HOPENDE EN UITZIENDE.

Hopende: We waren dus met elkaar aan het spreken over die kleine vossen die de wijngaarden verderven. Met de vossen die de wijngaarden verderven, worden de valse leraars bedoeld. Ztilke vossen zijn er in deze tijd in het bijzonder zeer veel. Dit hebben we de vorige keer met elkander besproken. Nu wordt er echter in het bijzonder zo over kleine vossen gesproken. Met een enkel woord hebben we er al iets van gezegd, dat die kleine vossen ook bij ons van binnen te vinden zijn. Kleine vossen worQen niet zo gauw gezien en kruipen overal gemakkelijker doorheen. Maar daarom kunnen die kleine vossen ook juist de wijngaard zoveel schade aandoen.

Uitziende: We zijn altijd geneigd om zulke kleine jonge diertjes wat meer te ontzien. Ik heb echter eens van een boer gehoord, die een heel nest met ratten verdronk. Er stond iemand bij, die het wat erg vond dat hij al die jonge ratten verdronk. Die boer merkte echter op, dat hij dat wel doen moest, want jonge ratten worden nu eenmaal oude ratten. En zo is het nu met die vossen ook. In de kerk is het noodzakelijk, dat men de valse leringen die de kop opsteken, in de kiem zoekt te smoren. En niet alleen zijn er valse leringen die de wijngaard verderven, maar er is nog zoveel ander kwaad waardoor de wijngaard veel schade kan worden aangedaan. Hoeveel onenigheid is er gedurig niet in de wijngaard van Gods kerk, omdat men geen erg in die kleine vossen heeft.

De vorst der duisternis gaat altijd maar om als een briesende leeuw, zoekende wie hij zou mogen verslinden. Én hij bedient zich van die kleine vossen. We zouden in het oneindige komen, als we al die kleine vossen moesten gaan noemen. Door allerlei kleinigheden die er soms voorvallen, kan er heel wat kwaad gesticht worden. Over het algemeen is men er maar niet genoeg voor op zijn hoede. En zo zijn er ook afwijkingen in het leven, die veel kwaad ten gevolge kunnen hebben. Gods Woord zegt ons bijvoorbeeld, dat we ons moeten wachten voor de schijn des kwaads. En zo zijn er ook weer zoveel wereldgehjkvormige dingen waardoor de kerk steeds meer tot een dorre onvruchtbare akker wordt. Het gaat dan van kwaad tot erger. En zo is op de duur het kwaad niet meer te keren. Maar vanzelf zijn er ook weer andere kleine vossen, die ook veel schade doen. Door een bijgelovige of eigenwUige godsdienst kan men ook veel bederven in de wijngaard. Ik heb nogal eens gezien, dat er ook zoveel ellende ontstaat door zoveel van die vrome kunsten die velen er op nahouden. De farizeërs in Jezus' dagen hadden een weefsel van eigen vonden en menselijke instellingen die geheel de ziel uit de door God ingestelde godsdienst wegnamen, zodat er slechts een geraamte zonder geest overschoot. En met zulke kleine vossen zoekt de boze in deze tijd vanzelf ook de wijngaard te verderven.

Hopende: Hoe is het dan toch altijd maar nodig om door God geleid te worden in het midden van de paden des rechts. En ik geloof, dat daartoe de ontdekking aan die kleine vossen van binnen zo onmisbaar is. Als men de kleine vossen van binnen niet leert kennen, heeft men ook geen erg in die kleine vossen van buiten. In die stad mensenziel is er immers wat te koop! Als ge die vossen

van binnen een beetje leert kennen, dan zullen ze je niet zoveel.meer wijs kunnen maken. Maar och vriend, er zijn nog zoveel van die kleine vossen van binnen waar ik maar geen erg in heb. Ik ben bijvoorbeeld zo onverloochend aan mezelf. Dat doet me toch altijd zoveel kwaad. We zijn toch zulke zoekers van eigen eer in onze diepe val geworden. Och, zo gauw als de mens van God afviel, zijn de kleine vossen bij zwermen de wijngaard des harten ingeslopen.

Zo zitten we als gevolg van die val ook vol ongeloof, eigenliefde en wantrouwen.

En vandaar is er ook zulk een bediUen bij ons van God in Zijn handelingen. En dat komt ook omdat we het zelf zo goed denken te weten. En zo staat onze eigen wijsheid ons ook maar in de weg. Wat heeft de Heere • dan ook een arbeid aan de mens, om hem het vertrouwen op eigen wijsheid en eigen kracht te ontnemen.

Uitziende: Och vriend, het krioelt van de kleine vossen bij me van binnen. En zulke vossen zijn eigenlijk wel grote vossen, maar ze zijn klein te noemen omdat we meest maar geen oog voor die vossen hebben. En nu zegt de hemelse Bruidegom hier: Vangt gijlieden ons de kleine vossen, die de wijngaarden verderven. We hebben reeds gehoord, dat hier de leraars aangesproken worden, die in Gods kerk de wacht moeten betrekken tegen die kleine vossen. En wat die kleine vossen van biimen betreft, dan is het nodig dat we die niet alleen leren kennen, maar er ook tegen leren waken. Maar och vriend, ik kan ze maar niet vangen. Er zijn echter verklaarders die zeggen dat Christus dit zegt tegen Zijn eeuwige Metgezellen, namelijk de Vader en de Heilige Geest. En och, dit is zeker waar, dat als de Heere ons de kleine vossen niet leert vangen, dat we ze allemaal laten leven. Maar daarom zal het ook zo'n strijd zijn tot het einde toe.

Hopende: Ik kom er hoe langer hoe meer wel achter, dat ik de laatste snik zal moeten geven om van de kleine vossen af te komen. En daar mag ik gelukkig nog wel eens hoop op hebben. Als de kleine vossen me heel erg te pakken hebben, kan ik dat ook wel niet meer bekijken, maar het mag bij ogenblikken toch ook nog wel eens anders wezen. We moeten echter nu weer afbreken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen