Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het vierde profetisch gesprek van Maleachi

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het vierde profetisch gesprek van Maleachi

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

Juda handelt trouwelooslijk..." (Maleachi 2 : 10-16)

oewel er elke dag nog heel veel huweüjken worden gesloten op de stad- en gemeentehuizen, toch wordt er ook heel wat „afgetrouwd". Dat laatste woord wordt wel gebruikt voor ontbinding van huwehjken. Vaak is echtscheiding daartoe de aanleiding. Er is in onze tijd heel wat huwehjksnood en gezinsleed. Ontrouw aan de ander zorgt voor veel schade en verdriet. In de dagen van Maleachi heersten er ook heel veel misstanden op het terrein van het huwehjk. Heel wat verhoudingen en toestanden beïnvloeden de huweüjksethiek. En na het volk en de ambtsdragers te hebben aangesproken op hun minachting voor de eredienst moet nu de profeet wanpraktijken op het gebied van het huwehjk ontdekken en bestraffen. Gaat het mis in de kerk dan gaat het ook mis buiten de kerk. Komt, luisteren we ditmaal naar het profetisch onderricht van Maleachi over het huwehjksleven.

1. De huwelijksontrouw ontdekt

Sommige uitieggers denken dat de achtergrond van onze tekst een hturgisch klaagfeest was ter herinnering aan de verwoesting van stad en tempel in 586 voor Christus of een boetedag vanwege een sprinkhanenplaag of een grote droogte. Bij die gelegenheid zou Maleachi gewezen hebben op de ontwrichte huweüjksethiek onder de teruggekeerde Joodse baUingen in het heihge land. Hij begint met een vraag. Dat laat God meer doen door Zijn knechten. Een enkele vraag van Hem kan een situatie geheel doorhchten en getuigt van Gods zorg en opzoekende hefde. „Hebben wij niet allen een Vader? Heeft niet een God ons geschapen? " Herinnert de profeet zelf het volk aan hun afkomst of neemt hij van het volk een in die tijd veel gebruikte slagzin over die aantoont dat men niet al te moeiÜjk deed in de omgang met heidenen. Het universele Vaderschap van God deed denken aan de broederschap van alle mensen. Maar hoe dan ook, deze vraag van Maleachi moet Sion van toen en ons in deze tijd wel diep raken. Maar hoe kan tegen de achtergrond dat God de Vader en de Schepper van Zijn volk is het bestaan dat men zo trouweloos tegenover elkaar is en handeft? Dat hield in een ontwijding van de heihge band met God en die de Joden als leden van Zijn volk met elkaar hadden. Vanwege de schrikkehjke ontrouw is Juda zelf ontrouw geworden want het volk bezoedeft het land. Maleachi heeft allereerst het kwaad van de gemengde huwelijken op het oog. Die zijn een gruwel in Gods oog. Het volk van Juda trouwde massaal met „de dochter van een vreemde god", die dus een dienares van een afgod was. Ze was niet alleen een buitenlandse maar ook een pure heidin. Veel van die gemengde huwelijken kwamen voor in de tijd van de profeet, zie Ezra 9 : 1 w en 10 : 11, Neh. 9 : 2, 13 : 1-3 en 23-29.

