Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Investeren en terugverdienen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Investeren en terugverdienen

(inverdienen welvaartseffecten van onderwijsinvesteringen)

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het sectorbestuur onderwijsarbeidsmarkt (SBO) organiseerde op woensdag 3 september j.l. een symposium naar aanleiding van het lerarentekort en de vrij lage positie van Nederland als kennisland op de internationale lijst. Door het SBO is een rapport uitgebracht over de maatschappelijke effecten van onderwijs en een advies met een drietal kernthema's. In het Mededelingenblad is er al kort verslag van gedaan. Hier wat uitvoeriger.

Het rapport Investeren en terugverdienen doet verslag van een onderzoek naar de baten van onderwijs op de maatschappij. Een jaar extra onderwijs bijvoorbeeld op middelbaar beroepsniveau zou heel wat effect hebben op de volgende terreinen van de maatschappij: gezondheid, criminaliteit, sociale zekerheid en burgerschap.

Gezondheid en onderwijs
Hoger opgeleiden hebben een betere gezondheid en een langere levensverwachting dan lager opgeleiden. Ze roken minder en hebben minder vaak overgewicht. Er is een duidelijke relatie tussen onderwijs en gezondheid. Het is natuurlijk de vraag of dit een causaal verband is, met andere woorden: wordt die betere gezondheid veroorzaakt door de hogere opleiding? Je zou namelijk ook kunnen denken dat gezondere mensen over het algemeen langer onderwijs volgen dan degenen die niet gezond zijn. Er is volgens het rapport wel een relatie tussen onderwijs en gezondheid waarbij de gezondheid in positieve zin Hoger opgeleiden hebben een betere gezondheid en een langere levensverwachting dan lager opgeleiden. beïnvloed wordt door een hogere graad van opleiding. Een hogere opleiding leidt namelijk tot een gezondere leefstijl en stelt mensen ook in staat informatie over gezond gedrag te vergaren en toe te passen. Deze mensen investeren vaker in hun gezondheid om daar in de toekomst baat van te hebben. Lager opgeleiden maken zich minder druk om de mogelijke effecten van (on)gezonde leefstijlen in de toekomst, zij consumeren liever nu. Dit positieve verband tussen gezondheid en onderwijs levert nog andere baten op dan alleen een betere gezondheid. Hoger opgeleiden maken minder vaak gebruik van zorgvoorzieningen. Dat betekent weer lagere kosten van de gezondheidszorg. Voor mannen blijkt het effect overigens groter te zijn dan voor vrouwen. Wel is in beide gevallen sprake van een positief effect. In berekeningen wordt dan uitgedrukt dat de waarde van de gezondheidswinst per jaar door één jaar extra onderwijs € 600,voor een man en € 300,-voor een vrouw bedraagt. Het is natuurlijk nogal moeilijk en ook aanvechtbaar de waarde van een levensjaar en een statistisch leven in geld uitte drukken. De economen die dit rapport opstelden, doen dat wel.

