Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VRAGENBUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGENBUS

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Correspondentie voor deze rubriek aan : I T. MOLENAAR. Leede 18. Rotterdam-Zuid

P. d. C. te G. vraagt of Nederland op wettige wijze aan Indië gekomen is.

Antwoord: 't Is niet eenvoudig om met enkele woorden deze vraag te beantwoorden. Deze vraag beweegt zich op het terrein van de Koloniale Politiek. Dr A. Kuijper heeft het enige malen in de Tweede Kamer uiteengezet, hoe het beginsel moet zijn inzake de koloniën.

Twee problemen komen hier in hoofdzaak aan de orde. Het eerste is het grote probleem van de verhouding 1 tussen hoger en lager ontwikkelde rassen. Men moet één van beide stelsels aannemen, óf daar, waar minder ontwikkelde rassen in een bepaalde landstreek wonen, ze ongemoeid laten betijen, ze aan zichzelf overlaten en alzo het isolement van de onderscheiden rassen aanvaarden, of oordelen, dat de hogere rassen een roeping hebben tegenover de lagere.

Het tweede probleem raakt de vraag, in hoeverre men rekening moet houden met historisch geworden toestanden.

Men dient het te zien in het volle licht der sociologische wetenschap en der volle historie. En dan leert die historie onwedersprekelijk, dat alle volkeren, die blijven buiten de Christelijke sfeer, uit eigen initiatief niet kunnen komen tot een hoger standpunt.

Juist de volle inbezitneming van die gedeelten van Azië en Afrika door verschillende mogendheden heeft in die streken een toestand doen geboren worden van hoger menselijk bestaan. Een toestand niet verworven dan tot de prijs van veel kostelijk bloed en veel jammerlijke ellende. Maar die bange periode moest doorworsteld worden om deze volkeren te kunnen opvoeren tot een hogere fase van menselijk geluk.

Het is zo, dat niet altoos met dit hoofdstuk, maar meest om aan hun veroveringszucht te voldoen en terwille van commerciële belangen, de Europeese mogendheden zich in die landen genesteld hebben. Maar wanneer men aan de historie vraagt, tot welk resultaat die heeft geleid, dan luidt het antwoord, dat met deze zeer kromme stok in de regel een rechte slag is gedaan.

Drs A. van Deursen merkt op grond van het door Dr Kuijper gesprokene in de Tweede Kamer, op: „God heeft ons Indië toevertrouwd. Daarmede verdedigen we allerminst de handelingen van de Oostindische Compagnie of het Indisch beleid van het conservatief liberalisme in de eerste helft van de 19e eeuw. Maar in de gang der historie staat het vast, dat God zelf Indië aan de Nederlandse natie heeft toebeschikt, opdat Nederland in de zorg voor Indië Hem en de volken zou dienen."

J. J. te K. vraagt of ik wat wil meedelen over de oecumenische Synode van kerken van Geref. Belijdenis, die reeds in het begin van Augustus in Amsterdam samengekomen is.

Antwoord: Gaarne voldoe ik aan uw verzoek. U begrijpt zelf wel, dat ik in mijn mededeling kort moet zijn, want de vragenrubriek bedoelt niet te zijn een lange verhandeling over een bepaald onderwei'p.

Oecumenisch betekent oorspronkelijk: de bewoonde (nl. de aarde). Oecumenische conciliën waren kerkvergaderingen waar alle kerken der wereld vertegenwoordigd waren.

Constantijn de Groote riep het eerste oecumenische concilie bijeen. De eerste waren te Nicea (325) te Con-

stantinopel (381) en te Efeze (431.) De Kerk des Heeren «is internationaal. Zij kreeg in het zendingsbevel de opdracht: „Ga dan heen in de gehele wereld, predikt het Evangelie aan alle creaturen." Het standpunt van de Geref. Kerken in Nederland is om zoveel mogelijk samenwerking te zoeken met alle Geref. Kerken, eerst die in Nederland en dan die daar buiten. Reeds vroeger stonden zij in correspondentie met verschillende Geref. Kerken in het buitenland. Zulk een correspondentie onderhielden en onderhouden die kerken met Geref. Kerken van Nederlandse oorsprong in Amerika en Zuid-Afrika en voorts met een aantal meest Engelse of Schotse kerken.

Volgens Prof. Grosheide beoogt het houden van een oecumenische synode niet anders, dan die correspondentie van meer betekenis te maken. Volgens hem is er geen sprake van, dat deze synode beslissingen zal nemen, die voor de afgevaardigde kerken bindend zullen zijn, maar hij hoopt, dat vele vragen van algemeen belang zo worden behandeld, dat alle Geref. kerken ten dezen één lijn trekken.

Daaronder zouden dan vallen Art. 36 van de Ned. Gel. Bel., het echtscheidingsvraagstuk, dat van een duizendjarig rijk, dat van schepping en (of) ontwikkeling, dat van de pluriformiteit van de kerk, enz.

Wie komen er nu op de oecumenische synode of liever wie zijn er? Alle kerken over de hele wereld, die een Geref. belijdenis hebben. Daarbij is te denken aan de Drie Formulieren van Enigheid, maar ook aan de parallelle Geref. confessies (Schotse, Helvetische) die in andere landen zijn aanvaard.

andere landen zijn aanvaard. Uit Nederland zijn vertegenwoordigd de Geref. Kerken. De Chr. Geref. Kerken hebben hun deputaties voor het contact met andere kerken gezonden. De Geref. Gemeenten en de Geref. Kerken (Art. 31) hebben de uitnodiging afgewezen.

De Ned. Kerv. Kerk is, hangende de ontwikkeling, die daarin met betrekking tot de belijdenis en haar handhaving plaats heeft, niet uitgenodigd. Wel is individueel aanwezig een hoogleraar en drie predikanten van Geref. belijdenis.

De vraag rijst nu: „Waarom heeft de Synode van de Geref. Gemeenten de uitnodiging afgewezen? Het antwoord kan kort zijn.

Hoewel ik nog niet aanwezig was toen dat punt van de agendum op de Synode behandeld werd, geloof ik, dat het volgende leeft onder ons volk:

„Belijdende één algemene Christelijke Kerk, is het onmogelijk saam te werken met kerken, die wel zeggen de drie formulieren van Enigheid te aanvaarden, maar die met schrapping van 21 woorden uit art. 36 van de N.G.B. betonen zich losgemaakt te hebben van de reformatorische grondslag.

Bovendien acht zij de kwestie van het Duizendjarig Rijk niet urgent en ziet zij geen moeilijkheid in het verhaal van de Schepping."

Verder onderhoudt ook de Geref. Gem. correspondentie met de Kerken der Geref. Gem. in Noord-Amerika.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 augustus 1949

Daniel | 8 Pagina's

VRAGENBUS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 augustus 1949

Daniel | 8 Pagina's