Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De nieuwe herder

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De nieuwe herder

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

De schaapherder is niet meer exclusief aan het heideland verbonden. Vandaag trekt hij ook door de polder, het griendland en de grote stad. Het begrazen levert Huug Hagoort een schamele boterham op, het beleg komt van de bijproducten: recreatie, educatie en managementtrainingen.

De straataanduiding in Ottoland is eenvoudig. Het eerste stuk langs het water heet A, verderop gaat die over in B. De asfaltweg kronkelt door onbedorven polderland in de Alblasserwaard, met z’n eeuwenoude boerderijen en knoestige knotwilgen.
De hoeve van Huug en Cocky Hagoort toont klassiek, maar is nog maar vier jaar oud. Hij verrees op de plaats van de oude geitenschuur. Achter de woonboerderij, met een aantal gastenkamers, ligt de schaapskooi. De twee delen van de hoeve worden verbonden door het bezoekerscentrum, dat doet denken aan een ouderwetse deel. De ruimte erboven biedt uitzicht op de schaapskooi, waar de ooien vanaf half januari hun jongen wierpen.
Nadat de schapen het vrije veld in waren gegaan, verwijderde Hagoort de mest en spoot hij de stal onder hoge druk schoon. In de lente en zomer verhuurt hij die voor alle mogelijke evenementen. „Binnenkort staan er 25 kunstenaars te exposeren, we houden hier de Ottolandfair, familiedagen, reünies, er worden zelfs burgerlijke en kerkelijke huwelijken gesloten. Moeder-overste heeft de regie over de binnenboel, ik ben voor het buitengebeuren.”

Herdersvirus
Zijn vader had een meubelfabriek in Maassluis, maar Huug wilde de landbouw in. Na zijn agrarische opleiding zat hij in de veevoedervoorlichting en runde hij met Cocky, boerendochter uit Ottoland, een geitenbedrijf. Dat deden ze in 2000 van de hand, waarna ze op markten biologische producten verkochten.
Een kennis die schaapherder wilde worden, bracht Huug tot zijn huidige beroep. Ze kochten in Westerbork een voorraad Schoonebeeker heideschapen, waarmee ze natuurterreinen, dijken, uiterwaarden en ander groen in de Hollandsche Biesbosch en de Alblasserwaard gingen begrazen. Voor Rijkswaterstaat, Nationaal Park De Biesbosch, de provincie, burgerlijke gemeenten, woningcorporaties, waterschappen en particulieren.
„De afspraak was dat ik de schapen hier zou verzorgen en dat m’n kameraad ermee zou lopen, maar na drie weken verzwikte hij zijn voet. De volgende morgen reed ik in alle vroegte naar de Biesbosch. De nevel hing nog boven het land. Het enige wat je hoorde, was het gefluit van vogels en het geschuifel van de schapen. Ik liep nog geen kwartier toen ik twaalf reeën tussen de dieren had. Die morgen ben ik besmet geraakt met het herdersvirus.”
Zijn collega is inmiddels gestopt. De kudde in de Biesbosch wordt nu gehoed door een zzp’er. Huug trekt met een kudde langs dijken en wegbermen in Ottoland en omgeving en over de stadswallen en door de parken van Gorinchem. „In totaal hebben we nu zo’n vijfhonderd volwassen dieren en een driehonderd lammeren.”

Smoutjesvliet
Met zijn terreinwagen overbrugt de Ottolandse herder de afstand van de boerderij naar de Schoonebeekers. Op een stuk land bij de provinciale weg van Nieuwpoort naar Schelluinen bevrijdt hij Sam uit de kennel achter in de wagen. De tien jaar oude bordercollie draaft er meteen enthousiast vandoor. „We hebben een reu en zeven teven. Van de teven nemen we er altijd twee mee, maar Sam is ouderwets. Hij vertikt het om samen te werken met een vrouw.”
Door het natte hoge gras ploegen we over de kade langs de Smoutjesvliet, die verderop uitmondt in het riviertje de Giessen. Uit het weideland rijzen de kerktoren van Goudriaan en een watermolen omhoog. Aan weerskanten van de vliet bloeit koolzaad en fluitenkruid. In de rietkraag dobbert een meerkoetnest met zes eieren. De moeder heeft bij het naderen van de herdershond de wijk genomen.
Onze gang wordt regelmatig gehinderd door laaghangende takken en welig tierende brandnetels. De hordenloop eindigt bij een hek op de kade. Erachter staan de Schoonebeekers, die hun herder met geblaat begroeten. In een dichte drom komen ze aandraven: zwart, blank, bont, gesprenkeld, gespikkeld en geplekt tezamen. De vacht van de oude dieren toont de sporen van het zware leven. In hun wol slepen ze zaad van allerlei kruid mee. „Drie jaar geleden ben ik in Gorinchem op de Spijksedijk begonnen”, zegt Huug. „Daar groeide alleen spul van McDonald’s. Nu zie je er plantjes uit het recreatiegebied Slingerland bij Goudriaan.”

