Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BEANTWOORDING DOOR DE BEWINDSLIEDEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BEANTWOORDING DOOR DE BEWINDSLIEDEN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geen normen en waarden opdringen

Het is door een van de leden van de Kamer al opgemerkt: Ik heb verlangd naar deze dag, de dag waarop de nota bejaardenbeleid zou worden behandeld, niet omdat ik dan een soort van nieuwe nota in mijn antwoord zou kunnen presenteren, maar wel omdat ik het hoogst noodzakelijk vond, dat wij weten en dat de bejaarden weten, hoe het bejaardenbeleid in onderling overleg tussen regering en Kamer zal moeten worden.

De geachte afgevaardigde de heer Abma wijst erop, dat men geen normen en waarden aan bejaarden mag opdringen. Mentale voorbereiding op de ouderdom mag zeker geen eenrichtingsverkeer zijn. Juist in wat de bejaarden zelf vanuit hun levenswaarden naar voren brengen kan grote betekenis zijn gelegen. Deze woorden wil ik graag voorhouden aan de geachte afgevaardigde de heer Imkamp.

Het particulier initiatief

De geachte afgevaardigde de heer Abma zal met betrekking tot het specialisme geriatrie antwoord ontvangen van collega Stuyt. Hij heeft voorts een aantal opmerkingen gemaakt en enkele vragen gesteld en daarbij ook enigszins het wetsontwerp tot wijziging van de wet op de bejaardenoorden aangesneden, welk wetsontwerp pas later aan de orde zal komen. Ik kan de heer Abma verzekeren dat juist in het bejaardenbeleid, of het nu specifieke bejaardenvoorzieningen betreft dan wel algemene diensten die ook op bejaarden zijn afgestemd, het particulier initiatief in al zijn verscheidenheid vooraan staat. Er zijn echter ook vele overheidsinitiatieven, zoals voor bejaardentehuizen. Ik constateer hier een natuurlijk evenwicht, zonder dat men duidelijk het primaat van de één ter discussie stelt.

Matigingsbeleid ten aanzien van de bouw van verzorgingstehuizen

De geachte afgevaardigden mejuffrouw Van Leeuwen, mejuffrouw Kappeyne van de Coppello en de heren Te Pas, Van der Spek, Van het Schip en Egas hebben het matigingsbeleid ten aanzien van de bouw van verzorgingstehuizen ter sprake gebracht. Zij hebben een nadere mondelinge uiteenzetting ter zake gevraagd. De geachte afgevaardigden mejuffrouw Van Leeuwen en de heer Van het Schip hebben gevraagd naar het antwoord op de door hen gestelde vragen over de brief van 25 januari jl. aan de provinciale besturen. De desbetreffende antwoorden zijn per 11 april aan deze Kamer toegezonden.

Ik wil nu echter op het onderwerp zelf ingaan, waarover ook de geachte afgevaardigde de heer Abma heeft gesproken. Deze brief van 25 januari jl. aan de colleges van gedeputeerde staten van de provincies is als gevolg van een communiqué van de Stichting Landelijke Samenwerking en Bejaardentehuisorganisaties naar mijn oordeel in de pers in een wat verkeerd daglicht terechtgekomen. Men heeft gesproken van een stopzetting van de bouw van nieuwe bejaardentehuizen en van een minister, dïe zijn toezeggingen ter zake niet waar kon of wilde maken. De geachte afgevaardigden de heren Egas en Van het Schip hebben hier ook gesproken over beperking van de bouw van bejaardentehuizen.

Ik moet verklaren, dat er geen sprake is van een opschorting of een beperking van de bouw van nieuwe bejaardentehuizen. Ten laste van het jaar 1972 zal evenveel beddencapaciteit door subsidietoezeggingen in aanbouw kunnen worden genomen als in 1971, dus 5000 bedden, niet meer, niet minder. Wat aan de orde is in de brief van 25 januari jl. is een verfijning van de verdeling van dit landelijke subsidietotaal aan 5000 bedden per jaar over de provincies.

De geachte afgevaardigde de heer Te Pas heeft gezegd, dat hij het fijne van die verfijning nou wel eens zou willen weten, een verfijning niet door vaststelling van een andere dan de in 1971 gekozen verdeling, maar door geleidelijk en marginaal inbouwen van een flexibiliteit in die verdeling. In bepaalde provincies zouden meer plannen voor tehuizenbouw van de hoogste urgentie bestaan dan in andere, zo werd mij door provinciale besturen verzekerd.

De geachte afgevaardigden de heren Egas en Abma hebben dat overigens ook reeds aangegeven.

Plaatselijke behoefte voor levensbeschouwelijke groepen

De geachte afgevaardigde de heer Abma heeft opgemerkt dat de rijksoverheid attent moet blijven op de plaatselijke behoeften aan verzorgingstehuizen voor bejaarden en met name voor levensbeschouwelijke groepen. Bij voorkeur wil hij niet al te grote huizen gebouwd zien om de huiselijkheid voor de bejaarden te handhaven en oin massaliteit te voorkomen. De aandacht voor en het schatten van plaatselijke en levensbeschouwelijke behoeften is niet zo zeer een taak voor de rijksoverheid, maar, opnieuw, voor de plaatselijke autoriteiten. Gelukkig is het ook mogelijk gebleken grote en zeer grote tehuizen voor bejaarden te bouwen zonder ongezelligheid en massaliteit.

Het specialisme geriatrie

Vele leden, onder wie de heren Tilanus, Egas, Baruch en Abma, hebben gepleit voor de invoering van het specialisme geriatrie. Met name de geachte afgevaardigde de heer Tilanus meent hier een ontwikkeling te onderkennen die al te lang is uitgebleven. Ik moet tot mijn spijt mededelen dat ik het niet geheel eens ben met de geachte afgevaardigden op dit punt. De praktijk laat zien dat voor vele internisten — ik abstraheer mij nu van mijn vorige carrière — een groot deel, soms meer dan de helft, van hun activiteiten bestaat uit het behandelen van bejaarden. Men zou kunnen stellen dat een doorsnee internist, tevens geriater is. Het isoleren van artsen als geriatrische specialisten in bijvoorbeeld verpleegtehuizen is naar mijn mening geen goede ontwikkeling. De ervaring in een aantal instituten bevestigt dit ook. Met name zou er te weinig inbreng vanuit de algemene geneeskunde beschikbaar komen voor bejaarden. Daarnaast zijn natuurlijk ook meerdere andere specialisten dagelijks actief bij de geneeskundige behandeling van de bejaarden betrokken. Men kan daarbij denken aan cardiologen, longartsen, rheumatologen en revalidatie-artsen. Ik meen dan ook veel meer, dat een groep van artsen in dergelijke instellingen moet werken en dat het specialisme geriatrie op dit ogenblik zeker nog niet rijp is om als onafhankelijk specialisme te worden erkend, afgezien nog van het feit, dat de eisen voor de opleiding tot een dergelijk specialisme nog niet goed geformuleerd zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 september 1972

De Banier | 8 Pagina's

BEANTWOORDING DOOR DE BEWINDSLIEDEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 september 1972

De Banier | 8 Pagina's