Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vakantiespreiding en kerkelijk leven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vakantiespreiding en kerkelijk leven

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mogelijk komt dit opschrift onze lezers wat vreemd voor, want, zo zou men kunnen vragen, wat heeft vakantiespreiding nu met het kerkelijke leven te maken. Bovendien, wanneer men op het gebied van vakantiespreiding wat wil bereiken, moet daar niet in maart over geschreven worden, doch b.v. in november of december.

’t Is immers meestal zo, dat zo niet eerder, men toch wel direct na Nieuwjaar de vakantie gaat vaststellen, zodat er voor dit jaar niet veel meer te veranderen valt.

Het betrekken van deze spreiding op het kerkelijke leven of zo u wilt, op de ambtelijke bearbeiding van en zorg over de gemeente, wijst er echter op dat niet op grote aantallen vakantiegangers de aandacht wordt gericht, doch op een betrekkelijk klein deel daarvan, en dat temeer daar ik binnen de kring van onze eigen kerken wil blijven.

Eerst iets over die spreiding. Hoe is men daar eigenlijk toegekomen. Kort gezegd is dit een gevolg van het steeds toegenomen aantal vakantiedagen voor de werknemers in ’t algemeen en verder als gevolg van de gestegen welvaart ook het steeds meer „er op uit trekken”, liefst zo lang mogelijk.

Grote bezwaren zouden zich voordoen wanneer over het gehele land iedereen gelijk met vakantie zou gaan. Tal van bedrijven kwamen stil te liggen, brood of melk zou amper te krijgen zijn en recreatie-oorden zouden zo vol worden, dat het verblijven daar onmogelijk werd. Kortom, de normale gang van het werk dient zoveel mogelijk bevorderd te worden, vandaar deze maatregel.

Hoe is dat nu in het kerkelijke leven? Er was een tijd dat b.v. gedurende de maand augustus wel verschuivingen optraden, maar toch lang niet in die mate als tegenwoordig het geval is.

Predikanten brachten hun vakantie-zondagen door in vacante gemeenten of ruilden met andere predikanten om daardoor b.v. in hun geboorteplaats of eerste gemeente te kunnen preken.

Sporadisch werd een vakantie of een deel daarvan in het buitenland doorgebracht en op zaterdagavond of maandagmorgen kon men dan ook heel wat predikanten op de centraal-stations aantreffen. Tussen haakjes, dat was ook de tijd dat in treincoupé’s, mede door de aanwezigheid van predikanten, nog wel eens gelegenheid tot evangeliseren was. Ouderlingen en diakenen waren meestal niet meer dan één zondag afwezig, uitgezonderd misschien enkele onderwijzers.

De totaal gewijzigde omstandigheden gaan echter ook de kerkeraden niet voorbij en het wil mij dan ook voorkomen dat, zo men het nog niet doet, deze zich ook met genoemde spreiding bezig zullen moeten houden.

Maatregelen zullen genomen moeten worden en wel zo vroegtijdig dat men er van verzekerd! is, dat alle ambtelijke arbeid in de gemeente gewoon het hele jaar kan doorgaan.

Hierbij denk ik dan niet direct aan het „gewone” huisbezoek of aan de catechisaties, hoewel ook dit laatste echt wel de speciale aandacht der kerkeraden dient te hebben, want het onderwijs van „de kerk aan de jeugd der kerk” is zeker een dermate belangrijke zaak, dat men eerder aan méér lesuren moet denken en zeker niet om allerlei andere aangelegenheden de catechisaties maar moet laten overgaan.

Pastorale arbeid moet doorgaan.

Waar ik wel aan denk is aan de ziekenbezoeken, aan de bejaarden die niet weg kunnen gaan, aan de „ongeregelden” die terecht gewezen moeten worden, aan heel de pastorale arbeid dus, waarbij niet te vergeten de ordelijke voortgang van de dienst des Woords en der gebeden, onze zondagse samenkomsten dus, alsmede de bediening der sacramenten, huwelijksbevestigingen en begrafenissen. Wat een moeilijkheden ontstaan er soms door het gelijktijdig met vakantie gaan van de predikanten b.v. in dezelfde classis. Ook het afwezig zijn van de helft of nog meer ouderlingen in één gemeente heeft soms tot gevolg dat aan de letter en de geest van de kerkorde geweld moet worden aangedaan. De ambten zijn vaak niet voldoende vertegenwoordigd.

Verder raken we er aan gewend dat veel arbeid in Gods Koninkrijk zomaar een tijd stil ligt. Onlangs las ik in één der kerkbladen „het werk in de gemeente lijkt weer op gang te zijn gekomen”. Gelukkig bleek mij uit de volgende regels dat de catechisaties „al enkele weken” aan de gang waren en met het huisbezoek weer een begin was gemaakt. Maar het was inmiddels ook 17 okt. ’75! Nu hoor ik al opmerkingen (en die wórden gemaakt) als: maar ik mag toch wel met vakantie gaan al ben ik ambtsdrager?

Natuurlijk zal niemand dat ontkennen. De één zal er meer behoefte aan hebben dan de ander maar iedereen wil er wel „eens even uit”. De goedwillende lezer zal wel begrijpen dat het dáárom niet gaat. Waar het wel om gaat is, dat ambtsdragers bij het vaststellen van hun vakantie er rekening mee houden dat zij geroepen zijn tot een ambt en dat hebben te vervullen met een aantal andere broeders.

Wij zijn verantwoordelijk voor de wijze waarop wij ons ambt uitoefenen en we hebben dat werk niet te doen als het ons past, maar waar de Here ons roept. Wanneer het roepingsbesef afwezig is, wordt ook het ambt niet op de juiste wijze vervuld.

Als op kerkelijke vergaderingen, en in het verlengde daarvan door deputaten voor recreatie, gedacht en gesproken wordt over de problemen die langere vakanties voor ons kerkelijk leven betekenen (denk hierbij ook aan tweede woningen), lange verblijven op campings, dus vele weekeinden weg, enz.) dan zullen zeker ambtsdragers hun best moeten doen om door hun voorbeeld die moeilijkheden tot een minimum te beperken.

Daar zal misschien wat zelfverloochening en opofferingsgezindheid aan te pas moeten komen, óók voor onze gezinnen, maar dat mag ons toch niet vreemd zijn?

Misschien is het voor dit jaar nog niet te laat om overleg te plegen en een rooster op te stellen.

Doe dat dan, broeders, opdat al het werk een goede voortgang mag hebben en dat zowel in grote als kleine gemeenten in de „eredienst” de ambten vertegenwoordigd zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 maart 1976

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

Vakantiespreiding en kerkelijk leven

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 maart 1976

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's