Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

M. C. Cheyne en zijn gedicht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

M. C. Cheyne en zijn gedicht

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Reeds van eind vorig jaar dateert een brief uit Canada, waar wij ook lezers hebben, met het verzoek om het gedicht van Robert Murray Mc. Cheyne (Eens was ik een vreemdeling) af te drukken. Uiteraard willen we aan dat' verzoek graag voldoen. Voor hen die deze bijzondere Schotse prediker niet kennen, volgen eerst enkele biografische gegevens.

Zijn leven

Robert Murray Mc Cheyne werd geboren in Edinburgh, op 21 mei 1813. Tijdens zijn studie aan de Universiteit van Edingburgh overleed zijn broer. Dit sterven werd door de Heilige Geest gebruikt om hem een indruk te geven van de eeuwigheid en om hem te bepalen bij de noodzaak om God in Christus te leren kennen.

Op 24 november 1836 werd hij predikant in Dundee. Hij deed er intrede met Jesaja 61 : 1 — 3: De Geest des Heeren Heeren is op mij omdat de Heere mij gezalfd heeft om een blijde boodschap te brengen aan de zachtmoedigen, enz." Reeds deze eerste preek was voor velen het middel tot een geestelijk ontwaken.

In de jaren 1838 en 1839 maakte Mc Cheyne een reis naar Palestina om aan de joden de enige Naam tot zaligheid te verkondigen. Deze reis is uitvoerig beschreven in het onlangs herdrukte werk: „De zendingsreis van Robert Murray Mc Cheyne" (J. P. van den Tol, Dordrecht, 1981).

Mc Cheyne had te kampen met een zwakke gezondheid en voelde wel aan dat hij niet oud zou worden. Uitzonderlijk vroeg werd hij van zijn post afgelost. Op 25 maart 1843, nog geen 30 jaar oud, ging hij in de vreugde van zijn Heere.

Tot rijke zegen

Uit de levensbeschrijving door zijn vriend Andrew Bonar weten we dat Mc Cheyne in zijn korte leven voor ontelbaar velen tot zegen is geweest. Wanneer we nu, na meer dan een eeuw, zijn preken lezen, kunnen we dat ook wel verstaan. Ze vormen één voortdurende aansporing om tot Christus te komen, Die hij onvermoeid aanprijst als de volkomen Zaligmaker. Kortom, zijn bediening was „in betoning van Geest en kracht".

Die bediening werd bovendien gedragen door een Godzalige wandel en een leven dat voortdurend gebonden was aan de troon der genade. Een citaat uit de Inleiding op het Dagboek van Jessie Thain (een zielsvriendin van Mc Cheyne) moge dat illustreren:

Mc. Cheyne was een bijzondere man. Reeds vroeg in zijn christelijk leven werd hij op ongewone wijze tot de Heere getrokker.,

Gedurende vele maanden verkeerde hij in bijna onafgebroken vereniging met God in de voorportalen des hemels. Vanaf die Bethelheuvel kwam hij tot zijn medemensen om te vertellen de dingen die hij gezien en gehoord had. Hij had de heerlijkheid des Heeren gezien. Hij had Zijn stem gehoord. Hij had ook in rijke mate de liefde van Jezus gesmaakt.

Zijn lippen waren verwarmd, geheiligd en gezegend, toen ze werden aangeraakt door de gloeiende kool van het altaar, waarop het bloed der besprenging was gestort. Daarom waren tot het einde toe de liefde, de dood en de heerlijkheid van de Verlosser zijn vaste onderwerpen. De dauw zijner jeugd rustte tot het einde op hem, want hij stief in zijn 29ste levensjaar. Op de preekstoel, of in de huizen van zijn mensen, of op het ziekbed, of wanneer hij uitrustte en blij was in de tegenwoordigheid van zijn broeders, altijd droeg hij een ontzagwekkende hemelsgezindheid mee, waarover zijn vrienden en hoorders in latere jaren op gedempte toon spraken."

Gedichten Behalve als prediker is Mc Cheyne ook bekend geworden als dichter. Van de gedichten die hij naliet, en waarvan sommige opgenomen zijn in prekenbundels, is wel het meest bekende „De Heere onze Gerechtigheid", ook wel genoemd: „Het wachtwoord der Hervormers". We laten nu dit gedicht hier onder volgen:

HET WACHTWOORD DER HERVORMERS

Eens was ik een vreemd'ling voor God en mijn hart: ik kende geen schuld en gevoelde geen smart; ik vroeg niet: mijn ziele, doorziet gij uw lot.? hoe zult gij rechtvaardig verschijnen voor God.?

AI sprak daar een stem uit de Heilige Blaan van 't Lam, met de zonden der wereld belaan; ik zocht bij de kruispaal geen veilige wijk; 'k stond blind en van verre, in mijzelven zo rijk.

Ik deed als Jeruzalems dochters weleer: ik weende om de pijn van mijn lijdende Heer'! en dacht er niet aan, dat ik zelf door mijn schuld zijn kroon had gevlochten, zijn beker gevuld.

Maar toen mij Gods Geest aan mijzelf had ontdekt, toen werd in mijn ziele de vreze gewekt; toen voelde ik wat eisen Gods heiligheid deed; daar werd al mijn deugd een wegwerpelijk kleed!

Toen vluchtte ik tot Jezus! Hij heeft mij gered; Hij heeft mij verlost van het vonnis der wet. Mijn heil en mijn vrede en mijn leven werd Hij. Ik boog me, en geloofde, ...en mijn God sprak mij vrij.

Nu ken ik die waarheid, zo diep als gewis, dat Christus alleen mijn gerechtigheid is. Nu tart ik de dood; nu verwin ik het graf. Nu neemt mij geen satan de zegekroon af!

Nu reis ik getroost onder 't heiligend kruis naar 't erfgoed daarboven, in 't Vaderlijk huis. Mijn Jezus geleidt mij door de aardse woestijn. „Gestorven voor mij!" zal mijn zwanenlied zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

M. C. Cheyne en zijn gedicht

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's