De pÿlen van de Koning

Gelijk 't aardse Jeruzalem in de Schrift geworden is een voorbeeld en een onderpand van het hemelse Jeruzalem, de stad van het eeuwige leven, zo is voor Israël de koning uit het huis van David een voorbeeld en een onderpand geweest van de ware zoon van David, die eenmaal op zijn troon zou zitten, de Messias. Daarom is psalm 45 een messiaanse psalm, welke zijn diepste en rijkste vervulling gevonden heeft en nog steeds vindt in de Heere Jezus Christus.

Iedere keer als wij psalm 45 in de kerk zingen kan onze ziel ontroeren bij de woorden: „Gen& is op Uw lippen uitgestort." Ja, dat is de heerlijkheid van de Christus. Gena is op Zijn lippen uitgestort!

Een aardse rechter kan en mag geen genade bewijzen. Hij moet recht spreken naar de eis der wet. Alleen misdaden tegen hem persoonlijk bedreven kan hij vergeven. Daar komt ook de uitnemendheid van de Heere Jezus in uit, dat God in Hem zondaren genade bewijst. Schuldigen ontvangen in Hem vergeving, alleen door het geloof in Zijn heilsverkondiging.

Gena is op Zijn lippen uitgestort! Zo ver het West verwijderd is van het Oosten, zover doet Hij onze overtredingen van ons. Genade peilloos diep en onverdiend.

Maar de bruid wil die bruidegom, die koning, niet voor zichzelf alleen houden. Zij wil dat ook anderen hem zullen kennen en daarom gaat dit „lied der liefde", dit bruiloftslied, in vers 4 over op een heel andere gedachte. De bruidegom is koning, die zijn vijanden aan zich moet onderwerpen: „Gord uw zwaard aan de heup, o held, uwe majesteit en uwe heerlijkheid en rijd voorspoediglijk in uwe heerlijkheid.. Uwe pijlen zijn scherp, volken zullen onder u vallen; zij treffen in het hart van des konings vijanden."

Gelijk een koning — oudtijds — zijn vijanden tegemoet reed en hen trof en tot overgave dwong door zijn pijlen, zo zal deze koning op geestelijke wijze ook zijn vijanden overwinnen en maken tot zijn dienaren. Dit beeld vinden wij niet alleen in Psalm 45, ook in de Openbaring keert het terug, als wij lezen van Christus, als de ruiter op het witte paard, die uitging overwinnende opdat hij overwon.

De pijlen zullen treffen in het hart van des konings vijanden! Zo bekeert God ons. De pijlen van Zijn Woord treffen ons in ons hart, zodat onze ziel, getroffen door de kracht der waarheid, tot inkeer en tot bekering komt. Zie maar de geschiedenis van Lydia in Handelingen 16. Geraakt, getroffen door het Woord, dat in de prediking tot haar kwam, ging zij vragen naar de Heere en Zijn heil. Daarom hebben wij allen, daarom hebben de volken het Evangelie nodig.

Wat kunnen wij veel leren uit de samenhangen in Psalm 45. Omdat de bruid vol liefde is voor haar bruidegom, begeert zij dat de volken hem ook zullen leren kennen.

Zijn wij ook zo „weg" van die koning, dat wij ook niet van Hem zwijgen kunnen? Dat wij ook begeren, dat Hij alom gekend zal worden?

Psalm 45 kan ons leren: liefde tot de koning wekt liefde tot de zending, tot de verbreiding van het Evangelie. Gebrek aan ijver daarvoor moet dus wortelen in een bedenkelijke kwaal, de kwaal dat wij Hem niet voldoende kennen en beminnen als bron van heil en genade.

Hij is het waard om gekend te worden. Hij is het ook waard om overal bekend gemaakt te worden:

Wijk en Aalburg.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen