Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onderwijsman J. Boeve: "Het is een maatschappelijk gegeven waar we niet omheem kunnen"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onderwijsman J. Boeve: "Het is een maatschappelijk gegeven waar we niet omheem kunnen"

Internet als schibboleth

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Elke leerling z'n eigen computer. Dat is het beeld dat minister Ritzen voor ogen staat. De jeugd moet mee in de technologische sneltrein. De ethische doordenking boemelt ook in de gereformeerde gezindte ver achter die ontwikkeling aan. Terwijl reformatorische kleuters in het speelkwartier dringen om een plaats achter de pc, heerst in kerk en school verwarring over de houding die moet worden ingenomen tegenover de informatie- en communicatietechnologie. „De bezinning moet eigenlijk nog beginnen."

De veranderingen in het voortgezet onderwijs zijn voor leerkrachten nauwelijks bij te benen, laat staan voor de buitenwacht. Eerst werd de onderbouw ingrijpend gerenoveerd, door de invoering van de basisvorming. Momenteel gaat de bovenbouw op de helling. Scholengemeenschappen bereiden zich voor op de introductie van de Tweede Fase. Belangrijkste kenmerk daarvan is dat leerlingen zelfstandiger moeten gaan werken, waardoor de overstap naar het hoger beroepsonderwijs en de universiteit eenvoudiger wordt. De leerkracht krijgt steeds meer een begeleidende en coördinerende taak.
De computer speelt in dit proces een centrale rol. Als het aan minister Ritzen ligt, heeft elke leerling binnen afzienbare tijd z'n eigen scherm. De personal computer fimgeen ais ingeblikte docent, die niet alleen tekst en uitleg verschaft, maar ook als corrector optreedt wanneer de persoon achter toetsenbord en muis de plank misslaat. Een volgende stap is de vervanging van de schooltas door een laptop, de draagbare minicomputer. Daarmee kan op elke willekeurige plaats contact worden gelegd met het netwerk van de school, dat via de elektronische snelweg in verbinding staat met de buitenwereld. Grenzenloos onderwijs.

Mediatheek
Ook reformatorische scholen kunnen niet om de spectaculaire voortgang van de infoimatie- en communicatietechnologie heen. Beheersing van ICT, zoals de langlijvige term wordt afgekort, is binnenkort een vereiste. "Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat alle leerlingen in het studiehuis met toepassingen van ICT kunnen werken", waarschuwt een voorlichtingsbrochure van het ministerie. April '96 besloot de stichting Dienstverlening Gerctormeerd Schoolonderwijs (DGS) een werkgroep Mediatheek/lCT op te richten. Vertegenwoordigers van verschillende reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs hebben in deze werkgroep zitting. Voorzitter is sectordirecteur C. Kruijning van de scholengemeenschap Pieter Zandt in Kampen.
In het achterliggende cursusjaar werd nagedacht over de uitbreiding van de klassieke schoolbibliotheek naar een mediatheek. Naast de bekende boekenschappen zullen daar computers te vinden zijn die behalve tekst ook beeld en geluid kunnen bieden. Het onderscheid tussen audiocassettes, educatieve video's en computerondersteunend onderwijs behoort binnen afzienbare tijd tot het verleden. Alles is gecombineerd in de multimediale computer.

Schibboleth
Het komende jaar zal de werkgroep zich bezighouden met de mogelijklieden van de informatie- en communicatietechnologie binnen de lessen. Om enerzijds te kunnen voldoen aan de door het ministerie gestelde eisen en anderzijds na te gaan hoe de eigen identiteit tot uitdrukking kan worden gebracht in de nieuwe situatie. GE25iun! 1997 Het is geen eenvoudige klus. Terwijl het overgrote deel van de reformatorische gezinnen in het bezit is van een computer en ook de videorecorder steeds meer ingang vindt, is op een aantal reformatorische scholen de educatieve video nog een brug te ver. In het achterliggende jaar ontwikkelde Internet zich tot een nieuw schibboleth. De bezinning op het gebruik van het wereldwijde computernetwerk verloopt daardoor stroperig. Voormannen binnen het voortgezet reformatorisch onderwijs laten in allerlei toonaarden weten dat de kwestie gevoelig ligt.

