Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het betere Verbond I

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het betere Verbond I

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En nu heeft Hij zo veel uitnemender bediening gekregen, als Hij ook eens beteren verbonds Middelaar is, hetwelk in betere beloftenissen bevestigd is. Hebreen 8 : 6

De Hebreen noemden een verbond met het woord berith, afgeleid van barah, dat iets snijden betekent of slachten, doch ook hield het in verkiezen. In het Grieks was verbond diathèkè, met betekenis van testament en ook wel van verordineren. Uit dat alles blijkt dus, dat met het woord verbond te denken is aan een souvereinè beschikking Gods, en dat geldt niet alleen van het genadeverbond, zelfs ook van het werkverbond. Het werkverbond door Adams val verbroken zijnde en daardoor niemand immermeer tot God kunnende opklimmen, heeft het God behaagd het verbond der genade, als de volvoering van het verbond der verlossing daarvoor in de plaats te stellen. Het genadeverbond is de weg, zegt Hellenbroek, langs welke God door Christus het eigendom wordt van de zondaar en hij een eigendom Gods. Het wordt dan ook opgericht met de uitverkorenenin Christus als hun Hoofd.

Dat verbond der genade heeft echter niet altijd dezelfde openbaringsvorm gehad. Van Adam tot Abraham had het de particuliere vorm, droeg het een persoonlijk karakter en had het geen uitwendige en zichtbare gestalte. Alleen Gods belofte aangaande het Vrouvvenzaad was het voorwerp des geloofs. Sacramenten waren er nog niet, maar dat veranderde in Abrahams tijd. Toen kwam de patriarchale vorm, welke - inhield dat God Abraham afzonderde en dat God met hem en zijn zaad het verbond oprichtte, hetwelk bezegeld werd door de besnijdenis, die al het zaad Abrahams ontviag, wat echter niet inhoudt dat allen wezenhjk in het verbond waren en dat allen wezenlijk deel hadden aan de goederen en de weldaden van het genadeverbond.

Met Izak zou God Zijn verbond oprichten, maar Ismaël, had alleen het voorrecht om te leven onder de bediening van het verbond in haar xiitwendige openbaring. Maar in de tijd van Mozes, toen Israël uit Egypte was getogen en aan de berg Siaaï gelegerd was, verkreeg het verbond een nationale vorm, doordat God de twaalf stammen Israels in verbondsbetrekking tot Zich stelde, evenwel was het genadeverbond te dier tijd nog zijnde in de bolster van de wet, welke schaduwachtige bedeling van het verbond verviel toen Christus stierf en het voorhangsel des tempels scheurde en de schaduwachtige offerdiensten en al wat er bij behoorde werden afgeschaft.

Van dit Sinaïtisch verbond, van die vorm wordt gezegd dat het een oud verbond was, terwijl de kerkelijke vorm onder het Nieuwe Testament wordt genoemd een nieuw verbond of ook wel een beter verbond, omdat de vorm beter, zelfs onberispelijk is tegenover het oud verbond, dat berispelijk was. Ook blijkt het beter te zijn in de bediening der sacramenten dan de nationale vorm, welke bloedige sacramenten had, maar het betere verbond, dat is het genadeverbond onder het Nieuwe Testament heeft onbloedige sacramenten, te weten de Heilige Doop en het Heilig Avondmaal. De brief aan de Hebreen, dat zijn de gelovige Hebreeuws sprekende Joden in Palestina, wel te onderscheiden van de Grieks sprekende Hellenisten, had allermeest ten doel om te sterken in het geloof, de-genen die in gevaar waren om terug te vallen tot Mozes. Vervolgens om te bewijzen dat Jezus de Zoon van God was, groter dan de engelen en groter dan Mozes als wetgever, en groter dan Aaron als priester. Ook om te tonen dat het priesterschap van Aarons geslacht plaats had moeten maken voor Christus de grote Priester naar de ordening van Melchizedek.

