Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

OPENINGSWOORD LANDELIJKE AMBTSDRAGERSCONFERENTIE op zaterdag 1 november 1997 in de Ichthuskerk te Amersfoort

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OPENINGSWOORD LANDELIJKE AMBTSDRAGERSCONFERENTIE op zaterdag 1 november 1997 in de Ichthuskerk te Amersfoort

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waarde broeders,

Hoewel in onze tijd bijna elke dag turbulente gebeurtenissen de aandacht vragen, herinnert u zich misschien nog dat bijna tien jaar geleden zich aan boord van een Amerikaanse Boeiing 737 op acht kilometer hoogte een ontploffing voordeed, waardoor een deel van het dak wegsloeg en passagiers naar buiten dreigden te worden gezogen; met één inzittende is dat inderdaad ook gebeurd. Wonder boven wonder wist de piloot met zijn beschadigde toestel een daling in te zetten en op het dichtstbijzijnde vliegveld veilig te landen. Gezonden en gewonden lieten tegenover de pers, met de angst nog duidelijk op het gezicht, duidelijk blijken welke spanning zij, onderweg van zo hoog naar omlaag, hadden doorstaan. De ergste vorm van acute stress, zou men kunnen zeggen!

Eén van de passagiers merkte op dat hij ook zeer bang was geweest en dat hij alle psalmen die hij kende tijdens de poging tot daling en landing had opgezegd. Nood leert of doet bidden, zeggen we wel eens! Maar hoe bidt een mens als de wereld ineens helemaal op zijn kop komt te staan, als je door acute doodsdreiging mentaal volslagen ontregeld dreigt te raken? Bidden kan dan één korte doordringende schreeuw om hulp zijn.

Als een mens in moeilijke omstandigheden komt, in momenten van angst en verbijstering geraakt of voor ongewilde situaties wordt geplaatst en hem of haar niets anders rest dan God in die concrete nood aan te roepen, wat kan het dan een goed iets blijken te zijn als men over parate kennis van het Woord van God beschikt, de psalmen en liederen die ertoe behoren of eraan ontleend zijn, daarin begrepen. Een mens kan in omstandigheden geraken, waarin hij niet over een bijbel kan of mag beschikken. In de Tweede Wereldoorlog, en misschien ook wel in andere situaties en tijden, is dat de ervaring van niet weinigen geweest.

We weten van gevangenen in de concentratiekampen, die voor hun eigen troost en voor de bemoediging van anderen, bij het ontbreken van een bijbel op hun parate kennis van de Schrift moesten terugvallen. Zij ervoeren het als een zegen zich in het verleden veel directe en letterlijke kennis van de bijbel eigen te hebben gemaakt. In de moeilijke en bedreigende omstandigheden waarin men met anderen was komen te verkeren heeft men de bijbel uit het hoofd, tot troost en bemoediging van anderen en zichzelf, kunnen citeren en er aan refereren. Vooral geestelijken, predikanten en priesters, zo goed als rabbijnen, zijn op deze wijze in de kampen voor menige gevangene van geweldige betekenis geweest. En vormen soms demente bejaarden geen treffend voorbeeld op dit punt? Blijven zij dikwijls niet het langst aanspreekbaar op de in hun geheugen gegrifte kennis van Gods Woord en van de berijmde psalmen? Ik heb zelf in mijn directe omgeving ervaren dat gedeeltelijk gememoreerde passages uit het Woord of uit de berijmde psalmen met tekenen van blijde herkenning werden aangevuld met de ontbrekende woorden.

Ambtsdragers dienen in het Woord van God thuis te zijn

Maar we moeten hier niet alleen aan hachelijke situaties of moeilijke levensomstandigheden denken; ook in het gewone dagelijkse leven doen zich situaties voor waarin men als christen het Woord van God zou moeten of willen laten spreken, maar waarbij blijkt dat men onvoldoende parate kennis bezit om uit die bron van wijsheid te putten. Dat is voor christenen in het algemeen bedenkelijk, maar zeker ook bij ambtsdragers, die in de ontmoeting met de aan hun zorg toevertrouwde gemeente leiding moeten geven, maar die in de bijbel onvoldoende thuis zijn om er in een gesprek stuur mee te geven of in bepaalde omstandigheden de goede richting te wijzen. En geldt het eigenlijk niet voor iedere christen op zijn of haar plaats in de samenleving? Het kan je als christen worden gevraagd van een bepaalde opstelling, een zeker standpunt of een uitgesproken visie verantwoording te doen. Valt het veel christenen, niet in de laatste plaats jongeren, ook ambtsdragers op huisbezoek, niet dikwijls moeilijk om over de dingen van geloof en leven op gerichte wijze te spreken, omdat het aan voldoende kennis van Gods Woord ontbreekt?

We mogen over de kerk en over de jeugd van de kerk natuurlijk niet al te huilerig doen, maar het valt niet te ontkennen dat één van de meest verantwoordelijke dingen, die de kerk in de zaak van het koninkrijk Gods in onze westerse kerkelijke wereld schade doen, toch wel de teruglopende kennis van de bijbel is. Men mag het niet als negativisme uitleggen wanneer ik vaststel dat veel jonge mensen in de erediensten nauwelijks een psalm uit het hoofd kunnen meezingen. Zelfs ambtsdragers staan soms bij het zingen van redelijk bekende psalmen met een mond vol tanden en met ogen vol verlegenheid als niet een psalmboek binnen handbereik blijkt te zijn. En laat duidelijk zijn: als we het hebben over de parate kennis van de bijbel, bedoelen we niet alleen het uit het hoofd kunnen citeren van bijbelplaatsen en -uitspraken, maar dan gaat het ook om een dieper verstaan van het Woord van God, om inzicht in de verbanden van de Heilige Schrift en om de toepasselijkheid van de woorden en situaties waarin wij de boodschap van de bijbel willen laten spreken. Als de Heiland van zijn gemeente in deze wereld het beeld verlangt van een stad op een berg, een zoutend zout en een lichtend licht, dan zal die gemeente aan dit door de Here Jezus geschetste profiel alleen kunnen beantwoorden als zij de voorwaarden daartoe uit het Woord goed kent en er naar leeft.

We zijn kerk van Christus in de wereld. In die wereld hebben we ontmoetingen met niet-christenen, die ons soms openlijk, dikwijls ook bedektelijk, om verantwoording vragen. Als dat gebeurt, wat is het dan fijn als het Woord je kan helpen om passende antwoorden op vragen te geven. In dit verband maak ik u graag deelgenoot van een recente persoonlijke ervaring.

Toen enkele weken geleden, nadat astronomen ver weg in het heelal een ster hadden getraceerd, die méér dan één miljoen sterkere straling geeft dan de zon, de verkenningssateliet naar de maan Titan van Saturnus (die daar over enkele jaren zal arriveren) was afgeschoten, kwam een medebewoner uit mijn flat op mij toe met de vraag of ik intussen nog geen moeite had gekregen met de vraag waar ik in termen van tijd en ruimte de verblijfplaats van de Schepper en van de hemel en de hel moest situeren. Wat was ik dankbaar dat ik voor mijn antwoord kon verwijzen naar Job 38, waar God antwoord heeft laten opschrijven op de vragen van Job. Wat daar staat, is zo monumentaal dat het niet anders dan van Goddelijke oorsprong kan zijn.

Vers 4: Waar waart gij, toen Ik de aarde grondvestte? Vertel het, indien gij inzicht hebt! Wie heeft haar afmetingen bepaald, Gij weet het immers!

Vers 12: Hebt gij ooit in uw leven de morgen ontboden, de dageraad zijn plaats aangewezen, om de zomen der aarde aan te grijpen?

Vers 18: Reikt uw begrip zover als de breedte der aarde? Vertel het, indien gij dit alles weet!

Vers 31: Kunt gij de banden der Pleiaden binden of de boeien van de Orion slaken? Doet gij de tekens van de Dierenriem te rechter tijd opgaan en bestuurt gij de Beer met zijn jongen? Kent gij de inzettingen des hemels, bepaalt gij zijn heerschappij over de aarde?

En in hoofdstuk 40:4: Hebt gij soms een arm als God, en kunt gij donderen met een stem als Hij?

Broeders, waarom deze dingen in het openingswoord van deze conferentie?

Om u en mijzelf aan te sporen tot grote kennis en verdiept inzicht van de bijbel, om in een tijd van onzekerheid, twijfel en stress goed te leren onderkennen op welke fundamenten ons christelijk geloof rust. Om als ambtsdrager met dat Woord te vermanen en te vertroosten, aan te sporen en te bemoedigen en om met kracht van overtuiging de ontmoeting met de andersdenkende aan te gaan. We dienen van de rijke “inventaris” van Gods Woord zoveel “in huis te hebben” dat we niet onmiddellijk “droog” komen te staan als we de bron zelf niet meer binnen handbereik zouden hebben.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 december 1997

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

OPENINGSWOORD LANDELIJKE AMBTSDRAGERSCONFERENTIE op zaterdag 1 november 1997 in de Ichthuskerk te Amersfoort

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 december 1997

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's