Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragen staat vrij

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragen staat vrij

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu een rubriek „Vragenbus" is geopend in ons blad, blijkt de belangstelling der lezers daarvoor bijzonder groot. Ik dien echter twee dingen onder het oog onzer vraaglustigen te brengen: eerstelijk, dat zij geduld met mij hebben moeten; immers ons blad heeft beperkte ruimte en beantwoord ik een vraag, dan doe ik het graag goedj dus verwachte niemand al in het volgende nummer zijn antwoord; en ten tweede, ik ben ook een mensch. Een gek kan meer vragen, zegt het spreekwoord, dan tien wijzen weten te beantwoorden. Wanneer ik derhalve eens antwoorden moet: ik weet het niet, sta men niet al te vreemd over den Vragenbus-man te kijken.
B.

H.M. vraagt mij, „in a nutshell" (d.i. in een notedop, dus heel in het kort) den inhoud mee te deelen van de pauselijke encycliek Quadragesimo anno. Antwoord. Paus Leo XIII zond in 1891 een Encycliek uit, gericht tegen de toen opgekomen Sociaal-democratie en aangevende, dat de oplossing van de maatschappelijke moeilijkheden niet daar, maar bij de Roomsche Kerk en hare voorschriften moest worden gevonden. Dat was de naar de beginwoorden zoogenaamde encycliek Rerum Novarum.

Juist veertig jaar later, 15 Mei 1931 verscheen het vervolg daarop van den tegenwoordigen paus Pius XI, naar de beginwoorden geheeten Quadragesimo anno (d. i. in het veertigste jaar). De Encycliek van 1891 wordt hierin nader uitgewerkt en de vraag behandeld, hoe het herstel der maatschappelijke orde en hare volmaking volgens de beginselen van het evangelie moet worden aangevat. O. a. wordt over de verlossing van het proletariaat (iets anders dan het pauperisme de verarmden), over rechtvaardig loon. over bezitvorming bij het proletariaat gehandeld. „Aan ieder moet dus het hem toekomende deel in de aardsche goederen worden toegewezen; er moet naar gestreefd worden de verdeeling van het algemeen bezit weer in overeenstemming te brengen met de wetten van het algemeen belang." Geconstateerd wordt, dat een verbazend contrast bestaat tusschen de weinige over-rijken (dit is onjuist; in ons land is het bezit grootendeels in han den van de gegoede burgerij. Van twee klassen te spreken, naar het voorbeeld der sociaal-democratie, beantwoordt niet aan de werkelijkheid; er zijn veel meer klas sen in onze maatschappij; tusschen overrijken en bezitloozen ligt een groote middenstof in. B.) en de ontelbare bezitloozen. Verder wordt in de encycliek vastgesteld, dat in de afgeloopen 40 jaar de stand van de arbeiders naar boven gekomen is, maar dat de oplossing van het proletariër-vraagstuk nog ver te zoeken is. Er bestaat nog een schril contrast tusschen die landen waar de cultuur en de welvaart op hoog peil staan en de sociale wetgeving ruimte gebracht heeft en „de nieuwe landen," zooals Japan, China, Indië, waar „het noodlijdend proletariaat tot een ontzaggelijk getal is aangegroeid." De oplossing ligt in de mogelijkheid van bezitsvorming voor den arbeider; maar dan dient 't loon zoodanig te zijn, dat het gezin er niet alleen behoorlijk van komen kan, maar ook nog iets wordt weggelegd. Ieder arbeider hebbe een eigen stukje grond.

Derhalve niet voor de socialisatie, waarbij geen plaats overblijft voor het loon, wordt gekozen, maar voor een rechtvaardig loonstelsel. Hierbij komt èn het individueele èn 't sociale element in aanmerking. .Als er immers geen sociaal organisme bestaat, als geen sociale en juridische orde den arbeid beschermt, als de onderling zoo nauw samenhangende bedrijven niet samenwerken en elkaar onderling aanvullen, als vooral intellekt, kapitaal en arbeid niet gecombineerd worden en als 't ware een eenheid vormen, kan het menschelijk arbeidsvermogen zijn anders bereikbare resultaat niet opleveren." Vooral met het tweevoudig karakter zoowel van kapitaal als arbeid, n.1. het individueele en sociale karakter moet in juiste en behoorlijke mate rekening worden gehouden." Huisvaders moeten een loon ontvangen, „dat ruim genoeg is om behoorlijk te voorzien in de gemeenschappelijke behoeften van een gezin." Voor het relatieve loon wordt gekozen, d.w.z. niet louter met de prestaties van den arbeider dient te worden gerekend, doch het arbeidsloon dient te varieeren voor de kleinste en de grootste gezinnen. De behoefte is derhalve een element in de bepaling van een rechtvaardig loon.