Ontrouw noemt de Heere het toelaten en het praktizeren van het gemengde huweUjk. Het volk wijkt af van God als de Enige en Ware God maar ook onderUng van elkaar Nog maar juist was Sion onder het oordeel vandaan gehaald en verlost, dat over dit volk gekomen was omdat het de Heere niet alleen had gediend. En nu is het alweer mis en goed ook! En erger is dat men dit doet met miskenning van de Vader-Schepper van Israël dan wel met een beroep op Zijn universeelzijn. Ook in onze tijd zijn gemengde huwehjken schering en inslag geworden. „Wat maakt het nu uit", zo zegt men, „uiteindehjk geloven we toch in dezelfde God, hoe Hij ook moge heten, Heere, Allah of hoe dan ook. Als je maar eerhjk bent en gelooft maar in Wie je gelooft is niet van belang." Maar dat zijn drog-redenen. Maar, al zijn we gelukkig getrouwd en elkaar trouw, ontdekten we onze trouwbreuk tegenover de Heere? In het paradijs verheten we Hem, ruilden we Hem in voor een ander, de duivel. We komen op de wereld met een hart dat van Hem is afgeweken en zoveel najaagt waarin Hij niet is. Hoeveel afgoden, werelds en godsdienstig, houden we er op na en bij de profeten wordt de afgoderij vaak ook afgebeeld als huwelijksontrouw jegens onze wettige Man, de Heere. Hij gaf geen reden tot ontrouw, integendeel, wat is de Heere trouw aan Zijn Woord, aan Zijn verbond en aan Zijn volk. O, beweenden we onze ontrouw voor God die Hij ontdekt opdat we als schuldigen tot Hem zouden wederkeren om vergeving te vragen en te krijgen en de band weer hersteld te zien met Hem? 2. De huwelijksbreuk verweten

Daar is nog een tweede kwaad in Israël, zoals blijkt uit de verzen 13-16 van Maleachi 2. Ondanks de zeer godsdienstige bedrijvigheid - men bedekt het altaar met tranen en zuchten daar Gode geen welgevallen toont aan de vele offers - breekt men huwehjken gemakkeüjk stuk. De Heere trad bij de huweÜjkssluiting eigenhjk als Getuige op en Hij waarborgde en beschermde alle rechtshandeüngen daar omheen. Tegenover „de vrouw van de eerste liefde" handelde men met bedrog en de wettige verphchtingen die het huweüjk oplegt werden niet nagekomen. Exegeten wagen de veronderstelling dat in die tijd het monogame huweüjk - dus de verbintenis van een man met een vrouw - regel was geworden in Israël. En dat terecht! Het huweüjk met een tweede, heidense vrouw noodzaakte tot verbreking van het eerste huweüjk. En dochters van welgestelde heidenen bedankten ervoor als bijvrouw te fungeren. Ze wilden aUeen een Joodse man huwen mits hij zijn eerste, eigen vrouw wegstuurde. Want die heidense vrouwen zijn welgesteld en brengen waardevoUe relaties mee die van pas kunnen komen in het zakenleven. En ze zijn soms ook jonger en mooier dan de vrouwen waarmee men getrouwd was. Die laatsten moeten de laan uit. En wat is dat erg! Wat een goede dagen heeft men gedeeld met hen, wat was het huweüjks- en gezinsleven mooi en gaaf. God laat Maleachi spreken over „de huisvrouw uwer jeugd... daar zij toch uw gezeUin en de huisvrouw van uw verbond is." Het huweüjk werd aangegaan uit üefde en het was wettig ook in Gods ogen. Maar ach, dat is nu aJles vergeten en opgegeven, zonder dat de eerste vrouw schuldig stond. En, wie het huweüjk zo breekt komt er niet zonder straf van af! Om hoeveel redenen gaat in deze tijd een huweüjk niet stiik? Vaak is men verkeerd begonnen. O neen, een kerkeüjke bevestiging van een huwelijk en kerkeüjke meelevendheid zijn geen waarborg voor de bewaring van de huweüjkstrouw. Van de weersomstiiit gaan jongeren niet trouwen maar samenwonen, hetgeen vroeger „hokken" werd genoemd. Dat is de ene zonde met de andere bestrijden. Zo heeft God het niet bedoeld en niet gewUd. Men schrikt soms van de kijk op het huweüjk als gezegd wordt „gaat het goed dan hebben we geluk gehad; gaat het verkeerd dan hebben we pech gehad." Is dat een basis om op te bouwen? Laatst hoorde ik een moeder voor de radio zeggen „mijn man en ik hebben aUebei een buitenechteüjke relatie. We zeggen tegen de kinderen: julüe hebben vriendjes en vriendinnetjes; nou papa en mama hebben ook ieder een vriendin en een vriend." Wat een opvatting! Dan is het wat anders als man en vrouw te mogen leven in wederzijdse üefde en trouw, geadeld door de vreze Gods. Maar hebben we ook persoonüjk de breuk met God ingeleefd? Hij wü op de wijze van het verbond met de mens omgaan. Dat bleek al m de schepping. Dat eerste verbond ging stuk. Toen kondigde Hij af het genadeverbond, waarvan het teken en zegel van de doop door ons wordt meegedragen. Dat verbond is maar niet een verdrag dat men even sluiten of opzeggen kan. Maar zaüg is hij of zij die als verbondsbreker de Verbonds- Middelaar leert kennen tot behoud, Jezus Christus.

