Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Er zit een meter belastinggeld van je tussen”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Er zit een meter belastinggeld van je tussen”

Niet iedere burger ziet het nut van stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg

7 minuten leestijd

Nederland-polderland pronkt. Vandaag is de stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg in gebruik genomen. Twee enorme ‘deuren’ in het kanaal moeten de regio tegen overstroming beschermen. Is dit brok wereldfameuze techniek gesprek van de dag bij bewoners in de omgeving? Op bezoek langs de Nieuwe Waterweg. Bij buitenlui en burgers.

Regenvlagen striemen Maassluis, een plaats onder de rook van Rotterdam. De buitendijkse wijk van de stad, 30.000 inwoners, grenst aan de Nieuwe Waterweg. Een gestage stroom schepen vaart af en aan op het 125 jaar oude kanaal. Aan de overzijde van het water walmen fabriekspijpen in het Europoort-gebied. Chemiegiganten bezetten post na post langs het water.

Aan deze kant, in Maassluis, heeft visser D. Bouman zijn stek. Achter zijn rug staat een kleine auto geparkeerd. Schuilplaats tegen al te gortige regen. De draden van drie hengelstokken wriemelen in het water Rusteloze golven moeten paling prijsgeven. Een gerookt aaltje bij het brood gaat er altijd wel in.

De stormvloedkering? Als het aan Bouman ligt, had het gevaarte er niet hoeven te komen. „Het is een prachtig project, maar of het nu nodig is? Neem nou die discussie over het broeikaseffect. De temperatuur zou oplopen, maar we hebben de afgelopen twee jaar strenge winters gehad. Tja, ik spreek nu als leek, deskundigen zullen me platpraten”.

Watervrees

„Ik woon 33 jaar aan de buitenkant van Maassluis, maar heb me nog nooit bezorgd gemaakt over hoog water Wanneer stroomt de kade nu over? Ik heb er vertrouwen in dat het zo’n vaart niet loopt. Eén keer kwam het water bijna het huis in sijpelen. Van watervrees heb ik geen last, ik zat jarenlang op de grote vaart”.

Beet! Bouman staat op, grijpt een van de hengels en een half minuutje later kronkelt een duimendikke paling tussen water en wolken. „Afgelopen vrijdag had ik er eentje van een kilo. Een flinke, negen ons schoon”. Juist als de Maassluizenaar zijn vangst in een emmer deponeert, parkeert een man zijn wagen vlak bij Boumans autootje. Het is H. Minnaard, buurman van Bouman, ook bewoner van de buitendijkse wijk.

Minnaard grijnst, bij het zien van pen en schrijfblokje. „Bekeuring gehad?” informeert hij bij z’n buurman. „Nee, ’t gaat over de stormvloedkering”. Minnaard wijst naar de overkant: „Ik had liever een tunnel gehad”.

Klapper

Het kantoor van de veerdienst Maassluis- Rozenburg oogt huiselijk. Bij binnenkomst pruttelt koffie op een fornuis. Bezoekers kunnen zich melden via zo’n ouderwetse bel-met-touw. Achter zijn bureau zit G. H. van Halewijn. Hij heeft al een kijkje genomen bij de stormvloedkering, „’t Is heel futuristisch. Je voelt je heel nietig als je daar staat.

Van Halewijn: „Ik zie de noodzaak van het ding zeker in. In ons kantoor hebben we uit voorzorg de spullen wel eens van de vloer gehaald. Bij harde wind en springtij dreigt het water Al zou het één keer in de twintig jaar mis gaan: de natuur kan een flinke klapper maken”.

In Maassluis ligt het 70 meter lange binnenvaartschip Prinsenstad afgemeerd. In de stuurhut is het een gezellige boel. „Binnenvaartschippers praten nauwelijks over de stormvloedkering”, stelt W. Jelier vast. „Wij gaan de Noordzee niet op, dus mochten de deuren de toegang tot de zee versperren, dan is dat voor ons geen belemmering. Zeeschepen die vanaf de Nieuwe Waterweg de Noordzee op willen varen, hebben dan een probleem”.

Kelder

Luttele kilometers verwijderd van Maassluis ligt Vlaardingen. Ook een stad aan de Nieuwe Waterweg. Ook in de gevarenzone. De Vlaardingse kade is beduidend stadser dan de Maassluise waterkant. In Vlaardingen geen smalle straatjes en kleine huisjes, maar flatblokken.

Het Vlaardinger Delta Hotel is uniek gelegen. Pal aan het water, sterker nog, deels in het water Onder de eetzaal kabbelen golven. Een oranje tanker stoomt voorbij. Manager J. Siemens: „Wij zijn zeker blij met de stormvloedkering. Iedereen is een beetje trots op het project, iedere Vlaardinger weet ervan af”.

Soms knijpen ze ’m een beetje in het Delta Hotel. „Als het in de winter springtij is en het waait hard, dan is de situatie kritiek. We hebben het water hier wel eens in de kelder gehad. Het sijpelde door de naden van de muur, maar met waterpompen konden we de stroom net bijhouden”.

Een, twee keer per jaar krijgt het Vlaardinger hotel een seintje door van Rijkswaterstaat, als het water dreigt. Siemens: „’t Is best spannend. Je wilt wel wat doen, maar je kunt niets uitrichten. Of hoogwater de bezoekers afschrikt? Integendeel, het trekt juist veel kijkers”.

Vanwege zijn bijzondere ligging heeft het Vlaardinger horeca-onderkomen een aanvaringsverzekering afgesloten. „Voorzover ik weet zijn we het enige hotel in Nederland met een dergelijke verzekering”, zegt Siemens.

Beperkt

Verderop aan de Vlaardinger waterkant is Chinees restaurant China Garden gevestigd. Langs twee rijkelijk versierde leeuwenkoppen, veel muurversieringen en een met tapijt beklede trap komen bezoekers in de eetzaal. Het uitzicht mag er zijn.

China Garden heeft wat met water „Een paar keer per jaar zetten we vloedplanken tegen het deurtje, maar als er een grote boot langsvaart, slaan de golven er zo overheen”, zegt bedrijfsleider C. R Chau vanachter een toonbank. „Maar ach, de schade van de wateroverlast is beperkt en we zitten hier op een ideale locatie”.

Het is de vraag of het restaurant van de wateroverlast is bevrijd, nu de stormvloedkering er ligt, zegt Chau. Hij knipt met zijn vingers. „Het kost heel veel geld als de deuren dichtgaan. Dat gebeurt zomaar niet”. De stormvloedkering is een stuk Nederlands vakmanschap, stelt Chau, „net als de Sluitdijk, eh, de Afsluitdijk”.

Angst

Schiedam. Ook een waterstad. Bij een halfopen praathuisje aan de kade staan drie jeugdige Schiedammers. „Stormvloedkering?” vraagt Soraya van der Hul. „Nooit van gehoord. Zijn dat sluizen of zo?” Al snel gaat er een lichtje branden en komt een stukje Schiedamse wateroverlast ter sprake. Alex de Jong: „Ik stond hier eens bij dit huisje. Effe sigaretje roken. Nog geen vijf minuten later stond het water tot bijna aan mijn knieën”.

Op een van de steigers van de met hoge bomen omzoomde jachthaven zijn H. Peukers en J. Vorstenbos te vinden. Beide heren vinden het „prachtig” dat de stormvloedkering tot stand is gekomen. Vorstenbos: „Het neemt een hoop angst onder de mensen weg”.

Peukers wijst naar de naastgelegen parkeerplaats. „Eens in de paar jaar loopt het parkeerterrein onder Een puinhoop. Wat denk je? Er zijn mensen die hun auto neerzetten, een paar dagen later terugkomen van een vaarreisje en hun karretje vol water zien Staan”. Als het water te veel opstuwt, kan het zelfs gebeuren dat de vaartuigen in de Schiedammer jachthaven zo hoog komen te liggen, dat van de weeromstuit de trossen losschieten.

Luchtbellen

En dan de stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg zelf. Een weg van polderformaat langs het water voert naar het project van wereldallure. Bezoekers kunnen in het Keringhuis het naadje van de kous te weten komen.

Op de parkeerplaats trappen kinderen een balletje. De families R. Baardolf uit Waddinxveen en H. Holthaus uit Amstelveen hebben ruim een uur stormvloedkering achter de rug. „Indrukwekkend”, zegt Baardolf. „Je voelt je als Nederlander best een beetje trots. Al heb je niet aan de bouw meegewerkt”. „Ho ho”, lacht Holthaus, „er zit een meter belastinggeld van je tussen”.

Baardolf: „Het is aardig om te zien dat wel veertig verschillende soorten beroepen nodig zijn voor zo’n project. Mijn grootste compliment gaat uit naar de voorbereidingen voor het werk. Ieder materiaal moet precies op zijn krachten worden getest. In beton mogen bijvoorbeeld geen luchtbellen zitten, vertelde een betontechnoloog”.

Broodje Keringhuis

Bezoekers van de stormvloedkering maken zich nauwelijks bezorgd over de dreiging van het water, zegt Loes Elshof, voorlichter van project stormvloedkering Nieuwe Waterweg. „Ik heb hier nog geen angstige bezoekers ontmoet. Mensen houden nauwelijks rekening met een ramp of wateroverlast. Wel is het zo dat een calamiteit bij de Zeeuwse bezoekers sterker! leeft, vanwege de watersnoodramp in- 1953”.

Wateroverlast blijft mogelijk, ondanks de deuren. „Natuurlijk is het vervelend als je nieuwe keuken onder een laagje water! komt te staan, maar de kering is er om rampen te voorkomen, niet om alle wateroverlast uit te bannen”, zegt Elshof.

Vorig jaar bezochten 115.000 mensen het nieuwe complex, pakweg 60 procent van de kijkers is afkomstig uit de directe omgeving. „De rest komt vanuit alle delen van de wereld”. Dit jaar wordt eenzelfde bezoekersaantal verwacht.

Vanuit het Keringhuis is de stormvloedkering te zien. Miljoenen regendruppels spatten uiteen op het stoere staal. Binnen attendeert het menubordje op een warm broodje Keringhuis.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 mei 1997

Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's

„Er zit een meter belastinggeld van je tussen”

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 mei 1997

Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's