Aan het hoofd van de kudde loopt een leidschaap. „Daar gebruiken we altijd een hamel voor: een gecastreerde ram. Bij moeilijke trajecten doen we die een bel om. Dan wordt het de bekende belhamel. De leidschapen weten exact de weg.”
Enkele jonge dieren die naar de provinciale weg dwalen, worden door Sam teruggejaagd naar de kudde. Een groepje fietsers stapt af om in alle rust het voorbijtrekken van de kudde in ogenschouw te nemen. In het algemeen krijgt Hagoort positieve reacties. Alleen in de stad zorgt zijn komst soms voor frustratie. „Vorig jaar schold een automobilist in Gorinchem me bijna omver, omdat hij even moest wachten. ‘Idioot, jij hoort thuis in Drenthe.’
‘Daar ben ik naar onderweg’, riep ik terug.”
De meeste schaapskudden vallen onder Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Landschappen en stichtingen. Het aantal particuliere bedrijven is op een paar handen te tellen. „We zijn allemaal lid van de landelijke vereniging”, zegt Huug, „maar tijd om bij elkaar te komen hebben we niet. Overdag moet je met je dieren eropuit,
’s avonds ben je te moe om nog een eind te rijden. En die schaapherders zijn allemaal een beetje einzelgängers.”

Trektochten
Met het begrazen verdienen de particuliere herders niet meer dan een schamele boterham. Het beleg komt van de activiteiten eromheen. „Wij organiseren knapzakwandeltochten en schapentrektochten. Met zo’n trektocht leggen we ongeveer 25 kilometer af. Aan het eind van de dag heeft mijn vrouw een herdersmaaltijd met eigen producten gereedstaan. De deelnemers krijgen een getuigschrift voor hun moed en doorzettingsvermogen, met een handtekening van de herder eronder.”
Jongeren komen naar de schaapskooi voor educatie, bedrijven voor managementtrainingen. Een opleiding heeft Hagoort daar niet voor gehad, toch ontbreekt het niet aan belangstelling. „Je kunt de prachtigste vergelijkingen maken tussen het leiden van een schaapskudde en het runnen van een bedrijf. Ze bestaan allebei uit drie lagen: productiepersoneel, leidinggevenden en directie. Ik ben de directeur, de mannen op de werkvloer zijn mijn schapen, de honden zijn mijn leidinggevenden. ‘Klopt’, zeggen veel deelnemers, ‘mijn manager is net een hond’. Dat schept meteen een band.”
Hij begint steevast met een uurtje theorie. „Al mijn schapen hebben een verschillend karakter, maar je moet de neuzen dezelfde kant op zien te krijgen. Ook de honden zijn verschillend van aard. Dat vraagt overleg van de herder. Welke zet je bij elkaar, welke niet?’ Na de instructie gaan we op stap en moeten de cursisten schapen gaan drijven. Dat is dikke pret, zeker wanneer je haantjesfiguren als piloten van Martinair krijgt. Ik vind het prachtig om die mannen onderuit te laten gaan.”
„Hé, d’r ligt er een in het water”, roept een passerende sportfietser. Terwijl herdersjongen Timo het onfortuinlijke lam met de stok van Huug naar de kant hengelt, trekt de herder het jonge dier geroutineerd op het droge. „Als het regent, glijden ze soms met tien tegelijk van een natte beschoeiing af.”

Reorganiseren
Ook bedrijven die moeten reorganiseren, kunnen volgens de alternatieve schaapherder veel van zijn vak leren. „Bij elke reorganisatie heb je een kleine groep die het ermee eens is. Ze worden gevolgd door hun vrienden. Een derde groep moet je overtuigen van de noodzaak van de operatie. Het resterende deel is tegen elke verandering. Dat zijn de vakbondsleden.”
In zijn kudde is het niet anders. „Als ik de dieren roep, komen de leidschapen het eerst, daarna hun vriendjes. Daarachter heb je de grote groep die door de hond moet worden bijgestuurd. De leden van de bond lopen alle kanten uit. Het is lachen als je dit verhaal kunt houden voor FNV-Bondgenoten.”
Aan bankmanagers vraagt hij steevast hoe de kredietcrisis is ontstaan. „Dan krijg je een zwamverhaal te horen. ‘Mis’, zeg ik dan. ‘Als mijn managers een dag hebben gewerkt, krijgen ze een bak eten en daarmee is het klaar. De kredietcrisis is ontstaan omdat jullie nooit genoeg hebben.’ Bij teambuilding moet je mensen een beetje prikkelen. Het in contact brengen van de mensen met de dieren is de mooiste kant van het werk.”
Voor publiciteit zorgt hij zelf, via verschillende sociale media. „Twee jaar geleden kreeg een schaap op mijn verjaardag een drieling. Ik zette het bericht op Twitter, binnen een kwartier zat ik bij Radio Rijnmond in de uitzending.”
Met oud en nieuw had hij dankzij een bericht op Facebook hondenliefhebbers uit de Randstad te gast. „Ze kwamen met hun dieren naar Ottoland om het vuurwerk te ontvluchten.”