3. De huwelijksinzetting gehandhaafd

We moeten niet denken dat de Heere Üchtvaardig met Zijn inzettingen laat omspringen! Om te beginnen bedreigt Hij in vs. 12 die schuldig staan aan huweüjksontrouw met volkomen afsnijding uit de gemeenschap met het volk van God en met uitroeüng uit de hutten van Jakob! Drastisch zal Hij optreden tegen alle overtreders en de afsnijding is volkomen. En in vs. l6 staat niet minder dan dat God de echtscheiding, waarbij de eerste vrouw wordt weggestuurd ter wille van de tweede, die een heldin was, haat! We mogen vrezen voor Zijn geduchte straffen als we Zijn mzettingen schenden en niet de eer geven die deze waardig zijn. Het üjdt geen twijfel dat de Heere opkomt voor Zijn inzetting en ook voor die van het huwe- lijk. En Zijn waarschuwing en bedreiging zijn niet voor tweeërlei uitleg vatbaar. Het huwelijk is een insteUing van Gods verbond. De Heiland leert ons dat „wat God samengevoegd heeft de mens niet schelde." De apostel Paulus noemt in het verlengde daarvan „het huwelijk een verborgenheid, ziende op Christus en op de gemeente." Hoe dichter we als mensen bij elkaar staan hoe meer de vernielende werking van de zonde büjkt. Maar juist aan deze plaats waar zoveel mensen diep verwond kunnen geraken, geeft de Heere bijzondere aandacht. En de Zoon van God Die in ons bestaan kwam deed Zijn eerste wonder op een bruiloft! Hij treedt genezend en herstellend op. En wie zich door Hem laat genezen ontkomt aan het gericht.

Houden we ons aan Zijn inzettingen. We zullen daarvan het profijt ook niet missen al gaat het daarbij niet allereerst om het ontlopen van de aangekondigde straf. En juist in een tijd als waarin wij leven, die veelszins Ujkt op die van Maleachi, heeft de kerk die inzettingen ook hoog te houden. Droevig is het dat in de ontworpen kerkorde van de verenigde kerk het huwehjk niet meer in een ordinantie is ondergebracht. Wij büjven daarvoor ijveren. In alle huwehjksnood is de hemelse Bruidegom de enige uitweg tot vergeving van bedreven zonden en tot vernieuwing van het leven en van het huwehjksverbond. Soms kan pastorale en professionele hulpverlening nodig zijn. Ver daarboven uit gaat „de ondertrouw in gerechtigheid" die de Heere belooft en schenkt aan Zijn volk. De volle vereniging echter met Hem, Die hefhad met een eeuwige Hefde, is boven. Daar zullen Gods kinderen zijn als de engelen Gods. Het huwehjk als scheppingsordening teft daar niet meer. Maar daar behoeft de Heere ook nooit meer aan te dringen op de onderhouding van Zijn inzettingen en nog veel minder te bedreigen met straf bij schending van Zijn inzettingen. Maar Zijn inzettingen zullen volkomen worden betracht. Wat zal dat zaHg zijn!

Apeldoorn

WChr. Hovius

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 1999

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Het vierde profetisch gesprek van Maleachi

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 1999

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's