Mediathecaris
Om te voorkomen dat de conclusies en adviezen van de landelijke DGS-werkgroep om tactische redenen in bureauladen verdwijnen, is veel energie gestoken in het opzetten van werkgroepen binnen de scholen. Die moeten de aangereikte informatie doorsluizen naar het lokale docentenkorps. Indien nodig toegespitst naar de eigen school en aangepast aan de door het bestuur gestelde regels. Wat de mediatheek betreft, is Kruijning niet ontevreden. Na een moeizame start wordt momenteel op verscheidene scholen concreet nagedacht over de opzet en het toekomstig gebruik daarvan. Duidelijk is dat de mediatheek een veel bredere betekenis zal krijgen dan de ouderwetse bibliotheek. Van de leerkracht wordt verwacht dat hij zicht heeft op het aanbod en er ook gebruik van maakt in zijn lessen. Omgekeerd zal de leerling worden gestimuleerd om zelfstandig bepaalde bronnen te gaan raadplegen, daarbij geassisteerd door de mediathecaris.

Zwemmen
Op de Pieter Zandt heeft de systeembeheerder inmiddels een aansluiting op Internet gekregen. Er wordt overwogen een werkplek voor docenten in te richten, zodat zij zich in alle rust kunnen oriënteren op de mogelijkheden van dit veelbesproken medium voor hun eigen vakgebied. „Met enkel literatuurstudie kom je er niet", verklaart J. Boeve, als lid van de centrale directie belast met onderwijskundige zaken. „Laat mensen er maar achter gaan zitten. Pas als je er heel praktisch mee bezig bent, ontdek je waar de mogelijkheden en de grenzen liggen. Zwemmen leer je in het water, niet aan de wal. We kunnen er gewoon niet onderuit."
In de eerste plaats denkt de schooldirecteur dan aan de eisen die het ministerie stelt. Daarnaast aan de vaardigheden die de moderne samenleving vraagt. Zelf bepleit hij een positieve benadering. Het reformatorisch onderwijs moet zich niet al tegenstribbelend mee laten sleuren, maar op constructieve wijze nagaan waar en hoe de informatie- en communicatietechnologie een nuttig instrument kan zijn voor de realisering van de eigen doelen.

Vorming
„We hoeven ons niet bij voorbaat bedreigd te voelen. Ook met ICT kunnen we gestalte geven aan de levensbeschouwelijke functie van het reformatorisch onderwijs. Voor ons 'is het een modern hulpmiddel, meer niet. Op dat punt verschillen we duidelijk van mening met de minister. Bij Ritzen lijkt ICT een doel in zichzelf te worden. De presentatie van de computer in het onderwijs als een ingeblikte docent was een miskleun van de bovenste plank. De vorming van leerlingen, een geweldig belangrijke taak van het onderwijs, kun je nooit overlaten aan een apparaat."
Wanneer de lijn van de minister wordt doorgevoerd, verliest de leerkracht volgens Kruijning zijn functie als identificatiefiguur. „De school is dan louter een kennisinstituut. Het bepalen van ethische standpunten wordt overgelaten aan de leerling, die zich daarbij moet baseren op de stroom aan informatie die over hem wordt uitgestort. Een vaste maatstaf ontbreekt. Die kant willen wij absoluut niet op."

Totaalplan
Momenteel beschikt de Pieter Zandt over ruim veertig computers op tweeduizend leerlingen. Ze worden vrijwel uitsluitend klassikaal gebruikt. In de eerste plaats voor het vak computerkunde. Daarnaast hebben ze een bescheiden plaats in de lessen binnen andere vakgebieden.
Met een bredere toepassing wordt gewacht tot er een totaalplan ligt voor het gebruik van de informatieen communicatietechnologie. „Je bent er niet door her en der in het gebouw computers neer te zetten, al dan niet met cd-rom", licht Kruijning toe. „Eerst moet je je onderwijskundige en principiële uitgangspunten helder hebben. Pas dan kun je op een consequente en effectieve wijze gebruik maken van dat wat de moderne technologie ons biedt."
In januari '98 wil de schoolleiding van de verschillende vaksecties horen hoe ze ICT denken te kunnen gebruiken in hun lessen. En welke consequenties dat heeft voor de muren van het pand. „Het is niet denkbeeldig dat een aantal theorielokalen moet worden omgevormd tot lokalen waar leerlingen zelfstandig achter de computer gaan werken."

Internet
Het bestuur van de scholengemeenschap heelt uitdrukkelijk bepaald dat Internet voor leerlingen tot nader order verboden terrein is. Als de bezinning is afgerond en het totaalplan op tafel ligt, zal een definitief standpunt worden ingenomen, mede op basis van de mogelijkheden die er dan zijn om ongewenste inforniatie te blokkeren. Vast staat voor Boeve dat op termijn geen enkele school ontkomt aan het gebruik van Internet in een of andere vorm. „Het is een maatschappelijk gegeven. Als leerÜngcn naar een bibliotheek gaan om materiaal voor een werkstuk te verzamelen, kunnen ze ook gaan internetten. Zonder eniu toezicht. Waar komen ze dan mee aan?
Ik kan me de situatie voorstellen dat een docent adviseert om een bepaalde bron via de schoolaansluiting op Internet te raadplegen. Het grote voordeel daarvan is dat hij als begeleider kan optreden. In de hoop dat leerlingen op een verantwoorde wijze met het medium leren omgaan, voordat ze het reformatorisch onderwijs achter zich laten. Want dat ze ermee te maken krijgen, is zeker. Niet alleen aan de universiteit, maar ook in het middelbaar en hoger beroepsonderwijs. De vraag is niet óf we mee willen doen, maar hóe we mee gaan doen. We zullen moeten proberen om leerlingen een kritische attitude bij te brengen."

Computercursus
De beide directieleden beseffen dat dit streven alleen zin heeft, wanneer het wordt gedragen door de ouders. De confrontatie met de computer begint niet op school maar in het gezin. Terwijl de Pieter Zandt één computer op veertig leerlingen heeft te bieden, staat thuis bij acht van de tien leerlingen een pc. Voor een deel met modem. Daar komt bij dat de jeugd veel sneller met de verworvenheden van het informatietijdperk leert omgaan dan de oudere generatie. De meeste leerlingen zijn op dit punt de doorsnee docent ver vooruit. Tot nu toe heeft Kruijning niet kunnen merken dat dit tot een veranderende gezagsrelatie leidt. Wel heeft de directie van de scholengemeenschap in Kampen besloten dat de docenten met ingang van het komende schooljaar computercursussen kunnen gaan volgen. „Ter verkrijging van het elektronisch rijbewijs." Van toekomstige docenten wordt verwacht dat ze reeds kennis hebben van de informatie- en communicatietechnologie. „Er zijn al collega's die telebankieren."

Intranet
Een stap vóór Internet ligt een afgeschermd Intranet. Voor de eigen school, het reformatorisch onderwijsveld of de complete gereformeerde gezindte. Om de mogelijkheden daarvan te verkennen, bracht een delegatie uit de werkgroep Mediatheek/ICT een bezoek aan de ERDEE-holding, die zich op dit gebied profileert.

Meer dan een eerste oriëntatie was het niet. Met nadruk stelt Kruining dat de bezinning zich in de beginfase bevindt. „Voor de volle breedte van het reformatorisch voortgezet onderwijs geldt dat we nog aan het zoeken zijn. Waar willen we naartoe?" Die behoed/aamheid wordt in belangrijke mate gevoed door de wens om tot een gezamenlijk standpunt te komen. „Er zijn op dit punt niet te ontkennen verschillen tussen de reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs en ook binnen de scholen, dat is duidelijk. Niemand is erbij gebaat als die op de spits worden gedreven en we een tweedeling krijgen tussen reformatorische scholen met en zonder Internet. Of tussen gebruikers en niet-gebruikers binnen de school."

Uit balans
Met de wijze waarop de standpuntbepaling in de gereformeerde gezindte tot nu verloopt, is Kruijning niet echt gelukkig. „Ik vind het nuttig dat mensen op de verschillende aspecten van Internet wijzen. Als het rigoureus wordt afgewezen, zijn we snel klaar. Waarom zouden we ons dan nog druk maken over de vraag hoe we leerlingen toe kunnen rusten."
De verhouding tussen de normale toepassing van Internet en allerlei negatieve uitwassen is in de discussie totaal uit balans, vindt Boeve. „Het is geen seksboek, maar een geavanceerd hulpmiddel om informatie op te zoeken en uit te wisselen. Laten we nuchter zijn, dat blijft de belangrijkste functie van Internet. Op die wijze wordt het in het wetenschappelijk onderwijs ook gebruikt, al jaren. Tegelijk geldt dat je zonder ingebouwde zekeringen door dit medium de hele wereld in huis kunt halen. Deze zaken moeten in de oordeelsvorming op evenwichtige wijze aan de orde komen. Een ander punt is hoe we leerlingen kunnen leren om te gaan met een overvloed aan informatie. Vermeden moet worden dat communicatie verschraalt tot alleen maar informatie uitwisselen."

We zullen blijvend oog moeten houden voor de ethische kant", bevestigt Kruijning. „Niet alleen naar de leerlingen, maar ook naar de docenten toe. En binnen de directie. Bij ons kan net zo goed afstomping plaatsvinden. Nog meer dan in het verleden zullen we tijd moeten inruimen voor bezinning. Om te voorkomen dat mensen door alle informatie waarmee ze worden geconfronteerd wegdrijven van de reformatorische uitgangspunten."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 juni 1997

Terdege | 88 Pagina's

Onderwijsman J. Boeve:

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 juni 1997

Terdege | 88 Pagina's