Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De staat Israel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De staat Israel

NOGMAALS IMMIGRATIE

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het vorige artikel zagen we, dat de ene immigrantenstroom na de andere het land binnengolfde in de laatste halve eeuw. Onwillekeurig rijst dan de vraag: Hoe lang kan dat zo nog doorgaan? Voor hoeveel mensen is er eigenlijk plaats in de nieuwe staat in verband met de bestaansmogelijkheden in landbouw en veeteelt, handel en industrie?

Dit is moeilijk te bepalen. Er zijn heel wat factoren, waarmee rekening gehouden moet worden, zoals:

a. hoe groot is de oppervlakte aan bebouwbare grond;

b. wat zal een doeltreffende bevloering van de grond bewerken;

c. wat is het minimum aan grootte voor een boerderij, die een bestaan aan een gezin kan geven;

d. met welk levenspeil zullen de kolonisten tevreden zijn, enz.

Ook is van zeer veel belang, of door een geregeld bestuur orde en rust zullen verzekerd zijn. Verschillende geleerden hebben zich met het probleem bezig gehouden en een gemiddelde schatting verwacht, dat de bevolking van Israël zal kunnen aangroeien tot ± 2y2 millioen mensen. Hiervan zullen 500.000 mensen een bestaan vinden in landbouw en veeteelt, terwijl dan de rest moet leven van handel, industrie, wetenschappelijk werk, toerisme enz. Jeruzalem krijgt dan 250.000 inwoners als hoofdstad en brandpunt van het culturele leven; Tel Aviv met handel en industrie 450.000 inwoners en Haifa als voornaamste havenplaats met zware industrie 300.000 inwoners, terwijl de rest, ongeveer 1 millioen, onderdak moet vinden in middengrote en kleinere steden. Dit moet bereikt worden, ook al schudden vele niet-Joden daarover hun hoofd. De idee van terugkeer naar het land der vaderen is steeds een zo'n centraal punt van het Joodse denken geweest, dat men de immigratie niet wil beperken.

De lezer zal reeds begrepen hebben, dat de Joodse bevolking van Israël van zeer verschillende herkomst is. We willen dat nader bezien.

1. We krijgen dan allereerst de Joden, die reeds in Palestina woonden vóór de Zionistische beweging. Velen van hen leefden zeer getrouw naar de voorschriften van de Thora. Zo houden zij nog vast aan de haardracht uit Lev. 19 : 27: Gij zult de hoeken uws hoofds niet rond afscheren; ook zult gij de hoeken uws baards niet verderven." Mevrouw Lighthart-Lion Cachet schreef na een bezoek over hen: De meeste Joden hebben nog niet geleerd te werken; zijn hier, wie weet voor hoeveel jaren reeds gekomen en wisten niets beters te doen, dan zich te wijden aan het onderzoek van de Wet. Maar daarmee kunnen zij hun brood niet verdienen en moeten onderhouden worden door vrome geloofsgenoten. En zo voeren zij niets uit. Ze lopen door de straten met ongezonde, bleke gezichten, hun dierbaar boek onder de arm, de slappe vilten hoed op, twee lange lelijke lokken langs het gelaat afhangend. Zij voelen zich ver boven de flinke kolonisten verheven, zijn in eigen schatting veel vromer en moeten van het Zionisme niets hebben." In hun ghetto's is het de tijd verboden verder te gaan. Zij verschillen wel heel erg van de nieuwe immigranten, die ze vaak vijandig tegemoet treden.

Deze nieuwere immigranten komen uit 74 verschillende landen, zodat er grote verschillen bestaan tussen de verschillende groepen.

2. Duitse Joden.

„Velen van hen waren geen Zionisten, toen zij in de dertiger jaren Duitsland verlieten en het was meer harde noodzaak dan blij idealisme, dat hen naar Palestina dreef. Zij hebben nooit Hebreeuws geleerd. Zij hadden eenvoudig de tijd niet gehad om er weer een taal bij te leren en zij zijn vaak ook niet zonder heimwee naar het land, dat hun uitwierp, maar in welks cultuur ze zo verankerd waren. In gesprekken met hen bemerkte ik zo nu en dan een ondertoon van teleurstelling, omdat zij in West-Europa geestelijk iets bezaten, dat Israël nog niet kan bieden. Vaak waren er onder hen dokters, advocaten en ingenieurs, die hun verleden achter zich lieten wegvallen, om in de moerassen en poelen een boerenbedrijfje te stichten." (prof. Beek.)

3. Poolse Joden.

Zij vormen het grootste aantal nieuwaangekomenen voor de tweede wereldoorlog. Dit Oost-Joodse type is opvallend in het straatbeeld van Jeruzalem. Wie door hun wijk dwaalt, voelt zich als westers mens verdwaald in een vreemde wereld. In armoedig gemeubileerde zaaltjes ziet hij, hoe deze mensen zacht zingend met merkwaardige schommeling van het lichaam de heilige teksten en gebeden citeren. Met hevig fanatisme behoeden zij de sabbathsrust en werpen stenen naar de auto's, die op de zevende dag door Jeruzalem durven te rijden of noteren de nummers en steken ze achteraf in brand. En in de grote strijd van 1948 waren zij de onvermoeibare soldaten, die hun leven niet telden. (Prof. Beek). Deze mensen hebben een groot aandeel gehad in de ontwikkeling van de kolonies en zij staan dan ook goed aangeschreven. Chaim Weizmann, de eerste president van Israël, behoorde tot hen.

4. Nederlandse Joden

hebben eveneens een goede naam. Men kan in de Staat Israël twee nationaliteiten bezitten: de Israëlische of die van de staat waar men vandaan komt. Het laatste wordt dikwijls door Nederlandse joden gedaan. Ze denken vaak nog met heimwee terug naar het goede Amsterdam, maar toch willen ze niet terug In hun nieuwe omstandigheden zijn ze voor 18% geslaagd, 12% bevredigend, 5 r /c twijfelachtig, en 5% mislukt.

5. Oosterse Joden.

Niet alleen uit Europa, ook velen komen er uit Azië, b.v. van de Philipijnen, uit Indonesië, Sjanghai, Mantsjoerije, Turkije, Irak, Jemen, Hadramant en India.

Merkwaardig is de immigratie uit Irak. Immers dit is het land van de ballingschap. Eeuwen geleden gingen ze daar in boeien gebonden te voet naar toe en nu keren ze vandaar terug in ronkende vliegmachines.

Zij droegen de tradities van de oorspronkelijke pioniers verder. Ook zij maken zich verdienstelijk door ontginning van de grond en bewaking van de grenzen.

6. Afrikaanse Joden.

Een merkwaardige groep onder hen vormen de Holenjoden, die meer dan 800 jaar in de bergen onder de grond ten zuiden van Tripolis hebben geleefd. Zelfs hun synagoge was een hol. Deze hele gemeenschap is met hun gehele have en goed naar het Heilige Land vertrokken. Zij vormden een groep van uitstekende ambachtslieden en boven-

dien kenden zij de landbouw. Ze waren dan ook zeer welkom. Dit kan niet gezegd worden van de Joden uit Marokko en de minderwaardige typen uit de sloppen van Kairo. Saloniki en Beiroet, die Israël binnen kwamen. Zij wonen aan de buitenkant van de grote steden in bouwvallige, vlak naast elkaargebouwde huizen, waarin de kamers donker zijn en waar een voortdurende lucht van schimmel hangt. Zij trachten hun vroegere slechte leven ook in Israël voort te zetten. Daardoor staan ze op de laagste sport van de maatschappelijke ladder en het is begrijpelijk, dat deze paupers, dit proletariaat, gebruikt wordt voor politieke woelingen van revisionisten en terroristen, wat zich uit in stakingen enz. Eigenaardig, dat het communisme echter geen vat op hen heeft, althans weinig. Ze zijn de vaste bezoekers van de cafè's, zijn gekleed in een westers costuum en hebben geen contact met andere Joden. Hun jeugd vormt een groot probleem, één van de vele, die Israël kent. Deze kinderen verzuimen de school, zwalken op straat en betalen het kaartje voor de bioscoop met gestolen geld. Geslachtsziekten komen veel voor. Het is dus in het land der vaderen ook al niet alles goud. wat er blinkt.

Een ander probleem vormen de zwakken en de zieken, die het land binnenkomen, want in tegenstelling tot andere landen heeft Israël zijn poorten ook wijd opengezet voor deze mensen. Zo komen er velen uit de kampen van de verplaatste personen in Midden-Europa, en anderen, die de verschrikkingen van het concentratiekamp hebben overleefd en lichamelijk vaak in een uiterst slechte toestand verkeren tengevolge van chronische ondervoeding; anderen zijn een prooi van slepende ziekten. Droevig is soms het lot van de kinderen. Daaronder waren er, die uitgeteerd waren, alsof zij geraamten waren; met etterende wonden aan zieke ogen. Het is gebeurd, dat driejarige kinderen van 6 of 7 kg met hun ouders het land inkwamen. Sommige moeders waren zelf nog maar 14 jaar. Het is voor de staat Israël ontzettend moeilijk, om zulke mensen duurzaam te helpen.

Zo is er dus een enorm verschil tussen de immigranten van de laatste jaren en die van vóór de oorlog. Dit als gevolg van de onbeperkte immigratie.

De zoveelste moeilijkheid is nu, of uit de beschreven heterogene groepen een natie kan gevormd worden, die zich als een eenheid openbaart. Of dit gelukken zal, kan men nu nog niet zeggen.

Misschien, dat over een halve eeuw het antwoord gegeven kan worden. Daar komt nog bij, dat er in het land een nieuw type is ontstaan: de Joden, die in Palestina geboren zijn. Zij hebben niet meer de herinnering aan de tijd van smaad en vervolging: zij behoeven niet te vergeten. j

De moeilijkheden stapelen zich op en het is heus geen onverdeeld genoegen, president van de Staat Israël te zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juni 1955

Daniel | 8 Pagina's

De staat Israel

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juni 1955

Daniel | 8 Pagina's