer aankan, breng ik dat naar voren. Waarbij meteen de vraag opkomt: tot hoever? Ik maak nu deel uit van het management-team van de Directie Veterinaire Voedings- en Milieuaangelegenheden. In de advertentie stond nadrukkelijk vermeld dat je als MT-lid verantwoordelijkheid draagt voor het beleid van de hele directie. Onder die directie valt ook biotechnologie. Kàn ik daar verantwoordelijkheid voor blijven dragen? Zulke vragen komen steeds nadrukkelijker in beeld.
Binnen mijn eigen afdeling zie ik niet direct punten die op gespannen voet staan met mn levensovertuiging. Ik verwacht eerder kritiek vanuit mn omgeving vanwege mn visie op de ook onder ons gangbare landbouwpraktijken. Ik sta sympathiek tegenover duurzame productiemethoden, zoals gepropageerd binnen de biologische landbouw. Technisch rationeel produceren doet geen recht aan de eigenheid en diversiteit van de schepping. Ja, je kunt zeggen dat ik groener ben geworden.
Zestig procent van de ruimte in dit zeer dichtbevolkte land wordt door de agrarische sector ingenomen. Kan het zo zijn dat de inrichting van Nederland grotendeels bepaald wordt door een fractie van de bevolking? Vanuit de SGP-traditie hebben we altijd gezegd: Dat is eerlijk verkregen bezit, daar moet de overheid van afblijven. Dat is voor mij minder vanzelfsprekend geworden. Ben je er als Ministerie van Landbouw uitsluitend voor de landbouw, of voor de hele maatschappij? Ik neig naar het laatste. Je maakt deel uit van de rijksoverheid en bent daarmee publiek verantwoordelijk voor de hele maatschappij.

Grijs gebied
Belangrijk is voor mij dat de voorbereiding van beleid evenwichtig geschiedt en de besluitvorming door de juiste personen plaatsvindt. Zou ik zaken moeten voorbereiden waar ik grote moeite mee heb, dan zou ik overplaatsing aanvragen. Als je het gevoel hebt dat je in je werk principieel vastloopt, moet je ermee stoppen. Je moet voor je werk kunnen blijven bidden. Promotie is voor mij ondergeschikt.
Tot nu toe krijg ik heel veel ruimte voor mn eigen opvattingen. Belangrijk is dat je ze in een vroeg stadium, in alle eerlijkheid en openheid, naar voren brengt. Bij Visserij was mn eerste werkopdracht het bezoeken van een overleg in Brussel, dat op zondagavond begon. Ik heb meteen gezegd dat ik principiële bezwaren tegen zondagsarbeid heb. Die zijn altijd gerespecteerd.
In mn nieuwe baan kan het voorkomen dat iemand van mn afdeling naar de Milieuraad in Brussel moet. Die vindt incidenteel op zondag plaats. Dat betekent dat een medewerker een enkele keer zondagsarbeid verricht, al zal ik niemand dwingen. Je houdt een grijs gebied, waar de een wat strikter in staat dan de ander.

Zondag
Als het gaat om het leven als christen, begin ik liever niet met de buitenkant. Je werk goed doen, afspraken nakomen, betrouwbaar zijn, eerlijk zijn, daar hecht ik veel waarde aan. Ik merk bij mezelf dat ik wat minder ben gaan geven om uiterlijkheden. Wel probeer ik overal mezelf te zijn. Dat betekent bijvoorbeeld dat ik bij een werklunch om stilte vraag, om te kunnen bidden.
Danken ligt moeilijker. Een werklunch heeft een begin, maar meestal geen duidelijk eind. Dat geldt ook voor het eten in de kantine. Halverwege gaan mensen van je tafel weg, er komen mensen bij die het begin niet hebben meegemaakt. Dat maakt het praktisch onmogelijk om nog een moment stilte te vragen. Ik weet dat er mensen zijn die me dat kwalijk nemen. Ze zien het als een hellend vlak, waarop na verloop van tijd het niet meer bidden volgt. Dat zie ik zelf niet zo.
Een punt waarover ik wat anders ben gaan denken, is het verblijf op zondag in het buitenland. Vroeger kocht ik op zaterdag broodjes, fruit en frisdrank, om die zondags op mn hotelkamer te nuttigen. Nu ga ik buiten de deur eten. In het hotel waar je verblijft, zijn net zo goed mensen voor je aan het werk. Ook maak ik zo nodig gebruik van het openbaar vervoer om naar de kerk te gaan. Het zijn dingen waarin je persoonlijk een keuze moet maken.

Houvast
Je kunt zozeer de nadruk leggen op de inhoud, dat je de vorm wegredeneert. Dat zie ik heel veel om me heen, ook in de gereformeerde gezindte. Ik ben daar benauwd voor. De vorm heeft zeker een functie: ze geeft houvast, herkenbaarheid, rust. Maar wordt het uiterlijke niet gedragen door een innerlijke overtuiging, dan houdt de vorm hooguit twee generaties stand.
Nee, ik ben zeker niet afstandelijker ten opzichte van de gereformeerde gezindte komen te staan. Integendeel, ik ben nauwer aan het wezen ervan verbonden geraakt. De bediening der verzoening, daar gaat het om. Vorig jaar hebben we naar aanleiding van een recensie van ds. C. Harinck De viervoudige staat van Boston als dagboek gelezen. Dat heeft veel voor me betekend. Nu zijn we bezig met Luthers uitleg van de brief aan de Galaten. Bij alle vragen die ik heb, ben ik ervan overtuigd dat in dergelijke boeken de juiste richting wordt gewezen.

Knobbel
Ik heb geleerd niet te ver vooruit te kijken. In 1995 ontdekte ik bij mezelf een knobbel, waarvan ik meteen het gevoel had dat die kwaadaardig was. Dat bleek inderdaad het geval. Fysiek had ik er geen last van. Je moet van de arts maar aannemen dat je kanker hebt. Dat maakt het heel onwezenlijk.
Toen ik te horen kreeg dat ik de volgende werkdag al voor onderzoek kon komen, was mn eerste reactie: „Dat kan ik niet, ik heb afspraken. Als de hoorn erop ligt, ga je nadenken. „Harry, waar ben je mee bezig. Na een halfuur heb ik laten weten dat ik wel kon, en alle afspraken geannuleerd. Dezelfde week hoorde ik dat het om een behandelbare vorm ging, in een zeer vroeg stadium. De laatste vijftien jaar was er niemand aan overleden. Daar put je hoop uit.
Omdat het allemaal zo snel ging, was de directe invloed op mn dagelijks leven gering. De omgeving had er meer moeite mee dan ikzelf. Toen ik een paar weken na de operatie aan het tegelen was bij een tante, zei een buurvrouw: „Nou heeft ze zo veel neefs, moet díe jongen dat nou nog doen? Met daarachter het onuitgesproken verwijt: „Vlak voor zn overlijden. Op grond van de informatie van de artsen lag dat voor mij anders. Dat neemt niet weg dat je heel nadrukkelijk geconfronteerd wordt met je eigen eindigheid. Ik heb geleerd hoe dingen van de ene op de andere dag kunnen veranderen. Het feit dat je nu met je gezinnetje aan tafel zit, wil niet zeggen dat dat morgen ook het geval is.

Volgende keer: Verpleegkundige Nelly Miske-De Jong.

„Ik ervaar zo vaak concrete zegeningen binnen mn werk, dat ik mag geloven dat ik hier op mn plaats ben

„Als ik onder stukken dr. ir. H. Paul zie staan, denk ik soms: Ben ik dat?

„Ik merk bij mezelf dat ik wat minder ben gaan geven om uiterlijkheden. Wel probeer ik overal mezelf te zijn

„Ik ben nauwer aan het wezen van de gereformeerde gezindte verbonden geraakt

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 augustus 1999

Terdege | 72 Pagina's

Dr. ir. Harry Paul

Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 augustus 1999

Terdege | 72 Pagina's