Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE BANIER ALS DAGBLAD *)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE BANIER ALS DAGBLAD *)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

"De groote stap is gedaan. "De Banier" verschijnt als dagblad.

Zij doet met dit nummer haar intrede. Daarmede verandert haar karakter. "De Banier" wordt nieuwsblad. Dat wil zeggen, dat zij nu ook opnemen zal wetenswaardige gebeurtenissen uit de streek, waarvoor zij is bestemd. Zoolang slechts éénmaal per week het blad uitkwam, was opname van nieuwsberichten niet doenbaar, om de eenvoudige reden, dat als ge Vrijdags komt vertellen, wat den vorigen Vrijdag of Zaterdag is geschied, het geen nieuws meer is. Naast "De Banier" werden dan ook andere bladen gelezen. Dat is nu niet meer noodig. Daarom juist begeerden duizenden dat "De Banier" dagblad werd. Zij konden dan andere bladen afzeggen."

Met deze zinnen opende het eerste nummer van De Banier, toen dit SGP-orgaan op 21 mei 1929 als dagblad ging verschijnen.

In het recent verschenen boek Geschiedenis van de christelijke dagbladpers in Nederland wordt een hoofdstuk gewijd aan de periode dat De Banier als dagblad verscheen. De heer B. van der Ros, oud-chef-redacteur van het Reformatorisch Dagblad, tekent in korte trekken de geschiedenis van het SGP-orgaan als dagblad. Zonder iets af te willen doen van de andere hoofdstukken van dit lezenswaardig boek zal in dit artikel alleen worden ingegaan op het hoofdstuk over De Banier.

Dagblad De Banier

Op "uitdrukkelijk verlangen" aanvaardde ds. G.H. Kersten het hoofdredacteurschap van het dagblad De Banier. Dit betekende echter niet dat ds. Kersten hiermee alle verantwoordelijkheid op zich nam voor hetgeen in De Banier werd gepubliceerd. Hij nam alleen verantwoordelijkheid op zich voor de artikelen waaronder drie sterren waren afgedrukt. Hierin volgde hij dr. Kuyper. De heer Van der Ros geeft aan dat dit in de perswereld ongebruikelijk was (en is) en dat dit standpunt niet "vol te houden" is (p. 232). De gevolgde, ongebruikelijke gedragslijn, kwam ds. Kersten duur te staan.

Inhoud

Zonder meer kan gesteld worden dat de heer Van der Ros bij de bespreking van het dagblad De Banier de oprechte intentie heeft gehad de bedoelingen van de hoofdredacteur ds. G.H. Kersten en van de directeurredacteur ir. C.N. van Dis recht te laten wedervaren. Hij schrijft bijvoorbeeld dat ds. Kersten in "alle oprechtheid" kon uitvallen naar de Rooms-Katholieke kerk (p. 223). Van "papenhaat" of iets in die geest was dus geen sprake.

Ook wordt gesteld dat ds. Kersten moeilijk van antisemitisme kan worden beschuldigd:

"Men zou later ds. Kersten moeilijk van antisemistisme kunnen beschuldigen, want meermalen had hij in navolging van Groen van Prinsterer Nederland vergeleken met Israël, ja, hij had een 'treffende overeenkomst' geconstateerd 'tussen het oudtestamentisch Israël en Nederland, omdat onze geschiedenis in zoveel opzichten aan die van het volk van David gelijk is.'" (p. 226).

Op dit punt worden er terecht principiële verschillen geconstateerd tussen ds. Kersten en de antirevolutionaire voorman dr. Kuyper. Een incorrecte beschuldiging van de joden over hun optreden in allerlei maatschappelijke klingen is bij ds. Kersten niet te vinden (p. 226).

NSB

Inzake de houding van ds. Kersten ten aanzien van het in die dagen opkomend nationaal-socialisme wordt aangegeven dat de SGP-voorman wel degelijk oog had voor

de gevaren die dreigden van die zijde:

"De opkomst van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) in ons land bracht ds. Kersten ertoe reeds in 1934 tegen deze beweging te waarschuwen, omdat 'geen eerbied voor de Goddelijke Waarheid' werd betoond. 'Als de NSB-leider goeddunkt dat het dierbare Woord, van zoo ernstige beteekenis en waarschuwing, moet gebruikt worden om tegenstanders neer te zetten, dan snijdt men toch zeker het laken tusschen hem en een ieder, die het Woord liefheeft en eert, door. Van zulke menschen moet elk, die nog niet geheel zijn Christelijke opvoeding vergeet, zich afwenden.' In de jaren daarna volgden soortgelijke, ook wel scherpere uitspraken. In 1935 luidde de waarschuwing: '... en met Gods Woord rekent, kent o.m. de N.S.B. niet. Daarom mogen wij haar niet volgen.' Toen de NSB bij de Statenverkiezingen (1935) grote winst had geboekt, wenste De Banier opnieuw haar stem te laten horen tegen Mussert en zijn aanhangers: "Draagt het uit in uw huis en in uw kringen dat geen terugkeer tot Gods ordinantiën te wachten is van Musserts optreden.'

