GEDENKT AAN DE VROUW VAN LOT

“Gedenkt aan de vrouw van Lot.” — Lucas 17:32.

DE vrouw van Lot was eens een zeer bevoorrechte vrouw. Vele waren de voorrechten aan haar verleend. Laten wij eens enige daarvan opmerken en overwegen.

a. Zij was in de weg der Voorzienigheid gehuwd met een waarlijk godvrezende man. Neen, Lot was niet volmaakt. Daar laat de Schrift ons niet over in het ongewisse, maar Lot was toch een rechtvaardige en de vreze des Heeren was zijn deel in het leven. Ongetwijfeld is zij getuige geweest van zijn gesprekken met Abraham, die de vriend Gods genaamd is. Zij zal begrepen zijn geweest in de gebeden, die door deze rechtvaardige tot de troon der genade zijn opgezonden. Lot zal haar hebben gesproken van het werk des Heeren in zijn betekenis en vrucht; in zijn aard en doel. Lots vrouw had daardoor een zeer duidelijke en rijke begiftiging met de middelen der genade. Wanneer wij toch met Gods kinderen mogen omgaan en hen horen spreken over de werken des Heeren, wat een voorrecht is dan ons ten deel gevallen. Zovelen missen dit in onze tijd. Hoe schaars is het werk Gods in de waarachtige bekering geworden. Wat gaat er ook, voorzover wij nog met hen leven mogen, weinig van uit. Wat is het goede en fijne goud verdonkerd geworden. Maar als wij het genoemde voorrecht bezitten mogen, wat een verantwoordelijkheid wordt daardoor ook op ons gelegd. Hoe duidelijker toch wij met de inzettingen des Heeren bekend geworden zijn, hoe groter onze verantwoordelijkheid wordt.

b. Zij, de vrouw van Lot, was begunstigd met het gezelschap en de omgang van hemelse bezoekers. Waren niet twee engelen Gods tot haar gekomen. Twee mannen door de hemel gezonden als boodschappers van gerechtigheid en barmhartigheid? Kon een meer rechtstreekse verkondiging van recht en genade plaats vinden? Ziet, lezer, ook zulke voorrechten geeft de Heere U. Want waar gij onder de verkondiging van het Woord des Heeren leeft, moogt ge weten, dat dat Woord U gezonden is door de Man Gods, Die uit de hemel is ter neder gedaald en zelf ook Waarachtige God was. Hij bracht ons de ontsluiering van de Raad van Zijn Vader en verkondigde ons de wet en het Evangelie. Neen, Lots vrouw, hoe ook bevoorrecht, had geen voorrechten, die de hoorder van het Woord Gods onder de prediking van de Boodschap der genade niet ontvangen heeft. Zij was, zoals wij, dienaangaande ook onverontschuldig voor de Heere. Zij heeft een duidelijke mededeling van Gods wil ontvangen en zou zich voor de Heere niet kunnen verontschuldigen.

c. Zij was zeer duidelijk gewaarschuwd over het naderende gevaar en het komende oordeel. De mannen Gods hebben het gezegd: De stad zal door hemels vuur ondergaan, want de Heere zal de zonden van de inwoners van deze stad gaan bezoeken. O, lezer, hebt gij deze duidelijke waarschuwing niet ontvangen? Hebben Gods knechten U niet het wel en het wee verkondigd en hebben zij zich niet van U vrijgemaakt? Zijn zij niet als de gezanten van Gods wege tot U gekomen om U te betuigen, dat de stad der wereld zal ondergaan en al hetgeen in dezelfde gevonden wordt? Meent gij, dat gij ook vrij zoudt kunnen zijn, als aanstonds de Heere de lang bedreigde oordelen gaat vervullen?

d. De vrouw van Lot heeft het begin van de uitvoering van de oordelen des Heeren aanschouwd. Zij is er een ooggetuige van geweest. Zijt gij het niet? Heeft niet de Heere reeds vele bijken van Zijn goddelijk ongenoegen gegeven? Heeft de Heere niet door velerlei blijken van Zijn macht getuigenis afgelegd van Zijn rechtvaardige wraak over degenen, die van Zijn wegen afwijken? O, dwaalt niet, God laat Zich niet bespotten! Hebt gij niet gezien met Uw ogen hoe de Heere vergelding doet over volken en mensen, die Zijn gebod licht achten? Wilt gij, alvorens U van Uw boze wegen te bekeren, nog krachtiger blijken var. Zijn rechtvaardig richten?

