VERKEER EN WATERSTAAT

Eerste Kamer

door de heer Meuleman

BEZUINIGING

Wij hebben niet veel bezwaren tegen de begroting van Verkeer en Waterstaat. De vragen die gesteld zijn, zijn naar behoren beantwoord. Dat ook Verkeer en Waterstaat een aandeel in de bezuinigingen op de begroting voor 1980 moest leveren, is wel te verstaan, maar het is toch wel jammer.

Wanneer de beleidsombuigingen op deze begroting 182, 1 min. gaan opleveren, dan zal dit wel zijn weerslag geven, vooral in de uitvoering van werken. Of gebeurt dit mogelijk niet? Wanneer vanwege bezuinigingen ten aanzien van de materiële uitgaven van het departement een grotere soberheid moet worden bereikt en de onderhoudsposten eveneens de nodige besparingen moeten brengen, vragen wij ons toch wel af, of door deze wijze van bezuinigen de moeilijkheden niet worden vooruitgeschoven. Wij vinden het wel juist, dat de Oosterscheldewerken hierop een uitzondering vormen.

Het gaat bij Verkeer en Waterstaat steeds om grote zaken. Vertraging of uitstel van bepaalde werken zal ongetwijfeld bijdragen tot vergroting van de werkloosheid. Het is niet aan ons, te beoordelen of er te veel of te weinig is ingeleverd. Wij zijn wel van mening dat deze bezuiniging niet zal bijdragen aan de bestrijding van de werkloosheid. Dat vinden wij teleurstellend.

OPENBAAR VERVOER

Het is mogelijk nodig dat de tarieven van stads-en streekvervoer per 1 oktober gemiddeld met 7% worden verhoogd en voor de Nederlandse Spoorwegen met gemiddeld 5%, om de tekorten niet sneller te doen oplopen. Bij het openbaar vervoer zijn de tekorten al tot enorme hoogten opgelopen. De heer Van Hemert tot Dingshof sprak daar zoeven al over. Wij zijn het met de Minister eens dat deze verhoging nodig is voor handhaving en uitbrei­ ding van het voorzieningenniveau. Het moge enige hoop geven, dat een lichte stijging van het aantal passagiers, zowel bij het streekvervoer als bij de NS, is waar te nemen. Voorts stelt de minister dat met name het tarievenplan en de invoering van de strippenkaart, met de daarmee gepaard gaande landelijke harmonisatie van de tarieven van stads-en streekvervoer, in hoge mate bevorderend zijn voor het gebruik van het openbaar vervoer.

STRIPPENKAART

Hierover zou ik nog wel enige opmerkingen willen maken. Het is geen kritiek, maar het zijn wel enige punten tot overweging. Ik wil iets opmerken over de invoering van de nationale strippenkaart per 8 mei jl. en het sterabonnement per 1 oktober aanstaande. De voorverkoop geschiedt door de ITT. Voor de bedrijven vallen de ontvangsten weg. Hierdoor verdwijnt een deel van het eigen bedrijfsbeleid.

Het initiatief ter verkrijging van een plaatsbewijs wordt bij de reiziger gelegd. Het wordt de klant moeilijker gemaakt. De kans is aanwezig, dat de belangstelling voor het openbaar vervoer, die nu gelukkig iets stijgt, wordt ondergraven.

Doordat de verkoop van de kaarten naar de PTT gaat, verdwijnt in de bedrijven een deel van de administratie. Kan dit het wegvallen van arbeidsplaatsen tot gevolg hebben?

Het systeem staat of valt met de dichtheid van de verkooppunten. Voorverkoopadressen op het platteland zal problemen geven. Postkantoren zijn m sommige plaatsen namelijk slechts enkele uren per dag open. Zou inschakeling van bij voorbeeld banken wenselijk zijn?

Informatie aan de reiziger is erg belangrijk, zowel aan de vaste reiziger als aan de incidentele reiziger. Is onderzoek niet gewenst naar bevindingen van de incidentele reiziger? Het resultaat hiervan kan worden aangewend voor een reclamecampagne.

De registratie van de vervoersomvang valt weg. Voor het bedrijfsbeleid is dat toch wel erg belangrijk. De bussen moeten te zijner tijd worden voorzien van ontwaardingsapparatuur. Dat is toch een investering.

Het per 1 oktober aanstaande in te voeren sterabonnement in de voorverkoop zal op het platteland toch wel de nodige problemen opleveren. Is een nationale dagkaart niet gewenst?

Wij willen de minister deze punten graag in overweging geven.

WETTELIJKE REGELING WATER­ SCHAPPEN

Het antwoord van de Minister op de vragen 62 en 63 naar aanleiding van het rapport van de Commissie Waterschapsbestuur willen wij graag onderstrepen. De Minister zegt daarin: de voorbereiding van een algemeen wettehjke regeling betreffende waterschappen is een dusdanig omvangrijk project, dat van spoedig te verwachten wetsvoorstellen te dien aanzien geen sprake kan zijn; in hoeverre bepaalde belangencategorieën vertegenwoordigd zullen zijn in de waterschapsbesturen hangt vooral af van de provinciale staten als primaire wetgever van de waterschappen; het ligt in de bedoeling, dat een waterschapswet niet meer dan de hoofdlijnen ten aanzien van de bestuurssamenstelling van de waterschappen trekt.

Is het niet beter, hierbij de uiterste voorzichtigheid te betrachten? De besturen van de waterschappen staan namelijk echt niet te wachten op een dergelijke wet. Is seponeren misschien niet gewenst?

DE TWEEDE BRUG BIJ KAMPEN

Al vele jaren zijn er onderhandelingen geweest over de problematiek van de tweede brug bij Kampen. Ook door ons is in dit Huis hierop meermalen gewezen. In de openbare commissievergadering in de Tweede Kamer over het Structuurschema verkeer en vervoer is op 10 maart jongstleden deze materie uitvoerig aan de orde geweest. Wij ziin

Vervolg op pagina 4 Vervolg van pagina 3

de Minister zeer erkentelijk voor zijn houding die hij in dezen heeft aangenomen.

Aan het contract dat was afgesloten tussen de vier partners (het Rijk, de provincie en de twee gemeenten Kampen en IJsselmuiden) heeft hij zich voor 100% gebonden gevoeld. In een brief aan de Tweede Kamer van 14 mei 1980 schrijft de bewindsman: mijn conclusie uit het gevoerde overleg is, dat de overeenkomst, zoals deze is aangegaan, onverkort moet worden uitgevoerd; ter voldoening aan de bepahngen in deze overeenkomst ben ik dan ook voornemens, zo spoedig mogelijk tot uitvoering ervan over te gaan. Deze taal spreekt ons aan. Contract is contract. Wanneer dat verbroken wordt, moet dat wel unaniem gebeuren. Daar dit op geen enkele wijze is gebleken, blijft het contract gelukkig bestaan. Heeft de Minister enig idee - kan hij daarover nadere gegevens verstrekken - wanneer de aanbesteding zal plaatsvinden? Veel zou er nog te zeggen zijn over het gehele beleid van Verkeer en Waterstaat. Wij willen het echter bij deze summiere beschouwing laten. Wij zullen de Minister en zijn Staatssecretaris in het beleid steunen. Een doortastend beleid zal nodig zijn om ondanks de bezuinigingen zo veel mogelijk werken te doen uitvoeren. Dat kan meehelpen aan de bestrijding van de werkloosheid. Dat is een taak die ons vandaag op de schouders wordt gelegd.

UIT HET ANTWOORD VAN DE BEWINDSLIEDEN

VOORVERKOOP PTT

Het streven naar een geïntegreerd openbaar vervoerbeleid houdt in, dat bepaalde beleidsbeslissingen niet langer door de afzonderlijke bedrijven kunnen worden genomen. Het is onjuist dit als negatief te ervaren, omdat bij voorbeeld in het geval van de voorverkoop via de PTT, dit zal leiden tot minder oponthoud in het voertuig wat het openbaar vervoer aantrekkelijker zal maken. De ontvangsten van de bedrijven vallen trouwens niet weg, alleen wordt niet langer geld ontvangen direct van de reiziger, maar indirect via de PTT.

WATERSCHAPSWET

In de regeringsnota van 1977 over de toekomst van de waterschappen is verbreding van het waterschapsbestuur bepleit. Deze gedachte, waartoe ook de Commissie-Merkx in haar rapport komt, onderschrijf ik nog steeds. Zij zal mijns inziens ook als uitgangspunt moeten dienen bij de voorbereiding van een regeling in de Waterschapswet. Dat neemt niet weg, dat - zoals in de memorie van toelichting op de begroting reeds werd uitgesproken - ook de samenhang tussen belang, betaling en zeggenschap uitgangspunt voor de bestuurssamenstelling van het waterschap blijft.

STRIPPENKAART

De heer Meuleman heeft enkele opmerkingen gemaakt naar aanleiding van de strippenkaart. Ik dank hem voor de waardering die hij over deze kaart heeft uitgesproken. Dat het initiatief voor het hebben van een kaartje meer dan in het verleden bij de reiziger komt te liggen, is geen gevolg van de invoering van de strippenkaart maar veeleer een gevolg van het streven meer kaarten in de voorverkoop te verkopen en daardoor het halteoponthoud van trams en bussen te beperken en de reizigers een zo snelle en regelmatig mogelijke reis te bieden. Wat betreft het wegvallen van arbeidsplaatsen, waarover de heer Meuleman ook een opmerking had, wil ik graag het volgende zeggen. Het ligt niet in mijn bedoeling het aantal arbeidsplaatsen in het openbaar vervoer te verminderen door de wijzigingen in de distributie en voorverkoop van de nationale strippenkaart.

Zijn zorg voor een voldoende dicht voorverkoopnet op het platteland hoop ik te kunnen wegnemen door de toezegging dat met vervoerbedrijven, PTT en de sigarenwinkeliersorganisatie zal worden gezorgd voor voldoende voorverkoopadressen die ook een voldoende ruim openingsregiem hebben. Eveneens kan ik de heer Meuleman toezeggen dat aan de informatie extra aandacht zal worden besteed. Kinderziekten en onwennigheid in het begin zijn nooit helemaal te voorkomen, maar aan dit aspect wordt de uiterste zorg besteed om alles zo glad mogelijk te laten verlopen. Het is niet noodzakelijk dat elke bus in Nederland van ontwaardingsapparatuur (stempelautomaten) wordt voorzien. In geval van dunne vervoersstromen kan de stempeling bij de bestuurder blijven plaatsvinden. Er is geen directe samenhang tussen het invoeren van de strippenkaart en de uitbreiding-van het aantal stempelautomaten.

Wat betreft de vraag over de nationale dagkaart kan ik de heer Meuleman antwoorden dat deze nu al bestaat. Men kan een dagkaart voor vervoer per NS kopen (37, 50) en daarbij kan men voor ƒ 2, 50 een dagkaart kopen voor gebruik van het overige openbaar vervoer.

TWEEDE BRUG BIJ KAMPEN

In verband met de bouw van de tweede Usselbrug bij Kaïppen zal in de komende maanden een aantal uitvoeringsovereenkomsten worden geslo­ ten. Als eerste zal op 9 juli a.s. worden aanbesteed het bestek voor de aanleg van de opritten. Het bestek voor de betonnen onderbouw van de brug zal in begin september 1980 worden aanbesteed, terwijl de bestekken voor de stalen bovenbouw naar verwachting in begin oktober 1980 zullen worden aanbesteed, terwijl de bestekken voor de stalen bovenbouw naar verwachting in begin oktober 1980 zullen worden aanbesteed.

Het staal voor deze bovenbouw is dezer dagen besteld.

Aan de gemeente Kampen is inmiddels in het kader van de subsidieregeling voor stedelijke verkeers-en vervoervoorzieningen een rijksbijdrage van ƒ 990.000 verleend in het maken van een aansluiting van de Europa-allee op de oprit naar de tweede Usselbrug.

REGISTRATIE VANG VERVOERSOM-

Het is juist, dat de registratie van de vervoersomvang per relatie via de kaartverkoop wegvalt. Door diverse bestaande kaarttypen, welke zowel in stad, streek als bij NS te gebruiken zijn (onder andere openbaar vervoer jaarkaart, voor-/natransport abonnementen), was het toch reeds niet langer mogelijk via de kaartuitgifte een juist inzicht te krijgen in de vervoersomvang. In deze situatie zal dat inzicht door middel van tellingen op het voertuig moeten worden verkregen, omdat dit gegeven zowel voor het bedrijfsbeleid als voor het algemeen vervoerbeleid onmisbaar is.

REPLIEK

RUSTIG OVERWEGEN

Wij danken de Minister en de Staatssecretaris voor de beantwoording van de schriftelijke en mondelinge vragen. Vooral de schriftelijke beantwoording stellen wij zeer op prijs. Men kan de antwoorden rustig overwegen.

Ten aanzien van de invoering van de nationale strippenkaart per 8 mei jl. en het sterabormement per 1 oktober a.s zijn onze opmerkingen voldoende beantwoord. De Minister zegde toe dat aan voldoende voorverkoopadressen en extra informatie aandacht wordt besteed. De Minister stelde bovendien dat de uiterste zorg wordt besteed aan het feit, alles zo goed mogelijk te doen verlopen. Wij hadden hieromtrent onze zorgen, maar laten wij hopen dat de reiziger met de strippenkaart spoedig vertrouwd raakt, mede tot stimulering van het gebruik van het openbaar ver­voer. De Minister is uitvoerig ingegaan op de bouw van de tweede Usselbrug bij Kampen. Wij vroegen wanneer de aanbesteding zou plaatsvinden en waar.

Wij zijn op onze wenken bediend. In de komende maanden zal een aantal uitvoeringsovereenkomsten worden gesloten. Het bestek voor de aanleg van de opritten zal op 9 juli a.s. worden aanbesteed. Het bestek voor de betonnen onderbouw zal begin september 1980 worden aanbesteed en voor de stalen bovenbouw zal dit begin oktober het geval zijn. Wij zeggen de Minister nogmaals onze dank voor de correcte houding die hij in deze heeft getoond. Wij spreken de wens uit dat de beslissing die contractueel is vastgelegd, juist is geweest. Een lange lijdensweg zal hiermee zijn verdwenen. Tevens kan bij opening van deze brug het 25-jarig jubileum van voorbereiding worden gevierd.

Wij hebben er zorgen over dat bij de uitvoering van verschillende objecten, of dat nu Scheldewerken, dijkverhogingen, aanleg van wegen of bruggen inhoudt, vaak veel tijd verloren gaat door bezwaren van allerlei actiegroepen, etcetera. Door deze vertragingen komt menigmaal de werksituatie in gevaar, waardoor de werkloosheid toeneemt. Dit is onverantwoord, juist in deze tijd waar vele aannemers op uitvoering van werken wachten. De bezuinigingen kunnen in dezen.een nadelige werking hebben. De Minister wees hierop terecht. Bezuinigingen gaan vaak ten koste van investeringen. Wij hopen dat de bewindsheden een krachtig en doortastend beleid voeren en dat onder hun leiding nog vele werken mogen worden uitgevoerd, waardoor mede de werkloosheid wordt bestreden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen