Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Geloofsleer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Geloofsleer

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De kennis van God

(1)

In de wereld vinden we vele soorten godsdienst, die alle gericht zijn op de verlossing van de mens. Al deze godsdiensten kunnen echter terug gebracht worden tot twee soorten n.l. ware en valse godsdienst. Waar ligt het verschil? Alle valse godsdiensten gaan uit van de zelfwQvXossing door de mens. De enige ware godsdienst gaat uit van de genadeverlossing door Christus.

Daarom is het noodzakelijk, kennis te ontvangen van de ware godsdienst en dus van de ware God.

Christus Zelf heeft getuigd dat de zaligheid bestaat in het kennen van de enige waarachtige God en van Jezus Christus, Die Hij gezonden heeft.

Er moet onderscheid gemaakt worden in verschillende soorten en openbaringen van de kennis van God.

Als soorten onderscheiden we:1. De oorspronkelijke kennis. Hieronder verstaan we de Zelfkennis, die God drieënig van Zichzelf heeft. Hij kent Zichzelf op volmaakte wijze, zoals niemand anders Hem ooit zal kennen.

2. De meegedeelde kennis. Hieronder verstaan we de kennis, waarvan God mededeling heeft gedaan aan Zijn schepselen en waarvan Hij soms meer, soms minder openbaart. a. De hoogste kennis heeft God meegedeeld aan Christus. In Hem immers waren de goddelijke en menselijke natuur verenigd. Als God bezat Hij ook de oorspronkelijke kennis, maar als mens ontving Hij de Geest zonder mate. Dit is de hoogste meegedeelde kennis. We noemen dit kennis door vereniging.

b. Dan volgt de kennis, die men in de hemel heeft van God. De engelen en de gezaligden zien het aangezicht van God en kennen Hem op die wijze ongestoord tot in eeuwigheid. We noemen dit kennis door aanschouwen.

c. Ook op aarde openbaart God iets van Zichzelf in de harten van Zijn kinderen door het geloof in Christus. Maar daarin is onderscheid. De een heeft meer van deze kennis ontvangen dan de ander. De een kent meer van Christus dan de ander. De een heeft meer oefening in het geloof dan de ander; zo zijn er standen in het geestelijk leven. We noemen dit de kennis in trappen.

Hoe komt deze kennis nu tot stand? Wat is de oorsprong, de inhoud en het doel ervan? De oorsprong van deze kennis ligt in God Zelf Het gaat vrijwillig van Hem uit om Zichzelf aan Zijn schepselen te openbaren.

Niets of niemand kan Hem daartoe verplichten of aanzetten. De inhoud van deze kennis is de Zelfopenbaring van God. Telkens maakt God iets van Zijn eigenschappen of deugden openbaar aan de schepselen, opdat ze Hem zouden kennen.

De hoogste openbaring heeft Hij geschonken in het zenden van Zijn Zoon.

Het doel van deze openbaring is de verheerlijking van Zichzelf

De openbaring van de Godskennis Om kennis van God te ontvangen is het dus nodig, dat deze kennis geopenbaard wordt aan de mens. Ieder mens heeft een openbaring van de kennis van God ontvangen, maar er is verschil in mate en de wijze van deze openbaring. We kunnen dat als volgt weergeven.

1. De algemene kennis van Got/strekt zich uit over de hele wereld tot alle mensen, heiden of christen. Deze kennis is ingeschapen en verkregen.

a. Dat deze kennis ingeschapen is, wil zeggen dat ieder mens deze met de geboorte mee krijgt. Alhoewel e door de zondeval de mens het beeld van God verloren heeft, betekent dit e­niet, dat hij geen besef meer heeft van God. Ieder mens draagt er besef van dat zijn daden beoordeeld worden naar hogere normen van goed en kwaad. Daarom beschuldigen of verontschuldigen ook de heidenen elkaar. Daarom bestraffen zij ook daden als moord, overspel en diefstal e.d. Het is te vrezen dat onder het moderne heidendom deze ingeschapen kennis steeds minder als norm voor goed en kwaad wordt geaccepteerd. Daardoor zal de goddeloosheid veel groter worden, dan zij onder het oude heidendom ooit geweest is.

b. De verkregen kennis komt niet uit de mens, maar van buiten, uit de natuur. Hier openbaart God Zijn wijsheid, almacht, enz. Opmerkelijk is dat Paulus herhaaldelijk de heidenen wees op deze tekenen in de natuur om hen te overtuigen van de enige ware God.

De verkregen kennis verstrekt dus de ingeschapen kennis, maar ook het omgekeerde kan gebeuren. Men kan de ingeschapen kennis het zwijgen opleggen door de verkregen kennis te ontkennen of weg te redeneren, bijv. door overal een verklaring voor te willen geven.

De algemene kennis maakt de mens echter niet zalig.

-Ze laat wel zien dat God er is, maar niet Wie Hij is. In de natuur wordt de Drieëenheid niet geopenbaard, dus ook Christus niet als Verlosser. - In de natuur zijn wel de gevolgen van de zonde merkbaar, maar de oorzaak wordt niet aangewezen.

-De natuur leert geen weg ter verlossing, nog minder de naam van de Verlosser.

-Bovendien is het menselijk verstand door de zonde zo verduisterd, dat hij al deze dingen niet meer zou kunnen opmerken, indien ze er wel waren.

Toch heeft de algemene kennis zeker nut.

-Door de algemene kennis bestaat er rechtsgevoel en is er onderscheid tussen goed en kwaad. Hierin openbaart God Zijn goedheid, zodat de wereld nog leefbaar is.

-Ook is er een vorm van onderdanigheid. De mens is aan gezag onderworpen. Als er van dit gezag niets overblijft, dan v^^ordt de vi'ereld een volmaakte chaos.

-De algemene kennis maakt de mens "vatbaar" voor de prediking van het Evangelie. Hiervan maakte Paulus ook gebruik.

-Door de algemene kennis is niemand te verontschuldigen voor God, zelfs de heiden niet. Hij heeft zichzelf al over zijn eigen daden in zijn geweten veroordeeld.

Al het goede wat God geeft, heeft tot doel, dat het ons tot erkenning van Hem zou brengen, maar we verdraaien het tot ons eigen verderf God doet nimmer onrecht, wanneer Hij de ongehoorzame mens straft, want Hij heeft ze allen goed geschapen. Door eigen schuld heeft de mens zijn gehoorzaamheid verloren; daarom is hij zelf ten volle verantwoordelijk. Deze verantwoordelijkheid is echter groter, naar mate God meer van Zichzelf aan ons geopenbaard heeft. De heiden kan niet zondigen tegen het Evangelie, omdat hij het niet kent.

Daarom zal hij ook niet geoordeeld worden naar het Evangelie, maar alleen naar de ingeschapen wet, die hij genegeerd heeft.

2. Behalve de algemene kennis heeft God ook de bijzondere kennis van Zichzelf geopenbaard door Zijn Woord.

a. Deze bijzondere kennis is algemeen voor allen, die met de Bijbel in aanraking komen. Ze geeft ons verstandelijke kennis van de drieënige God en van de verlossing door Christus. Zij geeft echter geen kennis van de geestelijke verborgenheden van het geloof. De verantwoordelijkheid is des te groter, naar mate God ons meer geopenbaard heeft door het Evangelie.

b. De hoogste kennis, die God openbaart, is de zaligmakende kennis door Woord en Geest in de harten van Zijn kinderen.

Door de wedergeboorte komt er een geestelijke levendmaking, die zaligmakend God en Christus doet kennen. In deze kennis is dan een toenemen, zoals beschreven is onder de kennis in trappen. Ze eindigt tenslotte in de kennis van God door het aanschouwen van Hem in de hemel. Nog een keer moet er op gewezen worden dat de geopenbaarde kennis onderscheiden is van de zelfkennis van God. Wij kunnen God nooit begrijpen, want dan zouden we aan God gelijk zijn en dan zou Hij ophouden God te zijn.

God is een volmaakte, oneindige Geest. Dat is voor ons onbegrijpelijk, want deze begrippen gaan ons verstand te boven. Het eindige (de mens) kan het oneindige (God) nooit bevatten. Luther sprak over de verborgen God, Die Zelf altijd op de achtergrond blijft.

Calvijn zei, dat God in het diepst van Zijn Wezen onbegrijpelijk is; Zijn goddelijkheid ontgaat onze menselijkheid.

God is wel te kennen zo ver als nodig is tot onze zaligheid, want zover heeft Hij Zichzelf geopenbaard in Christus.

Stolwijk,

ds. CA. van Dieren.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 januari 1992

De Saambinder | 16 Pagina's

De Geloofsleer

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 januari 1992

De Saambinder | 16 Pagina's