En ondanks deze vele voorrechten ook aan deze vrouw gegeven staat zij in de Schrift ons aangetekend als een ongehoorzame en wordt zij als een waarschuwend voorbeeld door de Heere Jezus ons voorgesteld, opdat ook wij nog in tijds Hem mogen zoeken en aanstonds niet als deze vrouw ondergaan.

Wat is dan wel haar zonde geweest?

a. Een onbetamelijke verbondenheid aan de wereld en aan de wereldse genoegens. De vrouw van Lot heeft zich nooit in Sodom gekweld toen zij de ongerechtigheden van de inwoners van die stad moest zien. Haar hart was er aan verbonden. Zelfs toen zij de goddelijke oordelen over de stad zag komen en de voltrekking’ van de woorden van de goddelijke gezanten trok haar hart naar de zonden van Sodom en het leven, dat zij aldaar geleid heeft. O, lezer, zelfs de oordelen Gods, al kunnen zij een mens voor een ogenblik doen beven doen de mens van de zonde niet ophouden. In de hel zal men eeuwig tegen God zondigen. De vrouw van Lot is er een bewijs van. Haar hart haakte naar de zonde, al waren haar voeten op de weg naar Zoar. In de waarachtige bekering leert men de zonden met het hart haten en dat is nodig voor een ieder van ons. O, er kunnen onder de indruk van gewichtige en aangrijpende gebeurtenissen wel enige veranderingen in ons leven plaats grijpen, waardoor wij ons afkeren van onze zondige weg, maar waardoor wij niet van de zonde afstand doen. In de bekering, die naar het Woord is, leert de begenadigde in het stuk der afsterving van de oude mens, de zonde bewenen en dezelve ook haten. Ziet, hier is een voorbeeld van een vrouw, die bijzondere dingen ondervond. Voor een tijd is zij op de goede weg. Aan de hand van de Engel is zij uit Sodom geleid, maar toch kwam zij om. Ge moogt wel bedenken, lezer, dat mensen, die verandering ondergaan hebben niet allen in het Zoar der behoudenis aankomen. Er komen er om op de weg. En hoe velen worden door die grote macht, die over ons heerst gedrongen om te zien als Lots vrouw deed, want wij zien in haar:

b. De krachtige invloed van het ongeloof. Zij, ondanks alle overtuigende invloeden uitgegaan van de woorden der mannen Gods, de gebeurtenissen, die een aanvankelijke vervulling van deze woorden bevatten, twijfelt aan de waarheid van de gesproken woorden. Zij ziet om tegen het nadrukkelijke bevel des Heeren. Waarom: Om te zien of het waar was, wat gesproken was, want het zou haar leed doen, zo het waar was. De rech-vaardigheid Gods in het oordeel heeft zij niet omhelsd; de waarachtigheid van de woorden der bedreiging heeft zij niet geloofd. O, dat ongeloof dat ons immer én het woord van Gods bedreiging én het woord zijner genade doet betwijfelen. Israël kwam in de woestijn om dooi het ongeloof. Door dit ongeloof sluiten wij onze harten toe voor de woorden des Heeren. Het zal aanstonds openbaar worden, lezer, hoe dit ongeloof ook zijn tienduizenden verslagen heeft. Vraag toch gedenkende aan de vrouw van Lot, om van het ongeloof te worden verlost, opdat gij aanstonds niet voor eeuwig bedrogen uitkomt.

God heeft deze vrouw bezocht.

a. Plotseling. Onverwacht heeft haar het oordeel getroffen. Zij was er niet op bedacht. Zij heeft gemeend alreeds veilig te zijn, maar het gevoel van veiligheid heeft haar bedrogen. Hoevelen menen reeds veilig te zijn, wanneer zij een weinig zich hebben afgescheiden van wereldlijk bedrijf en hoe zullen zij aanstonds teleurgesteld uitkomen.

b. Rechtvaardig. Zij had de heilige geboden des Heeren geschonden en heeft Zijn woord veracht. Neen God zal geen mens onrechtvaardig straffen. Ook de straf aan de vrouw van Lot aangedaan is in overeenstemming met de regelen, die de Heere voor zijn goddelijke gerechtigheid gesteld heeft. God laat zich niet bespotten.

c. Waarschuwend. Het staat er met vlammende letters: Gedenkt aan de vrouw van Lot. Ge zult in Zoar Uw behoudenis moeten vinden. Lere U de Heere daar Uw ontkoming vinden en make Hij ons waarachtig bekommerd om ons met geen schijn te bedriegen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen