Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Oproep tot terugkeer naar Rome?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oproep tot terugkeer naar Rome?

Van de Beek geeft huiswerk voor gesprek tussen Rome en Reformatie

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als Luther in deze tijd had geleefd, zou hij zijn 95 stellingen niet geschreven hebben. Dat betoogt prof. dr. A. van de Beek in zijn boek Lichaam en Geest van Christus. Hij vindt dat de kerk van de Reformatie een eerste stap moet doen om de breuk met Rome te herstellen. De eenzijdigheid van formele eenheid van Rome laat zich makkelijker corrigeren dan die van de inhoudelijke nadruk van het protestantisme, die makkelijk tot steeds verdergaande versplintering leidt.

Dr. Van de Beek, emeritus-hoogleraar symboliek van de Vrije Universiteit van Amsterdam, staat altijd garant voor opmerkingen die de kerk en theologie van vandaag aan het denken zetten en prikkelen. Dat doet hij nu opnieuw met zijn voorstel om de breuk tussen Rome en Reformatie te herstellen.
Hij doet dat vanuit een hernieuwde terugkoppeling naar de kerkvaders. De laatste jaren is bij Van de Beek een duidelijke wending naar deze eerste theologen in de christelijke kerk.
Zij zijn immers degenen die dicht bij de eerste bronnen stonden, de apostelen als directe getuigen van Jezus Christus.
Omdat er geen kerkelijke theologie meer is, kan de remedie volgens de hoogleraar geen andere zijn dan die van de zestiende eeuw: terug naar de bronnen.
Dat doet sympathiek aan voor lezers van Protestants Nederland. Ook zijn pleidooi voor een “nieuwe reformatie”, nu niet tegen een onderdrukkend institutioneel systeem zoals in de zestiende eeuw, maar tegen de vrijblijvendheid van de menigte van opinies.
Opererend vanuit het oud-christelijke credo van één heilige, katholieke en apostolische kerk doet hij echter vergaande voorstellen om de breuk tussen Reformatie en Rome te herstellen.

Kerk
Voor Van de Beek is de kerk de gemeenschap van mensen die niet meer aan zichzelf toebehoren maar aan Christus. Door de doop zijn ze opgenomen in de nieuwe, eschatologische werkelijkheid van Christus. Deze nieuwe gemeenschap in Christus, bestaande uit Joden en heidenen beide, is het nieuwe heilige volk, dat zijn heiligheid viert in de heilige eucharistie, een cruciaal thema bij Van de Beek.
De eucharistie is nodig als bron van vergeving van zonden, om gevoed te worden en versterkt in de gemeenschap en de liefde.
“Daarom is het zo belangrijk de eucharistie frequent te vieren, bij voorkeur elke dag en minstens elke zondag, zoals Calvijn zegt in navolging van heel de vroege kerk.”
Van de Beek zet duidelijk in bij de kerk. De kerk is voor de kerkvaders de vanzelfsprekende plaats waar het geloof gestalte krijgt, en de gedachte dat er buiten de kerk geen heil is, is niet een privé-mening van kerkvader Cyprianus, maar algemeen geloofsgoed van de katholieke kerk.
Daarin is volgens Van de Beek tijdens de Reformatie niets veranderd. Voor Calvijn is de idee dat de kerk onze moeder is het meest uitgesproken beeld in zijn gedachten over de kerk in de Institutie.
Van de Beek vat de kerk sacramenteel op, namelijk als werkelijke tegenwoordigheid van Christus.
Maar nooit massief, want die tegenwoordigheid is door de Geest gewerkt en in stand gehouden.
Het doet sympathiek aan dat Van de Beek zijn kerkbegrip laat bepalen door de vier kenmerken van de kerk in de belijdenis van Nicea (in de versie van Constantinopel in 381), te weten: eenheid, heiligheid, katholiciteit en apostoliciteit. Deze zijn aspecten van één en dezelfde zaak: dat de kerk de kerk van Christus is.
Het is volgens Van de Beek net als met de drieslag sola fide, sola gratia, sola Scriptura. Die kan men ook niet los verkrijgen en ze zijn ook geen optelsom.
Ze zijn alle drie aspecten van het ene solo Christo.

Zichtbare uitdrukking
De doop is de zichtbare uitdrukking in de wereld van de eenheid van de drie-enige God in wiens Naam wordt gedoopt. Bij kerkvader Cyprianus verdraagt de kerk niet het meervoud, of het moeten de vele lokale kerken zijn die samen de ene kerk van Christus zijn.
Bij Augustinus wordt echter voor het eerst de geldigheid van de doop losgemaakt van degene die doop bedient. Volgens Van de Beek ligt in de positie van Augustinus de bron voor de schisma’s, groot en klein. “Zodra losse elementen uit het gehele corpus van het geloof kunnen worden gelicht, staat de deur open voor elk om een bepaald element als de essentie van de kerk te zien.
Handen, voeten, ogen, oren van het lichaam van Christus gaan een eigen leven leiden. Rome heeft de eenheid vooral willen bewaken door het formele ambt.
De reformatie ziet de eenheid in Woord en sacrament. Het piëtisme zweert bij een geestelijke eenheid. Evangelischen zoeken de eenheid vooral in het persoonlijk geloof. Zo wordt het elk wat wils.”
De vele denominaties zijn volgens Van de Beek niet alleen tegen wat de vroege kerk heeft geloofd en beleden, maar ook tegen de Reformatie, en niet het minst tegen het gedachtegoed van Calvijn. De kerk is de zichtbare gestalte van Gods wonen in de wereld en God is één. Scheuringen tasten het wezen van de kerk aan, dat wil zeggen de integriteit van het lichaam van Christus.
Van de Beek benadrukt daarom de katholiciteit van de kerk. Katholiciteit betekent: heelheid, volheid van het leven in Christus, ongeschonden eenheid van de kerk. Katholiek staat niet tegenover lokaal, maar tegenover schismatiek, groepen die hun eigen gang gaan en zich niets aantrekken van de universele kerk.
Terwijl luthersen en gereformeerden katholiciteit opvatten als de universaliteit van het belijden, is voor Van de Beek de eucharistie de basis van de katholiciteit van de kerk.
Daarom is de oecumene van het hart, het herkennen van elkaar in geloofsbeleving over de instituten heen, niet voldoende, als het niet gepaard gaat om samen aan de Tafel te zitten.

Gezag van Rome
Gedurende de Middeleeuwen heeft de westerse kerk in toenemende mate katholiciteit verbonden met het gezag van Rome. Zij heeft die ook steeds meer formeel geïnterpreteerd als de institutionele organisatie van de kerk, met haar ambten en gezagsstructuren, ook als deze uitblonken in uitbuiting en machtsmisbruik.
De Reformatie heeft deze koers radicaal willen verleggen, aldus Van de Beek. De Rooms-Katholieke Kerk is niet daar waar het formele machtsinstituut is, maar waar het Woord op de juiste wijze wordt verkondigd en de sacramenten op de rechte wijze worden bediend. Maar in beide gevallen ging het volgens Van de Beek om de verbondenheid met Christus: in de bediening van het Woord wordt Hij verkondigd en het sacrament wordt gevierd tot zijn gedachtenis.
Het gaat om Christus alleen.
Volgens Van de Beek kan de Reformatie zich daarom met evenveel recht op haar katholiciteit beroepen als de Rooms-Katholieke Kerk. In de visie van iemand als Ignatius gaat het bovenal om Christus en dat licht is door de Reformatie weer voluit op de kandelaar gezet.
Maar tegelijk is er een verschillende richting ingeslagen. Rome heeft benadrukt dat er zonder de bisschop geen katholieke kerk is. Rome richtte alle aandacht op de formele kant, de Reformatie op de inhoud.
Juist op dit punt is het schisma bepalend voor de toekomst geworden. De Reformatie had volgens Van de Beek volkomen gelijk met haar oproep tot herstel van de inhoud van het geloof: in de kerk gaat het om Christus alleen. “Toen zij echter overging tot een eigen kerkelijke organisatie, werd een drempel overgegaan die herstel van de katholieke eenheid vrijwel onmogelijk maakte.
Het protestantisme mist de formele eenheid met haar accent op de geloofsinhouden.
Rome heeft daarop in haar eigen reformatie niet gereageerd door het gelijk van de protestanten te erkennen en de volle katholiciteit te herstellen, maar heeft nog meer dan voorheen de nadruk gelegd op de formele institutionele kaders”, zo verwijst Van de Beek naar het Concilie van Trente.

Kansen
Op dit punt ziet Van de Beek kansen om de brug tussen Reformatie en Rome te slaan. Hij ziet aan beide zijden een eenzijdigheid en dus een nietkatholieke grondhouding, dat wil zeggen in het accent op geloofsinhoud en het formele institutionele kader.
Toch is de doorwerking van beide eenzijdigheden verschillend. Vandaar zijn al eerder geciteerde woorden: “De eenzijdigheid van formele eenheid van Rome laat zich makkelijker corrigeren dan die van de inhoudelijke nadruk van het protestantisme, die makkelijk tot steeds verder gaande versplintering leidt.”
Van de Beek wijst hier op iets dat mogelijk de impasse in de oecumene tussen Rome en Reformatie zou kunnen doorbreken. Hij redeneert dat het geen zin heeft om vanuit de grote verscheidenheid van het protestantisme de brug naar Rome te slaan. Het is er immers te versplinterd voor.
Hij zoekt daarom de eenheid in het instituut van Rome, dat immers formeel de lijn van apostoliciteit heeft bewaard. Maar zijn met deze formele lijn de inhoudelijke bezwaren tegen Rome op te lossen?
De emeritus-hoogleraar is te optimistisch als hij zegt dat Luther zijn 95 stellingen niet zou hebben geschreven als hij leefde in de tijd van de huidige paus.
Met alle waardering voor de christologische studies van Ratzinger over Jezus, de theologie van de huidige paus is nog steeds ingebed in een sterk hiërarchisch- juridisch geordend kerkbegrip onder het onfeilbare primaat van Rome.
Daarover zou mijns inziens meer de discussie moeten gaan, in combinatie met de mariologie en eucharistie. Opvallend dat Van de Beek hier vanuit zijn hoog-ambtelijke opvatting erg positief over spreekt, al doet hij dat nergens specifiek- rooms maar vanuit de brede, katholieke kerk.

Schisma
Van de Beek heeft wel een punt in zijn stelling dat het schisma erger is dan ketterij. Hoe erg hij ketterij ook vindt, met name in zijn eigen kerk die naar zijn mening “vergeven” is van de ketterijen, schisma wil zeggen dat er een breuk in het lichaam van Christus is en men elkáár uitsluit.
Hij wijst erop dat de Reformatie naast de vier kenmerken van Nicea er twee anderen naast heeft gezet: de verkondiging van het Woord en de bediening van de sacramenten.
Ze zijn volgens Van de Beek bedoeld als inhoudelijke weergave daarvan in plaats van vervanging.
Terwijl de vier kenmerken van Nicea het wezen van de kerk uitdrukken, zijn de twee van de Reformatie bedoeld als criterium om te toetsen of de gemeenschap zich terecht siert met de naam kerk, dat wil zeggen ware kerk is.
Vervolgens werden echter al gauw een paar woorden toegevoegd: de zuivere verkondiging van het Woord en de rechte bediening van de sacramenten.
Daarmee was het hek van de dam, aldus Van de Beek.
Want wie wat bepaalt wat een zuivere prediking is? Ieder ging zijn eigen oordeel vormen over de ware kerk. De nadruk op de inhoud van het geloof maakte dat protestanten moeilijk terugkeerden naar de eenheid van de kerk.
De weg terug naar katholiciteit in de volle betekenis van het woord was voor protestanten veel moeilijker te vinden dan voor rooms-katholieken.
Van de Beek geeft huiswerk op voor het gesprek tussen Rome en Reformatie. Zoals gezegd, is hij te optimistisch wanneer hij denkt dat een terugkeer naar het formele instituut van Rome de inhoudelijke tegenstelling met Rome kan opheffen.
Zelfs de vernieuwende teksten van Vaticanum II hebben de kern van de kloof tussen Rome en Reformatie niet kunnen wegnemen, integendeel, soms nog steviger geformuleerd (zoals het primaat van de Rome).

Niet uithollen
Maar Van de Beek houdt de kerken van de Reformatie wel de boodschap voor dat zij de katholiciteit van het christelijk geloof, zoals dat vanaf het Apostolicum is geformuleerd, niet mogen uithollen door een steeds ‘zuiverder’ formulering van de waarheid van het christelijk geloof, waarbij niet de inhoud van de Schrift maar de ijkpunten van een gegroeide traditie bepalend worden.
Dan heerst de traditie over de Schrift en is de kerk feitelijk rooms geworden. Moge de kerk van Rome én Reformatie weer waarlijk katholiek worden, eventueel met drie patriarchaten in Rome, Genève en Wittenberg…

Mede n.a.v.: Lichaam en Geest van Christus. De theologie van de kerk en de Heilige Geest; door prof. dr. A. van de Beek. Uitgave van Uitgeverij Meinema, Zoetermeer, 2012. ISBN 978 90 2114 310 1. 560 Blz.; prijs € 34,50.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 mei 2012

Protestants Nederland | 32 Pagina's

Oproep tot terugkeer naar Rome?

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 mei 2012

Protestants Nederland | 32 Pagina's