In dien weg hoopt men te komen tot herstel van de maatschappelijke orde. Deze paragraaf is de belangrijkste in de Encycliek. Onder dit herstel verstaat de paus, dat niet het eigenbelang, maar de sociale rechtvaardigheid leidend beginsel worde. Zulk een orde was er in de dagen der gilden. Deze gingen echter teniet, wijl ze niet bereid waren plaats te bieden aan de groeiende massa, doch in egoïsme alles voor zich reserveerden. Herstel der gilden beoogt de Encycliek echter niet. Hervorming van instellingen moet er komen en verbetering der zeden. Het individualisme heeft het sociale leven „bijna uitgeroeid." Individuen zijn er, hun eigen belangen najagend en daarbij de Staat, door individualistisch kiesrecht uit individuen opgebouwd. Van een organischen maatschappijvorm geen spoor. Bestreden wordt het Marxisme evenals het revisionistisch Socialisme, dat aan het geheel grootere waarde toekent dan aan de deelen; en allen maakt tot Staatsorgaan.

Daartegenover bepleit de paus een rangorde in het maatschappelijke leven, waarbij ieder orgaan eigen taak ontvangt. De hoogere organen moeten de taak van de lagere niet overnemen. Onwillekeurig ligt hier een vingerwijzing, naar wat het Fascisme den corporatieven Staat noemt. De Staat controleere; maar neme de maatschappelijke organen het werk uit handen. Ook het particuliere initiatief worde door den Staat niet gedood. Zoo zal. volgens het oordeel der Encycliek, het productievermogen in den Staat toenemen. Daarbij dienen de zeden te verbeteren. Immers, de bewering, dat deze wel beter worden, wanneer de maatschappij maar beter wordt is onhoudbaar.

De pauselijke Encycliek besluit met de noodzakelijkheid uit te spreken dat de strijd der klassen moet ophouden. „Inderdaad is de inrichting van het maatschappelijke leven nog altijd gewelddadig, wijl zij berust op klassen, die verschillende belangen nastreven". Bisschop Aengenent trok hieruit indertijd de conclusie, dat er maatschappelijke organen in het leven geroepen moesten worden, economisch en van gelijke belangen, zoo de groep der arbeiders, der grootindustrieelen en groothandelaars, der middenstanders. Deze groepen moeten dan in bonden of corporaties worden saamgevat met een publiekrechtelijk karakter. Derhalve, de verklaring van den overleden bisschop van Haarlem van de Encycliek wijst naar den corporatieven staat van Mussolini. Dr. Hentzen. die een heele commentaar op de Encycliek in het licht gaf. wil echter van de gevolgtrekkingen van bisschop Aengenent niets weten. Al zulke klasse- of belangengroepeeringen zouden volgens hem in strijd met de pauselijke bedoeling zijn; de Encycliek juicht de vorming van vrije beroepsvereenigingen. hetzelfde wat wij de vakorganisaties noemen, toe. Geen publiek-, maar privaatrechtelijke vereenigingen. Op die wijze hoopt de Encycliek de standenmaatschappij. iets wat veel op het fascistische systeem lijkt, zich weer te zien vormen, waarin- het leidende beginsel niet de vrije concurrentie of een economische dictatuur mag zijn. maar gelijk al gezegd werd dc sociale rechtvaardigheid. Ziedaar „in a nutshell" de hoofdzaak van de Encycliek Quadragesimo anno.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 september 1936

De Klok | 4 Pagina's

Vragen staat vrij

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 september 1936

De Klok | 4 Pagina's