Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoofdbonzen, een onschuldige gewoonte die meestal overgaat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoofdbonzen, een onschuldige gewoonte die meestal overgaat

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Bart, lekker gaan slapen, he?" Nog een laatste kus en dan ligt Bart alleen. In een ommezien draait het ventje zich om op zijn buik. Terwijl hij steunt op zijn armen, tilt hij zijn bovenlichaam op, smakt dan neer op het kussen. Onderwijl neuriet hij een onbestemd wijsje. Op en neer, op en neer, bonkend op het kussen. Steeds harder.... Het klinkt door het huis, het dreunt in moeders hoofd Boem, boem, boem...

Hoofdbonzen. Hebt u daar wel eens van gehoord? „Het is niets om je ongerust over te maken", zeggen ze op het consultatiebureau. Maar toch! Zou mijn kind daar niets aan overhouden? En waarom doet hij dat toch? Is het mijn kind alleen die zo'n 'rare' gewoonte heeft? Zou ik er iets aan kunnen doen? Het is geen wonder dat er ouders zijn die zich zorgen maken over dit gedrag van hun kleine kind. Er zijn nogal wat jonge kinderen die -bij voorbeeld voor ze in slaap vallen- bepaald gedrag vertonen. De één kan niet buiten zijn duim, de ander moet beslist een knuffel bij zich hebben. Een volgende neuriet zich in slaap en weer een ander zit op handen en knieën, wiegt van voor naar achter. Dat kan met zó'n kracht, dat het bedje mee gaat bewegen, en krakend en kreunend door het kamertje schuift! Er zijn ook kinderen die met hun hoofd bonzen. Op een kussen of tegen de harde zijkant. Niet elk kind bonst hetzelfde. Je ziet kinderen die ritmisch heen en weer rollen en zo tegen de zijkanten van hun bedje aankomen. Anderen zitten op handen en knieën en slaan met behoorlijke kracht tegen de voorkant aan. Een combinatie van wiegen en hoofdbonzen dus. Het komt daarbij wel voor dat het kind zó hard bonst, dat het zichzelf pijn doet. Het vreemde is, dat het toch niet huilt; het lijkt wel, of de pijn tijdens dat bonzen niet doordringt. Dit alles veroorzaakt soms grote ongerustheid bij de ouders

Niet zeldzaam
Op welke leeftijd en bij wie komt dat hoofdbonzen voor? Het is niet bepaald een zeldzaam iets, dat hoofdbonzen. Men zegt, dat een op de twintig kinderen dit gedrag regelmatig vertoont! Vaak zijn het gezonde, normaal begaafde kinderen. Het begint al heel jong, zo rond de acht, negen maanden. Met ongeveer twee tot vijfjaar verdwijnt het hoofdbonzen spontaan. Toch blijft een enkeling hardnekkig (maar meestal onbewust) zijn gewoonte handhaven. Het komt wel voor dat zelfs tienjarigen al bonzend in slaap vallen. Het wonderlijke van hoofdbonzen is, dat drie maal zoveel jongens als meisjes dat doen. Met wiegen -wat er toch eigenlijk een beetje op lijkt- is dat niet zo. Dat komt namelijk bij beide geslachten evenveel voor. Veel vaker, langduriger en ernstiger zien we het hoofdbonzen bij verstandelijk of lichamelijk gehandicapte kinderen. Meestal verdwijnt dat niet spontaan. Vooral zwakzinnige kinderen en autistische kinderen staan bekend om hun herhaalde bewegingen. Daar hoort ook het hoofdbonzen en het wiegen bij. Als het hoofdbonzen heel ernstige vormen aanneemt en leidt tot het verwonden van zichzelf, kan het wel een uiting zijn van een ontwikkelingsstoornis.

Nieuwe situaties
Bij welke gelegenheid gaan kinderen hoofdbonzen? Er zijn kinderen die gaan bonzen als ze bij voorbeeld bijna gaan kruipen, bijna gaan lopen, bijna gaan staan, bijna gaan praten. Allemaal nieuwe situaties dus. De nieuwe mijlpaal in hun ontwikkeling brengt onzekerheid en spanning. Maar blijkbaar geeft het ritmische bonzen deze kinderen rust en kalmte. Heel veel kinderen bonzen vlak voor het slapengaan of als ze een poosje aan zichzelf overgelaten worden. Het niveau van activiteit is dan erg laag. Zo is hoofdbonzen vaak een manier om in slaap te vallen. Anderen bonzen (of wiegen) tijdens het autorijden en als ze naar muziek luisteren. Ook dan zijn ze in een periode van inactiviteit. Sommigen bonzen als ze prikkelbaar, verkouden of boos zijn. Dan is hoofdbonzen een afreageren van onlustgevoelens, angst en agressie. Het kind kan zich bij voorbeeld na een standje op de grond gooien en met zijn hoofd hard op de grond bonzen. Als vader of moeder ben je dan geneigd je kind snel op te tillen, hem te troosten en toe te geven aan wat hem eerst verboden was. Toch is dat niet goed. Een vervelende gewoonte wordt beloond en dus.... ingeslepen en langdurig gehandhaafd! Kinderen kunnen zich door hoofdbonzen ook afsluiten voor hun omgeving. Ze trekken zich terug in zichzelf en zijn vaak voor hun ouders even niet te bereiken. Het is of ze deze rust voor zichzelf nodig hebben.

Wat doen?
Natuurlijk maak je je zorgen over je kleintje, als je dat harde bonzen hoort. Wat moet je daar toch aan doen? Als het kind in zijn bedje bezig is en kans loopt om zijn hoofdje te beschadigen aan de harde kant, kun je daar wellicht wel wat aan doen. Als het bed bekleed wordt met zachte stof, wordt de kans op verwonden verminderd. Bovendien dempt het ook het geluid en dat is een belangrijk bijkomend voordeel. Door het bonzen gaat soms het bed verschuiven, en ook daar is wel wat aan te doen. Een stroef kleedje of rubberdoppen onder de poten houden het bed op zijn plaats; het bed op een of andere manier klemzetten kan het kraken en schuiven belangrijk verminderen. Er zijn misschien ouders die zeggen: „Ik zou ervoor zorgen dat mijn kind niet ging bonzen. Zodra ik het hoorde, zou ik het verhinderen." Helaas is dat niet mogelijk. Het gebeurt wel, dat kinderen ook in hun slaap aan het bonzen gaan. Hoe voorkom je dat? Je wordt er wakker van. Je gaat uit bed en legt je hand op het hoofdje van het kind. Het bonzen wordt minder. Even blijf je wachten. Ja, nu is het over. Snel stap je weer in bed. Maar een halfuur later is het weer zo ver..... En zo kan dat wel tien keer zich herhalen.

Snel over
Overdag kun je proberen je kind uit zijn bons-isolement te halen, door aandacht aan hem te besteden. Misschien verveelt hij zich en dat kan natuurlijk met een spelletje, met wandelen of wat dan ook goed opgelost worden. Toch lukt dat ook niet altijd. Sommige kinderen hebben er behoefte aan om zich op deze manier even terug te trekken. En als je kind daar nu rustig en tevreden van wordt, is er niets op tegen om hem even zijn gang te laten gaan. In de meeste gevallen gaat het snel weer over. Bent u toch ongerust over het harde bonzen van uw kind of het veelvuldige heen en weer wiegen, dan is het beter om er eens met een deskundige (bijvoorbeeld op het consultatiebureau of met de huisarts) over te praten. Wellicht kan dat heel wat onnodige vrees wegnemen!

"Akelig"
„Daniël begon met zijn hoofdje te bonzen toen hij nog net niet kon kruipen", vertelt zijn moeder. „Hij deed het alleen overdag en meestal tegen de muur van de kamer. Ik begreep eerst helemaal niet waarom hij zo deed en dacht dat het door mij kwam. Het gaf me een schuldig gevoel. In het begin probeerde ik door tegen hem te praten en door hem te aaien, het bonzen te laten ophouden. Dit hielp totaal niet, het werd eerder nog erger. Het was een erg akelig gezicht, dat kleine tere hoofdje tegen die harde muur bonzend. Om te voorkomen dat hij zijn hoofdje zou beschadigen, legde ik een kussen of een matrasje tussen zijn hoofd en de muur. Ook dat hielp niet. Daniël zocht gewoon een ander plekje op zonder kussen. Meestal bonsde hij tien tot vijftien keer en hield dan op. Het gebeurde vrij regelmatig, een paar keer per week. Ik kreeg steeds meer de indruk dat hij zo deed om zijn boosheid te uiten. Daniël kon toen natuurlijk ook nog niet praten. Hoewel ik het naar vond om te zien en te horen, liet ik hem gewoon zijn gang gaan. Ik raakte er bovendien aan gewend. Alleen als er andere mensen bij waren, had ik er veel meer moeite mee. De meest hevige periode van het hoofdbonzen van Daniël was tussen de anderhalf en tweeënhalf jaar. Vooral als ik hem iets verbood of als hij me iets probeerde te vertellen wat ik niet goed begreep en als hij erg ongeduldig was. In het begin bonsde Daniël op handen en knieën; wat later ging hij er zelfs bij staan. Hoe beter hij leerde praten, hoe minder hij bonsde. Nu is hij vier en hij doet het gelukkig nooit meer!"

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 juli 1993

Terdege | 68 Pagina's

Hoofdbonzen, een onschuldige gewoonte die meestal overgaat

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 juli 1993

Terdege | 68 Pagina's