Verslag van de bidstond voor de Particuliere Synode 2004 (2)

En hoe staat het met u op weg en reis naar de eeuwigheid? Kunt u het goed houden met uw godsdienst? Kunt u het houden met een omkering in uw leven? Als het waar mag zijn, dan gaat de Heere Zijn volk uithalen en onderwijs geven. Wij willen zalig worden als een bekeerd mens. Maar de Heere gaat een weg in van ontgronding. Dan komt er schuld. Psalm 116 blijft niet onbekend: "Ik lag gekneld in banden van de dood".

Misschien hebt u de Middelaar wel aangewezen gekregen. Misschien is de Weg der zaligheid u ontsloten. Als die Weg in de Middelaar ontsloten wordt dan komt er een andere gang in het leven. De discipelen hebben ook Zijn Liefde bij Zijn omwandeling mogen ervaren. Maar nu moet er een andere weg ingeslagen worden, een weg in de woestijn. We moeten een keer bij Sinaï komen. We staan met God in rekening. Daar worden we teruggebracht in het paradijs. Thomas sprak: "En hoe kunnen we de weg weten? " Thomas toch, drie jaar met de Heere Jezus vertoefd, en dan nog zo'n vraag? Thomas gaat de vraag doen zoals we die vinden in zondag 6 van de Heidelbergse Catechismus; uit de angst van de ziel horen we de vraag: "Maar wie is deze Middelaar, die tegelijk waarachtig God en een waarachtig rechtvaardig mens is? " We worden niet als een bekeerd mens zalig, maar als een goddeloze. God moet toornen vanwege de zonden. Uit de angst van zijn ziel zegt Thomas: "Heere, wij weten de weg niet". We willen zo graag bevestigd zijn. Maar hier lezen we: "Ik ben de Weg". Wat bedoelt de Heere Jezus? Wat is een weg? Een weg is om van A naar B te komen; dat is een geplaveide weg. Wat bedoelt de Heere Jezus nu als Hij zegt: "Ik ben de Weg"? De Heere Jezus is Middelaar. Hij staat tussen twee partijen. Hij brengt twee ongelijke partijen bijeen. Waarom

doet Hij dat? Zijn we er al achter gebracht dat we voor God niet kunnen bestaan? "Die achter Mij wil komen, die volge Mij". Die Weg moeten we bewandelen. Als God een mens bekeert, dan komt hij in een nauwe weg, en die weg wordt steeds nauwer. Daar komt de ziel achter. Als hij verder ontdekt wordt, dan komt hij er achter dat hij vol eigengerechtigheid zit. Hoe dikwijls zit de mens er niet tussen met zijn hoogmoedig bestaan. Dan moet er iets van geleerd worden, wat de Heere Jezus hier tot Thomas zegt: "Ik ben de Weg. Ik kan alleen de zondaar in een verzoende betrekking met God brengen". Hij is de Middelaar; Die zal tussen moeten gaan treden.

Christus is ook de Waarheid. Je moet niet denken dat wij het alleen maar weten. De deugden des Vaders moeten verheerlijkt worden. Het moet altijd in een afgaande weg de diepte in. Wij willen die weg niet. En toch is dat de weg, om als een goddeloze gezaligd te worden. Hij is de Weg en de Waarheid. Als Christus de Waarheid is, dan staat daar tegenover de leugen. De Heere heeft lust tot Waarheid in het binnenste. De Heere gaat de zondaar waar voor God maken, dan krijgt hij de schuld thuis. David is door de zonde in de donkerheid gekomen; hij kon tot God niet meer naderen. Maar als Nathan zijn boodschap brengt, dan gaat God David eerlijk maken. Waarheid is een eigenschap van God. Waarheid in het binnenste brengt tot boetvaardigheid: "Gena, o God, gena.... Hoor hoe een beetling pleit... 't Is niet alleen dit kwaad dat roept om straf; , neen, 'kben in ongerechtigheid geboren..." (Ps. 51). Dan kom je terug in het paradijs. Heb je daar wel eens gestaan, dat je met een altoos durende verlating van God verlaten was? Ben je wel eens voor God waar geworden? Dan is je mond dicht. Dan moet God er aan te pas komen. "Ik ben de Weg". Een andere weg is er niet. Het verstand is ongenoegzaam, maar als God Zijn volk bearbeidt, dan wordt het pas echt waar. Een mens kan zich zoveel inbeelden; hij denkt te geloven, maar hij is dood. De mens neemt de waarheid niet over; wel met zijn hoofd, maar niet met zijn hart. Maar wat is nu het hoe van de zaak? Dat vinden we in zondag 23: "Hoe zijt gij rechtvaardig voor God? " Als de Heere het ontledigende werk heeft willen volbrengen, dan blijft er niets over van de zondaar. Dat kost een hele mens. Hier staat: "Ik ben het Leven". Het leven staat tegenover de dood. Wij liggen midden in de dood. De Heere gaat alle grondjes wegnemen. Een mens die er iets van heeft leren kennen, wil er toch niets van weten als dat ontdekt gaat worden. Dan komt onze vijandschap openbaar. "Hoe zijt gij rechtvaardig voor God? " En dan begint het antwoord: "Door een waar geloof" De Heidelbergse Catechismus wijst niet op een historiëel geloof, een wondergeloof of een tijdgeloof, maar alleen op een waarzaligmakend geloof in de Heere Jezus Christus en wat er dan gekend moet worden: "alzo dat, al is het dat mij mijn consciëntie aanklaagt dat ik tegen al de geboden Gods zwaarlijk gezondigd en geen daarvan gehouden heb..." We zijn vervloekt in ons liggen, ons zitten, ons staan. We houden niets meer over. En als dan de duivel er bij komt, en hij wijst je op je vuile klederen, dan sta je daar, goddeloos en het leven is weg. Hij is gegaan. Dat hebben de discipelen ook niet begrepen. "Ik ga heen". Hij moet aan het Recht des Vaders gaan voldoen. Hij is die verse en levende Weg. Het voorhangsel moest gescheurd worden.

Wij hebben tegen alle geboden zwaarlijk gezondigd en geen daarvan gehouden. Als God een mens opraapt van het vlakke des velds, is dat dan geen eeuwig wonder? Zo'n ellendig mens, die tegen God heeft overtreden en nog steeds tot alle boosheid geneigd is? Zitten we hier als een goddeloos mens? Kun je het overnemen? Als je het kunt overnemen, dan wordt de tekst ook waar: "Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven". Als de HEERE de ogen gaat openen, dan krijgt ook betekenis wat er in de Heidelbergse Catechismus vermeld wordt bij het antwoord op de vraag "Hoe zijt gij rechtvaardig voor God? ": " nochtans God, zonder enige verdienste mijnerzijds, uit louter genade mij de volkomen genoegdoening, gerechtigheid en heiligheid van Christus schenkt en toerekent".

Zulke weldaden gaat de HEERE schenken en toerekenen. Al blijft de zondaar in zichzelf tot alle boosheid geneigd, al is hij een verzoende betrekking met God deelachtig geworden, al heeft de vrijspraak geklonken.... telkens weer moet het geloof geschonken worden om de weldaden door de hand des geloofs te eigenen. Hoe zouden we anders tot God kunnen komen. "Hij is het Leven". "Dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen". "Niemand kan tot de Vader komen dan door Mij". Hebben we zo de Weg wel eens leren kennen? Met minder zal het niet gaan Is die Persoon u wel eens dierbaar geworden? Is Die je uit de hand des Vaders geschonken en dierbaar geworden? Hij is het Leven.

(wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen