Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het achtste gebod (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het achtste gebod (2)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

door M. Goudriaan, Lunteren

Wat gebiedt God?

Naast de vraag hoe we ons geld en onze bezittingen verkrijgen, is er ook de vraag wat we ermee doen. De Catechismus leert ons dat we het nut van onze naaste, waar we kunnen en mogen, hebben te bevorderen. Dat we met hem of haar hebben te handelen zoals wij willen dat anderen met ons handelen. Wat zijn we juist op het terrein van het achtste gebod geneigd om alleen met onze eigen wil te rekenen. God vraagt het echter totaal anders van me. Wat klaagt dit gebod me dan aan! (Ik had nog wel gedacht dat ik als een eerlijk mens door het Woord gerust gesteld zou worden). God vraagt van me dat ik mijn naaste zal dienen met mijn goed. Dat ik, waar het maar enigszins mogelijk is, zijn welzijn en voordeel zal zoeken. Dat ik me zal verblijden als het hem goed gaat. Dit kan ik alleen leren van Hem Die Zichzelf overgaf tot in de dood.

Zo spreekt de Catechismus bij de uitleg van dit gebod over getrouw arbeiden, opdat we de nooddruftige (hulpbehoevende) mogen helpen Al mijn liefdeloosheid wordt hier onder het oordeel van Gods Wet gelegd. Geen enkele ontsnappingsweg wordt me overgelaten, geen mogelijkheid om mezelf op de been te houden.

Intussen hebben we ook bij Zondag 42 te bedenken dat we in het stuk van de dankbaarheid zijn. Christus leert de Zijnen om dit gebod lief te hebben. Nee, niet datje dan in eigen oog zo'n voorbeeldig eerlijk mens bent. Bepaald niet! Christus leert de Zijnen juist nooit om zichzelf te verheffen. Maar Hij geeft bij hen wel iets van het verlangen om God te dienen, ook met hun bezittingen. Hij leert oog te hebben voor wat Zijn recht. Zijn wil is en, in samenhang daarmee, wat tot welzijn van de naaste is.

Gierigheid en verkwisting

Gierigheid en verkwisting van gaven worden beide genoemd als door Gods Wet verboden. Het zijn tegenovergestelde zaken, maar toch hebben ze uiteindelijk dezelfde wortel: ze komen beide voort uit de heerschappij van ons Ik. Zowel bij het één als bij het ander is er sprake van de heerschappij van onze eigen (verkeerde) wil. Bij gierigheid veracht ik evenzeer de goede wil van God als bij verkwisting.

Gierigheid. De Bijbel heeft er nogal wat over te zeggen. Indringend en klemmend zijn de waarschuwingen tegen gierigheid. Ze . wordt de strik van de duivel genoemd, een (niet: dé) wortel van alle kwaad. Er komt wat uit voort aan vuil en ellende. De bijbelse en hedendaagse voorbeelden liggen voor het oprapen. Ze is in Gods oog niet anders dan diefstal.Waarom? Wel, bij gierigheid onthoud ik het één en ander aan mijn naaste. Ik word beheerst door zucht naar geld en bezittingen. Geld en goed worden vastgehouden op de verkeerde plaats. In de jonge christengemeente bleek de doorwerking van de Geest onder andere daarin, dat men zoveel overhad voor de ander en God onvoorwaardelijk wilde dienen. De vraag: wat wilt U, Heere? , werd in alle oprechtheid gesteld.

Verkwisting wordt evenzeer verboden. Hierbij worden gaven besteed aan verkeerde of volstrekt overbodige dingen. Gebruiksvoorwerpen moeten zonder noodzaak en zeer snel worden vernieuwd omdat ze niet helemaal meer bij de tijd zijn. Er komt een computer op de markt die weer net iets sneller is. De keuken van onze schoonzus is weer net iets fraaier dan die wij hebben, dus... De gaven, die van God zijn en in zekere zin van Hem blijven!, worden vermorst en verkwist. Zeker, we mogen een gepast gebruik maken van wat God ons geeft.Toch geeft het te denken als christenen uit andere werelddelen zich verbaasd afvragen hoe wij hier in onze welvaart kunnen leven zoals we doen, zo materialistisch en zo verkwistend in veel opzichten. Meer met de Heere en Zijn Woord te rade gaan zou wel eens een hele verandering in ons leefpatroon teweeg kunnen brengen.

Tenslotte

Ik kom nog even terug op het begin van het eerste artikel over dit gebod. Waarom noemt de Heere Jezus de man met die geweldige oogst nu een dwaas? Ik heb de indruk dat die man een heel verstandige zakenman was. Jezus noemt hem dwaas omdat hij het alleen maar over "ik" en "mijn" heeft. Maar dan komt het wel heel dichtbij. Kan ik nu voor Gods aangezicht nog vasthouden aan mijn eerlijkheid? Als ik er dan ook nog eens bijtel mijn stelen van God, van Zijn eer en van de tijd die Hem toekomt... Wat blijft me dan over als er niet Eén met Zijn offer voor mij tussentreedt?

Wat een zegen trouwens als Hij met Zijn genade heerschappij gaat voeren in mijn leven, zodat ik leer vragen naar het recht en naar de wil van God. Dat ik liever op de weg van de Heere wacht op wat Hij doet, dan mezelf te verrijken op een manier die voor Hem niet kan bestaan. Gestolen goed gedijt niet, zo hoorden we al vaak zeggen. Dat lijkt intussen nogal mee te vallen, toch? Of is het toch waar wat Augustinus zegt, dat we ergens materieel mee kunnen winnen waar we geestelijk mee verliezen? Wat baat me goed dat ik betalen moet met schade aan mijn ziel? Dat ik met naasten omga zoals ik wil dat anderen met mij omgaan. Zo zou het moeten zijn, mompelen we dan. Nee, zo eist God het! Wat een zegen om met deze eis neergeworpen te worden aan de voeten van Hem Die ook dit gebod vervulde, Christus. Als dat waar is, gaat het mijn omgang met geld en goed stempelen. Heere, waar hebt U recht op? Wat is Uw wil? De Geest leert rekenen met Zijn rechten.

Een lezer van dit stukje kan zich al lezend in het nauw gedreven zien. O God, ik ben een slaaf in de macht van Mammon! Als dat uw nood is waaruit u uzelf niet redt, weet ik raad: er is uitkomst in de machtige handen van de Heere Jezus Christus. Ook is het waar dat de Heere soms de Zijnen een geduchte tik moet geven om ze weer wat los te trekken van het zichtbare en te laten zingen: Heere, wie heb ik nevens U omhoog...? In ieder geval kan het ieder van ons duidelijk zijn, dat we leven in een maatschappij waarin het zichtbare een steeds grotere plaats inneemt. Een maatschappij ook die corrupter is dan wij altijd gedacht hadden. Waar moet het ons om te doen zijn? In zo'n maatschappij te wandelen in liefde tot het achtste gebod. Hoe dat kan? Door en vanuit Hem Die beschuldigd werd van diefstal - Hij heeft Zichzelf Gods Zoon gemaakt en zo van God eer geroofd, zo werd geschreeuwd - en Die zo naar het kruis ging. Wat een verlossende kracht is er in Hem. In Hem is trouwens ook de belofte van het tegenwoordige en het toekomende leven. Ook in mijn omgang met geld en goed heb ik te rekenen met Zijn Woord: Ziet, Ik kom haastig! Als we dat echt geloven, heeft het gevolgen voor ons leven. In Zijn Woord zegt Hij: wees vergenoegd met het tegenwoordige, want Ik heb gezegd: Ik zal u niet begeven en niet verlaten. En degenen die Hem toegebracht worden, beërven de hemel en de aarde. Wie niet meer heeft dan het aardse, verliest eenmaal alles. En wie buiten Christus geen rust meer kan vinden, al krijgt hij de halve wereld, die heeft eenmaal alles. Wat denkt u,jij daarvan? Als de God van hemel en aarde Christus geschonken heeft, zal Hij dan, mét Hem, niet alles schenken?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 2004

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Het achtste gebod (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 2004

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's