Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Waarom?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Waarom?

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

Petra gooit de dekens van zieh af en gaat het bed uit. De zoveelste keer dat ze niet kan slapen. Ze duwt haar gloeiende voorhoofd tegen het koude glas van haar slaapkamerraam. Haar gedachten tollen door haar hoofd. Haar handen knijpt ze samen en ze kreunt zacht. Weer beleeft ze alles van een paar maanden terug. Het blijft haar achtervolgen en ze weet er geen raad mee. Met het overlijden van moeder is haar wereld in elkaar gestort. Aan de buitenkant kunnen de mensen en haar vrienden en vriendinnen het niet zien. Daar past ze wel voor! Ze probeert gewoon te blijven doen. maar soms lukt het niet meer. Ze heeft de laatste weken afstand genomen van haar klasgenoten, wat haar nogal eens vreemde reakties opleverde. Maar het hoeft voor haar niet meer; het is beter dat ze haar eigen leven zoveel mogelijk gaat leiden. Waar moet ze met haar verdriet en vragen heen?

Vader heeft geen tijd voor haar: die heeft zich nog meer dan voorheen op zijn werk gestort. Diep in haar hart is ze bang voor hem; ze heeft zich bij hem nooit helemaal op haar gemak gevoeld. O moeder, kreunt ze. waarom moest u sterven? ! Ik had u zo nodig.

Weer ziet ze moeder beneden liggen. Ze had vader gesmeekt om de laatste weken ? thuis te mogen zijn. want ze wilde zo graag thuis sterven. In het begin voelde vader er niet veel voor. maar uiteindelijk is hij er voor gezwicht. Ondanks alle verdrietige dingen kan Petra zo terugverlangen naar die tijd. Moeder, die altijd nog een vriendelijk woord voor haar had, ondanks de verschrikkelijke pijn die ze moest lijden. Wat was zij opstandig geworden, toen ze hoorde dat moeder kanker had en niet lang meer te leven had. Ze kón het niet accepteren dat het juist haar moeder was. Hoe kon God zoiets doen en dan van ouderling De Haan, die regelmatig moeder op kwam zoeken, steeds maar weer te horen dat God Zich nooit vergist. Zij kón en kan het niet geloven. God wist dan toch ook dat zij zich j soms geen raad wist en ze heeft gebeden, ja gesmeekt of moeder beter mocht worden, maar het leek alsof haar bidden niets hielp. Soms begreep ze dat moeder haar opstand aanvoelde. Dan riep moeder haar even bij haar en pakte met haar magere, uitgeteerde hand haar hand en probeerde nog wat te praten. Ze zei dan met tranen in haar ogen dat de Heere nog zo goed voor haar was. maar dal ze het zo verschrikkelijk vond voor vader en haar om ze achter te laten. Dan wees ze op de I trouw van God. Die ook voor ' haar zou blijven zorgen. Als moeder zo praatte dan voelde ze vijandschap in haar hart komen en dan had ze moeite om het niet uit te schreeuwen: „Moeder, houd toch uw mond. Hoe kunt u zo praten, want ik vind het onrechtvaardig en onbarmhartig." Soms kon ze het lijden van moeder niet langer aanzien en vluchtte dan dc kamer uit. Dan kon ze alles wel kort en klein slaan van machteloze woede.

Toen moeder overleed, was vader gelukkig thuis en zij zat boven te leren. Met trillende benen en bonzend hart stond ze naast het bed van moeder. Vader had haar geroepen en gezegd dat het niet goed ging. Onverwacht deed moeder haar ogen open en keek haar aan. Petra bukte zich om moeder te kunnen verstaan. Door een mist van tranen zag ze het lieve gezicht van moeder en uit de verte hoorde ze haar stem: „Petra, m'n kind. ik ga sterven.... ik mag naar de Heere Jezus.... zoek toch ook die God.... je bent nu nog jong.... wacht er niet mee tot je oud geworden bent.... de Heere is het zo waard om gediend te worden.... ga de wereld niet in.... voor eeuwig thuis.... vaarwel...."

Nog een zucht en moeder was niet meer. Overmand door verdriet is ze naar boven gevlogen. Ze dacht er niet aan om bij vader te blijven. Ze weet ook helemaal niet wat en of moeder nog iets tegen hem gezegd heeft. Toch heeft ze medelijden met hem gehad. Hij probeerde zoveel mogelijk bij haar te blijven en te vragen, maar ze kon haar hart niet luchten bij hem. De dagen die daarop volgden, heeft ze als een droom beleefd. De begrafenisdag was voor haar afschuwelijk. Definitief afscheid genomen; voorgoed!!! Nooit zou ze moeders stem meer horen en haar lieve gezicht zien. Ze slaat haar . handen voor haar ogen en ! gaat op bed zitten. Tranen

lopen langs haar wangen en ze schokt van het snikken. ..Waarom ben ik loch geboren? " gaal hel ineetis door haar heen. Ze schrikt er even van. maar dan beginnen de iw ij iels weer boven le komen. Een stem in haar zegt: ..Zet loch overal een punt achter. Geloof je nog in een leiding in jc leven? Dal (jod het beste mei je voor heeft? Een echte vader zou z"n kinderen loch nooit zo iels aandoen? Ga van hel leven genieten, want je bent nu nog jong. Dan heb je in ieder geval iets! In de kerk hoor je loch altijd hetzelfde: dat je onderworpen tnoet zijn en dal God Zich nooil vergist. Wal geeft hel uiteindelijk hoe je leeft? .Als jc uilverkoren bent. weet Ciod je loch wel te vinden en slel jc voor dal je jc hele leven blijft kniezen en je gaal bij je sterven verloren, wal hcefl hel leven je dan gegeven? Dan kun jc beter er nu zoveel mogelijk van genieten en pakken wal jc pakken kunt." Pelra slaat ineens op cn loopt naar de wasbak. Haar handen trillen als ze een glas water drinkt. Ze wil niet naar zulke gedachten luisteren, maar ze komen steeds vaker terug. Ze heeft geprobeerd er tegen te vechten cn le bidden, maar het lijkt alsof ze legen een muur bidt. Ze voelt zich steeds eenzamer worden.

Even staal zc in tweestrijd: zou ze haar knieën buigen en bidden? ! Nee. ze doet hel niet. want hel maakt toch niels uit. Ze gaal weer in bed en trekt de dekens over zich heen. Niel meer denken nu. maar slapen en alles vergeten. Hel is bijna ochtend als Petra in slaap valt.

De volgende morgen voelt zc zich gebroken cn ze voelt even de neiging in zich opkomen om thuis te blijven. Maar nee. ze zit in dc ex am en klas van de HAVO en zc zal er voor vechten om haar diploma le halen. Eangzaam wast en kleedt ze zich en gaal naar beneden. Ze ziel aan de gedekte tafel dat vader al gegeten heeft en weg is. Waarom blijft hij 's morgens niel even wachten tot zij naar school gaat? Nu moet ze al weer alleen ontbijten en dan koml de stilte zo op haar af. Even blijft ze in gedachten verzonken zitten, lol zc schrikt van de lijd.

Het wil die dag niel vlotten. Ze kan er haar gedachten niet bij houden en ccn paar keer wordl ze onder de les tot de orde geroepen.

Als ze na schooltijd over de gang loopt, bolsl ze bijna legen juffrouw De Lange op. ..Dag Pelra". zcgl ze vriendelijk. ..dal kotnl goed uit. want ik kwatn je halen. Loop jc even mcl me tnee? "

Verwonderd kijkt Petra haar aan. maar ze durft niel le weigeren.

Uitnodigend houdt tle juf de deur van haar klas open en Pelra gaal naar binnen. ..Zo. ga maar zitten. Ik wil graag even met jc pralen Petra. Als ik het goed gezien heb. voel je je de laatste lijd niel zo goed. Ik wil me tiergens mee betnocien. maar je bent heel anders geworden. Als ik het eerste of laatste uur jullie les geef en ik lees uil de Bijbel dan zie ik aan je dal je eigenlijk niel wilt luisteren. Ik tnaak me zorgeti om je en tlaarom heb ik gevraagtl of jc even kwam."

Even wacht ze. dan klinkt zacht haar slem: ..Voel jc je alleen Pelra en heb je veel verdriet? "

Petra voelt zich helemaal verkratnpen: haar keel zil dicht en tranen voelt ze achlcr haar ogen branden. Ze wil niet huilen, nicl lalen zien tlal ze zich zo ellendig voelt. Maar aan de andere kant is hel of moeder legen haar praal. Ze slikt en slikt, maar

er komt geen woord over haar lippen. Dan voelt ze een hand op haar schouder en ze hoort: „Is het zo moeilijk Petra. Ik wil je alleen maar helpen hoor. meer niet."

Dan breekt er iets in haar. Petra's hoold zakt voorover en ze begint te huilen. Het lijkt of alles in haar huilt. De juffrouw laat haar begaan en wacht geduldig. Eindelijk heft ze haar betraande gezicht naar haar op en zegt met trillende stem: „Ik kan het niet zeggen juf. maar ik mis m'n moeder zo. Ik vind alles zo gemeen.... ik.... ik.... ik kan soms niet meer geloven in God." Het hoge woord is er uit en ze denkt: „Nu zal de juf wel boos worden."

Het duurt lang voor de juffrouw verder gaat. „Petra, ik weet wat verdriet hebben betekent en ik weet ook wat opstandig zijn is. Maar probeer te blijven bidden om licht. Als je dat niet meer doet. gaat het van kwaad tot erger. Dan kom je zo in het donker terecht."

Ze zwijgt en Petra kijkt haar vragend aan. Zo'n antwoord had ze niet verwacht. Zc ziet er ineens zo moe en triest uit. Petra weet niets meer te zeggen en wacht. Dan staat de juffrouw op en zegt: „Jc weet waar ik woon. Het is niet zo heel ver bij jullie vandaan. Ik wil niets dwingen, maar weet ervan overtuigd datje altijd bij mij terecht kunt. Ik zou het erg vinden als je jezelf van alles en iedereen af zou sluiten. Als het allemaal teveel wordt, probeer dan naar me roe te komen. Of kun je met jc vader ook goed praten? " Heftig schudt Petra haar hoofd. „Juist niet. M'n vader heeft zich na het overlijden van moeder helemaal op z'n werk gestort. Hij heeft amper tijd om te eten en te slapen. Het enige dat hij doet. is mij genoeg geld geven om alles te kunnen kopen."

„Je wilt toch niet zeggen dat ji j overal voor moet zorgen? " „Nou ja. overal is teveel gezegd. Maar toch zorg ik er voor dat het in huis netjes blijft en meestal zorg ik voor het eten. Twee keer per weck hebben wij "s morgens hulp. maar die zie ik natuurlijk nooit."

Met een vreemd gevoel komt Petra thuis. Ze is er nog van onder de indruk. Ze heeft er nu spijt van dat ze niet alles verteld heeft, maar dat ging gewoon niet. Ze kan het veel beter zelf uitvechten.

Toch gaat het niet zo goed met Petra. Ze probeert van alles en blijft vechten, maar dc eenzaamheid wordt steeds groter. Af en toe probeert één van haar vriendinnen haar aan het praten te krijgen, maar het lukt niet. Als ze 's avonds niet kan slapen, loopt zc zacht naar de slaapkamer van vader en haalt daar een tabletje uit een potje. Dat helpt, hoewel zc dan 's morgens met hoofdpijn wakker wordt. :

Een paar weken later voelt Petra zich op een morgen te ziek om naar school te gaan. Gelukkig is vader die ochtend thuis en hij is overbezorgd. Hij belooft haar z'n best te doen om 's avonds op tijd thuis te zijn. Petra vindt alles best, als zij maar kan blijven liggen. Ze vraagt of vader de school even wil bellen en dat er geen dokter behoeft te komen. !

Het valt haar tegen dat ze niet de hele dag kan slapen. Ze is zo moe en zc heeft zo'n ontzettende hoofdpijn. Tegen de middag besluit zc om een warm bad te nemen. Misschien knapt ze daarvan op. Wat duurt een dag lang als jc alleen thuis bent. Dc uren kruipen voorbij en ze hoopt maar dat vader vroeg thuis is.

Verbaasd kijkt ze op als ze de bel hoort. Ze trekt snel haar duster aan en loopt naar beneden. Brr. wat is ze duizelig, ze moet zich goed vasthouden, want alles draait voor haar ogen. Ze opent de deur en ziet juffrouw De Lange staan.

„Dag Petra, ik schrok toen ik hoorde dat je ziek was en daarom kom ik even bij je kijken? Mag ik binnenkomen? "

„Ja natuurlijk", hoort Petra zichzelf zeggen. Ze weet van verbouwereerdheid niet meer te zeggen.

Voorzichtig loopt ze naar de kamer en laat de juffrouw plaatsnemen.

„Petra, ik zal het maar direkt zeggen, maar na die bewuste middag ben ik ongerust gebleven. Ik heb een paar keer in tweestrijd gestaan om zelf naar je toe te komen. Maar vertel eens. kan ik je ergens mee helpen? Je ziet er niet best uil."

Petra schudt het hoofd en zegt: „Ik voel me zo ellendig, zo moe. Ik geloof dat ik aan het eind ben. Ik kan niet meer denken en ik slaap heel slecht."

„Wees dan maar voorzichtig. Ga toch een keer naar de dokter en vraag om medicijnen."

„Nee. dat doe ik niet. want een dokter kan mij ook niet helpen", klinkt het heftig uit haar mond en juffrouw De Lange krijgt al spijt van haar bezoek.

„Petra, heb je dan niemand met wie je van hart tot hart kunt spreken? "

„Die had ik. maar God heeft haar van mij afgenomen en nu heb ik niemand meer." Het klinkt als een snik en ze kijkt de juf met grote, vragende ogen aan.

„Ik blijf het zo wreed vinden juffrouw. Ik kan gewoon niet meer. Ik heb geprobeerd het te accepteren, maar de opstand en vijandschap blijven in m'n hart. Ik probeer nog wel eens te bidden, maar het lijkt alsof dan alles van binnen versteent. Ik weet hoe het behoorde te zijn. want ik heb van m'n moeder vaak genoeg gehoord dat ik me moet onderwerpen aan Gods leiding in m'n leven en ze

heeft me ook verzekerd dat Hij voor me zal blijven zorgen. Maar ik zie en voel er helemaal niets van! Het is zo vreselijk donker van binnen; ik word vaak bang van mezelf en als ik dan in de kerk zit en ik hoor een preek lezen of een dominee preken, dan spot het van binnen. Dan denk ik: ze kunnen allemaal mooi praten, maar begrijpen doen ze je toch niet. Soms ben ik bang dat ik zo goddeloos geworden ben. dat God niet meer naar mij wil luisteren. Ik.... ik weet het niet meer."

Juffrouw De Lange zit stil te luisteren cn een diep medelijden vervult haar hart. Kon ze Petra maar helpen. Een stil gebed stijgt in haar hart omhoog tot God om wijsheid.

Het blijft lang stil; alleen het snikken van Petra is te horen. Juf staat op cn loopt naar haar toe. Stil gaat zc naast haar zitten cn slaat een arm om haar heen. ..Petra, ik ben toch blij dat ik gekomen ben. Ik ben ook heel blij met je vertrouwen. Ik zal voor je blijven bidden cn vragen of de Heere je berusting wil geven in deze moeilijke weg. Dc Heere weet heus wel hoe we zijn. Het is zo erg als wc moeten ervaren hoe vijandig we geworden zijn. Maar zeg eens eerlijk; voel je je in deze opstandige tijd gelukkiger dan voorheen? Dc Heere kan slaan, maar het zijn ook Zijn handen die helen en we zijn er zo goed mee als we voor dc Heere mogen buigen en daar staat nu alles van ons tegen op. Maar de Heere wil het geven, vaak ongedacht. Je bent nu nog jong en ik weet ook hoe je moeder gestorven is. Ben je er nooit jaloers op geworden? "

„Soms wel", klinkt het zacht, „maar dc afgelopen lijd dacht ik vaak: was ik maar nooit geboren."

„Beloof je me dat je zondag weer naar de kerk zult gaan. want daar heb ik je al verschillende keren gemist."

„Echt beloven kan ik niet. maar ik zal m'n best doen. Vader maakt er ook niet zo'n probleem van. Als ik zeg dat ik me niet zo lekker voel. vindt hij het best dat ik thuis blijf."

Lang zitten zc tc praten cn als de juffrouw weg is. voelt Petra zich toch een stuk opgeknapt. Ze voelt zich minder gespannen en haar hoofdpijn is ook minder. Als vader merkt dat Petra 's zondags weer meegaat naar dc kerk. kijkt hij haar blij aan. maar vraagt verder niets. Ze is helemaal verbaasd als ze merkt dat zc een dominee hebben: daar heeft vader niets van gezegd. Zeker door alle drukte vergeten.

Ze kent de dominee wel. maar veel verwachting heeft zc er niet van. Meestal begrijpt zc niets van zijn preken. Een paar banken voor zich ziet zc juffrouw De Lange zitten en zc voelt zich helemaal warm worden van binnen. Toch een lijn idee te weten dat er iemand is waar je naar toe kunt gaan. I

Ongemerkt dwalen haar gedachten weer af en zc schrikt als zc hoort dat ze de tussenzang gaan zingen. Beschaamd zingt ze mee. want nu heeft ze bijna niets gehoord van dc preek. In de toepassing richt dc dominee zich tot dc jonge mensen. Petra spitst haar oren cn luistert. „Jongelui", zo begint hij. „waar hebben jullie vanmorgen gezeten met je gedachten? Bij je aanstaande examen of in de koffiebar? Of hebben jullie met een opstandig hart zitten luisteren. omdat je liever niet naar de kerk gaat? Luister dan nog even. Jullie zijn nog zo jong. Vergooi je jonge leven niet in de zonden. En dan behoeft dat aan dc buitenkant nog niet zichtbaar tc zijn. maar we kunnen innerlijk zo vervreemden van de Heere en Zijn dienst. Wc kunnen ons zo verharden en onze eigen wegen blijven gaan. Maar weet dan dat het niet dc ' t schuld van dc Heere is als we onbekeerd sterven. Vanmorgen heeft Hij weer gevraagd om jullie hart. We hebben gehoord dat het Licht in de duisternis geschenen heeft en de duisternis heeft hetzelve niet begrepen. En nu leven wij allemaal in die duisternis. Vertel het dan straks op je knieën aan de Heere dat je liever in de duisternis wilt blijven voortleven dan dat liet Licht opgaat in jullie harten. Als jullie één keer iets gezien hebben van de rijkdom die er is in dc Heere Jezus, dat zijn jullie voorgoed bedorven voor de wereld. Ga toch met al je duisternis, met al je opstand en vijandschap naar Hem. die het gezegd heeft dat vijanden met God verzoend worden."

De woorden van de dominee dringen door dc muur van verzet heen bij Petra. Zc voelt en ziet dat zc helemaal verkeerd zit cn dat zc er nooit gelukkiger van zal worden. Diep in gedachten verzonken loopt zc uit dc kerk naast vader naar huis. Ze hoort de woorden van de dominee nog in haar oren klinken en een stil gebed stijgt in haar hart omhoog: „O Eleere. breek mijn vijandschap en laat liet Licht ook schijnen in mijn donkere hart. Ik ben zo bang van mezelf geworden en EJ bent vaak zo onbereikbaar voor me. maar vanmorgen heb ik gevoeld dat U er bent. Laat U me dan niet los!" Voor zc er erg in heeft, zijn zc thuis. Als zc binnenkomt lijkt liet of alles haar minder vijandig cn leeg aanstaart.

Dinteloord A. den Uil-van Golen

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juli 1988

Daniel | 32 Pagina's

Waarom?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juli 1988

Daniel | 32 Pagina's