(...) Het nationaal-socialisme streefde naar één kerk, die onderworpen moest zijn aan de totale staat. De hoofdredacteur vervolgde dan ook: 'Het kan immers niet anders, of zulk een kerk moet een caricatuur zijn van de ware Christelijke Kerk, die gebouwd is op de leer der Apostelen en der Profeten. Een anti-Christelijke kerk dus, waarin de Hitler-cultus op cle spits zal gedreven worden en waarin voor den Christus der Schriften geen plaats is.' Voor een grote schare partijgenoten en belangstellenden te Middelburg hamerde ds. Kersten er op, dat 'de belangen van Gods Kerk' niet veilig waren wanneer de nationaal-socialisten aan de regering zouden komen." (p. 226-227)

Gelet op de vele misvattingen die ook binnen de SGP hebben postgevat betreffende de houding van ds. Kersten ten aanzien van de NSB en Hitier, is Van der Ros hier uitgebreid aan het woord gelaten. De lezers van De Banier en de leden van de SGP waren dus niet ongewaarschuwd voor het gevaar van het nationaal-socialisme. Uiteindelijk wordt zeer terecht geconcludeerd: "De gedachte dat er overeenkomsten zouden zijn tussen de denk- en ideeënwereld van de Nationaal- Socialistische Beweging en de Staatkundig Gereformeerde Partij kwam in De Banier niet tot uiting. Principieel lag er een diepe kloof, zodat er ook terzake van de houding van ds. Kersten moeilijk kon worden gesproken van 'een gunstig klimaat voor nazifikatie'." (p. 227)

Consequent

De houding van ds. Kersten in de Tweede Wereldoorlog wordt consequent geacht: "De visie van ds. Kersten lag geheel in de lijn van de zienswijze, die hij na het uitbreken van de Eerste We-

reldoorlog was toegedaan. 'Hoeveel keer heeft God ons volk niet tot Hem geroepen en hebben wij geweigerd te horen ? God riep door prediking, door veepest, door dijkbreuk in Zeeland en nu Europa in vuur en vlam staat, roept Hij nog luider en geeft nog bezinningstijd. Zal Nederland zich vernederen nu de oordelen nabij zijn om door God te Zijner tijd verhoogd te worden? '

Deze gedachtengang was niet vreemd voor wie ds. Kersten kende. Ook cle economische crisis in de jaren dertig zag hij als een uitvloeisel van een verbondsverbreking, waardoor Gods hand 'tegen Europa en in het bijzonder tegen Nederland (was) uitgestrekt', terwijl hij meermalen in preken en redevoeringen zijn vrees voor een naderende oorlog onder woorden had gebracht." (p. 227)

Dit uitgangspunt dient volgens de heer Van der Ros in rekening te worden gebracht "bij de beoordeling van het (aanvankelijke) standpunt van de hoofdredacteur van De Banier ten opzichte van de bezettende macht." (p. 227)

Dubbelrol van Kaptein

Er wordt ook aandacht geschonken aan de dubbelzinnige rol die de heer Kaptein speelde bij De Banier. Kaptein was redacteur bij De Banier.

Hij was overigens wel een zeer veelzijdige persoonlijkheid. Hij sprak onder pseudoniem voor de NSB en trad enkele jaren later op als voorganger in de Oud Gereformeerde Gemeenten.

Nog weer later onttrok hij zich van alle kerkelijke activiteiten (p. 230). Van der Ros wijt het aan deze Kaptein dat een artikel van Hitier zonder commentaar in 1933 in De Banier werd opgenomen (p. 225).

Verder verbrak deze Kaptein zijn belofte om niet in pro- Duitse geest te zullen schrijven. Ook verklaarde hij geen lid van de NSB te zijn, hoewel hij dit wel was. Terecht wordt deze Kaptein een intrigant genoemd (p. 231). Gelet op de activiteiten van Kaptein probeerden ds. Kersten en zijn zoon De Banier op te heffen, hetgeen in eerste instantie niet gelukte (p. 231). Ten besluite

De bijdrage over De Banier van Van der Ros in de Geschiedenis van de christelijke dagbladpers in Nederland is zeer lezenswaardig. Op een evenwichtige wijze wordt met name ook de houding van ds. Kersten in de Tweede Wereldoorlog beschreven. Het is daarom te wensen dat de studieverenigingen dit boek aan zullen schaffen en bestuderen! Juist in deze tijd is dit wel noodzakelijk, nu er helaas binnen de SGP het nodige te lezen en te horen valt waaruit blijkt dat men in wezen niet begrijpt of niet wil begrijpen wat ds. Kersten op grond van Gods Woord dreef.

*) N.a.v. Geschiedenis van de christelijke dagbladpers in Nederland, onder redactie van B. van der Ros, uitgegeven in 1993 bij uitgeverij Kok in Kampen.

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 1993

In het spoor | 32 Pagina's

DE BANIER ALS DAGBLAD *)

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 1993

In het spoor | 32 Pagina's