Zo begint hoofdstuk 8 met een korte samenvatting van al het voorgaande: Wij hebben een Hogepriester, gezeten aan de rechterhand Gods, een verhoogde en verheerlijkte Middelaar, Die voor ons zorg draagt, als bedienaar des heiligdoms Zichzelf op een Godverheerlijkende wijze geofferd hebbende aan het kruis, en die nu aan de Vader gedurig Zijn verdienste voordraagt en met Zijn voorbidding in de hemel bij de Vader intreedt voor al de Zijnen. Hij offerde op het altaar Zijner Goddelijke natuur het offer van Zijn menselijke natuur. Hij kon op aarde niet het priesterschap bekleden, want vwj weten dat de Heere uit Juda gesproten was en alleen'degenen, die uit het geslacht van Aaron waren, konden priester wezen. Maar nu in de hemel bedient Christus het priesterschap en heeft nu zo veel uitnemender bediening gekregen, als Hij ook eens beteren verbonds Middelaar is, hetwelk in betere beloftenissen bevestigd is.

Christus met Zijn hemelvaart ingegaan zijnde in het binnenste heiligdom, bedient nu in de hemel het priesterschap naar het voorbeeld, dat Hij Mozes op de berg getoond heeft. Verhoogd zijnde, is Hij gezeten aan de rechterhand van de troon der Majesteit in de hemel, wordt Hij door Zijn volk gekend, als een volkomen Zaligmaker, als de vervuiler der wet, als de levende Verlosser en als Overwinnaar van de dood, die alle schaduwen der ceremoniën vervulde, zodat zij werden afgeschaft.

Gods volk is een zeer bevoorrecht volk, het is een volk in verbond met God door de Middelaar Jezus. Dat volk is niet meer onder de vloek van het verbroken werkverbond, daarvan zijn zij door wedergeboorte en inlijving in Christus verlost. Door het geloof met Christus verenigd hebben zij wezenlijk deel aan Christus en al de weldaden van het genadeverbond. Evenwel verkeren zij meestal nog lang onder de nawerking van het werkverbond, onder vele wettische bevattingen en beroeringen, gelijk dat duidelijk afgeschaduwd is in Israël onder het Sinaïtische verbond, toen de kerk nog was in een onmondige staat onder voogden en verzorgers, in onwetendheid en ondergeschiktheid.

Het was een bedeling van duisternis, ondoorzichtelijk, een bedeling van dienstbaarheid onder de eerste beginselen der wereld. Moeilijke vormen en plichten met het voorkomen van een dienstbaarheid wederom tot vreze, deden nog maar al te zeer zoeken, om gerechtvaardigd te worden uit de werken der wet. Steunend op hun gehoorzaamheid, met vele wettische beweegoffers, zochten zij hun heil niet in vrije genade. De Hebreen, ofschoon in beginsel genade bezittende, maar in groot gevaar om door wettische leraren wederom gebracht te worden onder het juk van Mozes, worden dus daarvoor ernstig gewaarschuwd en gewezen op de Heere Jezus, die Middelaar is van een beter verbond, dat is dus het genadeverbond, hetwelk beter is in haar openbaring' dan onder de nationale vorm, omdat het meer wijst op de liefde en de wjjsheid Gods. En gelijk Christus eens beteren Verbondsmiddelaar is, heeft Hij ook een uitnemender bediening van de Vader gekregen.

Het verbond is zoveel beter dat het nieuw genaamd wordt, gelijk het beloofd was in Jer. 31 : 31: Zie de dagen komen, spreekt de Heere, dat Ik met het huis Israels en met het huis van Juda een nieuw verbond zal maken. Dat verbond zal ook nooit verouderen, maar nieuw bhjven voor dat volk, dat in de kracht Gods bewaard wordt tot de zaligheid, die geopenbaard zal worden in de laatste tijd. Het is troosteHjker, jduideUjker, welgeordineerd en onconditioneel. En in verband daarmee is de bediening van de Middelaar ook zoveel uitnemender.

Die bediening heeft Hij Zichzelf niet aangematigd, maar die heeft Hij gekregen van de Vader op grond van Zijn verdienste. Hij heeft Zichzelf vernietigd ten aanzien van het gebruik en de openbaring Zijner heerlijkheid in de staat Zijner vernedering, maar daarom heeft Hem ook God uitermate verhoogd, en heeft Hem een naam gegeven welke boven alle naam is, opdat in de naam van Jezus zich zou buigen alle knie dergenen, die in de hemel, en die op de aarde zijn en die onder de aarde zijn en alle tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is tot heerlijkheid Gods des Vaders. Welk een uitnemende bediening!

Barneveld

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juli 1954

De Saambinder | 4 Pagina's

Het betere Verbond I

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juli 1954

De Saambinder | 4 Pagina's