Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Roeping en Belofte

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Roeping en Belofte

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Hij, Die u roept, is getrouw, Die het ool( doen zal." 1 Thess. 5:24

Ds. G. Wassinkmaat, Westbroek

In mijn boekenkast staat een boek dat heet; Roeping en Belofte. Mogelijk kent u dat boek wel. Nu gaat het mij hier niet om de inhoud van dit boek, maar wel om de titel: oeping en Belofte. Een titel met een geweldige inhoud. Immers in de dienst des Heeren zijn roeping èn belofte onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als de Heere iemand roept tot de dienst in Zijn Koninkrijk, dan geeft Hij tegelijk de belofte, dat Hij voor Zijn eigen werk instaat. En daarover willen we met elkaar gaan nadenken. Paulus schrijft onze tekstwoorden aan het einde van zijn eerste brief aan de gemeente van Thessalonica. Thessalonica, de hoofdstad van Macedonië en épn van de belangrijkste handelscentra van Griekenland. Waarom schrijft Paulus deze brief? Paulus schrijft deze brief onder andere om de gemeente te vermanen tot een christelijke levenswandel. Ja, hij waarschuvrt tegen onzedelijkheid en oneerlijkheid in de handel (1 Thess. 4:6, 7). Om die reden spreekt hij aan het slot van zijn brief de bede uit: En de God des vredes Zelf heilige u geheel en al..." En als Paulus de gemeente van Thessalonica wijst op de heiligmaking, dan geeft hij tegelijk de troost en de belofte: Hij, Die u roept, is getrouw. Die het ook doen zal". Paulus wijst de Thessalonicenzen van zichzelf af op de Heere, Die niet alleen oproept om heilig te leven, maar Die, als de grote Getrouwe, ook het werk der heiligmaking zal volbrengen. En in dit verband staat nu onze tekst. Maar weet u, wat nu geldt voor de roeping tot heiligmaking, geldt ook voor de roeping tot het werk in Gods Koninkrijk. De Heere, Die roept, is getrouw!

Je leest in de Bijbel meer dan eens van mensen, die door de Heere geroepen worden. ik denk aan de roeping van Abraham, Mozes, Jozua, Jesaja en Jeremia. De bekende Ds. Veldkamp schrijft ergens: „leder christelijk huis en elke gemeente moet een uitzendstation zijn en iedere christen een omroeper. Wij werken nog teveel met ontvangers, al maar ontvangen en nog eens ontvangen, zonder te zenden."

Mag ik u eens vragen: is uw gemeente, is uw huis een uitzendstation van de grote daden des Heeren? Bent u in uw gezin, in uw omgeving, op uw werk een omroeper, die getuigen mag van de liefde en genade van Christus? Als de Heere je ogen opent voor die Parel van grote waarde, de Zoon van Gods liefde, dan gun je die Parel ook aan een ander. Dan komt het verlangen in je hart om je naaste - dichtbij of ver weg met Gods Woord èn met de daad te dienen. Weet u, waartoe de Heere u, jou en mij oproept?

- De Heere roept ons op om Hem lief te hebben boven alles en de naaste als onszelf.

- De Heere roept ons op om onze gaven en krachten in Zijn dienst te besteden.

- De Heere roept ons op om een licht te zijn in een donkere, zondige en verloren wereld.

- De Heere roept ons op om - evenals die barmhartige Samaritaan - onze gewonde, eenzame en zieke broeders en zusters met onze zorg en liefde te omringen. Ja, ook door middel van deze meditatie komt Gods roepstem tot ons allen: , , Mijn zoon. Mijn dochter, geef Mij uw hart." Wat denkt u: heeft u - door Gods genadé - uw hart al aan de Heere leren geven? Ben jij, jongen of meisje, al in dienst van de Koning der koningen? En spreekt u op uw oude dag wel eens goed van de Heere?

„Hij, Die u roept, is getrouw, Die het ook doen zal."

Ach, wat kun je er geweldig tegenop zien, als de Heere je roept om in Nederland, Soedan, Peru, Chili, of waar dan ook Zijn Naam te verkondigen. Wie zijn eigen hart een beetje heeft leren kennen, zegt dan niet: , , Daar ben ik geknipt voor". Integendeel, want dan is het een wonder dat de Heere zondige, zwakke en gebrekkige mensen in Zijn wereldwijde dienst nog wil gebruiken. Dan leeft het in je hart: „Heere, wie ben ik, dat U mij voor zo'n taak wilt gebruiken". Maar juist in die weg laat de Heilige Geest ons zien, dat de bekwaamheid nooit in onszelf is, maar alléén in Hem, Die roept en Zijn eigen werk zal volbrengen. Eén ding is zeker: als we het bij de arbeid in Gods Koninkrijk van onze eigen kracht en bekwaamheid moeten hebben, dan is het een verloren zaak. En daarom is het zo'n geweldige troost en bemoediging dat de Heere getrouw is en dat Hij het ook doen zal.

Weet u wat u bij alle arbeid in Gods Wijngaard - dichtbij huis of heel ver weg - maar veel doen moet? Zie maar veel in biddende afhankelijkheid op de Heere, Die niet alleen roept, maar Die ook getrouw is. Verwacht het maar elke dag opnieuw weer van Hem, Die voor Zijn eigen werk instaat. De Heere houdt getrouw Zijn Woord. De Heere gedenkt Zijn Verbond tot in eeuwigheid. De Heere is de grote Onveranderlijke, Die nooit herroept, hetgeen Hij eenmaal heeft gesproken. De Heere laat nooit varen de werken Zijner handen. En deze trouw van onze Zender is toch het fundament van alle werk in Gods Koninkrijk. Wat een troost: we hebben hier en in Soedan, ja overal, een getrouwe God en Koning, Die er Zelf voor instaat dat onze arbeid - in afhankelijheid van Hem gedaan - niet tevergeefs is. Want deze Heere kan alles zo maken, dat we ons steeds weer moeten venwonderen. Deze Heere is de grote Getrouwe, Wiens plannen nimmer falen. En daarom: waar de Heere ons dan ook roept, ten diepste is er maar één rotsgrond, waarop we kunnen bouwen en vertrouwen. Neen, niet óns geloof, niet ónze inzet, niet ónze kracht, niet ónze trouw, maar alléén de trouw van de Heere. Gode zij dank is Zijn trouw groter dan onze ontrouw. En dat is toch het énige rustpunt dat er in de dienst des Heeren overblijft.

„Hij, Die u roept, is getrouw, Die het ook doen zal."

Zou de Heere het zeggen en niet volbrengen? Dat is onmogelijk. Ondanks al onze zonden, ontrouw en gebreken, die ons bij het werk in Gods Koninkrijk zo kunnen aankleven, blijft de Heere getrouw. Hij zorgt Zelf voor de zegen en voor de oogst. Wat een bemoediging. Uiteindelijk is het: niets uit ons, maar alles uit Hem! En als uw roeping wel eens bestreden wordt, zie dan in het geloof op de Heere Jezus Christus, de grote Geroepene, Die getrouw bleef tot het einde, tot in de dood. Ja, zing dan maar:

Als ik, omringd door tegenspoed, Bezwijken moet. Schenkt Gij mij leven; Is 't, dat mijns vijands gramschap brandt,

Uw rechterhand Zal redding geven De Heer is zo getrouw als sterk; Hij zal Zijn werk Voor mij volenden. Verlaat niet, wat Uw hand begon, O Levensbron, Wil bijstand zenden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Gereformeerde Zendingsbond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 1985

Alle Volken | 16 Pagina's

Roeping en Belofte

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 1985

Alle Volken | 16 Pagina's