Bij de les
Ondanks de veelzijdigheid van zijn beroep, heeft de 65-jarige herder nog steeds geen opvolger gevonden. De vijftigers die belangstelling toonden, haakten allemaal af. „Met mooi weer is dit romantiek, met regen is het reumatiek en met een week regen dramatiek.”
Ook zijn kinderen voelen er niet voor. „M’n zoon zit in de computers, m’n dochter in het pastorale werk. Ze geeft catechisatie en belijdenisles bij dominees. Dat vind ik knap voor iemand die dat van thuis niet heeft meegekregen.”
Door zijn werk heeft hij inmiddels enige Bijbelkennis opgedaan. „Vorig jaar ben ik een dag met vier dominees op pad geweest. Ze wilden weten wat ik doe als een schaap kwijt is. ‘Dat lijkt me duidelijk’, zei ik: ‘De kudde alleen laten en op zoek gaan naar dat schaap.’ Blijkt dat in de Bijbel te staan. Ze vroegen me ook of ik met wolven te maken heb. Nou, elke dag. We lopen veel in uitlaatgebieden voor honden. Daar lopen enkel wolven, want geen sterveling heeft tegenwoordig zijn hond onder controle.”
Onlangs leverde hij in Hendrik-Ido-Ambacht een bijdrage aan een kerkdienst, over Psalm 23. „Die kende ik al, omdat een dominee die er in Ottoland over wilde preken me belde voor praktische informatie. Tijdens de dienst kreeg ik sms’jes vanuit de kerk: ‘Hé Huug, waar zit je, het gaat over jou.’ Ik heb terug gesms’t: ‘Kom jongens, wél bij de les blijven.’ Dat lijkt me net zo prettig voor die dominee.”
De schapen doen zich tegoed aan het hoge gras. Sam draaft op en neer langs de provinciale weg, om dwaalzieke dieren voor ongelukken te behoeden. Boven de polder welft de hemel.


Heideschapen in een Rotterdams stadspark
De stedeling die een schaapskudde wil zien, hoeft niet meer naar Drenthe. Een toenemend aantal gemeenten huurt een kudde met herder in voor het begrazen van stadsparken, wallen en bermen. De Schoonebeekers in Groningen brachten de winter door in het Drentse Bargerveen, bij Emmen. Sinds 1 april trekken de dieren weer door de stad. Het is voor de achtste keer dat Groningen heideschapen inzet voor het natuurbeheer. Met hun hoeven verbeteren ze de structuur van de bodem, zodat nieuwe zaden kunnen kiemen en de beplanting op termijn meer variatie vertoont. Het is de bedoeling dat de schapen tot eind september in de stad blijven grazen. Herder Bouke Arends houdt belangstellenden via Twitter op de hoogte van het wel en wee van de kudde.
Zijn collega Martin Oosthoek uit Pijnacker trekt al een aantal jaren met een kudde Kempische heideschapen door Rotterdam, Leidschendam en Delft. In Rotterdam riep de kudde vorig jaar naast vertedering ook ergernis op. Stoepen en fietspaden in de wijk Spangen lagen bezaaid met keutels. „Door de grote publieke belangstelling lieten de dieren meer uitwerpselen lopen dan normaal”, verklaarde gemeentevoorlichter Fred Marree. „Het gras wordt nu gekortwiekt zonder uitlaatgassen, maar schapen zorgen weer voor andere overlast.”


Om het behoud van de Schoonebeeker
Het Schoonebeeker heideschaap, voor intimi de Schoonebeeker, dankt zijn naam aan het Drentse dorp Schoonebeek. De behoefte om schapen als ras te benoemen, kwam vanaf de 19e eeuw op.

Vergeleken met het overwegend witte Veluwse heideschaap en het gebrilde Bentheimer schaap kent de Schoonebeeker, het grootste heideschaap van Nederland, meer tekening. Het dier valt verder op door de lange hals en de smalle kop, voorzien van een ‘Romeinse neus’.
Na de Tweede Wereldoorlog nam het aantal Schoonebeekers rap af. De behoefte aan heideschapen was voorbij, door de opkomst van kunstmest. Vandaag valt het markante schaap onder de zeldzame huisdierrassen. De in 1985 opgerichte Nederlandse Fokkersvereniging het Drents Heideschaap (NFDH) probeert het ras in stand te houden door gerichte fokkerij en selectie. Bij de vereniging zijn zeven kuddes met stamboek geregistreerde Schoonebeekers aangesloten, waaronder die van Huug Hagoort in Ottoland.


Abonneevoordeel
Ontdek per fiets de Alblasserwaard! Het fietsroutenetwerk loopt langs de schaapskooi in Ottoland. Als u daar een koffiestop maakt, krijgt u als abonnee gratis kruidkoek bij het eerste kopje koffie en is het tweede kopje koffie gratis. Kinderen krijgen limonade. Download de kortingscoupon via
terdege.nl/abonneevoordeel/uitinnl of bel abonneeservice: 055 – 53 90 498.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 mei 2014

Terdege | 92 Pagina's

De nieuwe herder

Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 mei 2014

Terdege | 92 Pagina's