Criminaliteit en onderwijs
Eén op de zes Nederlanders wordt jaarlijks slachtoffer van criminaliteit. Vooral fietsendiefstal komt veel voor. Per jaar wordt bij twee procent van de Nederlanders ingebroken. De kosten zijn enorm hoog. Onderwijs kan leiden tot minder criminaliteit volgens het rapport. Door scholing kunnen voorkeuren veranderen. Het leidt tot meer samenwerken, ijver, enz. Scholing houdt vaak ook in dat de directe behoeftebevrediging wordt uitgesteld en er niet meteen in het heden geconsumeerd behoeft te worden. De blik wordt meer naar de toekomst gericht. Eerst meer scholing, dan meer verdienen en ook uitgeven. Volgens onderzoek heeft (extra) onderwijs een negatief effect op winkeldiefstal, vandalisme en geweld. Het verkleint dus de kans op deze vormen van criminaliteit. Daarentegen heeft het een positief effect op belastingfraude. Dat laatste is wel opmerkelijk, hoewel niet zo verwonderlijk. Hoger opgeleiden hebben vaker te maken met het invullen van belastingformulieren, enz. en hebben dus ook meer kans om belastingfraude te plegen. Het kan natuurlijk ook zijn dat ze met hun hogere opleiding ook meer mogelijkheden zien niet alleen om door de mazen van de wet te kruipen, maar ook die te overtreden. De kosten van belastingfraude nemen met maar liefst 20 % toe bij een toename van het opleidingsniveau van de bevolking met één jaar. Vernuftige geesten weten ook meer listige trucs te bedenken om de ontvanger van belastingen, anders gezegd: de gemeenschap, te benadelen. In het rapport staat wel dat mensen die religieus van aard zijn, minder vaak diefstallen en geweldsmisdrijven begaan, maar op de andere vormen van criminaliteit schrik niet! heeft die overtuiging geen invloed. Dus ook niet op de belastingfraude.
Ondanks dat laatste versterkende effect is het netto resultaat van extra onderwijs op criminaliteit wel positief. Zou het niet een typisch liberale gedachte zijn die in dit rapport naar voren komt? Overigens is het rapport niet zwart-wit, want het bevat ook een wonderlijke conclusie over het effect van het opleidingsniveau op geweld door kinderen: de kans op geweld neemt af naarmate de moeder hoger opgeleid is, maar neemt toe naarmate de vader hoger opgeleid is. Ook blijkt de afkeuring van normovertredend gedrag bij hoger opgeleiden minder sterk te zijn dan bij lager opgeleiden. W e kunnen ons dus wel afvragen wat voor uitwerking die hogere opleiding op de opvattingen over waarden en normen heeft! Het is wel zaak voor ouders daar ook eens naar te informeren bij hun studerende kinderen.

Maatschappelijke activiteit en onderwijs
Ik hoef u niet te vertellen dat de afgelopen vijftig jaar de samenleving ingrijpend is veranderd. Door de individualisering (ieder leeft voor zichzelf) en de toegenomen mobiliteit van personen zijn traditionele samenlevingsverbanden als gezin, familie en buurt minder belangrijk geworden. De duur van relaties is in veel gevallen korter geworden, denk maar aan echtscheidingen en kortere dienstverbanden bij dezelfde werkgever. Mensen wonen ook korter in dezelfde buurt. Naarmate de samenleving individualiseert, neemt de belangstelling voor hetgeen de mensen bindt en de waarde van onderlinge banden toe. Het wordt steeds belangrijker aandacht te geven aan sociale cohesie dus aan wat de maatschappelijke eenheid vergroot. De samenleving lijkt namelijk steeds meer te verbrokkelen en uiteen te vallen. Hoger opgeleiden doen wel mee aan de individualisering van de maatschappij, maar zijn tegelijkertijd wel bereid meer deel te nemen aan de activiteiten en verbanden van deze maatschappij. Ze zijn vaker lid van organisaties zoals verenigingen. Ze nemen vaker deel aan het democratisch proces (actief lid van een politieke partij, enz.) en zijn meer betrokken bij de maatschappij. Ze doen aan 'netwerken', zoals dat tegenwoordig heet. Het lijkt ook wel voor de hand te liggen dat de hoger opgeleiden positiever tegenover de samenleving staan. Ze hebben er vaak ook meer van te verwachten. Wat de sociale contacten betreft, zijn de verschillen tussen lager en hoger opgeleiden niet opvallend. Dat hangt namelijk niet alleen van opleiding af, maar ook van de plaats (dorp of stad) en korter of langer wonen op één plaats. In een dorp en vooral als je daar langer woont, is het sociale netwerk van huishoudens groter. Maar in het algemeen hebben hoger opgeleiden wel een groter sociaal netwerk en zijn ze vaker lid van een vereniging.

