Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zijner handen werk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zijner handen werk

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(7.)

Jaargetijden.

Die onze vorige artikelen aandachtig gevolgd heeft, zal begrijpen, dat we thans uw aandacht vragen voor een bespreking van de jaargetijden in het land Kanaan.

In het algemeen worden de jaargetijden van een land bepaald door zijn ligging op de aarde. Palestina strekt zich uit van 31°—33° N.B. en van 34°—36° O.L. en het ligt dus geheel in het subtropisch gebied. Als gevolg hiervan zijn er slechts twee jaargetijden, die we Zomer en Winter zullen noemen, omdat de Bijbel dat ook steeds doet. Zo zegt Gen. 8 : 22, dat zomer en winter niet zullen ophouden. Ps. 74 : 17: Gij hebt al de palen der aarde gesteld; zomer en winter, die hebt Gij geformeerd." Twee jaargetijden worden ook aangewezen in Jes. 18 : 6: n de roofvogels zullen op hen overzomeren, en alle dieren der aarde zullen daarop overwinteren."

Voor ons Westerlingen doet het vreemd aan: Twee jaargetijden. We zijn zo gewend aan onze Lente, Zomer, Herfst en Winter, dat we het ons moeilijk anders kunnen voorstellen. Tot een recht begrip van het Pa^ lestijnsc leven betreffende vooral de landbouw en dc ooftteelt, waarover later D.V. meer, zullen we een onderscheiding in twee jaargetijden goed in het oog moeten houden.

Hoe komt men aan twee jaargetijden? Deze onderscheiding berust geheel op de regenval: de zomer is regenloos en de winter is de regentijd. Ook spreekt men in dit verband wel van de dagen van de „regenval" en van „de dagen van de zonen der hitte." Wie gedurende de zomer in Palestina op reis gaat, zal dus als regel elke dag droog weer hebben; de zon brandt overdag op de kalksteenrotsen, op de uitgedroogde beekbeddingen, op de stoffige wegen.

De tegenstelling tussen regentijd en droge tijd, dus tussen zomer en winter, wordt bepaald door de winden. Zonder diep in te gaan op Passaten enz., delen we slechts mede, dat de heersende windrichting West is. In de Zomer liggen gebieden van lage luchtdruk boven de woestijnen van Syrië, Arabië en N. Afrika. Daardoor wordt de windrichting N. West of Noord. Deze winden waaien naar. warmere streken dan waar ze vandaan komen, ze zullen dus steeds meer vocht kunnen bevatten, waardoor het niet gaat regenen. Wel verzachten deze winden in hoge mate de hitte van de dag. Zo is de toestand in de zomer, 's Winters ligt het minimum boven de Middellandse Zee en strekt zich vaak uit tot boven Palestina. Dan ontstaan Westenwinden en Z. Westenwinden, die vochtig zijn van de zee en de regen brengen, die neervalt als zij de koude bergen aanraken. „En Hij zeide ook tot de scharen: anneer gij een wolk ziet opgaan van het Westen, terstond zegt gijlieden: r komt regen; en het geschiedt alzo" (Luc. 12 : 54.)

Een Oosterling heeft echter niet genoeg aan een indeling van het jaar in twee seizoenen. We vinden in de H. S. aanwijzingen voor een verdere seizoens-indeling, als gevolg van de arbeid, die verricht wordt en dan hebben we speciaal het oog op de landbouw.

Hot mag als bekend worden verondersteld, dat de aartsvader herders waren, herdervorsten. Gedurende het verblijf in Egypte na de dood van Jakob werd dc grondslag gelegd voor de overgang naar de landbouw en ooftbouw. Onderweg in de woestijn gaan ze niet meer alleen naar een land, „overvloeiende van melk en honing, " maar ook naar een land „van tarwe en gerst en wijnstokken en vijgebomen en granaatappelen (Deut. 8 : 8). De specifieke herdersstammen Ruben, Gad en half Manasse blijven aan de overzijde van de Jordaan wonen, maar de andere stammen hielden op nomaden te zijn en vestigden zich in steden en dorpen, nadat zij de bewoners „voor hun aangezicht uit de bezitting ver-

dreven hadden." In Salomo's dagen heeft er zelfs een aanzienlijke export plaats van tarwe en olijfolie en „Juda en Israël woonden zeker, een iegelijk onder zijn wijnstok en onder zijn vijgeboom." (1 Kon. 4 : 25.)

Zo'n landbouwende bevolking had behoefte aan een nadere tijdsindeling in verband met de werkzaamheden. Zo'n nadere aanduiding vinden we in Lev. 26 : 5: En de dorstijd zal U reiken tot de wijnoogst, en de wijnoogst zal reiken tot de zaaitijd." En in Amos 9 : 13: Ziet de dagen komen, spreekt de Heere, dat de ploeger, de maaier en de druiventreder de zaadzaaier genaken zal."

In dit verband zijn zeer belangrijk de opgravingen bij Gezer, waar een stenen tafeltje werd gevonden, waarvan het inschrift een landbouwkalender bleek te zijn, waarop de landbouwwerkzaamheden stonden uit de tijd der Israëlietische koningen.

Overigens spreekt het vanzelf, dat de overgang van winter naar zomer niet zo plotseling is. Er zijn overgangsperioden tussen, die kort zijn, maar toch van zoveel belang, dat we ze in het vervolg afzonderlijk gaan bespreken. Eigenlijke jaargetijden zijn dat niet. Het woord „lente" komt in de Bijbel niet voor en „herfst" één keer in Judas : 12.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 oktober 1950

Daniel | 12 Pagina's

Zijner handen werk

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 oktober 1950

Daniel | 12 Pagina's