Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een dief in de nacht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een dief in de nacht

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nederland

Ja, ik hoor echt wai, het is geen droom. Het is bijna twee uur in de nacht. De telefoon rinkelt. In grote haast vlieg ik de trap af, hier en daar een lichtknopje indrukkend. Het scherpe licht doet pijn aan mijn ogen. Het rinkelen van de telefoon houdt aan. „Zou er iets zijn met een van onze ouders? Ze zijn al oud". Ik grijp de hoorn en maak me bekend. Een stem aan de andere kant meldt zich: „Met het electronisch beveiligingsbedrijf". Ik krijg de boodschap door. Er is ingebroken in het nieuwe GZB-kantoor in Driebergen. De politie is al aanwezig en of ik maar zo gauw mogelijk wil komen. Ik beloof er binnen een half uur te zijn. Snel even aankleden. Met een baard behoefje je niet te scheren, dus binnen enkele minuten zit ik in de auto. Nadat ik wat wakker ben geworden, probeer ik de radio. „Radionieuwsdienst verzorgd door het ANP. De Sovjet-Unie hervat de ondergrondse kernproeven". Uit dat ding! Mijn hoofd staat er nu niet naar. Het is misschien best belangrijk nieuws, maar Washington moet maar reageren op die nucleaire strategieën. Ik heb al moeite genoeg met de electronische wereld. De stoplichten langs de weg worden voor mij electronisch op groen gezet. Overdag merkje niet, dat die draadjes in de weg het verkeer regelen. Dan is alles vol met auto's en bepaalt de auto voor je of je moet stoppen of door kunt rijden. Electronisch begeleid bereik ik veilig het gebouw van de GZB. Met een sleutel schakel ik eerst het stuk

Kenia

Ja, ik hoor echt wat, het is geen droom. Het is bijna twee uur in de nacht. Er wordt op het raam geklopt van onze slaapkamer., , Zou er weer iemand ziek zijn in de buurt, die naar het ziekenhuis gebracht moet worden? " Ik loop naar het raam en schuif het gordijn weg. Ik kijk in een flauw brandende zaklamp. De batterijen zijn zeker leeg. Ik hoor een stem en herken de nachtwaker. Hij staat daar in een oude groene legerjas. Oude hoed tot zijn ogen over het hoofd. In de ene hand een zaklamp, in de andere hand een knuppel. Onder zijn jas zit een groot mes, wat je niet kunt zien maar ik weet dat het er zit. Enigszins opgewonden vertelt hij dat ze hebben ingebroken in het kantoor van de kerk en of ik maar even mee wil om te kijken. Ik beloof te komen. Een broek en een trui over mijn pyama is voldoende en ik sta zo binnen enkele minuten buiten. Op ongeveer 300 meter afstand staat het kantoor, op hetzelfde terrein. De nacht is koud. Er is geen bewolking. Ontelbaar veel sterren zijn getuige van deze onvenwachte nachtwandeling. De nachtwaker staat al naast me. Bij zijn ronde over het terrein had hij het onraad ontdekt. Toen hij om het kantoor heenliep zag hij een raam openstaan. Een stuk gordijnrail hing naar beneden, maar verder had hij niets kunnen ontdekken bij het schaarse licht van zijn zaklamp. Ik krijg hele verhalen in het Swahili-dialect te horen waar er de laatste tijd nog meer is ingebroken. De mensen worden steeds slechter. Ik denk aan de zondvloed en Sodom, maar hoe zeg je dat in het Swahili? Daarom laat ik het dan ook maar zo. We zijn bij het kantoor. Met twee sleutels draai ik de deur open en doe het licht aan. De klok hangt nog in de hal. Even over twee. „Goed onthouden", denk ik, want als er een procesverbaal opgemaakt moet worden zijn deze dingen belangrijk. We gaan eerst naar de kamer waar het raam openstaat. De deur zit nog op slot, een goed teken. De inbraak is maar tot één kamer beperkt. Even zoeken, het is sleutel nummer 24. Als we binnenkomen, zien we dat de gordijnen er afgerukt zijn. Verschillende rollers liggen op de grond en de rail is helemaal verbogen. Ook is de telmachine van het bureau verdwenen. Die had ik tijdens ons laatste verlof uit Nederland meegenomen. Daar waren ze goedkoper. Dus eigenlijk , .gesmokkeld". Daar rust kennelijk geen zegen op. We zullen dan nu maar een nieuwe hier in Kenia kopen. Het raam is ontzet. De aan de binnenzijde opgelaste strippen zijn verbogen om binnen te komen. Die hadden de inbrekers tegen moeten houden, maar blijken te zwak te zijn. Verder kunnen we niets ontdekken. Ze hebben ook niet veel tijd gehad, want ieder uur komt de nachtwaker langs. We doen het raam dicht, de lichten uit en de deuren weer op slot. Ze zijn gelukkig niet bij de kluis geweest, waar nogal wat salarissen inzaten. Het is meegevallen. Buiten gekomen hoor ik een hond blaffen in de stille nacht. Die moet de eigendommen van de buren, 300 meter verderop, bewaken. We lopen naar de buitenkant van het raam. De nachtwaker is ook opgelucht dat de schade meevalt, vooral als hij ziet dat het gaas van het hek om het terrein over een meter is doorgeknipt en weggetrapt. Tegen zulk bruut geweld is hij niet opgewassen als hij alleen een terrein van ongeveer 4 hectare moet bewaken. We besluiten de nieuwe dag maar af te wachten en wandelen weer terug naar ons huis. Ik bedank hem voor zijn goede zorgen voor de eigendommen van de kerk en zoek mijn bed weer op. Hij moet nog een paar uur door voordat hij naar bed kan. Thuisgekomen draai ik eerst de deuren goed op slot. Je kunt nooit

Nederland

electronische techniek uit dat mijn nachtrust verstoorde. Ik ben nog maar net binnen, als de politie er aankomt. Ze vertellen hun ervaringen.

Op hun nachtelijke route zagen ze in het gebouw een lamp branden. Dat trok hun aandacht. Een nader onderzoek leverde een open raam op, boven bij de brandtrap. De branddeur was nog dicht en de conclusie was dan ook eenvoudig. , , Ze zijn nog maar net binnen!" Er werd versterking opgeroepen per radio. Met 4 man werd de aanval op het gekraakte pand gewaagd. Een agent door het raam. De nooddeur open en berekend op alles, werd de ene kamer na de andere onderzocht. Het leverde niets op, alleen het electronische oog had hen gesignaleerd en niet wetend van vriend of vijand, werd het inbraaksignaal doorgegeven. Dat zette ook mijn telefoon in werking, waar dit verhaal een gevolg van is.

Ja, die lamp. Een bureaulamp. Toen we om vijf uur weggingen de vorige dag, stond de zon al laag en scheen in die kamer op het westen. De lamp brandde nog, maar in een groot licht valt een klein licht niet op. En dat raam, ja, er was een vergadering geweest en daar was nogal gerookt. Even het raam open, en... vergeten. Met zulke „kleine" menselijke nalatigheden houdt de electronica geen rekening. De politie nam het zekere voor het onzekere. Ik denk terug aan de vele inbraken in Kenia. Daar had men vaak een hond die vriend van vijand kon onderscheiden. Zo ver is de electronica nog niet. De politie-agenten vertrekken, bieden nog even hun verontschuldigingen aan voor het verstoren van mijn nachtrust, maar dat konden zij ook niet helpen.

Ik bel nog even naar het beveiligingsbedrijf dat alles in orde is, het gebouw op slot gaat en de beveiligingsinstallatie weer wordt ingeschakeld. De GZB-eigendommen worden weer toevertrouwd aan de techniek en ik probeer in de electronisch beveiligde wereld mijn bed terug te vinden. Bij de spoonwegovergang kom ik weer een stuk electronica tegen, dat de ovenweg afsluit met lichten en bellen als er een trein aankomt. Dat had je in Kenia „nog" niet, daar passeert de trein luid toeterend de ovenweg. Al denkende en nog meer vergelijkingen makende kwam ik weer thuis. Ik was lekker warm geworden in de auto, dus liet de slaap niet lang op zich wachten.

Kenia

weten of ze nog terugkomen. Het slapen wil niet gauw lukken. De nacht is toch wel koud. Ik denk aan de inbrekers. Wat hebben die nu aan een paar stukjes gordijn? Die telmachine kunnen ze gemakkelijk verkopen, maar die gordijnen? Misschien slapen er wel een paar kinderen onder, die het ook koud hadden, net als ik nu. Dan worden ze nu eigenlijk nog beter gebruikt dan voor een raam in een donker kantoor. En zo komt de slaap, die mijn gedachten weer stil zet.

Dit artikel werd u aangeboden door: Gereformeerde Zendingsbond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1987

Alle Volken | 31 Pagina's

Een dief in de nacht

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1987

Alle Volken | 31 Pagina's