Sociale zekerheid en onderwijs
De sociale zekerheid vinden sommigen een teken van beschaving, anderen zien het meer als een belangrijke kostenpost. Dat laatste is in ieder geval waar. Ruim 11 % van het bruto nationaal product wordt aan sociale zekerheid besteed en dat komt neer op ruim 56 miljard. Het gaat dan bijvoorbeeld over werkloosheidsen arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. Het is een bekend feit dat lager opgeleiden vaker werkloos zijn dan hoger opgeleiden. Van de universitair opgeleide mannen bijvoorbeeld heeft een veel kleiner deel een arbeidsongeschiktheidsuitkering dan van de mannen die niet de lagere school hebben afgerond.
Over het algemeen kunnen we zeggen dat meer onderwijs ervoor zorgt dat mensen minder gebruik maken van sociale zekerheidsregelingen.Er is natuurlijk geen rechtstreeks verband tussen sociale zekerheid en onderwijs. W e kunnen niet zeggen dat degenen die gebruik maken van sociale zekerheid geen opleiding volgen om gemakkelijker een baan te krijgen, maar omgekeerd is het vaak wel zo dat een lage opleiding de kans op werkloosheid wel vermeerdert. Volgens het rapport van het SBO neemt de kans op gebruik maken van de sociale zekerheid met 0,3 procent af. Gemiddeld ontvangt in de leeftijd van 16 tot 65 jaar 13 % van de burgers een sociale zekerheidsuitkering. Voor vele miljarden wordt daaraan besteed. Een toename van het opleidingsniveau zou leiden tot enkele honderden miljoenen euro's aan besparing. Daarbij is nog uitgegaan van een jaar (2002) waarin de uitgaven aan werkloosheidsuitkeringen nog niet zo hoog waren. Inmiddels hebben we te maken met een teruglopende economie en dus ook een hoger beroep op werkloosheidsuitkeringen. De besparing kan dan hoger zijn, maar dat is niet automatisch zo. In een tijd van grote werkloosheid is het ook wel gebeurd dat hoger opgeleiden geen baan kregen of uiteindelijk een baan ver onder hun niveau accepteerden. De besparing geldt volgens het rapport alleen onder voorwaarde dat de stand van de conjunctuur en de sociale zekerheidswetgeving ongewijzigd blijven.Van geen van beide punten kunnen we nu zeggen dat dit zo is. Daarmee is de mogelijke besparing ook onzeker geworden.

Fragmenten uit lezingen
Ir. Dijkgraaf, president-directeur Shell Nederland, benadrukte dat bedrijven belang hebben bij een goede opleiding. Wat dat betreft, wordt het moeilijker voor een bedrijf als Shell Nederland om nog Nederlandse topmanagers te vinden. De opleidingen zijn in het buitenland, met name Amerika, beter en worden daar dan ook veel gevolgd, ook wel door Nederlanders. Ze vinden na een succesvolle opleiding aan een buitenlandse universiteit vaak in dat land werk. Je ziet dan ook dat er steeds meer buitenlanders in de top van een bedrijf als Shell zijn te vinden. W e moeten in ons land het zwaartepunt leggen bij de exacte vakken, was zijn mening. Vroeger hadden w e nog Nobelprijswinnaars, bijvoorbeeld voor natuurkunde (Lorentz, Kamerling Onnes, Van der Waals en Zeeman) en scheikunde (Van 't Hoff). Nu komt dat eigenlijk nauwelijks meer voor. De heer Dijkgraaf begreep ook wel dat de opleiding niet alleen van scholen en universiteiten vandaan moet komen. Voor de algemene basisvaardigheden van taal, rekenen, cultuur en de vorming tot staatsburger kan dat wel. Die kennis heeft ook een langzame halfwaardetijd, zoals dat heet. Die is niet meteen of vrij snel verouderd. Maar voor meer beroepsgerichte, praktische opleidingen ligt dat heel anders. Die kennis heeft een snelle halfwaardetijd. Je verwerft de kennis in korte tijd (dagen of maanden), maar ze is ook heel snel verouderd. Het ligt voor de hand dat bedrijven de opleiding betalen en vaak ook verzorgen.
Zijn stelling is dat de grootste toegevoegde waarde voor opleidingen bestaat in het ontwikkelen en toepassen van nieuwe kennis. Zijn visie was erg gericht op het bedrijfsleven. Voor het onderwijs had hij toch ook nog een aardige uitspraak: "Er kunnen slechts nieuwsgieirige, creatieve en in kennis geïnteresseerde kinderen van school komen als de leraar in staat is geweest een vonk bij hen te laten overspringen."

Prof. Dr. Teulings, hoogleraar arbeidseconomie en algemeen directeur van het Tinbergeninstituut, zag voor het onderwijs een sleutelrol weggelegd bij de ontwikkeling van onze samenleving naar een kennismaatschappij. In het akkoord van Lissabon is als doelstelling afgesproken dat Europa als technologisch speerpunt gaat fungeren. Bij de groei van onze economie sinds 1945 heeft onderwijs een belangrijke rol gespeeld. Nu blijken de Verenigde Staten wereldleider te zijn. Bij onderwijsvernieuwingen zijn landen als Zweden en Finland succesvol. Nederland daarentegen zakt naar de middenmoot. Als je onderwijsuitgaven afzet in procenten van het bruto nationaal product, dan zitten wij met deze uitgaven op hetzelfde niveau als Tsjechië. België en Duitsland zitten er ai een aardig stukje boven en zeker geldt dat voor landen als de Verenigde Staten, Noorwegen en Zweden. W e leggen in ons onderwijs te veel nadruk op schooluitval en onderwijs als welzijnswerk. Je kunt onderwijs beter zien als topsport. Topprestaties leiden tot een brede kwaliteitsverbetering. Houd je dus niet bezig met maatregelen als klassenverkleining, want de één zegt dat het goed is voor de kwaliteit en de andere onderwijskundige bestrijdt dit weer. Zulke onderzoeken zijn maar een ellende. Uit onderzoek naar de verhouding kwaliteit van de onderwijsgevende en salaris blijkt een groot effect van een hoger salaris uit te gaan. Als in tijden van economische achteruitgang meteen bezuinigd wordt op salarissen, laatje daarmee zien hoe weinig waarde je hecht aan goed onderwijs. Kijk naar het lange termijn effect! Dan zouden die bezuinigingen wel eens geld kunnen kosten. Belangrijk is dat er goede docenten zijn, die duidelijk boven de leerstof staan. Dus niet kleinere klassen maar betere docenten en dan ook dienovereenkomstig betaald. Zijn leus was: kennis telt. Maak van onderwijs een exportproduct. Dat is wijs onderwijs!

Beoordeling
Het rapport legt een sterke nadruk op de economische factor van het onderwijs. Hoger onderwijs zorgt voor een betere economie, gezondere dus productievere mensen, een betere concurrentiepositie, minder criminaliteit, enz. Er zal reden voor zijn om dit te doen. Maar toch blijft het een eenzijdige benadering. Een hoogleraar uit Utrecht heeft er ook op gewezen in zijn rede bij de opening van het academisch jaar dat vragen naar de zingeving van het leven en dergelijke steeds minder aandacht krijgen. Hij waarschuwde daartegen. En terecht. De aandacht voor waarden en normen in het onderwijs is zeker zo belangrijk als een goede opleiding in de exacte of meer technische vakken. Natuurlijk kan Nederland zich niet permitteren ver achter te blijven bij andere landen als het gaat over investeren in het onderwijs. Maar een eenzijdige nadruk op opbrengsten en rendement (winst) is verkeerd.
De verwachtingen van de positieve effecten van extra opleiding zijn ook veel te hoog gespannen. Het oude liberale stokpaardje "Bouw scholen en je kunt de gevangenissen wel sluiten" lijkt nog bereden te worden, ledereen kan weten dat deze leus niet op werkelijkheid berust. Ongetwijfeld weten de opstellers van het rapport dit ook wel, maar toch blijft de optimistische kijk op de mens doorwerken. De maatschappij en ook deelnemers daaraan vertonen wel vele tekorten, maar ze zijn wel te verhelpen mits je maar voldoende investeert, bijvoorbeeld in onderwijs. Prof. Cliteur zei het op het congres over waarden en normen heel anders: de mens is onverbeterlijk, maar je moet wel proberen dat kwaad zoveel mogelijk in te dammen. Daarop is vanuit de zaal gereageerd met de stelling dat door genade een mens verbeterlijk is. In zekere zin is dat ook zo. Er wordt bij de wedergeboorte een nieuwe mens geschapen. Tegelijk houdt zo iemand wel de oude mens in zich en die is en blijft onverbeterlijk. Die zondige oude mens in ons doet zich ook wel gevoelen, totdat de mens door de dood verlost wordt van een lichaam des doods. Hoe belangrijk is het dat dit op scholen de kinderen wordt verteld. Om dat te kunnen doen is beleving noodzakelijk.
Het wijzen op de noodzaak en het belang van een nieuwe geboorte moet daarom in het onderwijs aan onze kinderen hoofdzaak zijn. Dat betekent niet dat het overige onderwijs van minder kwaliteit mag zijn. Het bewaart wel voor meehollen in de race om onderwijs dat een zo groot mogelijk rendement afwerpt.

Dit artikel werd u aangeboden door: KOC Visie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 december 2003

Criterium | 52 Pagina's

Investeren en terugverdienen

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 december 2003

Criterium | 52 Pagina's