BIJ HET STANDBEELD VAN DE RUYTER
; Hij was weleer de schrik van dJ oceaan: de vijand moest van onze kusten wijken; het kleine land bedwong de koninkrijken — één landing slechts: 't was met ons volk gedaan.
Nu mpet zijn dode oog de zee in kijken — van alle kanten komen mensen aan, ze zien het beeld op stenen voetstuk staan: wie was met hem eertijds te vergelijkenP
En vreemdelingen schuiven in hun sleeën het standbeeld langs, ze lezen er een naam, zien even naar het bronzen beeld daarboven.
Ze weten niet: de zuiveraar der zeeën werd op zijn knieën tot zijn taak bekwaam zij zijn slechts groot die in Gods Naam geloven.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 september 1955
Daniel | 8 Pagina's