Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GEMEENTE VAN BEHOEFTIGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEMEENTE VAN BEHOEFTIGEN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Diaken, ouderling en dominee zullen beamen wat hier boven staat: onze gemeente is een gemeente van behoeftigen. Behoeftig aan het Woord, aan steun en begeleiding op de weg naar het heil, behoeftig aan troost en bemoediging, aan bijstand in velerlei familiale en particuliere zaken, immaterieel zowel als soms ook materieel.

Het ligt voor de hand dat zo’n constatering consequenties heeft voor de wijze waarop de gemeente bearbeid wordt: voor de prediking, de pastorale begeleiding, het huisbezoek en diverse vormen van hulpverlening.

De weerslag van deze bearbeiding komt voor een deel vast te liggen in allerlei stukken: verslagen van kerkeraadsvergaderingen, berichten in kerkbladen over de gang van zaken in de plaatselijke gemeenten, rapporten van vergaderingen en conferenties over diverse soorten van hulpverlening. Die weerslag behoort ook tot uitdrukking te komen in de dienst des Woords, waarin duidelijk zou kunnen worden hoe dominee en kerkeraad met hun gemeente bezig en verbonden zijn.

Waarschijnlijk zal niemand tegen de tot dusverre ontvouwde gedachtengang bezwaar hebben, maar toch: de proef op de som, die dit alles zou kunnen bewijzen, klopt niet overal. Voor de Woord-dienst niet: er wordt gebeden, gezongen, gelezen en gepreekt, maar niet iedereen gevoelt zich werkelijk betrokken en gegrepen, niet iedereen herkent in de overweging van het bijbelwoord de antwoorden op vragen waarmee hij misschien heel de week door is doende geweest. Soms zelfs ervaren hoorders de kilte van een grote afstand: men heeft een kerkdienst bij-gewoond, maar er niet aan deel genomen. En de schriftelijke rapportage vermeldt naast vele organisatorische of financiéle zaken slechts enkele particuliere bijzonderheden van een karakteristiek genre: vertrokken en ingekomen leden, verhuizingen, geboorten, berichten over mensen die in ziekenhuizen zijn opgenomen met vaak enige informatie over hun kwalen en de manier waarop die medisch worden aangepakt.

Het is niet onmogelijk, dat deze situatie mede een gevolg is van een achter-blijven van de ontwikkeling van de kerkelijke gemeente bij de veranderingen in de samenleving waarbinnen die gemeente functioneert. Het leven van de kerkelijke gemeente lijkt zich nog voor een groot deel te voltrekken alsof die gemeente was in-gebed in een volledig besloten gemeenschap, waar mensen elkaar volkomen in het oog kunnen houden, waar men in eigen beheer een bestaan kan opbouwen en handhaven, waar alleen uitzonderlijke omstandigheden tot een stap in het onbeschermde, in de gevaarlijke en onbekende buitenwereld dwingen. In zulk een samenleving wordt alleen diegene, die de veilige muren achter zich moet laten, geacht in nood te zijn. Wie zich binnen kan redden mag volledig veilig worden verondersteld.

Met zulk een samenleving is de kerk gauw klaar: de leden zijn er veilig. Vandaar dat in de binnen-cirkel van de gemeente slechts bijzondere aandacht behoeft te worden ge-schonken aan de enkeling die zich in gevaar moet begeven (bijvoorbeeld naar een ziekenhuis gaat) of die verholen gebrek lijdt, terwijl de zorg voor de grote wereld buiten zich kan beperken tot zending en evangelisatie en acties voor verre naasten waarover schrijnende en met het eigen besloten wel-zijn contrasterende verhalen binnen de wallen zijn doorgedrongen.

Nog steeds wordt in ons kerkelijk samenleven te weinig aandacht geschonken aan het keiharde feit, dat de gesloten, besloten en nagenoeg zelf-verzorgende gemeenschappen van vroeger al lang niet meer bestaan. Ook al komt het voor, dat kleine groepen door hun attentie zoveel mogelijk naar binnen te richten zich het voortduren van die toch wel plezierige knusheid trachten te suggereren.

Het gemeentelid en zijn gezin leven hun levens in onvermijdelijke verbondenheid met een wereld zonder muren of grenzen. Zeker niet alleen omdat alles van buiten via de communicatie-media onbekommerd in de huiskamer wordt geslingerd. Dat soort open vensters went wel en stompt helaas nog af ook. Maar veel meer als gevolg van het feit, dat omstandigheden en voorwaarden van-elders het leven van de enkeling regelen, ontregelen en voor een groot deel bepalen, zonder dat hij op die omstandigheden en voorwaarden ook maar de geringste invloed kan uitoefenen. Men praat wel veel over democratisering en bevordering van de mondigheid van het individu, maar de meest wezenlijke ontwikkelingen en beslissingen komen ergens-anders en voor het gevoel van velen totaal buiten hun medewerking - vaak ook volledig tegen hun wensen in - tot stand.

Zo staat het individuele gemeentelid als gebonden - maar hij weet niet hoe en door wie en van waar - in een ruimte waar ook de kleine plaatselijke kerk geen vat meer op heeft. Met vragen waar die kerk geen antwoord meer op weet. Vol zorgen, angsten, dreigingen.

Ziedaar een nieuw soort behoeftigheid, met materiéle en immateriéle aspecten, voor elk individu weer anders en specifiek voor zijn situatie. Een behoeftigheid, die scheiding teweegbrengt tussen mensen vlak bij elkaar. Een ieder heeft zo zijn speciale complex van omstandigheden, dat hij in eenzaamheid met zich draagt. Onuitgesproken vaak in de huiskamer, ongemerkt meestal en dus onbeantwoord in hetgeen de gemeenschap van de kerk zou behoren te zijn.

Menig gemeentelid is op een andere wijze hulp-behoevend geworden. Materieel is men over het algemeen wel van een basis-bestaan verzekerd, wat overigens nog niet wil zeggen, dat er geen materiéle zorgen zouden zijn. Velen immers zijn in de jagende consumptie- en concurrentie-race van de jaren tot ongeveer 1980 net iets te ver gegaan, op hoop van een voortgaand trend-beleid, dat elk jaar wel weer iets meer in de huis- houdportemonnaie zou brengen. En de gevolgen van dat net iets te ver gaan laten zich in de gezinnen gelden op een vaak zeer ingrijpende wijze, waarbij uit het materiéle deficit immateriéle problematiek van dikwijls ontstellende omvang voortvloeit: lichamelijke en psychische ziekte, verwijdering tussen gezinsleden, storing in de huwelijksrelatie. Met daarbij ook nog meermalen dieper-gaande geestelijke frustaties: wie gewend is geweest zijn welvaart en groeiende materiéle mogelijkheden als zegen te beschouwen, krijgt door de tegenslagen, die als een onverwachte lawine over hem heen storten, ook moeilijkheden in zijn geloofsrelatie.

Ongeveer hetzelfde geldt voor de andere bedreigingen van deze jaren. Zal de inkrimping van de werkgelegenheid ook mijn sector en mijn baan gaan raken? Zal ik mijn moeizaam opgebouwde bedrijf gaande kunnen houden? Wat zal de toekomst brengen voor land, volk en gezin, de toestand op mondiaal niveau in aanmerking genomen? Voeg daarbij dan nog de groeiende onzekerheid op de gebieden van moraal en ethiek. Wat is nog oirbaar, waar zijn de lijnen, die mijn klassieke beeld van de kleine, netjes- geordende samenleving verbinden met de onoverzichtelijke veelheid van opvattingen, waar ik mij anno 1981 middenin bevind? Gezagsverhoudingen, huwelijksmoraal, omgangsvormen, recht en onrecht, fatsoen en onfatsoen - de grenzen gaan anders verlopen en de gevolgen daarvan beinvloeden het dagelijks handelen. Merkwaardige tussen-vor-men penetreren het zakenleven zowel als de „ordentelijkste” families………

Het komt mij voor, dat het de taak van ambtsdragers is zich eens voor de nog overzichtelijke kring van de plaatselijke gemeente te gaan afvragen in hoeverre het levenspatroon van de broeders en zusters is veranderd in de laatste veertig, vijftig jaar en voorts welke gevolgen die verandering voor de bearbeiding van de gemeente met zich zou kunnen of moeten brengen. Ongetwijfeld zal nadere bezinning op de tegenwoordige situatie tot de conclusie leiden, dat er behoeftigen in velerlei zin zijn bij-gekomen, wier specifieke nood reeds al te lang aan de pastorale en diaconale aandacht is ontgaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1982

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

GEMEENTE VAN BEHOEFTIGEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1982

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's